Start van het CRAB

De ontwikkeling van de CRAB-databank startte in 2002. Vanaf het begin was het de bedoeling een adressenbestand met historiek op te bouwen, zodat informatie nooit verloren zou gaan.

Het eerste brondbestand van het CRAB was de kadastrale legger. Deze levert adresgegevens voor heel Vlaanderen, op de kaart gelokaliseerd door een puntlocatie. Dit punt was de centroïde van een kadastraal perceel.

Verdere vulling van de databank

In de volgende jaren werden steeds meer bronbestanden aangesproken. Het Rijksregister leverde straatnamen, koppeling met een wegenbestand liet toe straten op kaart te visualiseren.

Bij een volgende mijlpaal werden appartement- en busnummers aan de databank toegevoegd. Deze werden verzameld onder de noemer “subadres”. Bronbestand was het Rijksregister, dat meteen ook de belangrijkste leverancier van huisnummers werd.

Voor ondernemingsadressen werd de verrijkte kruispuntbank ondernemingen het bronbestand.

Decentraal beheer

Op 1 juni 2011 trad het CRAB-decreet in werking. Vanaf dat moment werden de Vlaamse steden en gemeenten beschouwd als initiator van adressen in het CRAB.

Dit was de start van het decentrale beheer van het CRAB. De databank werd beheerbaar gemaakt voor de officiële CRAB-adresbeheerders van de steden en gemeenten. Via webservices of via uitwisseling van bestanden kunnen de steden en gemeenten vandaag het CRAB beheren.