Gedaan met laden. U bevindt zich op: Deel V. De top- en middenkaderfuncties Deel V. De top- en middenkaderfuncties

Deel V. De top- en middenkaderfuncties

Titel 5. Overgangs- en opheffingsbepalingen

Titel 5 bevat Art. V 48 tot en met Art. V 57

Hoofdstuk 1. De management- en projectleiderfuncties van N-niveau en de functie van algemeen directeur

Hoofdstuk 1 bevat Art. V 48 tot en met Art. V 51sexies

Art. V 48

Wie meedingt naar een management- of projectleidersfunctie van N-niveau of een functie van algemeen directeur wordt, als hij op 30 juni 2016[34] vrijgesteld was van selectietesten voor diezelfde management- of projectleidersfunctie van N-niveau of voor diezelfde functie van algemeen directeur, niet getest voor de gedragscompetenties en de vaktechnische competenties die overeenkomstig de functiebeschrijving nodig zijn voor diezelfde functie. De vrijstelling geldt voor de resterende duur van de vrijstelling van selectietesten voor diezelfde functie, behalve bij een onvoldoende.[32]

Wie meedingt naar een management- of projectleidersfunctie van N-niveau wordt, als hij op 30 juni 2016[34] vrijgesteld was van selectietesten voor een andere management- of projectleidersfunctie van N-niveau, niet getest voor de competenties waarvoor hij vrijgesteld is. De vrijstelling geldt voor de resterende duur van de vrijstelling van de selectietesten voor die andere management- of projectleidersfunctie van N-niveau, behalve bij een onvoldoende.[32]

Wie meedingt naar een functie van algemeen directeur, wordt, voor zover hij op 30 juni 2016[34] vrijgesteld was van selectietesten voor een management- of projectleidersfunctie van N-niveau of voor een andere functie van algemeen directeur, niet getest voor de competenties waarvoor hij vrijgesteld is. De vrijstelling geldt voor de resterende duur van de vrijstelling van de selectietesten voor die management- of projectleiders-functie van N-niveau of voor die andere functie van algemeen directeur, behalve bij een onvoldoende.[32]

Art. V 49 en Art. V 50

- Opgeheven[45][9]

Art. V 51

§ 1. Onverminderd hetgeen bepaald is in artikel V 12, behoudt de titularis van:

1)een management- of projectleiderfunctie van het N-niveau bedoeld in artikel V 9, § 2, die vanuit rang A4 of rang A3 aangewezen wordt, het salaris en de salarisschaal, geldend vóór de aanstelling, evenals de toelagen, vergoedingen en sociale voordelen die hij vóór de aanstelling genoot in zoverre de voorwaarden van toekenning blijven bestaan en dat aan deze voorwaarden blijft voldaan;
2)een management- of projectleiderfunctie van het N-niveau bedoeld in artikel V 9, § 1ter[11], die reeds door een arbeidsovereenkomst met de Vlaamse gemeenschap of het Vlaams gewest of een daarvan afhangende instelling verbonden was, de contractuele regeling geldend vóór de aanstelling, evenals de toelagen, vergoedingen en sociale voordelen die hij vóór de aanstelling genoot in zoverre de voorwaarden van toekenning blijven bestaan en dat aan deze voorwaarden blijft voldaan;
3)een functie van algemeen directeur hetzij het salaris en de salarisschaal verbonden aan de rang A2L, zijnde A286 en na 6 jaar effectieve prestaties A288, hetzij, in voorkomend geval, het salaris en de salarisschaal welke was verbonden aan de met de functie van adjunct-leidend ambtenaar overeenstemmende graad en welke hem voordien was toegekend; evenals de toelagen, vergoedingen en sociale voordelen die hij vóór de aanstelling genoot in zoverre de voorwaarden van toekenning blijven bestaan en dat aan deze voorwaarden blijft voldaan.[3]

§ 2. De in § 1 bedoelde titularis bekomt deze overgangsregeling indien deze gunstiger is dan de organieke regeling vermeld in artikel V 12.[3]

§ 3. In afwijking van § 2 geniet de titularis bedoeld in § 1, 1), de mandaattoelage bovenop de overgangsregeling.[3]

Art. V 51bis

- Opgeheven[49]

Art. V 51ter

De ambtenaren die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit titularis zijn van een mandaatfunctie van N-niveau of van een mandaatfunctie van algemeen directeur en die voor hun aanwijzing in die mandaatfunctie geen titularis waren van een graad van rang A4 of rang A3, worden benoemd in de graad van directeur-generaal of adjunct-directeur-generaal.[11]

Art. V 51quater

De indienstnemende overheid kan na 6 jaar het mandaat van de management- en projectleidersfunctie van N-niveau of van de functie van algemeen directeur vacant verklaren, mits akkoord van de contractuele titularis, die aangesteld werd vόόr 30 oktober 2009.[15]

Art. V 51quinquies

In afwijking van artikel V 3, §2, eerste lid, en van artikel V 14, 2°, van dit besluit, blijft de titularis van de uitdovende functie van algemeen directeur, die aangesteld is op de datum van de inwerkingtreding van artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2014 tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de invoering van de functieclassificatie, het topkader en andere bepalingen, zijn mandaat verder uitoefenen, tot dat mandaat wordt beëindigd overeenkomstig artikel V 15, eerste lid.[27]

In het eerste lid wordt verstaan onder uitdovende functie van algemeen directeur: de functie van algemeen directeur in de entiteit met minder dan 1000 personeelsleden, met uitzondering van de entiteit die wordt uitgebreid of opgericht door fusie van twee of meer entiteiten.[27]

Art. V 51sexies

De procedures voor de invulling van topkaderfuncties via werving en mobiliteit, die aangevat zijn vóór 1 juli 2016, worden voort gezet overeenkomstig de reglementering die van kracht was bij de aanvang van de procedures.[32]

Hoofdstuk 2. De rechtspositie voor het hoofd van het secretariaatspersoneel van een strategische adviesraad

Hoofdstuk 1 bevat Art. V 52 tot en met Art. V 52ter

Art. V 52

Wie meedingt naar een functie van hoofd van het secretariaatspersoneel van een strategische adviesraad, wordt, als hij op 30 juni 2016[34] vrijgesteld was van selectietesten voor een management- of projectleidersfunctie van N-niveau, niet getest voor de competenties waarvoor hij vrijgesteld is. De vrijstelling geldt voor de resterende duur van de vrijstelling van de selectietesten voor die management- of projectleidersfunctie van N-niveau, behalve bij een onvoldoende.[32]

Wie meedingt naar een middenkaderfunctie, wordt, als hij op 30 juni 2016[34] vrijgesteld was van de eindbeoordeling van de generieke competenties in de selectieprocedure voor een middenkaderfunctie, niet getest voor de competenties waarvoor hij vrijgesteld is. De vrijstelling geldt voor de resterende duur van de vrijstelling van de eindbeoordeling van de generieke competenties, behalve bij een onvoldoende.[32]

Wie meedingt naar een functie van hoofd van het secretariaatspersoneel van een strategische adviesraad, wordt, als hij op 30 juni 2016[34] vrijgesteld was van selectietesten voor een andere functie als hoofd van het secretariaatspersoneel van een strategische adviesraad, niet getest voor de competenties waarvoor hij vrijgesteld is. De vrijstelling geldt voor de resterende duur van de vrijstelling van de selectietesten voor die andere functie als hoofd van het secretariaatspersoneel van een strategische adviesraad, behalve bij een onvoldoende.[32]

Art. V 52bis

De procedures voor de invulling van functies als hoofd van het secretariaatspersoneel van een strategische adviesraad, die aangevat zijn vóór 1 juli 2016, worden voort gezet overeenkomstig de reglementering die van kracht was bij de aanvang van de procedures.[32]

Art. V 52ter

Voor de toepassing van artikel V 12 bis, §4, derde lid, geldt voor wat betreft normen inzake de ecoscore en de brandstof de reglementering die van toepassing was op het ogenblik van de aankoop of leasing van het privé-voertuig.[38]

Hoofdstuk 3. De rechtspositie voor het middenkader

Hoofdstuk 3 bevat Art. V 53 tot en met Art. V 56novies.

Art. V 53

Wie meedingt naar een middenkaderfunctie, wordt, als hij op 30 juni 2016[34] vrijgesteld was van de externe potentieelinschatting in de selectieprocedure voor een middenkaderfunctie voor de resterende duur van de vrijstelling, vrijgesteld van de externe potentieelinschatting in de selectieprocedure voor een middenkaderfunctie, behalve bij een onvoldoende.[32]

Wie meedingt naar een middenkaderfunctie, wordt, als hij op 30 juni 2016[34] vrijgesteld was van de eindbeoordeling van de generieke competenties in de selectieprocedure voor een middenkaderfunctie, niet getest voor de competenties waarvoor hij vrijgesteld is. De vrijstelling geldt voor de resterende duur van de vrijstelling van de eindbeoordeling van de generieke competenties, behalve bij een onvoldoende.[32]

Art. V 54

- Opgeheven [9]

Art. V 55

§ 1. De schaalanciënniteit, verworven in het mandaat van afdelingshoofd of projectleider sinds 1 januari 1995, wordt aangerekend op de schaalanciënniteit in de graad van hoofdadviseur en in de mandaatgraad van afdelingshoofd of projectleider zoals bepaald in artikel V 43.[2]

§ 2. In afwijking van artikel V 43 genieten de hoofdadviseur, het afdelingshoofd en de projectleider de salarisregeling die van toepassing is op de datum voorafgaand aan die van de aanstelling[6], als die voordeliger is.[2]

Art. V 56

Onverminderd artikel V 42, § 2, is de regeling van artikel V 46, § 2, eerste lid, eveneens van toepassing op de afdelingshoofden die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit tewerkgesteld zijn bij een andere werkgever of met een andere opdracht belast werden met behoud van hun mandaat overeenkomstig het personeelsstatuut dat op hen van toepassing was vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit, en die na beëindiging van hun tewerkstelling bij de andere werkgever of van hun opdracht, terugkeren naar de diensten van de Vlaamse overheid. Zij krijgen bij voorrang een mandaat toegewezen in toepassing van artikel V 35, § 3.

Art. V 56bis

Voor de personeelsleden die op 31 december 2015 bij het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie als directielid waren aangewezen, en na 1 januari 2016 worden aangesteld in de graad van afdelingshoofd, wordt de periode als directielid aangerekend op de schaalanciënniteit. [31]

Art. V 56ter

De lijnmanager van het Agentschap Innoveren en Ondernemen kan de personeelsleden, die bij het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie aangesteld waren als directielid en overgedragen werden naar het Agentschap Innoveren en Ondernemen, tijdelijk belasten met de leiding van een afdeling tot aan de aanstelling van de afdelingshoofden bij dit agentschap.[31]

De in het eerste lid bedoelde personeelsleden genieten een toelage die gelijk is aan het verschil tussen het salaris dat het betrokken personeelslid zou ontvangen in de salarisschaal A286 en het salaris in de salarisschaal die verbonden is aan zijn graad. Het betrokken personeelslid behoudt deze toelage tot aan de aanstelling van de afdelingshoofden bij dit agentschap.[31]

Wat de toekenning en berekening van de toelage betreft, is de regeling die vermeld is in deel VII van toepassing.[31]

Art. V 56quater

De positieve resultaten van de procedure voor directielid bij het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie worden gelijkgesteld met de positieve resultaten van de beoordeling van de generieke competenties voor een management- of projectleiderfunctie van N-1 niveau, als uit de rapporten voor de selectie van directielid blijkt dat er getest werd op dezelfde competenties als opgenomen in het generiek competentieprofiel voor N-1 functies.[31]

Art. V 56quinquies

De procedures voor de invulling van middenkaderfuncties, die aangevat zijn vóór 1 juli 2016, worden voortgezet overeenkomstig de reglementering die van kracht was bij de aanvang van de procedures.[32]

Art. V 56sexies

Voor het personeelslid dat op 31 juli 2016 bij de entiteit Audit Vlaanderen als contractuele manager-auditor was tewerkgesteld, en na 1 augustus 2016 wordt aangesteld in de graad van afdelingshoofd, wordt de periode als contractuele manager-auditor aangerekend op de schaalanciënniteit. [39]

Art. V 56septies

Voor de ambtenaar die op 31 juli 2016 was aangewezen in een IT-mandaat van rang A2A, en na 1 augustus 2016 wordt aangesteld in de graad van afdelingshoofd, wordt de periode als IT-mandaathouder van rang A2A aangerekend op de schaalanciënniteit. [39]

Art V 56octies

- Opgeheven [39]

Art. V 56novies

De bepalingen inzake de raad van beroep die golden voor 1 juni 2019 blijven van toepassing op de statutaire proeftijden die zijn aangevat voor 1 juni 2019.[44]

Hoofdstuk 4. Opheffingsbepaling

Hoofdstuk 4 bevat Art. V 57

Art. V 57

Opgeheven wordt voor de entiteiten, raden en instelling die ressorteren onder dit besluit:

- het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 2005 betreffende de aanduiding en uitoefening van de management- en projectleiderfuncties en van de functie van algemeen directeur bij de diensten van de Vlaamse overheid, zoals gewijzigd.