Gedaan met laden. U bevindt zich op: Deel VI. De administratieve loopbaan Deel VI. De administratieve loopbaan

Deel VI. De administratieve loopbaan

Titel 10. Overgangsbepalingen

Titel 10 bevat Art. VI 119 tot en met Art. VI 171

Art. VI 119

De procedures tot invulling van statutaire en contractuele betrekkingen via herplaatsing en horizontale mobiliteit en de procedures inzake bevordering, de loopbaanexamens en de vergelijkende bekwaamheidsproeven die aangevat werden vóór de inwerkingtreding van dit besluit, worden verdergezet overeenkomstig de reglementering van kracht bij de aanvang ervan.[2]

Art. VI 120

§1. De lijnmanager van het Agentschap Overheidspersoneel[28] kan de duur van de reserves van loopbaanexamens verlengen als de geldigheidsduur nog niet verstreken is op 1 januari 2009.[9]

§2. De laureaten putten uit het feit dat ze geslaagd zijn, gelijke aanspraken voor bevordering bij een entiteit, raad of instelling, ongeacht de dienst of instelling waarvoor het examen oorspronkelijk georganiseerd werd.[9]

Art. VI 121

De personeelsleden in dienst op datum van inwerkingtreding van dit besluit behouden de anciënniteiten en functionele loopbaan die voortvloeien uit het statuut dat op hen van toepassing was vóór de inwerkingtreding van dit besluit.[2]

Art. VI 122

Op de personeelsleden van de Openbare Psychiatrische Ziekenhuizen Geel en Rekem, blijven onverminderd de bepalingen van dit besluit, de instellingsspecifieke besluiten van de Vlaamse openbare instellingen van toepassing, waaronder zij ressorteerden vóór de inwerkingtreding van dit besluit, wat betreft de artikelen die verplichtingen inhouden met toepassing van de ziekenhuiswetgeving wat betreft het daarin voorgeschreven advies.[2]

Art. VI 123 en Art. VI 124

- Opgeheven[63]

Art. VI 125 

Een geslaagde voor een aanwervingsexamen, een examen voor overgang naar het hogere niveau of een examen voor verhoging in graad dat toegang geeft tot rang 21 of 22 of voor een onderzoek naar de beroepsgeschiktheid voor verandering van graad in rang 21 of 22 en dat georganiseerd werd vóór de datum van inwerkingtreding van ofwel het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993, ofwel van het personeelsstatuut van de Vlaamse wetenschappelijke instellingen van 28 januari 1997, behoudt zijn rechten op benoeming in de graad met dezelfde kwalificatie in niveau B.[2]

Art. VI 126

Een ambtenaar die op 1 januari 2006 wordt bezoldigd in een salarisschaal van niveau E, wordt, met ingang van die datum, bevorderd in niveau D, overeenkomstig de tabel die als bijlage 9 bij dit besluit is gevoegd.
Een contractueel personeelslid dat in dienst is op 1 januari 2006 in een betrekking met een salarisschaal van niveau E wordt, met ingang van die datum, tewerkgesteld in een contractuele betrekking met een salarisschaal van niveau D, overeenkomstig de tabel die als bijlage 9 bij dit besluit is gevoegd.[2]

Art. VI 127

Voor de berekening van de administratieve anciënniteiten van de technisch beambte, in de hoedanigheid van hulparbeider in vast dienstverband benoemd met toepassing van het koninklijk besluit van 12 maart 1973 houdende tijdelijke maatregelen ten gunste van sommige ambtenaren van de rijksbesturen, worden de diensten die hij sedert 1 april 1972 in een deeltijds ambt met ten minste de helft van de prestaties van een voltijds ambt heeft verricht, in aanmerking genomen naar rato van het aantal werkelijk gepresteerde uren.[2]

Art. VI 128

De op 1 januari 1999 van de Intercommunale Maatschappij van de Linker Scheldeoever naar het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap overgehevelde ambtenaar die geslaagd is in een bevorderingsexamen naar de graad van brigadier, dat afgerond of georganiseerd werd vóór 1 januari 1999, behoudt zijn rechten op bevordering naar de graad van technicus; bij bevordering verkrijgt deze de salarisschaal C123 indien hij op vermelde datum ingeschaald werd in de salarisschaal D201 of D202.

Het in het vorig lid bedoelde voordeel geldt ook voor de ambtenaar die bezoldigd wordt in de salarisschaal D201 of D202 en die slaagt in een overgangsexamen naar de graad van technicus.[2]

Art. VI 129

Een ambtenaar die op 1 oktober 2002 van het ministerie van Middenstand en Landbouw naar het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd overgeheveld en die geslaagd is voor een vergelijkend examen naar de graad van directiesecretaris of opsteller, behoudt zijn rechten op benoeming in de graad van deskundige of medewerker.

Een ambtenaar die op 1 oktober 2002 van het ministerie van Middenstand en Landbouw naar het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd overgeheveld en die geslaagd is voor de eerste twee gedeelten van het vergelijkend overgangsexamen naar niveau A dat werd beëindigd of lopend was op de datum van de overheveling, behoudt zijn rechten op benoeming in de graad van adjunct van de directeur[34].[2]

Art. VI 130

In afwijking van artikel VI 40, a, komen alle technisch assistenten en technisch hoofdassistenten die op 1 januari 2003 de functie van wachter der waterwegen uitoefenen in aanmerking om voor de eerstvolgende bevorderingsronde bevorderd te worden tot de graad van leidinggevend hoofdassistent met de functie van leidinggevend wachter der waterwegen, voor zover zij vooraf slagen in een test met betrekking tot de leidinggevende capaciteiten.[2]

Art. VI 131

Voor de personeelsleden die belast zijn met de luchthaveninspectie en die in 1997 de door de afdeling Personenvervoer en Luchthavens georganiseerde cursus over luchthaveninspectie hebben gevolgd, wordt het volgen van die cursus gelijkgesteld met het bezit van het getuigschrift, vermeld in artikel VI 114, § 1.

De personeelsleden die belast zijn met de luchthavenbeveiliging en nog niet beschikken over het getuigschrift, vermeld in artikel VI 114, § 2, moeten voldoen aan de opleidingsvoorwaarden die opgelegd worden door het Directoraat-Generaal van de Luchtvaart.[2]

Art. VI 132

- Opgeheven[6]

Art. VI 133

Voor een contractuele personeelslid, bij het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap dat in dienst getreden op 1 januari 1999, na contractuele prestaties tot en met 31 december 1998 bij de Intercommunale Maatschappij van de Linker Scheldeoever, worden de prestaties die het tot en met die laatstvermelde datum zonder onderbreking bij die maatschappij heeft verricht, mee in aanmerking genomen voor de vaststelling van de anciënniteit in het kader van het ontslagrecht.[2]

Art. VI 134

De ambtenaar die krachtens artikel VIII 44 van het stambesluit VOI van 30 juni 2000 of krachtens artikel VIII 50 van het personeelsstatuut van de Vlaamse wetenschappelijk instellingen van 28 januari 1997 een vrijstelling behaalde voor het algemene gedeelte van een loopbaanexamen, behoudt op zijn verzoek die vrijstelling voor de volgende loopbaanexamens voor dezelfde graad of voor een lagere graad van hetzelfde niveau, waaraan hij deelneemt.[2]

Art. VI 135

Een ambtenaar die krachtens artikel VIII 92, § 1, van het Stambesluit VOI van 30 juni 2000 of krachtens artikel VIII 92, § 1, van het personeelsstatuut van de Vlaamse wetenschappelijk instellingen van 28 januari 1997 ooit werd vrijgesteld van een examengedeelte voor overgang naar een hoger niveau met uitzondering van niveau A, behoudt op zijn verzoek die vrijstelling voor de volgende vergelijkende examens voor overgang naar hetzelfde niveau, waaraan hij deelneemt.[2]

Art. VI 136

De personeelsleden uit de loopbaan van correspondent der vorsing respectievelijk technicus der vorsing, die op 1 januari 1996 in dienst waren van een Vlaamse wetenschappelijke instelling, en ingevolge artikel VIII 101, tweede lid, van het personeelsstatuut van de Vlaamse wetenschappelijke instellingen van 28 januari 1997 ambtshalve benoemd zijn in de graad van medewerker of hoofdmedewerker, respectievelijk technicus, kunnen benoemd worden in de graad van deskundige, op voorwaarde dat ze slagen voor een bijzonder vergelijkend overgangsexamen waaraan zij tweemaal mogen deelnemen.[2]

Art. VI 137

De wetenschappelijke personeelsleden van rang A1 die op 1 januari 1997 in dienst waren van een Vlaamse wetenschappelijke instelling en die uiterlijk op die datum een gelijkstelling hebben verkregen voor het verrichten van een wetenschappelijk werk dat met een doctoraat op proefschrift kan worden vergeleken, kunnen tot de graad van wetenschappelijk directeur worden benoemd zonder in het bezit te zijn van het vereiste doctoraat op proefschrift of van het diploma of certificaat dat met toepassing van de richtlijnen van de Europese Unie of een bilateraal akkoord als gelijkwaardig wordt erkend.[2]

Art. VI 138

Een ambtenaar die op 1 oktober 2002 van het centrum voor Landbouwkundig Onderzoek en het centrum voor Landbouweconomie naar de diensten van de Vlaamse Regering is overgeheveld en die geslaagd is voor een vergelijkend examen naar de graad van gespecialiseerd technicus der vorsing of onderhoudstechnicus, behoudt zijn rechten op benoeming in de graad van deskundige.[2]

Art. VI 139

De lijnmanager van de entiteit, raad of instelling kan na advies van het managementorgaan van de entiteit, raad of instelling aan een ambtenaar van rang A1 die vóór 1 januari 2006 benoemd was bij een Vlaamse wetenschappelijke instelling en die vier jaar werkelijke prestaties in de salarisschaal A 113 telt, op basis van zijn functioneringsevaluatie de salarisschaal A 119 toekennen.[2]

Art. VI 140

De lijnmanager van de entiteit, raad of instelling kan na advies van het managementorgaan van de entiteit, raad of instelling aan de ambtenaar van rang A2 die vóór 1 januari 2006 benoemd was bij een Vlaamse wetenschappelijke instelling en vier jaar werkelijke prestaties in de salarisschaal A 212 telt, op basis van zijn functioneringsevaluatie de salarisschaal A 213 toekennen.

Het managementorgaan van de entiteit, raad of instelling wordt voor de toepassing van dit artikel uitgebreid met minimaal twee toonaangevende[9] wetenschappers van het vakgebied in kwestie, die mee beslissen.[2]

Art. VI 141

Wat de toepassing van artikel VI 18, § 4, betreft, hebben de contractuele personeelsleden die in dienst zijn op de datum van inwerkingtreding van dit besluit en die behoren tot de wervingsreserve van een vergelijkend aanwervingsexamen waarvan de geldigheidsduur bij de inwerkingtreding van dit besluit nog niet is verstreken, of die slagen voor een vergelijkend wervingsexamen waarvan de procedure bij de inwerkingtreding van dit besluit nog niet is afgerond, rechtstreekse toegang tot de functiespecifieke test voor eenzelfde functie.[2]

Art. VI 142

Een adjunct van de directeur die[9] tijdelijk aangesteld is als opdrachthouder, wordt met ingang van 1 juni 2008[9] ambtshalve benoemd in de graad van adviseur.

Een ingenieur of informaticus die[9] tijdelijk aangesteld is als opdrachthouder, wordt ambtshalve benoemd in de graad van respectievelijk adviseur-ingenieur of adviseur-informaticus.[6]

Art. VI 143

§1. Een ambtenaar die tijdelijk aangesteld is als senior auditor, wordt met ingang van 1 juni 2008 ambtshalve benoemd in de graad van adviseur.[9]

§2. De anciënniteit opgebouwd in de vroegere functie van senior auditor wordt in rekening gebracht voor de bepaling van de anciënniteit in de graad van adviseur.[6]

Art. VI 144

§1. De lijnmanager kan aan een ambtenaar met de graad van directeur eenmalig tussen 23 mei 2008 en 31 december 2009[12] een graadverandering toekennen naar de graad van adviseur, op voorwaarde dat die ambtenaar een functie uitoefent die een doorgedreven specialisatie in inhoudelijke materie veronderstelt. Hij is vrijgesteld van de proef waarbij de functiespecifieke competenties van de kandidaat getest worden.[9]

§2. De lijnmanager kan aan een ambtenaar met de graad van adviseur eenmalig tussen 23 mei 2008 en 31 december 2009[12] een graadverandering toekennen naar de graad van directeur, op voorwaarde dat die ambtenaar een leidinggevende functie uitoefent. Hij is vrijgesteld van de proef waarbij de generieke en functiespecifieke competenties van de kandidaat getest worden.[9]

§3. Bij graadverandering als vermeld in paragraaf 1 en paragraaf 2 behoudt de ambtenaar de verworven anciënniteiten en wordt hij ingeschakeld op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan. De ambtenaar heeft nooit een lager salaris dan hij in zijn vorige functionele loopbaan zou hebben ontvangen volgens de regeling die op hem van toepassing was op de datum van de graadverandering.[9]

Art. VI 145

De ambtenaar kan de bevordering maar eenmaal weigeren in geval van een bevordering na een overgangsexamen of vergelijkende competentieproef waarvan het proces-verbaal werd afgesloten vóór 1 oktober 2004.[9]

Art. VI 146

In afwijking van artikel VI 109 § 1, 3°, a), verkrijgt de adviseur die vóór 1 januari 2008 werd benoemd en die bezoldigd wordt in salarisschaal A251, na tien jaar schaalanciënniteit de schaal A252.

Deze overgangsregeling blijft gelden voor de directeur die een graadverandering bekomt vanuit de graad van adviseur en die in die laatste graad werd aangesteld vóór 1 januari 2008.[9]

Art. VI 147

In afwijking van artikel VI 109 § 1, heeft de ambtenaar van rang A1 met de graad van bedrijfsadviseur, pedagogisch adviseur of kunstadviseur die op 1 januari 2009 werd overgeheveld van het Vlaams Agentschap voor Ondernemen naar het Agentschap voor Ondernemen volgende functionele loopbaan:

a)van de eerste naar de tweede salarisschaal na 3 jaar
van A111 naar A112
b)van de tweede naar de derde salarisschaal na 9 jaar
van A112 naar A120
c)van de derde naar de vierde salarisschaal na 9 jaar
van A120 naar A114[9]

Art. VI 148

In artikel VI 149 en VI 150 wordt onder de woorden de van de Federale Overheidsdienst Financiën overgehevelde ambtenaar en de woorden het van de Federale Overheidsdienst Financiën overgeheveld personeelslid verstaan: de op 16 november 2010, 1 december 2010 of 1 januari 2011 van de Federale Overheidsdienst Financiën overgehevelde ambtenaren of personeelsleden.

Art. VI 149

§1. De van de Federale Overheidsdienst Financiën en de Nationale Plantentuin van België[26] overgehevelde ambtenaar die geslaagd is voor een overgangsexamen naar het hogere niveau bij de federale overheid, behoudt het voordeel van het slagen voor het overgangsexamen naar het hogere niveau bij de diensten van de Vlaamse overheid.[34]

§2. De van de Federale Overheidsdienst Financiën overgehevelde ambtenaar van niveau B die geslaagd is voor een bekwaamheidsproef die toegang geeft tot de klasse A2 bij de federale overheid, behoudt het voordeel van het slagen voor het overgangsexamen naar niveau A bij de diensten van de Vlaamse overheid.[34]

§3. Het van de Federale Overheidsdienst Financiën overgeheveld personeelslid dat:

1° vóór de overheveling ingeschreven is voor de deelname aan of geslaagd is voor een of meer onderdelen van een overgangsexamen of bekwaamheidsproef bij de federale overheid, kan na de overheveling nog eenmaal (verder) deelnemen aan de eerstvolgende door de federale overheid georganiseerde onderdelen van het overgangsexamen of de bekwaamheidsproef;

2° vóór de overheveling ingeschreven is voor de deelname aan een competentiemeting of gecertificeerde opleiding bij de federale overheid, kan na de overheveling deelnemen aan de eerstvolgende door de federale overheid georganiseerde competentiemeting of gecertificeerde opleiding en kan daarvoor eenmaal herkansen als hij niet geslaagd is.

3° vóór de overheveling niet geslaagd is voor de door de federale overheid georganiseerde competentiemeting of gecertificeerde opleiding, kan zich na de overheveling nog eenmaal inschrijven voor deelname aan de eerstvolgende door de federale overheid georganiseerde competentiemeting of gecertificeerde opleiding.

§4. Het personeelslid overgeheveld van de Nationale Plantentuin van België dat:

1° vóór de overheveling ingeschreven was voor de deelname aan of geslaagd was voor een of meer onderdelen van een overgangsexamen bij de federale overheid, kan na de overheveling nog eenmaal (verder) deelnemen aan de eerstvolgende onderdelen van het overgangsexamen die door de federale overheid georganiseerd worden;

2° vóór de overheveling ingeschreven was voor de deelname aan een competentiemeting of gecertificeerde opleiding bij de federale overheid, kan na de overheveling deelnemen aan de eerstvolgende competentiemeting of gecertificeerde opleiding die door de federale overheid georganiseerd wordt.[26]

Art. VI 149bis

§1. De vanaf 1 januari 2015 in het kader van een staatshervorming van de federale overheid overgehevelde ambtenaar die geslaagd is voor een overgangsexamen naar het hogere niveau bij de federale overheid, behoudt het voordeel van het slagen voor het overgangsexamen naar het hogere niveau bij de diensten van de Vlaamse overheid.[34][30]

§2. De vanaf 1 januari 2015 in het kader van een staatshervorming van de federale overheid overgehevelde ambtenaar van niveau B die geslaagd is voor een bekwaamheidsproef die toegang geeft tot de klasse A2 bij de federale overheid, behoudt het voordeel van het slagen voor het overgangsexamen naar niveau A bij de diensten van de Vlaamse overheid.[34][30]

§3. Het vanaf 1 januari 2015 in het kader van een staatshervorming van de federale overheid overgehevelde personeelslid dat:

1° vóór de overheveling ingeschreven was voor de deelname aan of geslaagd was voor een of meer onderdelen van een overgangsexamen bij de federale overheid, kan na de overheveling nog eenmaal deelnemen aan de eerstvolgende onderdelen van het overgangsexamen die door de federale overheid georganiseerd worden;

2° vóór de overheveling ingeschreven was voor de deelname aan een competentiemeting of gecertificeerde opleiding bij de federale overheid, kan na de overheveling deelnemen aan de eerstvolgende competentiemeting of gecertificeerde opleiding die door de federale overheid georganiseerd wordt.[30]

Art. VI 149ter

De ambtenaar die vanaf 1 januari 2018 in het kader van de afslanking van de provincies overgeheveld is en die geslaagd is voor een overgangsexamen naar het hogere niveau bij de provinciale overheid, behoudt het voordeel van het slagen voor het overgangsexamen naar het hogere niveau bij de diensten van de Vlaamse overheid.[36]

De ambtenaar die vanaf 1 januari 2018 in het kader van de afslanking van de provincies overgeheveld is en die vóór de overheveling ingeschreven was voor de deelname aan of geslaagd was voor een of meer onderdelen van een overgangsexamen bij de provinciale overheid, kan na de overheveling nog één keer deelnemen aan de eerstvolgende onderdelen van het overgangsexamen die de provinciale overheid organiseert.[36]

Art. VI 150

§1. De van de Federale Overheidsdienst Financiën en de Nationale Plantentuin van België[26] overgehevelde ambtenaar die bij de diensten van de Vlaamse overheid wordt ingeschaald in een graad waaraan een functionele loopbaan verbonden is, heeft in de salarisschaal die verbonden is aan die graad, een schaalanciënniteit gelijk aan:

1° een derde van zijn graadanciënniteit in zijn oude graad of in de oude graden die op dezelfde trap van dezelfde functionele loopbaan ingeschakeld worden, voor de graadanciënniteit tussen 0 en 12 jaar;

2° twee derde van zijn graadanciënniteit, berekend overeenkomstig 1°, voor de graadanciënniteit boven de 12 jaar.

Het resultaat van die berekening wordt uitgedrukt in volledige maanden.

§2. In afwijking van paragraaf 1 krijgt de ambtenaar die op de datum van overheveling geslaagd is voor een competentiemeting of een gecertificeerde opleiding, voor de periode vanaf de datum van inschrijving voor die meting of opleiding een schaalanciënniteit die gelijk is aan de graadanciënniteit in zijn oude graad of oude graden die op dezelfde trap van dezelfde functionele loopbaan ingeschakeld worden. Voor de periode vóór de inschrijving voor die meting of opleiding wordt de schaalanciënniteit berekend overeenkomstig paragraaf 1.

§3. Als voor de inschakeling in de functionele loopbaan naast de oude graad ook de oude salarisschaal bepalend is, is in afwijking van paragraaf 1 en voor de toepassing van paragraaf 2 en 4, de graadanciënniteit gelijk aan de periode van toekenning van die salarisscha(a)l(en).

§4. Voor de ambtenaar die in de beginsalarisschaal van de functionele loopbaan wordt ingeschaald, is in afwijking van paragraaf 1 de schaalanciënniteit gelijk aan de graadanciënniteit zoals vermeld in paragraaf 3.

§5. Het resultaat van de berekening kan een kleiner of een groter aantal jaren schaalanciënniteit opleveren dan vereist is voor de overgang naar de volgende salarisschaal in de functionele loopbaan. Het eventuele restsaldo aan schaalanciënniteit gaat verloren zodat de ambtenaar in de nieuwe schaal start met 0 jaar schaalanciënniteit.

Art. VI 150bis

§1. De ambtenaar die vanaf 1 januari 2015 overgeheveld is in het kader van een staatshervorming van de federale overheid en die bij de diensten van de Vlaamse overheid wordt ingeschaald in een graad waaraan een functionele loopbaan verbonden is, heeft in de salarisschaal die verbonden is aan die graad, een schaalanciënniteit die gelijk is aan:

1° een derde van de anciënniteit die hij verworven heeft in zijn federale schaal op de datum van de overheveling of in de oude schalen die op dezelfde trap van dezelfde functionele loopbaan ingeschakeld worden, voor de anciënniteit tussen nul en twaalf jaar;

2° twee derde van de anciënniteit in zijn federale schaal die hij had op de datum van de overheveling, berekend overeenkomstig 1°, voor de anciënniteit boven de twaalf jaar.[46]

Het resultaat van die berekening, vermeld in het eerste lid, wordt uitgedrukt in volledige maanden.[46]

§2. In afwijking van paragraaf 1 krijgt de ambtenaar die op de datum van overheveling geslaagd is voor een competentiemeting of een gecertificeerde opleiding, voor de periode vanaf de datum van de inschrijving voor die meting of opleiding een schaalanciënniteit die gelijk is aan de anciënniteit in zijn oude schaal die hij had op de datum van de overheveling of in de oude schalen die op dezelfde trap van dezelfde functionele loopbaan ingeschakeld worden. Voor de periode vóór de inschrijving voor die meting of opleiding wordt de schaalanciënniteit berekend conform paragraaf 1.[46]

§3. Voor de ambtenaar die in de beginsalarisschaal van de functionele loopbaan wordt ingeschaald, is in afwijking van paragraaf 1 de schaalanciënniteit gelijk aan de anciënniteit, vermeld in paragraaf 2.[46]

§4. Het resultaat van de berekening, vermeld in de paragrafen 1, 2 en 3, kan een kleiner of een groter aantal jaren schaalanciënniteit opleveren dan vereist is voor de overgang naar de volgende salarisschaal in de functionele loopbaan. Het restsaldo aan schaalanciënniteit vervalt.[46]

Art. VI 150ter

Het personeelslid dat vanaf 1 januari 2018 in het kader van de afslanking van de provincies overgeheveld is en dat bij de diensten van de Vlaamse overheid wordt ingeschaald in een graad waaraan een functionele loopbaan verbonden is, behoudt de schaalanciënniteit die het bij de provincie in de overeenkomstige schaal op de datum van de overheveling heeft opgebouwd, rekening houdende met de gecumuleerde schaalanciënniteit.[36]

Art. VI 151

De vastbenoemde gewestelijk ontvanger die overgedragen wordt van het Vlaams Gewest, wordt met ingang van 1 januari 2013 ambtshalve benoemd in de graad van adviseur, en heeft in de salarisschaal die verbonden is aan die graad een schaalanciënniteit die gelijk is aan:
1° een derde van zijn graadanciënniteit in zijn oude graad van gewestelijk ontvanger, voor de graadanciënniteit tussen nul en twaalf jaar;
2° twee derde van zijn graadanciënniteit in zijn oude graad van gewestelijk ontvanger voor de graadanciënniteit boven de twaalf jaar.[18]

Het resultaat van die berekening wordt uitgedrukt in volledige maanden.[18]

Art. VI 152 

Tot de datum waarop de federale overheid de machtiging tot oprichting van de GDPB verleent, worden in deel VI, titel 7, hoofdstuk 4 en in deze titel onder de benaming “GDPB” de “IDPB voor de ministeries van de diensten van de Vlaamse overheid” verstaan.[20]

Art. VI 153

§1. De preventieadviseur-coördinator die op 30 september 2013 aangewezen is in het mandaat van preventieadviseur-coördinator bij een IDPB behoudt de rang A2A.[20]

§2. Een preventieadviseur die belast is met de leiding van de dienst neemt de leiding waar van de GDPB in afwachting van de aanwijzing van een preventieadviseur-coördinator bij de GDPB.[20]

Art. VI 154

De procedures tot aanwijzing of aanstelling in de functies van preventieadviseur-coördinator of van preventieadviseur die binnen de diensten van de Vlaamse overheid aangevat werden voor 1 oktober 2013 worden verdergezet overeenkomstig de reglementering van kracht bij de aanvang ervan.[20]

Art. VI 155

De lijnmanager van het Agentschap Overheidspersoneel[55][28] kan de preventieadviseur-coördinator of preventieadviseur van een entiteit, raad of instelling met een IDPB die aansluit bij de GDPB, overplaatsen naar de GDPB, na het akkoord van het Hoog Overlegcomité Vlaamse Gemeenschap-Vlaams Gewest.[20]

Bij overplaatsing van de preventieadviseur-coördinator overeenkomstig het eerste lid wordt die aangesteld als preventieadviseur met behoud van de salarisschaal A 287.[20]

Als geen overplaatsing plaatsvindt, wordt de aanwijzing van de preventieadviseur-coördinator of de aanstelling van de preventieadviseur beëindigd overeenkomstig de wettelijke bepalingen.[20]

Art. VI 156

De lijnmanager van het Agentschap Overheidspersoneel[55][28] kan bij aansluiting van nieuwe leden bij de GDPB, die niet tot de diensten van de Vlaamse overheid behoren en voordien over een interne preventiedienst beschikten, met het akkoord van het Hoog Overlegcomité Vlaamse Gemeenschap-Vlaams Gewest, preventieadviseurs van deze interne preventiedienst in de werking van de GDPB inschakelen, onder de leiding van de preventieadviseur-coördinator van de GDPB. Die inschakeling gebeurt voor een termijn van maximaal zes jaar die meermaals kan worden verlengd met het akkoord van het Hoog Overlegcomité Vlaamse Gemeenschap-Vlaams Gewest.[20]

Art. VI 157

§ 1. Als in het personeelsplan van de entiteit geen betrekking is opgenomen in de graad of graden van de wetenschappelijke loopbaan waarvan de ambtenaar titularis is, kan de benoemende overheid aan de titularis van een wetenschappelijke graad in die entiteit op zijn verzoek een graadverandering toekennen naar de overeenkomstige administratieve graad.[23]

§ 2. Bij een graadverandering als vermeld in paragraaf 1 behoudt de ambtenaar de verworven anciënniteiten. In voorkomend geval gebeurt de inschakeling op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan. De ambtenaar heeft nooit een lager salaris dan hij in zijn vorige salarisschaal zou hebben gehad volgens de regeling die van toepassing is op de datum van de graadverandering.[23]

Art. VI 158

§1. Na de overheveling van de federale overheid naar de diensten van de Vlaamse overheid in het kader van een staatshervorming kan de ambtenaar die op datum van overheveling titularis is van de titel van attaché, adviseur of adviseur-generaal in klasse A2, A3 of A4 en die in het bezit is van een diploma dat bij aanwerving bij de Vlaamse overheid toegang geeft tot de graad van ingenieur, informaticus, arts of dierenarts, een graadverandering krijgen naar een andere graad met inschaling in een salarisschaal overeenkomstig de volgende tabel als de ambtenaar slaagt voor dezelfde proef of hetzelfde examen als de proef of het examen voor aanwerving of bevordering in die graad:[46]

Federale schaal

Vlaamse schaal na graadverandering

Vlaamse graad na graadverandering

A21

A121

ingenieur, arts, informaticus of dierenarts

A22

A122

A23

A122 (A121 SH)

A31

A123

A32

A124

A33

A221

directeur-ingenieur, directeur-arts, directeur-informaticus, directeur-dierenarts, adviseur-ingenieur, adviseur-arts, adviseur-informaticus, of adviseur-dierenarts

A41

A222

In afwijking van het eerste lid moet de ambtenaar die bij de federale overheid geslaagd is voor een aanwervingsexamen waarvoor uitsluitend een of meer diploma’s vereist zijn zoals vermeld in het eerste lid, slagen voor een proef die minstens een interview voor een jury bevat.[46]

Als de vacature via graadverandering vervuld wordt, kan de lijnmanager de oproep richten tot kandidaten van de entiteit, van het beleidsdomein in kwestie of van alle beleidsdomeinen.[46]

§2. Bij de graadverandering, vermeld in paragraaf 1 behoudt de ambtenaar de verworven anciënniteiten en wordt hij ingeschaald in de salarisschaal die verbonden is aan de nieuwe graad met een schaalanciënniteit die berekend wordt conform artikel VI 150bis uitgaande van de datum waarop hij bij de federale overheid de titel van attaché, adviseur of adviseur-generaal in klasse A2, A3 of A4 verkreeg.[46]

Art. VI 159

De personeelsleden met de graad van IWT-adviseur behouden bij hun overdracht aan een andere entiteit de volgende functionele loopbaan:

In rang A2 – IWT-adviseur:

1.van de eerste naar de tweede salarisschaal na drie jaar
van A201 naar A202
2.van de tweede naar de derde salarisschaal na zes jaar
van A202 naar A221
3.van de derde naar de vierde salarisschaal na drie jaar
van A221 naar A282[31]

Art. VI 160

Wie meedingt naar een betrekking via een procedure opgenomen in deel VI van dit besluit, wordt, als hij op 30 juni 2016[34] vrijgesteld was van de test van de generieke competenties voor een graad, functie, mandaat of tijdelijke aanstelling, niet getest voor de competenties waarvoor hij vrijgesteld is. Deze vrijstelling geldt voor de resterende duur van de vrijstelling van de test van de generieke competenties, behalve bij een onvoldoende.[32]

Wie meedingt naar een betrekking via een procedure opgenomen in deel VI van dit besluit, wordt, als hij op 30 juni 2016[34] vrijgesteld was van een test van de functiespecifieke competenties voor die functie, niet getest voor de gedragscompetenties en de vaktechnische competenties die overeenkomstig de functiebeschrijving nodig zijn voor de functie. Deze vrijstelling geldt voor de resterende duur van de vrijstelling van de test van de functiespecifieke competenties of van de gehele test van functiespecifieke competenties voor die functie, behalve bij een onvoldoende.[32]

Wie meedingt naar een betrekking via een procedure opgenomen in deel VI van dit besluit, wordt, als hij op 30 juni 2016[34] vrijgesteld was van een test van de externe potentieelinschatting voor die functie, vrijgesteld van de externe potentieelinschatting, als het selectiereglement een externe potentieelinschatting vermeldt, behalve bij een onvoldoende.[32]

Wie meedingt naar een betrekking via een procedure als vermeld in deel VI van dit besluit, wordt, als hij geslaagd was voor een overgangsexamen naar het hogere niveau op 30 juni 2016 of op een latere datum in toepassing van de artikelen VI 129, VI 149 of VI 149 bis, niet getest voor de competenties die getest zijn in het generieke gedeelte van het overgangsexamen. De vrijstelling geldt voor de resterende duur van de geldigheid van de werfreserve, behalve bij een onvoldoende.[34]

Art. VI 161

In afwijking van art. VI 18 § 2, eerste lid, kan een contractueel personeelslid meedingen voor een vaste betrekking in een gelijkwaardige functie via de horizontale mobiliteit als hij overeenkomstig artikel III 22 bij aanwerving voor die graad vrijgesteld is van het generieke gedeelte.[32]

Art. VI 162

Selecties overeenkomstig één van de procedures opgenomen in deel VI van dit besluit, die aangevat werden vóór 1 juli 2016, worden verder gezet overeenkomstig de reglementering die van kracht was bij de aanvang van de procedures.[32]

Art. VI 163

Langdurige verloven die voor 1 februari 2017 toegekend werden aan de houder van een IT-mandaat van rang A2A of de houder van een mandaat van preventieadviseur-coördinator, blijven verder lopen tot aan de goedgekeurde einddatum.[34]

Art. VI 164

In afwijking van artikel VI 14 behoudt de ambtenaar die vanaf 1 januari 2015 tot 31 december 2018 in het kader van een staatshervorming en de ambtenaar die vanaf 1 januari 2018 in het kader van de afslanking van de provincies overgeheveld is naar de diensten van de Vlaamse overheid en die respectievelijk conform artikel VII 190 en artikel VII 202 met ingang van de datum van de overheveling ambtshalve benoemd en ingeschaald is respectievelijk conform bijlage 14 en bijlage 17, die bij dit besluit zijn gevoegd, bij herplaatsing naar een graad van dezelfde rang zijn salarisschaal in overgangsregeling tot op het moment dat zijn organieke regeling voordeliger is.[49]

Art. VI 165

In afwijking van artikel VI 26, §1 behoudt de ambtenaar die vanaf 1 januari 2015 tot 31 december 2018 in het kader van een staatshervorming en de ambtenaar die vanaf 1 januari 2018 in het kader van de afslanking van de provincies overgeheveld is naar de diensten van de Vlaamse overheid en die respectievelijk conform artikel VII 190 en artikel VII 202 met ingang van de datum van de overheveling ambtshalve benoemd en ingeschaald is respectievelijk conform bijlage 14 en bijlage 17, die bij dit besluit zijn gevoegd, bij overplaatsing door horizontale mobiliteit naar een graad van dezelfde rang zijn salarisschaal in overgangsregeling tot op het moment dat zijn organieke regeling voordeliger is.[49]

In afwijking van artikel VI 26, §2 behoudt het contractuele personeelslid dat vanaf 1 januari 2015 tot 31 december 2018 in het kader van een staatshervorming en het contractuele personeelslid dat vanaf 1 januari 2018 in het kader van de afslanking van de provincies overgeheveld is naar de diensten van de Vlaamse overheid en dat respectievelijk conform artikel VII 190 en artikel VII 202 met ingang van de datum van de overheveling tewerkgesteld is in de betrekking en bezoldigd in de salarisschaal respectievelijk conform bijlage 14 en bijlage 17, die bij dit besluit zijn gevoegd, bij overplaatsing door horizontale mobiliteit naar een contractuele functie met een salarisschaal van dezelfde rang zijn salarisschaal in overgangsregeling tot op het moment dat zijn organieke regeling voordeliger is.[49]

In afwijking van artikel VI 26, §3, behoudt het contractuele personeelslid dat vanaf 1 januari 2015 tot 31 december 2018 in het kader van een staatshervorming en het contractuele personeelslid dat vanaf 1 januari 2018 in het kader van de afslanking van de provincies overgeheveld is naar de diensten van de Vlaamse overheid en dat respectievelijk conform artikel VII 190 en artikel VII 202 met ingang van de datum van de overheveling tewerkgesteld is in de betrekking en bezoldigd in de salarisschaal respectievelijk conform bijlage 14 en bijlage 17, die bij dit besluit zijn gevoegd, bij overplaatsing door horizontale mobiliteit naar een statutaire functie met een overeenstemmende of gelijkwaardige inhoud van dezelfde rang zijn salarisschaal in overgangsregeling tot op het moment dat zijn organieke regeling voordeliger is.[49]

Art. VI 166

De ambtenaar die vanaf 1 januari 2019 in het kader van een staatshervorming van de federale overheid overgeheveld is en die bij de federale overheid geslaagd is voor een overgangsexamen naar het hogere niveau, behoudt het voordeel van het slagen voor het overgangsexamen naar het hogere niveau bij de diensten van de Vlaamse overheid.[47]

De ambtenaar die vanaf 1 januari 2019 in het kader van een staatshervorming van de federale overheid overgeheveld is en die vóór de overheveling ingeschreven is voor de deelname aan of geslaagd is voor een of meer onderdelen van een overgangsexamen bij de federale overheid, kan na de overheveling nog één keer deelnemen aan de eerstvolgende onderdelen van het overgangsexamen die de federale overheid organiseert.[47]

De ambtenaar die vanaf 1 januari 2019 in het kader van een staatshervorming van de federale overheid FAMIFED overgeheveld is en die op 1 januari 2019 nog niet geslaagd is voor het laatste functiespecifieke gedeelte van het overgangsexamen, is vrijgesteld van het slagen voor dat gedeelte van het overgangsexamen bij de federale overheid.[47]

Art. VI 167

In afwijking van artikel VI 14 behoudt de ambtenaar die vanaf 1 januari 2019 in het kader van een staatshervorming overgeheveld is naar de diensten van de Vlaamse overheid en die conform artikel VII 210[60] met ingang van de datum van de overheveling ambtshalve benoemd en ingeschaald is conform bijlage 19 die bij dit besluit is gevoegd, bij herplaatsing naar een graad van dezelfde rang, zijn geldelijke regeling vermeld in de artikelen VII 209 en VII 210, §2[60], als die voordeliger is.[47]

Art. VI 168

In afwijking van artikel VI 26, §1, behoudt de ambtenaar die vanaf 1 januari 2019 in het kader van een staatshervorming overgeheveld is naar de diensten van de Vlaamse overheid en die conform artikel VII 210 met ingang van de datum van de overheveling ambtshalve benoemd en ingeschaald is conform bijlage 19 die bij dit besluit is gevoegd, bij overplaatsing naar een graad van dezelfde rang, zijn geldelijke regeling, vermeld in artikel VII 209, als die voordeliger is.[47]

In afwijking van artikel VI 26, §2, eerste lid, behoudt het contractuele personeelslid dat vanaf 1 januari 2019 in het kader van een staatshervorming overgeheveld is naar de diensten van de Vlaamse overheid en dat conform artikel VII 210[60] met ingang van de datum van de overheveling tewerkgesteld is in de betrekking en bezoldigd in de salarisschaal conform bijlage 19, die bij dit besluit is gevoegd, bij overplaatsing naar een contractuele functie met een salarisschaal van dezelfde rang, zijn geldelijke regeling, vermeld in de artikelen VII 209 en VII 210, §2[60], als die voordeliger is.[47]

In afwijking van artikel VI 26, §2, tweede lid, behoudt het contractuele personeelslid dat vanaf 1 januari 2018 in het kader van een staatshervorming overgeheveld is naar de diensten van de Vlaamse overheid en dat conform artikel VII 210[60] met ingang van de datum van de overheveling tewerkgesteld is in de betrekking en bezoldigd in de salarisschaal conform bijlage 19, die bij dit besluit is gevoegd, bij overplaatsing naar een statutaire functie met een overeenstemmende of gelijkwaardige inhoud van dezelfde rang, zijn geldelijke regeling vermeld in de artikelen VII 209 en VII 210, §2[60], als die voordeliger is.[47]

Art. VI 169

De ambtenaar die vanaf 1 januari 2019 in het kader van een staatshervorming van de federale overheid overgeheveld is en die bij de diensten van de Vlaamse overheid wordt ingeschaald in een graad waaraan een functionele loopbaan verbonden is, heeft in de salarisschaal die verbonden is aan die graad, op 1 januari 2019 een schaalanciënniteit die gelijk is aan de geldelijke anciënniteit die hij sinds 1 januari 2017 bij de federale overheid heeft opgebouwd.[47]

Art. VI 170

In afwijking van artikel VI 109 behoudt de pedagogisch adviseur en de bedrijfsadviseur, die als gevolg van de ontbinding van het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming – SYNTRA Vlaanderen is overgeplaatst, de functionele loopbaan in rang A1, die bestaat uit de salarisschalen A111, A112, A120 en A114. De tweede, derde
en vierde salarisschaal worden bereikt na respectievelijk drie jaar, negen jaar en negen jaar schaalanciënniteit.[56]

Art. VI 171

Voor de ambtenaren die houder zijn van een IT-mandaat op datum van 31 juli 2021, blijft de regeling gelden die op hen van toepassing was op 31 juli 2021.[63]

Art. VI 172

In afwijking van artikel VI 37ter kan de selector voor een bevordering binnen het niveau voor entiteiten die niet behoren tot de ministeriediensten en die nog niet zijn aangesloten op de gemeenschappelijke dienstverlening van het Agentschap Overheidspersoneel, tot 1 januari 2024 ook nog een ander professioneel orgaan zijn dan het Agentschap Overheidspersoneel.[74]