Gedaan met laden. U bevindt zich op: Deel VI. De administratieve loopbaan Deel VI. De administratieve loopbaan

Deel VI. De administratieve loopbaan

Titel 4. Mobiliteit

Titel 4 bevat Art. VI 11 tot en met Art. VI 31

Hoofdstuk 1. Herplaatsing

Dit hoofdstuk bevat Art. VI 11 tot en met Art. VI 17.

Art. VI 11

§ 1. Onder herplaatsing wordt verstaan:

de overplaatsing van een ambtenaar van rang A2E en rang A2 of lager naar een vacante statutaire betrekking van een graad van dezelfde of een lagere rang;[23]
de overplaatsing van een contractueel personeelslid met als enige of als beginsalarisschaal een salarisschaal die overeenstemt met rang A2E en rang A2 of lager, naar een vacante contractuele betrekking met dezelfde salarisschaal of geldelijke loopbaan of naar een vacante contractuele betrekking met als enige of als hoogste salarisschaal, een salarisschaal die overeenstemt met een lagere rang.[23]

wanneer de betrekking van dit personeelslid ingevolge langdurige afwezigheid vacant werd verklaard, of wanneer dit personeelslid om persoonlijke, functionele of medische redenen zijn oorspronkelijke functie niet meer kan of mag uitoefenen.[2]

§ 2. Artikel I 5, § 2, is van toepassing op de herplaatsing van contractuelen.[2]

Art. VI 12

§ 1. De lijnmanager wijst de personeelsleden van zijn entiteit, raad of instelling aan die in aanmerking komen voor herplaatsing na zorgvuldige begeleiding en ondersteuning[23]. Die personeelsleden worden aangemeld bij het herplaatsingsbureau[23] van het Agentschap Overheidspersoneel[29].[12]

Het personeelslid kan aan de lijnmanager vragen om aangewezen te worden voor herplaatsing.

Het herplaatsingsbureau beslist telkens na een ontvankelijkheidstoets of het personeelslid in aanmerking komt voor de herplaatsing. De ontvankelijkheidstoets omvat tenminste:
- een aanmeldingsgesprek, een intakegesprek en een opvolgingsgesprek;
- psychotechnische proeven, een interview en een persoonlijkheidsvragenlijst;
- de opmaak van een rapport.[23]

Het personeelslid kan enkel herplaatst worden naar een functie in een lagere rang in een van de volgende gevallen:

als het herplaatsingsbureau vaststelt dat het personeelslid niet langer geschikt is om functies uit te oefenen van dezelfde rang en als het personeelslid hiermee akkoord gaat;
om medische redenen[23]

De lijnmanager kan een personeelslid, dat afgewezen is voor herplaatsing door het herplaatsingsbureau, na een trajectbegeleiding opnieuw aanmelden bij het herplaatsingsbureau.[23]

Voor de toepassing van deze paragraaf worden het agentschap Opgroeien en het agentschap Opgroeien regie als één entiteit beschouwd.[60]

§ 2. Het personeelslid in herplaatsing behoudt zijn dienstaanwijzing tot hij herplaatst wordt.[2]

§ 3 - opgeheven[23]

§ 4. De lijnmanager van de entiteit, raad of instelling waar een vacante betrekking is, en het herplaatsingsbureau[23] beslissen gezamenlijk over de geschiktheid van het personeelslid voor de functie. Als verschillende personeelsleden in herplaatsing geschikt zijn, kiest de lijnmanager van de entiteit, raad of instelling waar er een vacante betrekking is op zorgvuldige wijze het meest geschikte personeelslid voor de functie. De gemotiveerde beslissing houdt rekening met de functiebeschrijving van de vacature en met het gewenste profiel.[2]

§ 5. De lijnmanagers van de entiteiten, raden of instelling in kwestie bepalen samen wanneer het personeelslid zijn nieuwe functie moet opnemen.[2]

§ 6. Als de ambtenaar tweemaal een aangeboden betrekking weigert, wordt hij ambtshalve herplaatst naar de eerstvolgende betrekking, die hem wordt aangeboden.[2]

De regeling, vermeld in het eerste lid, is niet van toepassing in het geval van een herplaatsing naar een functie in een lagere rang.[23]

§ 7. Het herplaatsingsbureau kan een lopend herplaatsingstraject stopzetten indien het personeelslid in herplaatsing de aangeboden mogelijkheden niet actief benut.[32]

Art. VI 13

- Opgeheven [23]

Art. VI 14

Het herplaatste personeelslid wordt ingeschakeld in de rechtspositieregeling van het personeel van de entiteit, raad of instelling waarin hij terechtkomt.[23]

De ambtenaar wordt benoemd in de nieuwe graad en ingeschaald in de daaraan verbonden salarisschaal op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan van de nieuwe graad. De ambtenaar die wordt herplaatst naar een functie in een lagere rang behoudt echter het salaris dat hij had in zijn salarisschaal van herkomst op het moment van de herplaatsing, tot het moment dat hij in zijn organieke graad een hoger salaris bereikt.[23]

Het contractuele personeelslid, vermeld in artikel VI 11, §1, 2°, krijgt een arbeidsovereenkomst met de salarisschaal of de geldelijke loopbaan, verbonden aan de nieuwe betrekking. In geval van een geldelijke loopbaan wordt hij ingeschaald op de overeenkomstige trap. Het contractuele personeelslid dat wordt herplaatst naar een functie in een lagere rang behoudt echter het salaris dat hij had in zijn salarisschaal van herkomst op het moment van de herplaatsing, tot het moment dat hij een hoger salaris bereikt in zijn nieuwe betrekking.[23]

Het personeelslid dat voor zijn herplaatsing geslaagd is voor een examen voor overgang naar een hoger[9] niveau of voor verhoging in graad of voor een vergelijkende competentieproef[6], behoudt de aanspraken die hij door het slagen voor een van die examens of voor die proef heeft verworven.[2]

Art. VI 15

- Opgeheven [23]

Art. VI 16

Het herplaatsingsbesluit wordt ambtshalve ondertekend door de lijnmanagers van de ontvangende en uitsturende entiteiten, raden of instelling.[2]

Art. VI 17

Hoofdstuk 1 is niet van toepassing op de ambtenaar op proef, behalve bij herplaatsing om redenen van herstructurering.[2]
De ontvangende lijnmanager bepaalt de duur van de proeftijd overeenkomstig deel III, hoofdstuk 3[34].[9]

Hoofdstuk 2. Horizontale mobiliteit

Hoofdstuk 2 bevat Art. VI 18 tot en met Art. VI 30

Art. VI 18

§ 1. Onder horizontale mobiliteit wordt verstaan:

de overplaatsing van een ambtenaar van rang A2E en rang A2 of lager naar een statutaire functie van dezelfde of een lagere rang;

de overplaatsing van een contractueel personeelslid, met als enige of als beginsalarisschaal een salarisschaal die overeenstemt met rang A2E en rang A2 of lager, naar een contractuele functie met dezelfde of een lagere rangindicie van de salarisschaal waarin het personeelslid voor de overplaatsing wordt uitbetaald;

de overplaatsing van een contractueel personeelslid met als enige of als beginsalarisschaal een salarisschaal die overeenstemt met rang A2E en rang A2 of lager, naar een statutaire functie met overeenstemmende of gelijkwaardige inhoud van dezelfde rang dan de rangindicie van de salarisschaal waarin het personeelslid voor de overplaatsing wordt uitbetaald.[32]

Bij overplaatsing naar functie waarvoor conform bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd, een specifiek diploma vereist is, gelden dezelfde diplomavoorwaarden.[32]

§ 2. Een contractueel personeelslid kan alleen meedingen naar een statutaire functie via horizontale mobiliteit als het geslaagd is voor een objectief wervingssysteem met algemene bekendmaking als vermeld in deel III.[32]

De bepalingen over de proeftijd, vermeld in deel III, hoofdstuk III, zijn van toepassing op het contractuele personeelslid dat overgeplaatst wordt naar een statutaire functie.[32]

Art. VI 19

Een vacante betrekking die via de horizontale mobiliteit ingevuld wordt, wordt bekendgemaakt.[2]

Art. VI 20

Ieder personeelslid kan zich kandidaat stellen voor een vacante betrekking door een gerichte kandidaatstelling naar aanleiding van een bekendmaking van een vacature.[2]

Art. VI 21

Een personeelslid komt alleen voor overplaatsing in aanmerking als hij aan de volgende voorwaarden voldoet:

hij bevindt zich in de administratieve toestand van dienstactiviteit;

hij beantwoordt aan de specifieke voorwaarden die overeenkomstig dit besluit voorgeschreven zijn om de vacante functie uit te oefenen.[2]

Art. VI 22

De selector organiseert de selectie voor een functie in overleg met de lijnmanager.[32]

De lijnmanager kan bijzondere vereisten in overeenstemming met de functiebeschrijving en het competentieprofiel, en na overleg met de selector, vaststellen.[32]

De selector sluit, in overleg met de lijnmanager, de kandidaten die niet voldoen aan de statutaire voorwaarden of de voorwaarden van het selectiereglement uit van deelname aan de selectie.[32]

De selector beoordeelt, in overleg met de lijnmanager, de competenties en andere vereisten die overeenkomstig de functiebeschrijving nodig zijn voor de functie, rekening houdend met de specifieke behoeftes van de (sub)entiteit.[32]

Elke selectie kan uit verschillende testen bestaan. De kandidaten worden op de hoogte gebracht van de motivering van een eventuele uitsluiting op basis van een test of selectie.[32]

De lijnmanager kiest uit de geschikte kandidaten de kandidaat die volgens hem het meest geschikt is voor de functie, of hij kiest uitzonderlijk niet, als hij meent dat geen van de geschikte kandidaten voldoet aan de profielvereisten. De gemotiveerde selectiebeslissing houdt rekening met:

de kandidaatstelling;

de functiebeschrijving van de vacature en het gewenste profiel;
de beoordeling van de eventuele selectietest(en).[32]

Art. VI 23

De selector stelt, in overleg met de lijnmanager, per selectie een selectiereglement vast.[32]

Het selectiereglement regelt minstens welke diploma’s, studiegetuigschriften, ervaringsbewijzen of toegangsbewijzen toegang geven tot de selectieprocedure, de datum waarop aan de voorwaarden moet voldaan zijn, het aantal en de aard van de testen, en de criteria op basis waarvan de geschiktheid of het geslaagd zijn beoordeeld worden.[32]

Het selectiereglement regelt in voorkomend geval ook:

een mogelijke voorselectie, naargelang het aantal kandidaten;

een mogelijke beperkte procedure;

de samenstelling van de jury, waarvan de lijnmanager bij interne selectietesten minstens deel uitmaakt;
de regels voor de rangschikking;
de geldigheidsduur van de reserve;
het verlies en behoud van een plaats in de reserve;
de mogelijkheid om een bijkomende test te organiseren voor de vervulling van een bijkomende vacature voor dezelfde of een vergelijkbare functie.[32]

Bij het agentschap Opgroeien en het agentschap Opgroeien regie kan de lijnmanager vermeld in het derde lid, 3° in de jury zitten voor beide agentschappen.[60]

Art. VI 24

Het geselecteerde personeelslid moet binnen drie maanden na de selectiebeslissing zijn nieuwe functie opnemen.

Het geselecteerde personeelslid kan een aangeboden betrekking weigeren.[2]

Art. VI 25

Het overgeplaatste personeelslid wordt ingeschakeld in de rechtspositieregeling van het personeel van de entiteit, raad of instelling waarin hij terechtkomt.[32]

Het personeelslid dat voor zijn overplaatsing geslaagd is voor een examen of proef, behoudt de aanspraken die hij door het slagen daarvoor heeft verworven.[32]

Art. VI 26

§ 1. De ambtenaar wordt benoemd in de graad waartoe de vacante betrekking behoort en ingeschaald in de daaraan verbonden salarisschaal, op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan van de nieuwe graad. Hij behoudt de graadanciënniteit en de schaalanciënniteit, verworven in de laatste graad.[32]

De adviseur met salarisschaal A218, A251 of A252 die overgeplaatst wordt naar de graad van adviseur, behoudt salarisschaal A218, A251 of A252.[63]

In afwijking van het eerste lid wordt de schaalanciënniteit bij een benoeming in een graad met een functionele loopbaan van kortere duur dan die van de laatste graad, breuksgewijs herleid pro rata het verschil in schaalanciënniteit voor het bereiken van de volgende trap.[32]

§ 2. Het contractuele personeelslid krijgt een arbeidsovereenkomst met de salarisschaal of met de geldelijke loopbaan die verbonden is aan de nieuwe contractuele functie. De totaliteit van de prestaties in de vorige contractuele functie telt mee voor de bepaling van het salaris of de salarisschaal in de nieuwe contractuele functie.[32]

Het contractuele personeelslid dat wordt overgeplaatst naar een statutaire functie, wordt benoemd in de graad waartoe de vacante betrekking behoort en ingeschaald in de daaraan verbonden salarisschaal.[32]

Art. VI 27

Het overplaatsingsbesluit wordt ambtshalve ondertekend door de lijnmanagers van de ontvangende en de uitsturende entiteit, raad of instelling.

Bij overplaatsing van de ambtenaar op proef met het oog op vaste benoeming of op bevordering [34] bepaalt de ontvangende lijnmanager de duur van de proeftijd overeenkomstig deel III, hoofdstuk 3[34].[2]
Tijdens de proeftijd bij aanwerving en bevordering kan de ambtenaar eenmaal overgeplaatst worden via de horizontale mobiliteit.[9]

Art. VI 28 tot en met Art. VI 30

- Opgeheven[32][6]

Hoofdstuk 2bis. Externe mobiliteit

Hoofdstuk 2bis bevat Art. VI 30bis tot en met Art. VI 30duodecies.

Art. VI 30bis

Dit hoofdstuk bepaalt de nadere regels volgens welke een ambtenaar van een externe overheid of een vastbenoemd personeelslid van de onderwijssector[23] mobiliteit naar de diensten van de Vlaamse overheid kan verkrijgen.

Het is niet van toepassing op de functies van N-niveau, van algemeen directeur, van N-1 niveau, van preventieadviseur-coördinator en van preventieadviseur[39].

Ambtenaren komen tijdens hun stageperiode niet in aanmerking voor externe mobiliteit.[13]

4e lid - opgeheven[32]

Art. VI 30ter

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

1° externe mobiliteit: de benoeming van een statutaire ambtenaar van een externe overheid of van een vastbenoemd personeelslid uit de onderwijssector[23] in een vacante betrekking bij een entiteit, raad of instelling door de benoemende overheid, nadat de ambtenaar of het vastbenoemd personeelslid uit de onderwijssector[23] zich daarvoor kandidaat heeft gesteld.[13]

2° externe overheid:

a)een federale overheidsdienst, een programmatorische federale overheidsdienst, alsook de diensten die ervan afhangen, het Ministerie van Landsverdediging of een van de rechtspersonen, vermeld in artikel 1, 3°, van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken;
b)de diensten van de andere gemeenschappen en gewesten, van de colleges van de gemeenschapscommissies en van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen;
c)de entiteiten en raden die niet behoren tot de diensten van de Vlaamse overheid,[39] de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, de Vlaamse Radio- en Televisieomroep, het Algemeen Secretariaat van het Vlaams Parlement en de instellingen die verbonden zijn aan het Vlaams Parlement;[23]
d)de gemeenten, de provincies, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, met uitzondering van het ziekenhuis in eigen beheer, [77] de autonome gemeentebedrijven, de autonome provinciebedrijven en de verenigingen en vennootschappen voor maatschappelijk welzijn[77], met uitzondering van de autonome verzorgingsinstellingen en[77] de ziekenhuisverenigingen.[13]

3° onderwijssector:

a)de instellingen van het gemeenschapsonderwijs, vermeld in artikel 2, §1 van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs van 27 maart 1991;
b)de instellingen van het gesubsidieerd onderwijs, vermeld in artikel 4, §1 van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs van 27 maart 1991;
c)de hogescholen vermeld in artikel II 3 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013[39];
d)de universiteiten vermeld in artikel 2 van de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013[39];
e)de onderwijsinspectie vermeld in artikel 45 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs;
f)de inspectie en begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken vermeld in het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken.[23]

Art. VI 30quater

De lijnmanager kan de oproep beperken tot een of meer van de categorieën, vermeld in artikel [32] VI 30ter, 2° en 3°[23].[13]

Art. VI 30quinquies

Om externe mobiliteit te verkrijgen moet de ambtenaar van de externe overheid of het vastbenoemde personeelslid van de onderwijssector[23]:

de voorwaarden vervullen, vermeld in artikel III 1;
een graad, rang, functie of vakklasse bekleden die door de Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, als gelijkwaardig wordt erkend met de graad of rang waartoe de vacante betrekking behoort;
beantwoorden aan de vereisten, gesteld door de wetten inzake het taalgebruik in bestuurszaken;
beantwoorden aan de specifieke voorwaarden die overeenkomstig dit besluit voorgeschreven zijn om de vacante betrekking uit te oefenen;
beantwoorden aan het functieprofiel van de betrekking.[13]

Art. VI 30sexies

De ambtenaar of het vastbenoemde personeelslid van de onderwijssector[23] dient zijn aanvraag voor externe mobiliteit in naar aanleiding van een aanbieding van externe mobiliteit die het Agentschap Overheidspersoneel[29] heeft bekendgemaakt.[13]

Art. VI 30septies

De selector organiseert de selectie voor een functie in overleg met de lijnmanager.[32]

De lijnmanager kan bijzondere vereisten in overeenstemming met de functiebeschrijving en het competentieprofiel, en na overleg met de selector, vaststellen.[32]

De selector sluit, in overleg met de lijnmanager, de kandidaten die niet voldoen aan de statutaire voorwaarden of de voorwaarden van het selectiereglement uit van deelname aan de selectie.[32]

De selector beoordeelt, in overleg met de lijnmanager, de competenties en andere vereisten die overeenkomstig de functiebeschrijving nodig zijn voor de functie, rekening houdend met de specifieke behoeften van de (sub)entiteit.[32]

Elke selectie kan uit verschillende testen bestaan. De kandidaten worden op de hoogte gebracht van de motivering van een eventuele uitsluiting op basis van een test of selectie.[32]

Art. VI 30octies

§ 1. De lijnmanager van de entiteit, raad of instelling waar de betrekking vacant is, kiest uit de geschikte kandidaten de kandidaat die volgens hem het meest geschikt is voor de functie, of hij kiest uitzonderlijk niet, als hij meent dat geen van de geschikte kandidaten voldoet aan de profielvereisten. De gemotiveerde selectiebeslissing houdt rekening met:

de kandidaatstelling;
de functiebeschrijving van de vacature en het gewenste profiel;
de beoordeling van de eventuele selectietest(en).

§ 2. De selector stelt, in overleg met de lijnmanager, per selectie een selectiereglement vast.

Het selectiereglement regelt minstens welke diploma’s, studiegetuigschriften, ervaringsbewijzen of toegangsbewijzen toegang geven tot de selectieprocedure, de datum waarop aan de voorwaarden moet voldaan zijn, het aantal en de aard van de testen, en de criteria op basis waarvan de geschiktheid of het geslaagd zijn beoordeeld worden.

Het selectiereglement regelt in voorkomend geval ook:

een mogelijke voorselectie, naargelang het aantal kandidaten;
een mogelijke beperkte procedure;
de samenstelling van de jury, waarvan de lijnmanager bij interne selectietesten minstens deel uitmaakt;
de regels voor de rangschikking;
de geldigheidsduur van de reserve;
het verlies en behoud van een plaats in de reserve;
de mogelijkheid om een bijkomende test te organiseren voor de vervulling van een bijkomende vacature voor dezelfde of een vergelijkbare functie.[32]

Bij het agentschap Opgroeien en het agentschap Opgroeien regie kan de lijnmanager vermeld in het derde lid, 3°, in de jury zitten voor beide agentschappen.[60]

Art. VI 30novies

De entiteit, raad of instelling die externe mobiliteit toekent, brengt de kandidaat, het Agentschap Overheidspersoneel[29] en de externe overheid waartoe de ambtenaar behoort, daarvan op de hoogte.[13]

De kandidaat beschikt over een maximale termijn van drie maanden, na de selectiebeslissing, om zijn ambt overeenkomstig de statutaire bepalingen van de externe overheid waar hij benoemd is, op te nemen.[13]

Art. VI 30decies

In afwijking van artikel III 2, 2°, en met behoud van de toepassing van artikel VI 30undecies leidt externe mobiliteit van rechtswege tot de benoeming van de ambtenaar in de graad, waartoe de vacante betrekking waarvoor hij zich kandidaat heeft gesteld, behoort, zodra hij de eed heeft afgelegd.[13]

Art. VI 30undecies

De lijnmanager van de entiteit, raad of instelling die externe mobiliteit toekent, kan een proeftijd van maximaal drie maanden opleggen. Die termijn is verlengbaar met de duur van de afwezigheden, boven het aantal van tien werkdagen afwezigheid.

Tijdens de proeftijd kan de ambtenaar op proef of de lijnmanager van de entiteit, raad of instelling die externe mobiliteit toekent, met een opzeggingstermijn van drie dagen, een einde stellen aan de vooropgezette externe mobiliteit.[13]

Art. VI 30duodecies

§ 1. De ambtenaar behoudt de dienst-, niveau- en graadanciënniteit die hij verworven had bij de overheid van herkomst.[13]

§ 2. De ambtenaar wordt bezoldigd in de salarisschaal van de graad van de vacante betrekking aan het bedrag dat overeenstemt met zijn geldelijke anciënniteit.[13]

§ 3. Indien aan de graad een functionele loopbaan is verbonden, dan wordt de ambtenaar ingeschaald op de trap van de functionele loopbaan op basis van de gecumuleerde schaalanciënniteit die hij op datum van de overdracht heeft.[13]

Hoofdstuk 3. Standplaatsbepaling

Hoofdstuk 3 bevat Art. VI 31

Art. VI 31

§ 1. De administratieve standplaats is de gemeente waar het personeelslid hoofdzakelijk zijn ambt uitoefent of een zo centraal mogelijk bepaalde gemeente in zijn ambtsgebied.

§ 2. Voor de personeelsleden met een rang tot en met A2A of met een salarisschaal die overeenstemt met een rang tot en met A2A kan de lijnmanager de standplaats:

vaststellen, als die om dienstredenen niet samenvalt met de gemeente waar de centrale administratie of de buitendienst gevestigd is;
wijzigen.

§ 3. Voor de functies van N-niveau en algemeen directeur wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door de indienstnemende overheid.

§ 4. De vaststelling en wijziging van de standplaats gebeurt in overeenstemming met het betrokken contractuele personeelslid.[2]