• Toepassingsgebied: MVG, WI, VOI (cfr. art. 1, 2° en 3°) 
• Uitwerking: 1 augustus 1999 (sommige bepalingen vereisen evenwel een wijziging van het APKB en het VPS)
• Inhoud:

Het KB streeft een dubbele doelstelling na:

• 1° het medisch toelatingsonderzoek afschaffen, behalve voor de functies die bijzondere lichamelijke geschiktheidsvoorwaarden vereisen (hoofdstuk 2);
• 2° de beroepsprocedure betreffende de beslissingen van de Administratieve Gezondheidsdienst (AGD) hervormen: er wordt bij de genoemde dienst een beroepscommissie opgericht, met daarin een college van geneesheren (hoofdstuk 3).

1. Het medisch toelatingsonderzoek

Artikel 3 van het KB bepaalt dat elke overheid, na advies van de AGD, bepaalt voor welke graden (functies) nog medische geschiktheidsvoorwaarden dienen te worden gesteld.

Hiermee gaat de federale overheid in tegen artikel 1, §3, 5° van het A.P.K.B., dat het medisch aanwervingsonderzoek oplegt als "algemene toelatingsvoorwaarde" voor een vaste benoeming.
(Art. 1 § 3, 5° van het APKB bepaalt: "Tot ambtenaar kan enkel worden benoemd wie aan de volgende algemene toelaatbaarheidsvereisten voldoet : ... 5° de lichamelijke geschiktheid bezitten die vereist is voor het uit te oefenen ambt. De controle van de vereiste lichamelijke geschiktheid geschiedt door de Sociaal-Medische Rijksdienst".)

De vraag is welke implicaties deze uitholling heeft voor de Gemeenschappen/Gewesten die gebonden zijn aan het A.P.K.B.? (dit KB werd niet geadviseerd door de Raad van State)

Het verdient daarom de voorkeur dat deze aangelegenheid ook formeel zou worden geregeld door een wijziging van het A.P.K.B.. Vervolgens dienen de diverse personeelsstatuten te worden aangepast. Pas dan kan deze nieuwe regeling ook effectief van toepassing zijn op de kandidaat-ambtenaren van de diensten van de Vlaamse regering en de Vlaamse openbare instellingen.

Ook brengt dit KB de duur van de benoeming "onder voorbehoud" van de stagiair van wie de lichamelijke geschiktheid niet met zekerheid kan worden vastgesteld terug tot twee jaar i.p.v. de huidige vijf jaar. Ook op dit punt zullen de personeelsstatuten worden aangepast.

2. De beroepsprocedure tegen beslissingen van de AGD

Bij de AGD wordt een Beroepscommissie ingesteld en een College van geneesheren (artikel 20).

De Beroepscommissie is toegankelijk voor de stagiairs en ambtenaren van de diensten van de Vlaamse regering en de Vlaamse openbare instellingen voor vorm- of procedureredenen die betrekking hebben op de volgende gevallen:

• de beslissing van ongeschiktheid bij aanwerving;
• de beslissing van geschiktheid onder voorbehoud bij aanwerving;
• de beslissingen in het kader van een procedure inzake oppensioenstelling om medische redenen.

De commissie zal worden voorgezeten door een magistraat en zal bestaan uit ambtenaren die jurist zijn of ervaring inzake personeelsbeheer hebben.

Het College van geneesheren is bevoegd voor wat het medisch aspect van boven vermelde beslissingen betreft en voor het nemen van de eindbeslissing in een procedure inzake oppensioenstelling om medische redenen.
Het college zal worden voorgezeten door een geneesheer-ambtenaar en zal bestaan uit geneesheren die geen ambtenaar zijn.

Het KB bepaalt verder de te volgen beroepsprocedure (art. 26-32).

naar boven