• Toepassingsgebied: DVO  
• Uitwerking: 1 juli 2006 
• Inhoud:

Voor de onderwerping aan sociale zekerheidsbijdragen worden sport- en cultuurcheques in principe als loon beschouwd.

Zij zijn evenwel vrijgesteld van sociale zekerheidsbijdragen, en worden dus niet als loon beschouwd, als volgende voorwaarden cumulatief vervuld zijn:

1. de toekenning moet vervat zijn in een CAO, op sectorieel vlak of op ondernemingsvlak of in een geschreven individuele overeenkomst. Als de werkgever niet valt onder de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten, moet de toekenning geregeld worden door een protocolakkoord afgesloten op het niveau van het bevoegde Onderhandelingscomité.
2. de cheque wordt op naam van de werknemer afgeleverd. Deze voorwaarde is vervuld als de toekenning en de daarop betrekking hebbende gegevens voorkomen op de individuele rekening van de werknemer.
3. op de cheque is duidelijk vermeld dat zijn geldigheid tot 15 maanden beperkt is, van 1 juli van dat jaar tot 30 september van het volgende jaar. Tevens moet vermeld zijn dat hij slechts mag aanvaard worden door de culturele operatoren die culturele activiteiten organiseren die behoren tot de in artikel 4 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 bedoelde aangelegenheden en die zijn erkend, goedgekeurd of gesubsidieerd door de bevoegde overheid, of door sportverenigingen voor wie een federatie, erkend of gesubsidieerd door de gemeenschappen, bestaat of behoren tot een van de nationale hockey, boks, voetbal en golffederaties.
4. het totale bedrag van de cheques mag per werknemer niet groter zijn dan 100 euro per jaar.
5. de cheques kunnen geheel noch gedeeltelijk voor geld omgeruild worden.

Indien de sport- /cultuurcheque wordt verleend ter vervanging of ter omzetting van loon, premies, voordelen in natura of enig ander voordeel, dan is er geen vrijstelling van sociale zekerheidsbijdragen mogelijk.

naar boven