chat-altchatcrossloginquestion-circlesearchsmileystarthumbup-downwarning
Vlaanderen
Contacteer ons
    Terug naar overzicht Stuur een e-mail

    Stuur een e-mail naar 1700, de informatiedienst voor al uw vragen aan de overheid.
    U ontvangt een kopie van uw bericht.

    Terug naar overzicht Chat met ons
    Uw chatgesprek wordt automatisch gestart zodra er een medewerker beschikbaar is.
    Even geduld, uw positie in de wachtrij wordt bepaald.

    Analyse van het KB van 27 oktober 2008 betreffende de afwezigheid van het werk met het oog op het verstrekken van pleegzorgen (B.S. 13.11.2008-ed.1)

    • Toepassingsgebied: contractuele personeelsleden DVO 
    • Uitwerking: 1 januari 2008
    • Inhoud:

    Recht op pleegzorgverlof

    • Een pleegouder(1) heeft met ingang van 1 januari 2008 per kalenderjaar recht op 6 dagen pleegzorgverlof voor het vervullen van verplichtingen en opdrachten of om het hoofd te bieden aan situaties die voortvloeien uit de plaatsing(2) in zijn gezin van één of meerdere personen die in het kader van die pleegzorg aan hem zijn toevertrouwd.
    • Bestaat een pleeggezin(3) uit twee werknemers, die beide als pleegouder werden aangesteld, dan dient elk van hen een verklaring op erewoord aan zijn werkgever te bezorgen. In deze verklaring wordt aangegeven hoe de beide pleegouders de dagen afwezigheid onder elkaar zullen verdelen.
    • Het recht op verlof geldt enkel voor de volgende gebeurtenissen voor zover de tussenkomst van het personeelslid vereist is en de uitvoering van de arbeidsovereenkomst deze tussenkomst onmogelijk maakt:
      • alle soorten van zittingen bij de gerechtelijke en administratieve autoriteiten die bevoegd zijn voor het pleeggezin;
      • contacten van de pleegouder of het pleeggezin met de ouders of voor het pleegkind en de pleeggast belangrijke derden;
      • contacten met de dienst voor pleegzorg;
      • in andere dan de hierboven vermelde situaties geldt het recht op afwezigheid enkel indien de bevoegde plaatsingsdienst een attest aflevert dat verduidelijkt waarom dergelijk recht noodzakelijk is en voor zover deze situaties niet reeds worden gedekt door het verlof om dwingende redenen.
    • Het personeelslid dat pleegzorgverlof wenst op te nemen moet zijn werkgever:
      • ten minste twee weken op voorhand verwittigen (is dit niet mogelijk, dan moet de werkgever zo spoedig mogelijk verwittigd worden);
      • aan de hand van de formele aanstellingsbeslissing bewijzen dat hij als pleegouder werd aangesteld.
    • Het pleegzorgverlof mag enkel voor het doel waarvoor het is toegestaan gebruikt worden. Op verzoek van de werkgever levert het personeelslid aan de hand van de gepaste documenten of bij gebreke hieraan, door ieder ander bewijsmiddel, het bewijs van de gebeurtenis(sen) die zijn afwezigheid op het werk rechtvaardigen.

    naar boven

    Recht op een uitkering

    • Het personeelslid dat pleegzorgverlof opneemt, heeft per dag afwezigheid recht op een forfaitaire uitkering die gelijk is aan 82% van het begrensde brutoloon.
    • Om van een uitkering te kunnen genieten, dient een aanvraag ingediend te worden (aangetekend schrijven) bij het werkloosheidsbureau van de RVA in het ambtsgebied waar het personeelslid zijn hoofdverblijfplaats heeft. Deze aanvraag dient te gebeuren door middel van een formulier waarvan het model en inhoud wordt vastgesteld door de Minister van Werk, na advies van het beheerscomité van de RVA.
    • Het recht op uitkering geldt voor de dagen aangeduid op het aanvraagformulier, op voorwaarde dat alle nodige documenten behoorlijk en volledig ingevuld op het werkloosheidsbureau toekomen binnen een termijn van 2 maanden, die ingaat de dag na de dag aangeduid in de aanvraag(4). De uitkeringen worden éénmaal per maand uitbetaald.

    Beslissing inzake toekenning of uitsluiting van het recht op uitkeringen

    • De directeur van het werkloosheidsbureau van de RVA neemt elke beslissing inzake de toekenning of uitsluiting van het recht op uitkeringen, na de nodige onderzoeken te hebben verricht.
    • De volgende procedure dient gevolgd te worden wanneer beslist wordt tot uitsluiting of terugvordering van de uitkeringen:
      • het personeelslid moet voorafgaandelijk gehoord worden(5).
      • het personeelslid kan zich laten vertegenwoordigen of bijstaan door een advocaat of door een vertegenwoordiger van een representatieve werknemersorganisatie.
      • de beslissing tot terugvordering wordt via een aangetekend schrijven, waarin de periode en het bedrag vermeld wordt, aan het personeelslid meegedeeld;
      • tegen de beslissing tot uitsluiting van het recht of tot terugvordering van de uitkeringen kan binnen de drie maanden na de kennisgeving van de beslissing beroep aangetekend worden.

    naar boven


    (1) De pleegouder: de persoon die als pleegouder is aangesteld en vernoemd in een formele aanstellingsbeslissing uitgaande van een rechtbank, een door de gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, de diensten van l’Aide à la Jeunesse of het Comité bijzondere Jeugdbijstand.
    (2) De plaatsing: alle vormen van plaatsing in het gezin waartoe kan worden besloten door een rechtbank, een door de gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, de diensten van l’Aide à la Jeunesse of het Comité Bijzondere Jeugdbijstand in het kader van een pleegzorgmaatregel.
    (3) Het pleeggezin: het gezin van de persoon of van de personen die als pleegouder werden aangesteld door een formele aanstellingsbeslissing uitgaande van een rechtbank, een door de gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, de diensten van l’Aide à la Jeunesse of het Comité bijzondere Jeugdbijstand.
    (4) Indien de RVA de nodige documenten behoorlijk en volledig ingevuld ontvangt na het verstrijken van de termijn van 2 maanden, dan gaat het recht op uitkering pas in op de dag van de ontvangst van de documenten.
    (5) Kan het personeelslid op de dag van het verhoor niet aanwezig zijn, dan kan hij om uitstel vragen. Het personeelslid wordt dan uiterlijk 15 dagen na de oorspronkelijk vastgestelde datum gehoord. Behoudens de gevallen van overmacht kan het uitstel slechts éénmaal worden toegekend. (de aanvraag tot uitstel moet uiterlijk de dag voor de dag van het verhoor op de RVA toekomen)

    naar boven