chat-altchatcrossloginquestion-circlesearchsmileystarthumbup-downwarning
Vlaanderen
Contacteer ons
    Terug naar overzicht Stuur een e-mail

    Stuur een e-mail naar 1700, de informatiedienst voor al uw vragen aan de overheid.
    U ontvangt een kopie van uw bericht.

    Terug naar overzicht Chat met ons
    Uw chatgesprek wordt automatisch gestart zodra er een medewerker beschikbaar is.
    Even geduld, uw positie in de wachtrij wordt bepaald.

    Analyse van de Programmawet van 27 april 2007 (B.S. 08.05.2007-ed.3)

    Titel III. Hoofdstuk 1 (art. 13 t/m 27) - Gezinsbijslag

    * Toepassingsgebied: DVO
    * Uitwerking: 1 mei 2007 
    * Inhoud:

    1.1. Wie komt in aanmerking?

    Per kind wordt een bijslag toegekend van 20 euro per maand (17,41 euro niet geïndexeerd) onder de volgende voorwaarden:

    • de bijslagtrekkende vormt geen feitelijk gezin. Er is een feitelijk gezin wanneer de bijslagtrekkende gehuwd is of een feitelijk gezin vormt met een persoon die geen bloed- of aanverwant is tot en met de derde graad. Een feitelijke scheiding (maar nog gehuwd) moet blijken uit een afzonderlijke hoofdverblijfplaats of enig ander officieel document;
    • het gewone barema kinderbijslag wordt toegekend; m.a.w. er wordt geen toeslag toegekend voor langdurig werklozen, zieken, invaliden of gepensioneerden;
    • er is ook geen recht op verhoogde wezenbijslag;
    • het maandelijks bruto-inkomen ligt niet hoger dan 1.740,15 euro.

    1.2. Specifieke bepaling voor langdurig werklozen, zieken, invaliden of gepensioneerden

    Wie bovenop de kinderbijslag reeds een toeslag krijgt om één van bovenvermelde redenen, kan geen aanspraak maken op bovenvermelde toeslag van 20 euro per kind.
    Voor deze categorieën wordt wel vanaf het derde kind de bestaande toeslag verhoogd van 4,35 euro tot 20 euro.

    1.3. Samengevat

    Barema Eénoudergezin met bruto maandinkomen <= 1.740,15 euro

    Gewone kinderbijslag

    Recht op toeslag van 20 euro per kind per maand

    Gewone kinderbijslag + toeslag voor werklozen, zieken, invaliden of gepensioneerden

    Verhoging van de bestaande toeslag vanaf het derde kind van 4,35 euro tot 20 euro

    Verhoogde wezenbijslag

    Geen recht op toeslag éénoudergezin

    1.4. Geplaatste kinderen

    Met betrekking tot de kinderen die in een instelling zijn geplaatst gelden dezelfde principes:

    • geplaatste kinderen voor wie éénderde aan een fysieke persoon wordt uitbetaald, worden geacht deel uit te maken van het gezin van die persoon, dus toekenning va het supplement van 20 euro als die persoon voldoet aan de toekenningsvoorwaarden;
    • geplaatste kinderen voor wie éénderde op een spaarrekening op naam van het kind wordt gestort, worden geacht deel uit te maken van het gezin van de rechthebbende, dus toekenning van het supplement van 20 euro als de rechthebbende aan de toekenninsgvoorwaarden voldoet.

    naar boven

    Titel III. Hoofdstuk 2 - Kinderbijslag - kadaster van de kinderbijslag - sanctie (art. 28 en 29)

    * Toepassingsgebied: Vlaamse ministeries en agentschappen met rechtspersoonlijkheid die gemachtigd zijn zelf kinderbijslag te betalen aan hun personeel (voor de agentschappen die onder de wet van 28 april 1958 vallen betreffende het pensioen van het personeel van zekere organismen van openbaar nut alsmede van hun rechthebbenden enkel voor de statutaire personeelsleden, behalve de agentschappen waarvan de betaling van de kinderbijslag verzorgd wordt door de RKW)
    * Inhoud:
    De programmawet van 20 juli 2006 bepaalde dat de werkgevers van de overheidssector die de gezinsbijslag zelf betalen aan al of een deel van hun personeelsleden, de gegevens van AL hun kinderbijslagdossiers in het Kadaster van de kinderbijslag moeten integreren (art. 33).

    Aangezien de werkgevers van de overheidssector deze wettelijke verplichting niet zijn nagekomen, heeft artikel 28 de wettelijke regeling vervolledigd door artikel 101, derde lid, van bovengemelde samengeordende wetten te wijzigen. De integratie in het Kadaster dient effectief te zijn tegen uiterlijk 1 oktober 2008; zoniet moet de werkgever het beheer en de betaling van de kinderbijslag aan de Rijksdienst toevertrouwen.

    De werkgever van de overheidssector kan deze verplichting nakomen door de Rijksdienst vrijwillig te vragen het beheer en de betaling van de kinderbijslag over te nemen.

    De werkgever die ervoor kiest de kinderbijslag voor zijn personeel zelf verder te betalen, moet de gegevens van zijn kinderbijslagdossiers daadwerkelijk in het Kadaster tegen uiterlijk 1 oktober 2008 INTEGREREN en daarna alle aan deze integratie verbonden voorwaarden naleven.

    ZONIET is de Rijksdienst belast met de betaling van de kinderbijslag aan de personeelsleden van die werkgevers. Een protocol stelt de nadere regels vast voor de overheveling van de dossiers en de gegevens op grond waarvan de Rijksdienst de betalingen kan overnemen.

    naar boven

    Titel VI. Hoofdstuk 2 (artikel 57 t/m 62) - Afwezigheid van het werk met het oog op het verstrekken van pleegzorgen (wijziging arbeidsovereenkomstenwet 03.07.1978)

    * Toepassingsgebied: contractuelen DVO
    * Uitwerking: 8 mei 2007
    * Inhoud:

    • De werknemer die is aangesteld als pleegouder(1) heeft recht op max. 5 dagen/jaar afwezigheid voor de vervulling van verplichtingen/opdrachten of om het hoofd te bieden aan situaties die voortvloeien uit zijn pleegzorg. Indien er binnen het pleeggezin 2 pleegouders-werknemers zijn, moeten de max. 5 dagen over beiden worden verdeeld.
    • De Koning kan het aantal dagen verhogen (vanaf 01.01.2008 tot max. 10 per kalenderjaar en per gezin).
    • De Koning bepaalt:
      • wat begrepen wordt onder "pleegouder", "pleeggezin";
      • nadere regelen voor uitoefening van het recht op afwezigheid (soort plaatsing; soort verplichtingen; opdrachten; situaties; verwittigingswijze werkgever).
    • De Koning kan het aantal dagen aanpassen t.a.v. sommige categorieën werknemers.
    • Aanpassing van de socialezekerheidsreglementering: de werknemer die afwezig is met het oog op pleegzorg heeft recht op een uitkering. (Voor zover kon worden nagegaan, gaat het wellicht om een werkloosheidsuitkering. Het KB terzake moet nog worden genomen (cfr. inlichtingen op 10.05.2007 verkregen bij de FOD Werkgelegenheid (Vanessa ROORDA, tel. (02)233.45.37)).

    (1) door de rechtbank, door een door de gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, door l’Aide à la Jeunesse, of door het comité Bijzondere Jeugdbijstand.

    naar boven