chat-altchatcrossloginquestion-circlesearchsmileystarthumbup-downwarning
Vlaanderen
Contacteer ons
    Terug naar overzicht Stuur een e-mail

    Stuur een e-mail naar 1700, de informatiedienst voor al uw vragen aan de overheid.
    U ontvangt een kopie van uw bericht.

    Terug naar overzicht Chat met ons
    Uw chatgesprek wordt automatisch gestart zodra er een medewerker beschikbaar is.
    Even geduld, uw positie in de wachtrij wordt bepaald.

    Analyse van de Programmawet van 25 december 2016 (B.S. 29/12/2016 – Ed. 2)

    • Toepassingsgebied: * alle overheidswerkgevers
    • Inwerkingtreding: 1 januari 2017
    • Inhoud :

    Titel 2, Hoofdstuk 4 – RIZIV- verlenging van de wachttijd in de uitkeringsverzekering voor de werknemers – artikelen 31 t/m 34 – gevolgen op te storten SZ-bijdragen bij ontslag statutairen

    1.      Voorafgaandelijk

    De wet van 20 juli 1991 (1) voorziet in een aantal maatregelen om statutaire personeelsleden van overheidsdiensten, wiens arbeidsverhouding éénzijdig wordt verbroken door de overheid (2), gedurende een bepaalde periode een sociale verzekering te bezorgen. Hierdoor kunnen zij rechten openen op uitkeringen inzake de werkloosheid, de ziekteverzekering (sector uitkeringen) en de moederschapsbescherming.

    De werkgever moet gedurende een bepaalde periode de noodzakelijke werknemers- en werkgeversbijdragen storten.

    Voor de werkloosheid is de te regulariseren periode afhankelijk van de leeftijd van de ontslagen ambtenaar. Voor de ziekte- en invaliditeitsverzekering (sector uitkeringen en moederschapsbescherming) bedraagt de te regulariseren periode 6 maanden.

    Een analyse van deze regelgeving is terug te vinden op volgende link: https://overheid.vlaanderen.be/ontslag_ambtenaar

    2.     Wijziging door deze programmawet - algemene regel

    Door deze programmawet wordt vanaf 1 januari 2017 de wachttijd om aanspraak te maken op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen opgetrokken van 6 maanden tot 12 maanden.

    Door deze verlenging van de wachttijd is het noodzakelijk dat de periode waarover de door de werkgever verschuldigde werkgevers- en werknemersbijdragen worden berekend eveneens wordt verlengd tot 12 maanden. Zo wordt gewaarborgd dat de betrokkenen na de beëindiging van de arbeidsverhouding toch onmiddellijk aanspraak kunnen maken op de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen als aan de voorwaarden van de wet van 20 juli 1991 is voldaan.

    3.      Overgangsregeling – einde arbeidsverhouding tussen 1 juli 2016 en 31 december 2016 

    Er wordt in een bijzondere overgangsmaatregel voorzien voor de ambtenaren van wie de arbeidsverhouding werd beëindigd vanaf 1 juli 2016 tot en met 31 december 2016.

    Voor deze ambtenaren heeft de werkgever de verschuldigde werkgevers- en werknemersbijdragen berekend over een periode van 6 maanden. Om te waarborgen dat deze ambtenaren ook vanaf 1 januari 2017 (rekening houdend met de verlenging van de wachttijd tot 12 maanden) aanspraak kunnen maken op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, worden de bijdragen bijkomend geacht te zijn gestort gedurende een welbepaald tijdvak voorafgaand aan de initiële periode van 6 maanden.

    Dit tijdvak stemt overeen met de duur van de periode die aanvat op 1 juli 2016 en eindigt op de dag van de beëindiging van de arbeidsverhouding.

    voorbeeld:

    Ontslag op 30 november 2016. Betrokkene wordt werkloos op 1 december 2016 en wordt op 5 januari 2017 arbeidsongeschikt erkend (wachttijd van 12 maanden vereist).

    De werkgever heeft de werkgevers- en werknemersbijdragen slechts berekend over een periode van 6 maanden. Om vanaf 1 januari 2017 recht te hebben op een arbeidsongeschiktheidsuitkering moeten de verschuldigde werkgevers- en werknemersbijdragen worden berekend over een periode van 12 maanden.

    Een “fictieve” gelijkstelling van 5 maanden telt mee voor de berekening.

    De oorspronkelijke storting van de SZ-bijdragen dekt de periode van 1 juni 2016 tot en met 30 november 2016 (6 maanden). De “fictieve” periode van 5 maanden dekt de periode van 1 januari tot 31 mei 2016 (periode van 5 maanden onmiddellijk voorafgaand aan de reeds geregulariseerde periode).

    In totaal bedraagt de periode waarvoor bijdragen werden gestort 11 maanden. Deze periode van 11 maanden wordt vervolledigd met één bijkomende maand, namelijk de maand december 2016 gedurende welke het ontslagen personeelslid reeds werkloosheidsuitkeringen geniet. Deze periode van werkloosheid telt mee voor de berekening van de vereiste 12 maanden wachttijd.

    Betrokkene zal dus op 5 januari 2017 onmiddellijk aanspraak kunnen maken op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen.
    ------------------------- 

    1) Wet van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse bepalingen - (B.S. 1 augustus 1991)

    2) of omdat de benoeming wordt vernietigd, ingetrokken, opgeheven of niet hernieuwd