chat-altchatcrossloginquestion-circlesearchsmileystarthumbup-downwarning
Vlaanderen
Contacteer ons
    Terug naar overzicht Stuur een e-mail

    Stuur een e-mail naar 1700, de informatiedienst voor al uw vragen aan de overheid.
    U ontvangt een kopie van uw bericht.

    Terug naar overzicht Chat met ons
    Uw chatgesprek wordt automatisch gestart zodra er een medewerker beschikbaar is.
    Even geduld, uw positie in de wachtrij wordt bepaald.

    Omzendbrief DVO/BZ/P&O/2009/7

    Datum:

    19 juni 2009

    Aanhef:

    Aan de lijnmanagers en de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid

    Betreft:

    Klachtenprocedure voor personeelsleden die menen dat ze het voorwerp zijn van ongewenst grensoverschrijdend gedrag op het werk (OGGW), met inbegrip van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag

     

    1. Doel

    Deze rondzendbrief handelt over de klachtenprocedures voor ongewenst grensoverschrijdend gedrag op het werk (OGGW) waaronder geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag. Deze rondzendbrief vervangt de rondzendbrief PEBE/DVR/2003/7, met als onderwerp: 'Wat kan je doen als je het slachtoffer bent van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk'.

    2. Toepassingsgebied

    Deze rondzendbrief is van toepassing op de diensten van de Vlaamse overheid zoals die gedefinieerd zijn in het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006.

    3. Visie op en achtergrond van psychosociale belasting

    De aandacht voor de psychosociale aspecten van het werk en de psychosociale belasting als gevolg van ongewenst grensoverschrijdend gedrag, vloeit voort uit een maatschappelijke trend. Steeds meer personen worden geconfronteerd met psychologische of psychosomatische klachten, met burn-out en depressie. Die toename wordt in verband gebracht met het ervaren van stress die voortvloeit uit de prestatie- en resultaatgerichte aspecten van zowel de maatschappelijke context als de werkcontext.

    In het kader van het kwaliteitsstreven 'Investeren in Mensen' zullen de diensten van de Vlaamse overheid aandacht besteden aan de psychosociale aspecten van het werk, om zo adequaat mogelijk te kunnen inspelen op de dagelijkse maatschappelijke realiteit.

    De diensten van de Vlaamse overheid garanderen een positief arbeidsklimaat waarin iedereen optimaal kan meewerken aan de gezamenlijke doelen en resultaatsverbintenissen.

    Aandacht voor knelpunten in de sociale verhoudingen vraagt daarom voortdurende alertheid. Het aanbieden van een klachtenprocedure en professionele omkadering heeft tot doel conflicten vroegtijdig te detecteren en aan te pakken.

    naar boven

    4. Intentieverklaring

    Binnen de diensten van de Vlaamse overheid is geen plaats voor ontoelaatbaar gedrag.

    De Vlaamse overheid verbindt er zich toe de nodige aandacht te besteden aan het ontwikkelen van arbeidsomstandigheden, waarbinnen noch psychosociale belasting, noch grensoverschrijdend gedrag veroorzaakt kunnen worden.

    Elk personeelslid heeft het recht te werken in een aangename en stimulerende werkomgeving.

    Geen enkel personeelslid mag het voorwerp zijn van ongewenst grensoverschrijdend gedrag door geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag.

    Om dat te bereiken wordt een inspanning gevraagd van zowel de lijnmanagers als van alle personeelsleden. Concreet betekent dat het volgende:

    De werkgever(1) verbindt er zich toe:

    • toezicht te houden op de toepassing van de wetgeving die van kracht is;
    • acties op te zetten om het arbeidsklimaat verder positief te bevorderen en psychosociale belasting te voorkomen of te reduceren;
    • een beleid te voeren om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen nog voor het zich voordoet, om het aan te pakken als het zich voordoet en om de schadelijke gevolgen ervan te beperken nadat het zich heeft voorgedaan;
    • zich te laten adviseren door de preventieadviseurs Psychosociaal Welzijn van de interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.

    De lijnmanagers verbinden er zich toe:

    • evenveel aandacht te besteden aan kwaliteitsvolle en motiverende arbeidsomstandigheden als aan de te behalen resultaten;
    • alert te zijn voor wat er leeft binnen hun teams, afdelingen en administraties;
    • acties te ondernemen om het ongewenste gedrag te doen stoppen;
    • niet te tolereren dat de persoonlijke grenzen van hun medewerkers worden overschreden;
    • een voorbeeldfunctie te vervullen.

    Alle personeelsleden en stagairs zetten zich in om:

    • mee te werken aan het creëren van een positief arbeidsklimaat;
    • wederzijds respect te tonen in de omgang met collega’s, leidinggevenden, medewerkers en klanten van de Vlaamse overheid;
    • elke vorm van fysiek of verbaal geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk achterwege te laten;
    • melding te maken van inbreuken op de wetgeving die zij zelf ondervinden of waar ze getuige van zijn;
    • ongewenst gedrag bij anderen niet te steunen of te tolereren, en als dat kan zelf de verantwoordelijkheid op zich te nemen om tot oplossingen te komen.

    Een personeelslid dat meent slachtoffer te zijn van ongewenst grensoverschrijdend gedrag van collega’s, leidinggevenden, ondergeschikten, klanten of leveranciers, kan verschillende wegen volgen zonder te moeten vrezen voor represailles of vergeldingsacties.

    De mogelijkheden worden in deze rondzendbrief toegelicht.

    naar boven

    5. Wetgeving

    Door de Welzijnswet van 4 augustus van 1996 en de uitvoeringsbesluiten ervan (o.a. het koninklijk besluit van 17 mei 2007 dat het koninklijk besluit van 11 juli 2002 vervangt) is een personeelslid beschermd tegen psychosociale belasting, waaronder daden van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.
    De bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk is een onderdeel van de preventie van psychosociale belasting, veroorzaakt door het werk.

    Interne richtlijnen hierover zijn ook opgenomen in het Vlaams personeelsstatuut, het arbeidsreglement, de managementcode en de deontologische code.

    naar boven

    6. Begripsomschrijving en definities

    6.1 Psychosociale belasting, veroorzaakt door het werk

    Het gaat om elke belasting van psychosociale aard die haar oorsprong vindt in de uitvoering van het werk of die voorkomt naar aanleiding van de uitvoering van het werk, en die schadelijke gevolgen heeft voor de lichamelijke of psychische gezondheid van de persoon.

    Psychosociale belasting kan zijn oorsprong vinden in:

    - de arbeidsinhoud: te veel of te weinig werk, gevaarlijk werk, tegenstrijdige taakeisen, te moeilijk of te makkelijk werk;
    - de arbeidsomstandigheden: gevaarlijke of onhygiënische situaties, lawaai, ontbreken van hulpmiddelen;
    - de arbeidsverhoudingen: relationeel leed door bepaalde interpersoonlijke of groepsconflicten; geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag, wijze van leidinggeven;
    - de arbeidsvoorwaarden: werk- en rusttijdenregeling, lage beloning, contractvorm, werkzekerheid.

    Werkstress als oorzaak van een psychosociale belasting wordt als volgt gedefinieerd: een door een werknemer of groep van werknemers als negatief ervaren toestand, die gepaard gaat met klachten of met een disfunctioneren in lichamelijk, psychisch en/of sociaal opzicht, en die het gevolg is van het feit dat werknemers niet in staat zijn om te voldoen aan de eisen en verwachtingen die hen vanuit de werksituatie gesteld worden.

    De belasting kan zich bijvoorbeeld uiten in slaapproblemen, hoge bloeddruk, ademhalingsmoeilijkheden, hoofdpijn, spijsverteringsstoornissen.
    Op psychisch vlak kan het gaan om depressie, gebrek aan motivatie, angst en zelfmoordgedachten.

    6.2 Ongewenst grensoverschrijdend gedrag

    De wet erkent drie soorten van ontoelaatbaar gedrag: geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Hieronder vindt u een definitie van die gedragingen.

    Geweld op het werk: elke feitelijkheid waarbij een werknemer of een ander persoon waarop de wetgeving van toepassing is, psychisch of fysiek wordt bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk.

    Voorbeelden van geweld zijn: bedreigingen, slagen, achtervolging, stalking, geldafpersing, beschadiging van persoonlijke bezittingen, ongezonde werkomstandigheden …

    Pesterijen op het werk: meerdere gelijkaardige of uiteenlopende onrechtmatige gedragingen, buiten of binnen de organisatie, die plaats hebben gedurende een bepaalde tijd, die tot doel of gevolg hebben dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een persoon bij de uitvoering van het werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd dat zich inzonderheid uit in woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren of eenzijdige geschriften. Die gedragingen kunnen inzonderheid verband houden met godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd, seksuele geaardheid, geslacht of etnische afstamming.

    Voorbeelden van pesterijen zijn: roddelen, negeren, isoleren, kleineren, uitlachen, bedreigen, onder druk zetten, taken afnemen, nutteloze taken laten uitvoeren of taken laten uitvoeren die helemaal niet met de functie overeenstemmen, wegnemen van persoonlijke bezittingen of werkmateriaal, wissen van bestanden, kritiek uiten op religieuze overtuiging of afkomst …

    Ongewenst seksueel gedrag op het werk: elke vorm van ongewenst verbaal, niet-verbaal of lichamelijk gedrag met een seksuele connotatie dat tot doel of gevolg heeft dat de waardigheid van een persoon wordt aangetast of een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd.

    Voorbeelden van ongewenst seksueel gedrag: lonken of wellustige blikken, dubbelzinnige opmerkingen of insinuaties, tonen van pornografisch materiaal, compromitterende voorstellen, aanrakingen, slagen en verwondingen, verkrachting …

    6.3 Toelichting

    Het is van belang het begrip pesterijen te onderscheiden van de verschijnselen of moeilijkheden die te maken hebben met de onderstaande punten:

    • de normale gezagsuitoefening van de werkgever: die kan niet gelijkgesteld worden met pesten, zelfs al beleeft het personeelslid bepaalde situaties op een negatieve manier;
    • een negatieve evaluatie;
    • de (re-)organisatie van het werk.

    Wanneer is gedrag grensoverschrijdend? De subjectieve vaststelling van iemand die meent dat zijn grenzen overschreden werden, geeft aan dat er een probleem is. Dat impliceert niet zonder meer dat er ook bij de aangeklaagde effectief sprake is van intentioneel grensoverschrijdend gedrag.

    De beleving van grenzen kan verschillen naargelang van de persoonlijkheid van klager en aangeklaagde en de context waarin het gedrag zich voordoet. Vooral een combinatie van de onderstaande criteria bepalen mee de ernst van het probleem:

    • de duur van het gedrag: hoelang is dat gedrag al bezig?
    • het aantal betrokkenen: staat het personeelslid dat zich slachtoffer voelt, alleen tegenover een groep pesters, inclusief de directie of gaat het om pesterijen door één collega, maar krijgt het personeelslid de steun van de anderen?
    • de frequentie: gaat het om systematisch gedrag? Een conflict is dus geen pestgedrag, maar het is wel een signaal, en het kan escaleren en uiteindelijk leiden tot pesten.
    • de gevolgen: welke invloed heeft het gedrag op de gezondheid en het welbevinden van de werknemer?

    naar boven

    7. Wat kan een personeelslid doen indien hij(2) zich slachtoffer voelt van ongewenst grensoverschrijdend gedrag?

    Binnen de diensten van de Vlaamse overheid bestaan verschillende mogelijkheden als u zich slachtoffer voelt van grensoverschrijdend gedrag:

    Spreek erover en win advies in.
    Volg de informele klachtenprocedure
    : vraag een gesprek/bemiddeling aan bij de vertrouwenspersoon(3) of de preventieadviseur psychosociaal welzijn.
    Volg de formele klachtenprocedure: dien een met redenen omklede klacht in bij de vertrouwenspersoon of bij de preventieadviseur psychosociaal welzijn van de interne of externe preventiedienst(4).

    Andere mogelijkheden waarin de wet voorziet:

    Dien een met redenen omklede klacht in bij de diensten, belast met het Toezicht op het Welzijn op het Werk (TWW).
    Maak een rechtsvordering aanhangig bij de arbeidsrechtbank.
    Start een strafrechtelijke procedure op bij de correctionele rechtbank.

    7.1 Spreek erover en win advies in

    Met de persoon in kwestie

    Als een personeelslid zich slachtoffer voelt van ongewenst grensoverschrijdend gedrag, kan dat personeelslid proberen om de andere persoon te vertellen dat hij het gedrag in kwestie niet prettig vindt en vragen om dat gedrag te stoppen. Vaak hoeft de ander alleen maar duidelijk te horen dat hij met zijn gedrag een grens overschrijdt, opdat hij ermee zou stoppen. Toch is een dergelijke reactie niet altijd mogelijk. Misschien is het ongewenste gedrag al te lang bezig zodat de boodschap niet meer geloofwaardig klinkt. Misschien is het personeelslid gewoon te bang van de andere persoon om zoiets tegen hem te zeggen. Of misschien is het personeelslid er helemaal onderdoor gegaan. In die gevallen kan het personeelslid beter hulp van anderen inroepen.

    Het is zowel voor het personeelslid als voor de werkgever belangrijk dat er een dialoog wordt gevoerd over de problemen die zich op het werk voordoen. Met iets blijven zitten, er ziek van worden, garandeert zelden een oplossing. Het is van groot belang dat het personeelslid met iemand spreekt die hij vertrouwt.

    Met de leidinggevende of de personeelsverantwoordelijke

    Met vragen en klachten kan het personeelslid zich op de eerste plaats richten tot de rechtstreekse of hogere leidinggevenden of de personeelsverantwoordelijke.
    Leidinggevenden zijn vaak het best geplaatst om de problemen aan te pakken. Het personeelslid dat meent slachtoffer te zijn van ongewenst grensoverschrijdend gedrag, kan vragen om met de betrokken collega te praten of om samen de mogelijkheden te bespreken om een einde te maken aan de werkgerelateerde klachten. Een discreet gesprek lost vaak heel wat op.

    Met de preventieadviseur arbeidsarts

    Als het personeelslid gezondheidsklachten heeft, kan hij via de personeelsdienst een spontane raadpleging aanvragen bij de preventieadviseur arbeidsarts of hij kan het probleem aanhalen tijdens de medische controle.
    Als de preventieadviseur arbeidsarts vermoedt dat de gezondheidstoestand van het personeelslid aangetast is, en dat dit het gevolg kan zijn van psychosociale belasting door het werk, zal hij doorverwijzen naar de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur psychosociaal welzijn. Op verzoek van het personeelslid kan hij ook zelf contact met hen opnemen.

    Met de sociaal assistent

    De sociale dienst heeft in de regio zitdagen. Een personeelslid, dat meent het voorwerp te zijn van ongewenst grensoverschrijdend gedrag, kan een gesprek aanvragen om het probleem aan te kaarten.

    Met het telefonisch meldpunt

    Er kan vrijblijvend advies worden ingewonnen over wat een personeelslid dat zich slachtoffer voelt van ongewenst grensoverschrijdend gedrag, kan doen. Niet alleen als klager of aangeklaagde, maar ook als collega of leidinggevende kan die stap nuttig zijn. De diensten die zijn aangesloten bij de Gemeenschappelijke Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk kunnen terecht - ook voor anonieme meldingen - bij het telefonisch meldpunt Spreekbuis op het gratis nummer 0800 92 5 93. Professionele vertrouwenspersonen bieden een luisterend oor en geven raad over de verschillende mogelijkheden.

    7.2 Start een informele procedure op

    Hulp vanuit de omgeving is niet altijd voldoende. Als een personeelslid om de een of andere reden niet terecht kan bij de bovenstaande instanties, of als die instanties de klachten niet kunnen doen stoppen, kan het personeelslid bij de vertrouwenspersoon of bij de preventieadviseur psychosociaal welzijn hulp zoeken en een informele klachtenprocedure opstarten.

    Bij de vertrouwenspersoon

    Een personeelslid dat meent dat hij psychosociaal belast wordt of het voorwerp is van grensoverschrijdend gedrag, kan voor een vertrouwelijk gesprek in eerste instantie contact opnemen met de vertrouwenspersoon voor een afspraak. De namen en de contactgegevens zijn te vinden in bijlage 2 bij deze rondzendbrief. De gegevens staan ook in het arbeidsreglement.

    De vertrouwenspersoon biedt een luisterend oor. Na het eerste contact zal hij met de betrokkene een gesprek hebben binnen acht kalenderdagen.

    De vertrouwenspersoon stelt zich onpartijdig op. Hij geeft informatie over de mogelijkheden om op informele wijze tot een oplossing te komen.

    Het personeelslid kan bij de vertrouwenspersoon eveneens een bemiddeling aanvragen. De bemiddeling heeft als doel het ongewenste grensoverschrijdende gedrag te doen stoppen. Alleen met uitdrukkelijke toestemming van het personeelslid kan de vertrouwenspersoon een interventie doen. Hij kan dat onder meer doen door te gaan praten met de aangeklaagde, de collega’s, de leidinggevende, de werkgever, de preventieadviseur arbeidsarts of andere personen die kunnen helpen bij de oplossing van de klachten. Een verzoeningspoging vereist het akkoord en het engagement van beide partijen om naar een oplossing te zoeken.

    Bij de preventieadviseur psychosociaal welzijn

    Een personeelslid dat zich slachtoffer voelt van ongewenst grensoverschrijdend gedrag, kan zich ook rechtstreeks richten tot de preventieadviseur, die gespecialiseerd is in de psychosociale aspecten van het werk. Hij zorgt ervoor dat klachten en bemiddelingen opgenomen worden en adviseert, als het personeelslid daarmee instemt, het lijnmanagement over mogelijke preventieve en curatieve maatregelen.

    7.3 Start een formele klachtenprocedure op

    Van informele naar formele klachtenprocedure

    Als de informele procedure geen optie is, als de verzoening of interventie niet leidt tot een oplossing of als de feiten na de informele procedure blijven bestaan, kan een formele, met redenen omklede klacht ingediend worden. In de informele fase blijft het verloop van de klachtenbehandeling grotendeels in handen van de klachtmelder. Zodra de formele procedure wordt gestart, bepaalt de interne of externe preventieadviseur psychosociaal welzijn het verdere verloop.

    Een met redenen omklede klacht indienen

    Er kan een met redenen omklede klacht worden ingediend bij de vertrouwenspersoon of bij de interne of externe preventieadviseur psychosociaal welzijn. Zodra de vertrouwenspersoon de met redenen omklede klacht ontvangt, stuurt hij die onmiddellijk door naar de bevoegde preventieadviseur psychosociaal welzijn.

    De met redenen omklede klacht is een document dat het personeelslid ondertekend en gedateerd heeft, en dat naast het verzoek aan de leidinggevende om passende maatregelen te treffen zodat de feiten stoppen, de volgende gegevens bevat:

    • de nauwkeurige omschrijving van de feiten die volgens het personeelslid een uiting zijn van geweld, pesterijen, of ongewenst seksueel gedrag op het werk;
    • het ogenblik en de plaats waarop elk van die feiten zich hebben voorgedaan;
    • de identiteit van de aangeklaagde of aangeklaagden.

    Een met redenen omklede klacht kan pas worden ingediend, nadat het personeelslid met de vertrouwenspersoon of met de preventieadviseur psychosociaal welzijn een persoonlijk onderhoud heeft gehad over de problemen en de procedure. Hij zal ervoor zorgen dat het persoonlijk onderhoud plaatsvindt binnen acht kalenderdagen vanaf het ogenblik dat het personeelslid de wil heeft uitgedrukt om een met redenen omklede klacht in te dienen.

    Zodra de preventieadviseur psychosociaal welzijn de klacht in ontvangst heeft genomen, brengt hij de werkgever onmiddellijk op de hoogte dat het personeelslid, die een met redenen omklede klacht heeft ingediend, een specifieke bescherming krijgt (zie verder) en deelt hij aan de werkgever de identiteit van het personeelslid mee. De werkgever geeft de preventieadviseur psychosociaal welzijn de opdracht het onpartijdig onderzoek op te starten.

    Onpartijdig onderzoek

    De preventieadviseur psychosociaal welzijn deelt zo snel mogelijk aan de aangeklaagde de feiten mee die hem ten laste worden gelegd, hoort de getuigen en alle anderen van wie hij vermoedt dat ze nuttige informatie kunnen verstrekken en onderzoekt de met redenen omklede klacht op een volledig onpartijdige manier.

    De aangeklaagde en de getuigen ontvangen een kopie van hun verklaring.

    Op basis van de bevindingen uit het onderzoek geeft de preventieadviseur psychosociaal welzijn aan de werkgever binnen drie maanden een schriftelijk advies over de te nemen maatregelen. De werkgever heeft de plicht gepaste acties te nemen om het geweld, de pesterijen of het ongewenst seksueel gedrag te doen ophouden.

    Hij informeert het personeelslid dat de met redenen omklede klacht heeft ingediend en de aangeklaagde over de individuele maatregelen die hij overweegt te nemen.

    Bescherming

    Vanaf het moment dat een met redenen omklede klacht wordt ingediend, wordt het personeelslid beschermd tegen ontslag of tegen een eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden. De bescherming geldt niet als het ontslag of de eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden niets te maken heeft met de reden van de klacht over het geweld, de pesterijen of het ongewenst seksueel gedrag op het werk.
    Ook eventuele getuigen genieten dezelfde bescherming. De bescherming geldt voor de twaalf maanden, vanaf het ogenblik dat de klacht wordt ingediend (= persoonlijk in ontvangst wordt genomen door de vertrouwenspersoon, de interne of externe preventieadviseur psychosociaal welzijn) of de getuigenverklaring wordt afgelegd.
    Bij een klacht voor een rechtbank geldt de bescherming tot dat de termijn verstreken is om in beroep te gaan of om verzet tegen het vonnis aan te tekenen.
    In het geval van een procedure bij de rechtbank berust de bewijslast bij de werkgever, die moet aantonen dat er geen sprake is van pesterijen en de redenen voor het ontslag geen verband houden met de klacht.
    De tuchtprocedure zoals beschreven in het Vlaams personeelsstatuut wordt geschorst, wanneer de klacht valt onder bovenvermelde regelgeving.

    7.4 Maak gebruik van andere mogelijkheden waarin de wet voorziet

    Bij de diensten belast met het toezicht op het welzijn op het werk

    Als de interne procedure geen oplossing biedt, wendt de interne of externe preventieadviseur psychosociaal welzijn zich, na akkoord van het betrokken personeelslid, tot de diensten Toezicht op het Welzijn op het Werk. Een met redenen omklede klacht kan ook rechtstreeks bij die diensten ingediend worden.

    De dienst Toezicht op het Welzijn op het Werk (TWW) spoort de werkgever ertoe aan om het onderzoek te laten uitvoeren door de preventieadviseur psychosociaal welzijn (als dat nog niet gebeurd is) of om de nodige maatregelen te treffen zodat het grensoverschrijdende gedrag ophoudt. Als de werkgever het verzuimt om maatregelen te treffen, kan de dienst Toezicht op het Welzijn op het Werk een rapport opmaken en aan de arbeidsauditeur bezorgen.

    Bij het arbeidsauditoraat

    De auditeur zal eveneens pogingen ondernemen om de situatie te regelen. Als hij oordeelt dat de feiten ernstig genoeg zijn, kan hij de dader van de feiten en, in bepaalde gevallen, de werkgever dagvaarden voor de correctionele rechtbank.

    Los van de procedure die is opgenomen in de wetgeving over geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk, kan het personeelslid dat zich slachtoffer voelt van ongewenst grensoverschrijdend gedrag, bij strafrechtelijke feiten (bijvoorbeeld geweld of ernstige bedreigingen) ook een klacht bij de politie indienen.

    De correctionele rechtbank

    Als de arbeidsauditeur het dossier niet seponeert, kan hij de dader van de feiten, de werkgever als verantwoordelijke voor het preventiebeleid of een lid van het lijnmanagement als uitvoerder van dat beleid, dagvaarden voor de correctionele rechtbank.

    Ook anderen, zoals de vakorganisaties, het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen kunnen, na akkoord van het personeelslid, een gerechtelijke procedure opstarten bij zowel de arbeidsrechtbank als de correctionele rechtbank.

    naar boven

    8. Het klachtenregister

    Een personeelslid dat meent het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk door personen die extern zijn aan de organisatie, bijvoorbeeld klanten of leveranciers, kan de verklaring noteren in een speciaal register 'ongewenst gedrag door externen', dat door de vertrouwenspersoon of de interne preventieadviseur psychosociaal welzijn wordt bijgehouden. Alleen de werkgever, de interne preventieadviseur psychosociaal welzijn, de vertrouwenspersoon en de diensten, belast met het Toezicht op het Welzijn op het Werk hebben toegang tot dat register.

    naar boven

    9. Psychologische ondersteuning

    Als het personeelslid, behalve de steun van de vertrouwenspersonen of de preventieadviseur Psychosociaal Welzijn, nog aanvullende psychologische ondersteuning nodig heeft naar aanleiding van pijnlijke en traumatische gebeurtenissen in de werkcontext, kan de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur psychosociaal welzijn hem doorverwijzen naar gespecialiseerde diensten. De kosten worden in dat geval gedragen door de werkgever.

    naar boven

    10. Wedertewerkstelling

    Een personeelslid dat afwezig was als gevolg van psychosociale belasting op het werk of nadat hij verklaard heeft het voorwerp te zijn geweest van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, kan de nodige begeleiding krijgen naar aanleiding van zijn wedertewerkstelling na een eventuele periode van afwezigheid, bijvoorbeeld wegens ziekte, schorsing, tijdelijke mutatie of loopbaanonderbreking. Hij kan in dat geval met de leidinggevende de begeleiding bespreken. Ook de preventieadviseur arbeidsarts, de vertrouwenspersoon, de personeelsdienst, de sociale dienst en de interne of externe preventieadviseur psychosociaal welzijn kunnen daar hulp bij bieden.

    naar boven

    11. Sancties

    Ambtenaren die zich schuldig maken aan geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, worden door de werkgever bestraft met een van de tuchtstraffen die in het Vlaams personeelsstatuut (zoals dit zal worden gewijzigd of vervangen) zijn opgenomen.
    Contractuelen die zich schuldig maken aan feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag worden bestraft met een terechtwijzing, een blaam of een ontslag.

    Ook het wederrechtelijk gebruik van de klachtenprocedure kan sancties tot gevolg hebben zoals tuchtstraffen of ontslag.

     

     

    Kris PEETERS
    Minister-president van de Vlaamse Regering
    Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid

    naar boven

    Bijlagen


    (1) Onder werkgever wordt hier verstaan, de secretaris-generaal van een departement, de administrateur generaal van een IVA of EVA, de gedelegeerd bestuurder van een EVA of het hoofd van het secretariaatspersoneel van een strategische adviesraad.
    (2) De mannelijke vorm verwijst zowel naar mannen als naar vrouwen.
    (3) Als er geen vertrouwenspersoon is aangesteld, kan een beroep gedaan worden op de interne of externe  preventieadviseur psychosociaal welzijn. Het woord "vertrouwenspersoon" in de tekst kan dan telkens gelezen worden als "preventieadviseur psychosociaal welzijn".
    (4) Entiteiten die zijn aangesloten bij de gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming dienen hun klacht in bij hun interne preventieadviseur psychosociaal welzijn of de preventieadviseur psychosociaal welzijn van de externe preventiedienst. Niet-aangesloten entiteiten richten zich tot de eigen interne of externe preventiedienst.

    naar boven