Gedaan met laden. U bevindt zich op: Deel VI. De administratieve loopbaan Deel VI. De administratieve loopbaan

Deel VI. De administratieve loopbaan

Titel 9. Bijzondere bepalingen

Titel 9 bevat Art. VI 112 tot en met Art. VI 118ter

Hoofdstuk 1. Bijzondere bepalingen met betrekking tot de regeling van de rechtspositie van het scheepspersoneel

Hoofdstuk 1 bevat Art. VI 112 en Art. VI 113[2]

Art. VI 112

§ 1. De loods met de functie van chefloods op proef wordt in vast verband benoemd, als hij:

met goed gevolg een opleiding heeft beëindigd;
geslaagd is voor de competentieproef voor zijn graad en functie

De nadere bepalingen inzake de opleiding worden vastgesteld door het bevoegde agentschap van het bevoegde beleidsdomein.[9]

§ 2. Een ambtenaar op proef die tweemaal niet slaagt voor de competentieproef[6], wordt zonder mogelijkheid van beroep ontslagen op de datum van de ondertekening van het proces-verbaal van de tweede competentieproef.[6][2]

Art. VI 113

§ 1. Een loods met algemene functie en een loods met de functie van stuurman van de loodsboot op proef worden in vast verband benoemd, als zij:

met goed gevolg een opleiding hebben beëindigd;
geslaagd zijn voor de competentieproef[6] voor hun graad en functie;
een reeks proefreizen hebben afgelegd.

De nadere bepalingen inzake de opleiding en de proefreizen worden vastgesteld door het bevoegde agentschap van het bevoegde beleidsdomein.

§ 2. Een ambtenaar op proef die tweemaal niet slaagt voor de competentieproef[6] of tweemaal zonder succes de reeks proefreizen aflegt, wordt zonder mogelijkheid van beroep ontslagen op de datum van de ondertekening van het proces-verbaal van de tweede competentieproef[6] of van de tweede reeks proefreizen.

Die procedure moet beëindigd zijn voor het verstrijken van de proeftijd.[2]

Hoofdstuk 2. Bijzondere bepalingen met betrekking tot de regeling van de rechtspositie van de personeelsleden van de regionale luchthavens

Hoofdstuk 2 bevat Art. VI 114 tot en met Art. VI 117[2]

Art. VI 114

§ 1. Alleen de personen die in het bezit zijn van het getuigschrift voor luchthaveninspectie hebben toegang tot de graad van technicus of hoofdtechnicus, belast met de luchthaveninspectie bij de regionale luchthavens.

§ 2. Alleen de personen die in het bezit zijn van het getuigschrift voor luchthavenbeveiliging mogen de functie uitoefenen van technicus of hoofdtechnicus, belast met de luchthavenbeveiliging bij de regionale luchthavens.[2]

Art. VI 115

§ 1. Om het getuigschrift voor luchthaveninspectie te verkrijgen moet de kandidaat geslaagd zijn voor een examen, georganiseerd door het federale Bestuur van de Luchtvaart, als dat een wettelijke vereiste is, of, in het andere geval, voor een examen dat wordt georganiseerd en waarvan het programma wordt vastgesteld door de functionele minister.

§ 2. Om het getuigschrift voor luchthavenbeveiliging te verkrijgen moet de kandidaat slagen voor een examen georganiseerd door het Nationaal Opleidingscentrum Luchtvaartbeveiliging.[2]

Art. VI 116

Onverminderd de toegangsvereisten tot de graad van hoofdtechnicus moet de ambtenaar twee jaar ervaring hebben op een luchthaven om te kunnen worden benoemd tot hoofdtechnicus, belast met de luchthaveninspectie of met de luchthavenbeveiliging.[2]

Art. VI 117

Om te kunnen worden benoemd als adjunct van de directeur, belast met de luchthaveninspectie, moet de kandidaat voldoen aan de voorwaarden die de reglementering inzake de luchthavenexploitatie bepaalt voor de beheerder van een luchthaven.[2]

Hoofdstuk 3. Bijzondere bepalingen met betrekking tot de regeling van de rechtspositie van het buitenlandpersoneel

Hoofdstuk 3 bevat Art. VI 118

Art. VI 118

Inzake de tewerkstelling van contractueel personeel in het buitenland, wordt het op de arbeidsovereenkomst toepasselijke recht en de bevoegde rechtsmacht contractueel bepaald, als dat reglementair toegestaan is door het internationaal privaat recht en/of de rechtsorde van het land van tewerkstelling.[2]

Hoofdstuk 4. Bijzondere bepalingen met betrekking tot de regeling van de rechtspositie van het personeel van het Vlaams Centrum Elektronisch Toezicht

Hoofdstuk 4 bevat Art. VI 118bis

Art. VI 118bis

Alleen de personen die beschikken over een positief veiligheidsadvies van de Nationale Veiligheidsoverheid dat niet ouder is dan drie jaar, zoals bedoeld in de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie van veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen, hebben toegang tot een functie bij het Vlaams Centrum Elektronisch Toezicht.[32]

Hoofdstuk 5. Bijzondere bepalingen met betrekking tot de regeling van de rechtspositie van het personeel van de Vlaamse Informatie- en screeningsdienst op de lokale geloofsgemeenschappen

Hoofdstuk 5 bevat Art. VI 118ter[63]

Art. VI 118 ter

Alleen de personen die beschikken over een veiligheidsmachtiging van het niveau “GEHEIM” uitgereikt door de Nationale Veiligheidsoverheid die niet ouder is dan vijf jaar, zoals bedoeld in de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen, hebben toegang tot een functie bij de Vlaamse Informatie-en screeningsdienst op de lokale geloofsgemeenschappen.[63]

Op deze pagina