Gedaan met laden. U bevindt zich op: WB 26 - BVR 23 mei 2014 Overzicht wijzigende besluiten VPS

WB 26 - BVR 23 mei 2014

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006 wat betreft de overheveling van personeelsleden van de Nationale Plantentuin van België naar het extern verzelfstandigd Agentschap Plantentuin Meise en andere bepalingen

DE VLAAMSE REGERING,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 87, §1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, en §3, vervangen bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;

Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het gemeenschapsonderwijs, artikel 67, §2;

Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 5;

Gelet op het decreet van 18 juli 2003 tot regeling van strategische adviesraden, artikel 12, derde lid;

Gelet op het decreet van 6 december 2013 houdende oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap “Agentschap Plantentuin Meise”, artikel 3, derde lid;

Gelet op het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 10 januari 2014;

Gelet op protocol nr. 332.1072 van 28 maart 2014 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;

Gelet op advies nummer 56.042/3 van de Raad van State, gegeven op 23 MEI 2014, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand;

Na beraadslaging,

BESLUIT:

Artikel 1. In artikel V 10 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, vervangen bij besluit van de Vlaamse Regering van 3 februari 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° tussen het vijfde en het zesde lid worden twee leden ingevoegd, die luiden als volgt:

“Als de geselecteerde kandidaat een contractuele mandaathouder is, heeft hij de keuze tussen de volgende mogelijkheden:

1° een benoeming bij de diensten van de Vlaamse overheid;

2° het behoud van zijn arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur.

Als hij opteert voor een benoeming bij de diensten van de Vlaamse overheid, is artikel V 9, §1bis, van overeenkomstige toepassing.”

2° in het bestaande zesde lid, dat het achtste lid wordt, worden tussen het woord “kandidaat” en het woord “aan” de woorden “die al ambtenaar is bij de diensten van de Vlaamse overheid” ingevoegd.

Art. 2. In artikel V 12, §2 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2007 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009, 29 april 2011 en 21 februari 2014 wordt punt 5 vervangen door wat volgt:

“5. in afwijking van artikel VII 95, tweede lid, op verzoek van de betrokken titularis, hetzij het persoonlijke gebruik van een dienstwagen in binnen- en buitenland, hetzij een abonnement op het openbaar vervoer voor het woon-werkverkeer in eerste klasse.”

Art. 3. In artikel VI 149 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2011 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in paragraaf 1 worden tussen het woord “Financiën” en het woord “overgehevelde” de woorden “en de Nationale Plantentuin van België” ingevoegd;

2° er wordt een paragraaf 4 toegevoegd die luidt als volgt:

“§4. Het personeelslid overgeheveld van de Nationale Plantentuin van België dat :

1° vóór de overheveling ingeschreven was voor de deelname aan of geslaagd was voor een of meer onderdelen van een overgangsexamen bij de federale overheid, kan na de overheveling nog eenmaal (verder) deelnemen aan de eerstvolgende onderdelen van het overgangsexamen die door de federale overheid georganiseerd worden;

2° vóór de overheveling ingeschreven was voor de deelname aan een competentiemeting of gecertificeerde opleiding bij de federale overheid, kan na de overheveling deelnemen aan de eerstvolgende competentiemeting of gecertificeerde opleiding die door de federale overheid georganiseerd wordt.”

Art. 4. In artikel VI 150, §1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2011 worden tussen het woord “Financiën” en het woord “overgehevelde” de woorden “en de Nationale Plantentuin van België” ingevoegd.”

Art. 5. In artikel VII 157 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 2011 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2011, worden tussen het woord “Financiën” en het woord “overgehevelde” de woorden “en de Nationale Plantentuin van België” ingevoegd.

Art. 6. In artikel VII 160 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in paragraaf 1 worden tussen het woord “Financiën” en het woord “overgehevelde” de woorden “en de Nationale Plantentuin van België” ingevoegd;

2° in paragraaf 3 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd dat luidt als volgt:

“Het van de Nationale Plantentuin van België overgehevelde personeelslid ontvangt de premie voor competentieontwikkeling vanaf de datum van overheveling als het na de overheveling slaagt voor een competentiemeting of gecertificeerde opleiding waarvoor het ingeschreven was vóór de overheveling”;

3° in paragraaf 4 wordt tussen het woord “Financiën” en de woorden “op de datum” de woorden “respectievelijk de Nationale Plantentuin van België” ingevoegd.

Art. 7. In artikel VII 161 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2011 worden tussen het woord “Financiën” en het woord “overgehevelde” de woorden “en de Nationale Plantentuin van België” ingevoegd.

Art. 8. Aan deel VII van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2013, wordt een artikel VII 171 toegevoegd dat luidt als volgt:

“Art. VII 171. De ambtenaar die overgeheveld is van de Nationale Plantentuin van België wordt met ingang van 1 januari 2014 ambtshalve benoemd en ingeschaald overeenkomstig bijlage 11 bij dit besluit.

Het contractuele personeelslid dat op 1 januari 2014 overgeheveld is van de Nationale Plantentuin van België naar de diensten van de Vlaamse overheid , wordt tewerkgesteld in de betrekking en bezoldigd in de salarisschaal overeenkomstig bijlage 11 bij dit besluit.”

Art. 9. Aan deel VII van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2013, wordt een artikel VII 172 toegevoegd dat luidt als volgt:

“Art. VII 172. Het van de Nationale Plantentuin van België overgehevelde personeelslid dat na de inschaling een lagere totale verloning ontvangt dan de totale verloning dat het bij de Nationale Plantentuin in december 2013 ontving, ontvangt een maandelijks supplement dat gelijk is aan het verschil.

Met totale verloning wordt bedoeld het salaris, het vakantiegeld, de eindejaarstoelage, de taalpremie toegekend bij de Nationale Plantentuin van België en de maaltijdcheques toegekend bij de Vlaamse overheid.

Het supplement wordt maandelijks samen met het salaris betaald.”

Art. 10. Aan deel VII van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2013, wordt een artikel VII 173 toegevoegd dat luidt als volgt:

“Art. VII 173. In afwijking van artikel VII 30 geniet het van de Nationale Plantentuin van België overgehevelde personeelslid per uur prestatie op zaterdag een toelage ten belope van 50% van 1/1976 van de jaarwedde. De lijnmanager kan beslissen om deze zaterdagtoelage om te zetten in niet te presteren uren, gelijk aan 50% van het aantal zaterdaguren. Als de omzetting niet binnen de 4 maanden opgenomen wordt, wordt de zaterdagtoelage ambtshalve betaald."

Art 11. Aan deel VII van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2013, wordt een artikel VII 174 toegevoegd dat luidt als volgt:

“Art. VII 174. §1. Het van de Nationale Plantentuin van België overgehevelde personeelslid dat de toelage voor leidinggevenden genoot zoals voorzien in het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddeschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden blijft deze verder genieten.

§2. De personeelsleden die voor de overheveling belast waren met een hoger ambt, genieten ook de toelage voor leidinggevenden zoals vermeld in §1.

§3.De toekenning van deze toelage wordt gestopt indien niet meer voldaan is aan de toekenningsvoorwaarden, indien het personeelslid belast wordt met een tijdelijke functieverzwaring of bevorderd wordt in graad.

Deze overgangsregeling geldt tot 1 september 2016.”

Art. 12. Aan deel VII van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2013, wordt een artikel VII 175 toegevoegd dat luidt als volgt:

“Art. VII 175. §1. In afwijking van bijlage 11 verkrijgt het van de Nationale Plantentuin van België overgehevelde personeelslid dat op 1 januari 2014 minstens 50 jaar is, dat aan het maximum betaald wordt van de Vlaamse salarisschaal vermeld in de eerste kolom van onderstaande tabel en dat geen loopbaanstap in de functionele loopbaan meer kan zetten voor de leeftijd van 55 jaar, vanaf de maand volgend op de leeftijd van 55 jaar, de salarisschaal vermeld in de tweede kolom van onderstaande tabel, onverminderd de toepassing van deel VI van dit besluit.

Salarisschaal bij de inschalingSalarisschaal vanaf 55 jaar
A 122A 122 P
A 131A 131 P
B 112B 112 P
C 111C 111 P
C 112C 112 P
C 143C 143 P
C 211C 211 P
C 212C 212 P
D 113D 113 P

§2. De in de tweede kolom vermelde salarisschalen worden vermeld in bijlage 12.”

Art. 13. In artikel VIII 20 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in het eerste lid wordt de zin “De strafvordering schorst de tuchtprocedure en de tuchtuitspraak” opgeheven;

2° in het eerste lid wordt het woord “eveneens” opgeheven;

3° het tweede lid wordt opgeheven.

Art. 14. In artikel VIII 22 van hetzelfde besluit wordt het derde lid opgeheven.

Art. 15. Aan artikel X 89, §1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2011, worden tussen het woord “Financiën” en de woorden “en dat op het ogenblik” de zinsnede “of op 1 januari 2014 van de Nationale Plantentuin van België” ingevoegd.

Art. 16. In deel X van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 februari 2014, wordt een artikel X 90 ingevoegd dat luidt als volgt:

“Art. X 90. De procedure tot medische ongeschiktheidsverklaring die voor een van de Nationale Plantentuin van België overgehevelde ambtenaar is opgestart bij de federale medische dienst bevoegd voor de definitieve ongeschiktheidsverklaring, wordt na de overheveling voortgezet.”

Art. 17. Aan hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2014, wordt een bijlage 11 en 12 toegevoegd, die als bijlage 1(PDF bestand opent in nieuw venster) en 2(PDF bestand opent in nieuw venster) bij dit besluit zijn gevoegd.

Art. 18. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.

De artikelen 13 en 14 treden in werking 10 dagen na de bekendmaking van het besluit in het Belgisch Staatsblad.

Zij zijn niet van toepassing op tuchtprocedures die opgestart zijn vóór de datum van inwerkingtreding van deze artikelen.

Art. 19. De Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake personeel en organisatieontwikkeling in de Vlaamse administratie, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 mei 2014

De minister-president van de Vlaamse Regering,

Kris PEETERS

De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand,

Geert BOURGEOIS