Toepassingsgebied: Pensioenen private sector (contractuelen overheid)
Inwerkingtreding: Pensioenen die ingaan op 1 januari 2015
Inhoud:
De berekeningsparameters voor het privépensioen zijn:
P = L (c) x 1/45 x Z
P = bedrag rustpensioen
L = loon
(c) = herwaarderingscoëfficiënt
1/45 = loopbaanjaren
Z = percentage afhankelijk van de gezinssituatie (60% alleenstaande, 75% ge-zinspensioen)
Deze wet brengt een wijziging aan in het aantal loopbaanjaren (1/45) en het loon (L).
1. Loopbaanjaren
Tot en met 31 december 2014 telt een volledige loopbaan maximum 45 jaar.
Vanaf 1 januari 2015 telt een volledige loopbaan maximum 14.040 voltijdse dage-quivalenten.
Het gevolg is dat vanaf 1 januari 2015 een pensioen kan toegekend worden voor méér dan 45 jaar loopbaan.
Voorbeeld
Een werknemer begint op 18 jaar halftijds te werken gedurende 7 jaar (156 voltijd-se equivalenten/jaar) en nadien 40 jaar voltijds (312 voltijdse dagequivalen-ten/jaar).
Tot 31/12/2014: 45 meest voordelige jaren (2 jaren tellen niet mee);
Vanaf 1/1/2015: loopbaan = 13.573 voltijdse equivalenten < 14.040 (alles telt mee).
2. Loon
De basis voor de berekening van het pensioen is de som van het werkelijk + fictief + forfaitair loon, met een maximum van € 52.670,95 (bedrag 2013).
Tot 31 december 2014 telt het loon voor het jaar van pensioen niet mee.
Vanaf 1 januari 2015 tellen alle lonen van de maanden die een werknemer nog gewerkt heeft in het jaar van pensionering wel mee.
Concreet: Voor een werknemer die plannen heeft eind 2014 met pensioen te gaan, kan het financieel interessant zijn dit uit te stellen tot 1 januari 2015.