Analyse van de wet van 24 april 2014 houdende aanpassingen van de vermindering van de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid ten gevolge van de 6de staatshervorming – omzetting SZ-verminderingen naar doelgroepverminderingen (B.S. 23 mei 2014)

Toepassingsgebied: DVO

Inwerkingtreding: 1 januari 2014

Inhoud:

Als onderdeel van de 6de staatshervorming wordt vanaf 1 juli 2014 het werkgelegenheidsbeleid verder overgedragen naar de gewesten. In voorbereiding op die overdracht worden een aantal specifieke patronale SZ-verminderingen omge-vormd tot een doelgroepvermindering vanaf 1 januari 2014.

De omzetting heeft onder andere betrekking op patronale verminderingen gesubsidieerde contractuelen (gesco’s) en vervangers openbare sector.

De voorwaarden om van de doelgroepvermindering te kunnen genieten blijven ongewijzigd zoals ze van toepassing was op de specifieke vermindering.

In concrete wijzigt er in feite niets. Tot 31 december 2013 was er een vrijstelling van werkgeverbijdragen voor:
- Rust- en overlevingspensioen;
- Ziekte- en invaliditeitsuitkering (geneeskundige verzorging en uitkeringen);
- Werkloosheid;
- Kinderbijslag;
- Beroepsziekten;
- Arbeidszongevallen;
- Loonmatiging.

Vanaf 1 januari 2014 geniet de werkgever van een forfaitaire doelgroepvermindering die neerkomt op een volledige vrijstelling van de patronale basisbijdragen.
De werkgeversbijdrage blijft dus 0,06% (0,01% asbestfonds en 0,05% kinderop-vang) + fonds sluiting ondernemingen (0,27%).