chat-altchatcrossloginquestion-circlesearchsmileystarthumbup-downwarning
Vlaanderen
Contacteer ons
    Terug naar overzicht Stuur een e-mail

    Stuur een e-mail naar 1700, de informatiedienst voor al uw vragen aan de overheid.
    U ontvangt een kopie van uw bericht.

    Terug naar overzicht Chat met ons
    Uw chatgesprek wordt automatisch gestart zodra er een medewerker beschikbaar is.
    Even geduld, uw positie in de wachtrij wordt bepaald.

    Analyse van de Wet van 25 januari 1999 houdende sociale bepalingen (B.S. 06.02.1999)

    Gezinsbijslag (art. 17 t/m 19)

    • Toepassingsgebied: MVG, WI, VOI
    • rechtstreekse uitwerking: 16/02/1999 (= 10 d. na publicatie)
    • Inhoud:
    1. kinderen die lessen volgen of worden opgevoed in het buitenland:
      Artikel 17 van de wet wijzigt artikel 52 van de samengeordende wetten op de kinderbijslag. De kinderbijslag is niet verschuldigd voor kinderen die worden opgevoed of lessen volgen buiten België.
    2. niet-samenlevende ouders:
      Artikel 19 wijzigt artikel 69 van de samengeordende wetten op de kinderbijslag. Indien het kind niet uitsluitend door de één of andere bijslagtrekkende wordt opgevoed, wordt de kinderbijslag uitbetaald aan de moeder. De vader kan echter vragen dat de kinderbijslag aan hem wordt uitbetaald indien beiden (vader en kind) dezelfde hoofdverblijfplaats hebben.

    naar boven

    Ontslag vastbenoemde ambtenaren (art. 84)

    • Toepassingsgebied: MVG, WI, VOI
    • rechtstreekse uitwerking: 16/02/1999 (= 10 d. na publicatie)
    • Inhoud:

    Met ingang van 1 augustus 1991 werden de ontslagen vastbenoemde ambtenaren in regel gesteld met de werkloosheid en de ziekte- en invaliditeit door betaling van de RSZ-bijdragen voor de vereiste periode (Hoofdstuk II van de wet van 20 juli 1991).
    In artikel 8 van deze wet werden een aantal uitzonderingen opgesomd wanneer de inregelstelling niet gebeurde. Eén van de redenen was het ontslag wegens ongewettigde afwezigheid.
    Met de nieuwe wet (artikel 84) wordt deze uitzondering opgeheven, zodat ook bij ontslag omwille van ongewettigde afwezigheid de ontslagen ambtenaar in regel wordt gesteld met de werkloosheid en de ziekte- en invaliditeit.

    naar boven

    Moederschapsverzekering (art. 142)

    • Toepassingsgebied: MVG, WI, VOI
    • Uitwerking: 16/02/1999 (= 10 d. na publicatie) - opgenomen in bijsturing 2
    • Inhoud:

    Artikel 142 van de wet voorziet een bijkomende facultatieve prenatale rustperiode van twee weken voor meervoudige geboorten (twee of meer kinderen) van 15 naar 17 weken. Deze periode wordt door de werkneemster vrij gekozen, ofwel vóór de bevalling, ofwel erna, door middel van de techniek van uitstel van het niet-gebruikt gedeelte van de facultatieve prenatale rustperiode.
    Deze nieuwe regeling vergde tevens een aanpassing van artikel 39 van de arbeidswet van 16 maart 1971 omtrent de bescherming van het moederschap.

    naar boven

    Pensioenen openbare sector (Titel 6 - hoofdstuk 4)

    • Toepassingsgebied: MVG, WI (ambtenaren), VOI
    • rechtstreekse uitwerking: 01/01/1999
    • Inhoud:

    Momenteel:
    Het rustpensioen van een ambtenaar wordt vereffend naar rata voor elk jaar dienst, van 1/60 van de referentiewedde (= de gemiddelde wedde van de laatste vijf jaar van de loopbaan). De gemiddelde wedde wordt bepaald op basis van de wedden vastgesteld in de weddeschalen verbonden aan het ambt waarin betrokkene was benoemd.

    Wijzigingen:
    Artikel 231 van de wet wijzigt artikel 8, § 1 van de algemene wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen.

    Mandaten:

    • mandaten (ook contractueel) komen in aanmerking voor pensioenberekening;
    • dienstjaren na mandaateinde worden geneutraliseerd indien nadelig voor pensioenberekening.

    Voor de pensioenberekening wordt bijgevolg een vergelijking gemaakt tussen:

    • enerzijds het pensioenbedrag op basis van het totaal aantal dienstjaren aan de gemiddelde wedde van de laatste vijf jaar (3/5 mandaat – zie voorbeeld hierna);
    • anderzijds het pensioenbedrag op basis van het aantal dienstjaren, verminderd met de jaren dat geen mandaat werd uitgeoefend op het einde van de loopbaan, aan de gemiddelde wedde van de mandaatgraad.

    Voorbeeld: een ambtenaar met 45 dienstjaren, 12 jaar mandaat maar de laatse vijf jaar: 3 jaar een mandaat en 2 jaar niet.
    Er wordt een vergelijking gemaakt op basis van twee berekeningen:
    - 45/60 van de gemiddelde wedde van de laatste 5 jaar (3/5 mandaat en 2/5 niet mandaat);
    - 43/60 van de gemiddelde wedde van de mandaatgraad.
    De voordeligste regeling voor de gepensioneerde ambtenaar wordt toegepast.

    Voordelen in natura: komen niet in aanmerking voor pensioenberekening, behalve deze toegekend aan de personen met de hoedanigheid van conciërge

    Weddesbijslagen: de wet voert een exhaustieve lijst in van de weddebijslagen die in aanmerking komen voor de pensioenberekening.

    Wat het ministerie betreft vermelden we enkel de organieke regelingen die binnen het ministerie voorkomen:

    • zeegeld (art. XIII 106sexiesdecies, §1 en artikel XIII 155decies VPS.
    • weddecomplement toegekend met toepassing van artikel 3 tot en met 8 van het besluit van de Vlaamse regering van 28 november 1990.
    • toelage 20% informaticus (art. XIII 147 VPS);

    Algemene opmerking: Verhogingen van voornoemde weddecomplementen na 31 december 1998 komen niet in aanmerking, tenzij deze verhogingen toegestaan werden bij een in ministerraad overlegd besluit.

    naar boven

    Diplomabonificatie loodsen (art. 244)

    • Toepassingsgebied: loodsen
    • Rechtstreekse uitwerking: 01/01/1999
    • Inhoud:

    Tot voor deze wet kwam het diploma van aspirant-officier ter lange omvaart, behaald na studies aangevat vóór het schooljaar 1969-1970 niet in aanmerking voor een diplomabonificatie, aangezien dit diploma in theorie (d.w.z. zonder de verplichte vaarperiodes van 12 maanden en meer tijdens de opleiding mee te rekenen) vóór de leeftijd van 19 jaar kon behaald worden.
    Door deze wijziging is de situatie voor de loodsen als volgt:

    • diploma aspirant officier ter lange omvaart na studies aangevat vóór het schooljaar 1969-1970: 2 jaar diplomabonificatie;
    • diploma aspirant officier ter lange omvaart na studies aangevat vanaf het schooljaar 11969-1970: drie jaar diplomabonificatie;
    • diploma licentiaat nautische wetenschappen: 4 jaar diplomabonificatie.

    Deze nieuwe regeling gaat in vanaf 1 januari 1999. Voor de gepensioneerde loodsen gebeurt deze aanpassing niet automatisch. Er is evenwel geen tijdslimiet bepaald voor de aanvraag tot herberekening van de op 31 december 1998 lopende rust- of overlevingspensioenen.

    naar boven

    Bewijskracht van administratieve documenten (art. 246 en 247)

    • Toepassingsgebied: MVG, WI, VOI
    • Rechtstreekse uitwerking: 01/01/1999
    • Inhoud:

    Artikel 246 van de wet geeft aan de Koning de bevoegdheid om vast te stellen onder welke voorwaarden en op welke wijze de elektronische; fotografische, optische , of anders uitgewisselde, meegedeelde, geregistreerde, bewaarde of weergegeven informatiegegevens bewijskracht hebben voor de toepassing van de wetgeving waarmee de administratie der Pensioenen belast is.
    Artikel 247 van de wet bevat de wettelijke basis voor de bewijskracht van een verzamelstaat van alle gegevens die noodzakelijk zijn voor de vaststelling van het recht op pensioen en de berekening van het pensioenbedrag. Deze bepaling laat toe om na de definitieve afhandeling van het pensioendossier het volume van de te archiveren documenten te beperken tot deze verzamelstaat.

    naar boven