chat-altchatcrossloginquestion-circlesearchsmileystarthumbup-downwarning
Vlaanderen
Contacteer ons
    Terug naar overzicht Stuur een e-mail

    Stuur een e-mail naar 1700, de informatiedienst voor al uw vragen aan de overheid.
    U ontvangt een kopie van uw bericht.

    Terug naar overzicht Chat met ons
    Uw chatgesprek wordt automatisch gestart zodra er een medewerker beschikbaar is.
    Even geduld, uw positie in de wachtrij wordt bepaald.

    Analyse van de wet van 22 april 2003 tot wijziging van de artikelen 38bis, 51bis en 59 van de wet van 03.07.1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (B.S. 13.05.2003)

    • Toepassingsgebied: 
      • Vlaamse Gemeenschap (ministerie en WI) en VOI
      • opzeggingen betekend op of na 13.05.2003
    • Uitwerking: 13 mei 2003 (datum van publicatie in BS)
    • Inhoud:
    • wijziging art. 38bis: bij opzegging door de werkgever loopt de opzeggingstermijn niet gedurende de dagen inhaalrust die worden toegekend bij toepassing van art. 26bis van de Arbeidswet van 16.03.1971.
      De wet van 22.04.2003 voegt hieraan toe dat bij opzegging door de werkgever, de opzeggingstermijn ook niet loopt gedurende de dagen inhaalrust die worden toegekend bij toepassing van art. 8, § 3 van de wet van 14.12.2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector.
    • wijziging art. 51bis: de uitvoering van de arbeidsovereenkomst kan bij toepassing van de artikelen 49, 50 en 51 maar worden geschorst wanneer de werknemer alle volledige dagen inhaalrust waarop hij recht heeft o.m. ingevolge de artikelen 16 en 26bis van de Arbeidswet van 16.03.1971, reeds heeft toegekend gekregen.
      De wet van 22.04.2003 voegt hieraan toe dat ook alle inhaalrust, waarop de werknemer recht heeft ingevolge art. 7, § 3 en art. 8, § 3 van de wet van 14.12.2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector, reeds toegekend moet zijn geweest voor dat schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst mogelijk is.
    • wijziging art. 59: voor overheidswerkgevers die niet onder de CAO-wet van 05.12.1968 ressorteren, wordt de opzeggingstermijn voor arbeiders, bij opzegging door de werkgever vastgesteld op:
      1. 35 dagen wat de arbeiders betreft die tussen 6 maanden en minder dan 5 jaar anciënniteit tellen; 
      2. 42 dagen wat de arbeiders betreft die tussen 5 en minder dan 10 jaar anciënniteit tellen; 
      3. 56 dagen wat de arbeiders betreft die tussen 10 en minder dan 15 jaar anciënniteit tellen;
      4. 84 dagen wat de arbeiders betreft die tussen 15 en minder dan 20 jaar anciënniteit tellen;
      5. 112 dagen wat de arbeiders betreft die 20 of meer jaar anciënniteit tellen

    naar boven