chat-altchatcrossloginquestion-circlesearchsmileystarthumbup-downwarning
Vlaanderen
Contacteer ons
    Terug naar overzicht Stuur een e-mail

    Stuur een e-mail naar 1700, de informatiedienst voor al uw vragen aan de overheid.
    U ontvangt een kopie van uw bericht.

    Terug naar overzicht Chat met ons
    Uw chatgesprek wordt automatisch gestart zodra er een medewerker beschikbaar is.
    Even geduld, uw positie in de wachtrij wordt bepaald.

    Analyse van de Programmawet van 9 juli 2004 (B.S. 15.07.2004)

    Arbeidsongevallen (maximumbedrag begrafenisvergoeding) - art. 276 t/m 280:

    • Toepassingsgebied: MVG, WI, VOI  
    • Uitwerking: 1 september 2004 - 1 januari 2005  
    • Inhoud:

    Art. 278 van de programmawet van 9 juli 2004 wijzigt het maximumbedrag van het jaarloon dat voor de berekening van de vergoedingen en renten in geval van arbeidsongevallen (privé-sector) in aanmerking wordt genomen.

    Vanaf 1 januari 2004 bedroeg dit maximumbedrag 26.410,73 euro.

    Ingevolge artikel 278 van de programmawet van 9 juli 2004 wordt dit bedrag als volgt opgetrokken:

    • vanaf 1 september 2004: 31.578 euro 
    • vanaf 1 januari 2005: 32.106 euro.

    Alhoewel het hier een wijziging van de arbeidsongevallenwet privé-sector betreft, heeft dit een invloed voor de toekenning van de begrafenisvergoeding.

    In de diverse statuten (VPS; PSWI en stambesluit VOI) is immers opgenomen dat de begrafenisvergoeding het twaalfde niet mag overschrijden van het bedrag vastgesteld bij toepassing van artikel 39, eerste, derde en vierde lid van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971.

    Het maximumbedrag van de vergoeding bedroeg vanaf 1 januari 2004 2.200,85 euro (1/12 van 26.410,73 euro).

    Vanaf 1 september 2004 bedraagt dit 2.631,50 euro (1/12 van 31.578 euro). Vanaf 1 januari 2005 bedraagt dit 2.675,50 euro (1/12 van 32.106 euro).

    Terzijde moet worden opgemerkt dat, om de discriminatie tussen de regeling privé-sector en publieke sector enigszins te overbruggen, in uitvoering van het intersectoraal akkoord 2003-2004 het bedrag van 21.047,40 euro bedoeld in artikel 4, §1, tweede lid van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg van en naar het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector werd verhoogd met 1 % tot 21.257,87 euro met ingang van 23 mei 2003 (KB van 6 mei 2003 - art. 1).

    Er werd afgesproken deze problematiek om de twee jaar automatisch op het Comité A te agenderen met het oog op een eventuele indexatie.

    De huidige verhoging van de bedragen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 (privé-sector) vergroot opnieuw het verschil met de regeling "openbaar ambt", van inhaaloperatie is dus nog geen sprake. Ook blijft er een frappant verschil met de openbare instellingen die middels een verzekeringspolis een dekking voorzien tot 100.000 of 125.000 euro.

    naar boven

    Startbanen: (art. 260 e.v. programmawet):

    • Toepassingsgebied: MVG, WI, VOI
    • Uitwerking: 1 september 2004 (tenzij hierna anders bepaald is)
    • Inhoud:

    1) Welke jongeren kunnen in een startbaan worden aangeworven?

    De jongere moest net vóór zijn aanwerving:

    • ingeschreven zijn als werkzoekende; 
    • minder dan 26 jaar oud zijn.

    Ook elkeen van buitenlandse afkomst of persoon met een handicap moest aan bovenvermelde 2 voorwaarden net vóór de aanwerving voldoen.

    Ingevolgde de wijziging moet aan de 2 voorwaarden voldaan zijn op het ogenblik van indiensttreding bij een werkgever.

    De voorwaarde van ingeschreven te zijn als werkzoekende is niet van toe-passing voor de jongere die in dienst treedt en met de uitvoering van hun startbaanovereenkomst aanvangen vóór 1 januari van het jaar waarin ze 19 jaar worden.

    2) de startbaanoverenkomst:

    Arbeidsovereenkomsten worden enkel als startbaanovereenkomst beschouwd indien de jongere werd aangeworven op basis van een geldige startbaan-kaart.

    De Programmawet voorziet in een specifieke regeling wat betreft de startbaankaart en het afleveren ervan voor de jongere die in dienst wordt genomen vóór 1 januari van het jaar waarin hij of zij 19 jaar wordt.

    naar boven

    Moederschapsverlof (art. 289):

    • Toepassingsgebied: 
      • Vlaamse Gemeenschap (ministerie en WI) en VOI 
      • Statutair en contractueel personeel
    • Uitwerking: 01.07.2004 (art. 291) - alleen van toepassing voor bevallingen op 01.07.2004 en later
    • Inhoud:

    Wijziging van art. 39 van de Arbeidswet van 16.03.71

      Verschillen
      Nieuwe stelsel Vroegere stelsel
    Begin prenataal verlofweek 6de week (meerling: 8ste) voor de vermoedelijke bevallingsdatum 7de week (meerling: 9de week) voor de vermoedelijke bevallingsdatum
    Verplicht postnataal verlof 9 weken na de bevalling 8 weken na de bevalling
    Mogelijkheid tot verlenging postnataal verlof 1. met een periode waarvan de duur gelijk is aan de duur van de periode waarin verder werd gewerkt vanaf de 6de week voor de werkelijke bevallingsdatum (meerling: 8ste week)(gewerkte dagen tijdens 7 dagen voor werkelijke bevallingdatum tellen niet mee) 1. met een periode waarvan de duur gelijk is aan de duur van de periode waarin verder werd gewerkt vanaf de 7de week voor de werkelijke bevallingsdatum (meerling: 9de week)(gewerkte dagen tijdens 7 dagen voor werkelijke bevallingdatum tellen niet mee)
    2. meerling: max. 2 weken bovenop postnataal verlof (eventueel reeds verlengd conform 1)

    -

    3. opname pasgeboren kind na eerste 7 dagen in verplegingsinstelling: verlenging met duur opname (max. 24 weken) 3. opname pasgeboren kind in verplegingsinstelling gedurende tenminste de eerste 8 weken vanaf de geboorte: uitstel mogelijk van verlenging postnataal verlof
    Opmerking: wat men betaalt is een statutaire kwestie  

    naar boven

    Adoptieverlof (art. 292 e.v.):

    • Toepassingsgebied:
      • Vlaamse Gemeenschap (ministerie - WI) en VOI
      • contractueel personeel alleen (wijziging arbeidsovereenkomstenwet van 03.07.1978)
    • Uitwerking: 10 dagen na publicatie in BS (15.07.2004 ? 25.07.2004). Alleen ingeval de inschrijving in het bevolkings- of vreemdelingenregister heeft plaats gevonden na de inwerkingtreding van de Programmawet van 09.07.04.
    • Inhoud:
      Nieuwe regeling arbeidsovereenkomstenwet

    Opvangverlof VPS

    max. duur 6 weken (kind jonger dan 3j.)
    4 weken (kind jonger dan 8j.)
    6 weken (kind jonger dan 3j.)
    4 weken (kind jonger dan 10j.)
    min. duur 1 week of veelvoud van 1 week geen expliciete regeling
    aanvang binnen 2 maanden volgend op inschrijving in bevolkings- of vreemdelingenregister geen expliciete regeling (verlof neemt pas een aanvang bij opname van het kind in het gezin)
    verdubbeling - kind met lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van tenminste 66%
    - kind met aandoening van tenminste 4 punten in pijler 1 van de medisch-sociale schaal kinderbijslagregeling
    kind is mindervalide (art. 47 gecoördineerde wetten kinderbijslag; art. 26 KB van 08.04.1976 gezinsbijslag zelfstandigen)
    einde op moment dat kind de leeftijd van 8 jaar bereikt tijdens de opname van het verlof geen expliciete regeling
    financiële regeling uitkering ziekteverzekering (tenzij Koning gedeelte ten laste legt van werkgever) behoud loon
    ontslagbescherming werkgever mag geen handeling stellen tot eenzijdige beëindiging
    * periode: 2 maand voor adoptie-verlof tot 1 maand na adoptie-verlof
    * sanctie: 3 maand loon bovenop verbrekingsvergoeding (geen cumul met andere bijz. ontslagvergoedingen)

    -

    Conclusie:

    Aangezien de Vlaamse statutaire regeling in globo nog gunstiger blijft, dan de nieuwe federale bepalingen geeft deze wet, inzake het adoptieverlof, geen aanleiding tot wijziging van het statuut.

    naar boven