chat-altchatcrossloginquestion-circlesearchsmileystarthumbup-downwarning
Vlaanderen
Contacteer ons
    Terug naar overzicht Stuur een e-mail

    Stuur een e-mail naar 1700, de informatiedienst voor al uw vragen aan de overheid.
    U ontvangt een kopie van uw bericht.

    Terug naar overzicht Chat met ons
    Uw chatgesprek wordt automatisch gestart zodra er een medewerker beschikbaar is.
    Even geduld, uw positie in de wachtrij wordt bepaald.

    Analyse van de Programmawet van 11 juli 2005 (B.S. 12.07.2005)

    Titel II. Werk - Hoofdstuk I: arbeidsongevallen - art. 2 t/m 6

    • Toepassingsgebied:
      Deze wet is niet van toepassing op de personen op wie de wet van 3 juli 1967 betreffende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, ongevallen op de weg naar en van het werk en voor de beroepsziekten in de overheidssector toepasselijk wordt verklaard. Enkel van toepassing op de openbare instellingen die onder toepassing vallen van de wet van 10 april 1971 (Export Vlaanderen en VITO(1)). Toch kunnen deze wijzigingen een impact hebben op de diensten van de Vlaamse Regering en de meeste VOI ingeval van tijdelijke arbeidsongeschiktheid. In dat geval dient voor het bepalen van de vergoeding een vergelijking te worden gemaakt met de wet van 10 april 1971 en dient het meest gunstige te worden toegepast.
    • Uitwerking: 1 juli 2005 voor ongevallen overkomen vanaf die datum
    • Inhoud:
    • Vakantiegeld wordt niet beschouwd als loon voor de berekening van de vergoedingen verschuldigd voor de tijdelijke arbeidsongeschiktheid; 
    • In afwijking hiervan wordt voor de bediende van wie de arbeidsovereenkomst beëindigd wordt het vakantiegeld wel als loon beschouwd voor de berekening van de vergoedingen verschuldigd voor tijdelijke arbeidsongeschiktheid vanaf de datum van het einde van de arbeidsovereenkomst. 
    • Voor de in artikel 37 ter opgenomen berekening van de vergoeding verschuldigd voor tijdelijke arbeidsongeschiktheid geven de dagen wettelijke vakantie geen recht op een vergoeding.

    naar boven

    Titel II. Werk - Hoofdstuk II: studenten art. 2 t/m 6 en 39 

    • Toepassingsgebied: MVG; VOI; WI 
    • Uitwerking: 22 juli 2005 
    • Inhoud:
    1. aantal arbeidsdagen
      Het aantal arbeidsdagen in het kader van een overeenkomst waarvoor de gewone sociale zekerheidsbijdragen niet verschuldigd (wel de solidariteitsbijdrage) zijn wordt gebracht op 46 dagen in plaats van 23. Dit wil zeggen, 23 dagen in de loop van de maanden juli, augustus en september en 23 dagen gedurende de andere maanden van het jaar.Indien dit aantal dagen in de loop van de ene of andere periode overschreden wordt zijn de gewone sociale zekerheidsbijdragen (werkgever en werknemer) verschuldigd (en niet de solidariteitsbijdrage) op alle prestaties als jobstudent van die periode.
    2. bedrag solidariteitsbijdrage 
      Voor de studenten die tijdens de maanden juli, augustus en september maximaal 23 arbeidsdagen werken blijft de solidariteitsbijdrage vastgesteld op 7,5% (5% ten laste van werkgever en 2,5% ten laste van de werknemer). Voor studenten die gedurende de periodes van niet verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstelling met uitzondering van de maanden juli, augustus en september, maximaal 23 arbeidsdagen werken, bedraagt de solidariteitsbijdrage 12,5% (8% ten laste van de werkgever en 4,5% ten laste van de werknemer).
    3. fiscaliteit 
      Opdat de studenten verder fiscaal ten laste van hun ouders zouden kunnen beschouwd worden mag de student vanaf aanslagjaar 2006 (inkomstenjaar 2005) een bezoldiging ontvangen tot een bedrag van 1.500 euro per jaar (belastbaar en na aftrek van forfaitaire kosten).

    naar boven

    Titel II. Werk - Hoofdstuk III: werkbonus art. 8 

    • Toepassingsgebied: MVG; VOI; WI 
    • Uitwerking: 1 april 2005 (nog uitvoeringsKB te nemen) 
    • Inhoud:

    Op 15 april 2005 keurde de federale ministerraad een ontwerp van KB goed waarbij de werkbonus voor de contractuelen in de private sector verhoogd werd:

    • vanaf 1 april 2005 van maximaal 105 euro tot 125 euro; 
    • vanaf 1 januari 2006 van maximaal 125 euro tot 140 euro.

    Met werkbonus wordt bedoeld: maatregelen om de werkloosheidsval te vermijden, in casu door verhoging van de RSZ-vermindering lage lonen.

    Deze verhoging van de werkbonus is het gevolg van een afspraak uit het interprofessioneel akkoord, ten gevolge van het afschaffen van het belastingskrediet voor lage lonen (uiteraard voor zowel private als overheidssector).

    Ook de loongrenzen werden aangepast. De volledige werkbonus wordt verleend voor voltijdse prestaties aan een brutomaandsalaris kleiner of gelijk aan 1.210 euro. De werkbonus valt weg vanaf een brutomaandsalaris van 1.670 euro (vanaf 1 januari 2006: 1.996 euro).

    Het ontwerp-KB maakt inzake de verhoging van de werkbonus onderscheid tussen de onderworpenen in de private en de overheidssector. De Koning had evenwel geen volmacht om tussen de huidige onderworpenen van de werkbonus te differentiëren.

    Deze bevoegdheid voor de Koning tot differentiatie wordt dus geregeld in artikel 8 van de programmawet van 11 juli 2005.

    Noot: Initieel werd de beperking (private sector) niet gecommuniceerd. Pas op 2 juni 2005 werd op de website van de RSZ vermeld dat de verhoging van de werkbonus slechts zou gelden voor de private sector, met als gevolg dat vele overheidsdiensten de werkbonus verhoogden (ook zo bij MVG).

    Op datum van heden is het kwestieuze KB nog niet gepubliceerd en is federaal openbaar ambt bezig met een specifieke maatregel openbaar ambt (comité A). De verhoging van de werkbonus wordt dus tot nader order toegepast op MVG.

    naar boven

    Titel III. Pensioenen - Hoofdstuk I: betaling controle op toegestane arbeid art. 10 t/m 11 

    • Toepassingsgebied: MVG; VOI; WI 
    • Uitwerking: door Koning te bepalen 
    • Inhoud:

    De controle op de toegestane arbeid in verband met de cumulatie met pensioenen is door artikel 11 van het uitstapbesluit ook van toepassing op de uitstapregeling. Blijkbaar zal de federale overheid binnenkort de controlemodaliteiten in verband met de cumulatie wijzigen. Is dus op te volgen.

    naar boven

    Titel III. Pensioenen - Hoofdstuk II: betaling van het pensioen van de maand van overlijden art. 12 t/m 14 

    • Toepassingsgebied: MVG; VOI; WI 
    • Uitwerking: 1 augustus 2005 
    • Inhoud:

    De regeling inzake de al dan niet betaling van het pensioen van de maand van overlijden die geldt in de sector van de overheidspensioenen, wordt afgestemd op wat geldt in de sector van de werknemers en de zelfstandigen. Dat betekent dat de betaling zal geconditioneerd worden door de datum van overlijden, enerzijds, en de hoedanigheid van de nabestaande, anderzijds.

    Deze kwestie wordt hier vermeld aangezien de VOI's die een eigen pensioenregeling hebben, deze zullen moeten aanpassen aan deze nieuwe regeling.

    naar boven

    Titel IV. Sociale Zaken en Volksgezondheid - Hoofdstuk V: kinderbijslag art. 22 t/m 24 

    • Toepassingsgebied: MVG; VOI; WI 
    • Uitwerking: 1 september 2005 
    • Inhoud:

    Vanaf 1 september 2005 wordt als algemeen principe gesteld dat de in aanmerking te nemen datum voor het begin of het einde van de toekenning van de kinderbijslag, of een wijziging van het bedrag, wordt vastgesteld op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het recht op kinderbijslag ontstaat.

    naar boven

    Titel VII. Diverse bepalingen - Hoofdstuk II: vakbondspremie art 62 t/m 64 

    • Toepassingsgebied: VOI's 
    • Uitwerking: 22 juli 2005 
    • Inhoud:

    De wijzigingen aan de wet van 1/9/1980 betreffende de toekenning en de uitbetaling van een vakbondspremie aan sommige personeelsleden van de overheidssector, hebben betrekking op de afschaffing van het Fonds voor vakbondspremies dat bij de diensten van de Eerste Minister werd opgericht. De Koning bepaalt het bedrag en de stortingsmodaliteiten voor de diensten (o.a. VOI's, lokale en plaatselijke overheidsdiensten) die bijdragen zijn verschuldigd voor de vakbondspremie ( KB 20/7/2005). Deze wijzigingen hebben geen gevolgen op het MVG en WI's.


    (1) VREG ressorteert onder de wet van 3 juli 1967 maar moet onder het toepassingsgebied van deze wet nog worden opgenomen

    naar boven