Fiscale regeling prestatietoelagen

Op grond van hoofdstuk II van de wet van 21 december 2007 wordt vanaf 1 januari 2008 een gunstige sociaalrechtelijke en fiscale behandeling voorzien voor niet-recurrente resultaatgebonden voordelen.

De voordelen gebonden aan collectieve resultaten, die afhangen van de verwezenlijking van aflijnbare, transparante, definieerbare en verifieerbare doelstellingen worden voor de berekening van de RSZ-bijdragen tot een bedrag van 2.200 euro per jaar uitgesloten van het loonbegrip.

Tot datzelfde plafondbedrag dient er evenmin belastingen op betaald te worden.

Deze regeling is echter niet van toepassing op de prestatietoelagen zoals voorzien in het VPS, aangezien de wet enkel van toepassing is op de werkgevers en werknemers die onder het toepassingsgebied vallen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (artikel 2 van de wet), met andere woorden de private sector.

Daarnaast worden in deze nieuwe regeling enkel prestatietoelagen bedoeld die gebaseerd zijn op collectieve doelstellingen, dus als het ware op ondernemingsniveau.

De wet van 29 december 2010 houdende diverse bepalingen heeft een wijziging aangebracht aan de procedure, maar het toepassingsgebied blijft ongewijzigd (werkgevers die onder wetgeving CAO vallen). 

naar boven