• Toepassingsgebied: DVO
  
• Uitwerking: zie per onderwerp
• Inhoud:

Volgende belangrijke elementen zijn in deze wet opgenomen:

• Aftrekken maaltijdcheques als beroepskosten voor de werkgever;
• Verhoging percentage bedrijfsvoorheffing wetenschappelijk onderzoek dat niet moet doorgestort worden;
• Verhoging fiscaal vrijgesteld bedrag fietsvergoeding woon-werkverkeer en indexatie;
• Uitstel betaling bedrijfsvoorheffing;
• Optrekken bedrag arbeidsongevallen;
• Vergoeding profylactisch verlof zwangere werkneemsters;
• Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing

1. Aftrekken maaltijdcheques als beroepskosten voor de werkgever (artikel 7):

De maaltijdcheques zijn reeds geruime tijd vrijgesteld van belastingen en RSZ-bijdragen als aan 7 voorwaarden cumulatief zijn voldaan.

De werkgever die de cheques toekende kon deze echter niet als beroepskost aftrekken.

Vanaf 1 februari 2009 kan de werkgever maximaal 1 euro per maaltijdcheque als beroepskost aftrekken, ongeacht het bedrag van de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque.

(niet van toepassing op de publiekrechtelijke instellingen, behalve voor de instellingen die als NV zijn opgericht).

2. Verhoging percentage bedrijfsvoorheffing wetenschappelijk onderzoek dat niet moet doorgestort worden (artikel 16):

Vanaf 1 januari 2009 wordt voor de erkende wetenschappelijke instellingen het percentage van de bedrijfsvoorheffing dat niet moet worden doorgestort opgetrokken van 65% naar 75%.

3. Verhoging fiscaal vrijgesteld bedrag fietsvergoeding woon-werkverkeer en indexatie (artikel 25 e.v.) – ter beschikking stellen van een fiets:

Vanaf het aanslagjaar 2010 (inkomstenjaar 2009) wordt de fiscale vrijstelling van 0,15 euro per kilometer voor verplaatsingen met de fiets tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling opgetrokken tot 0,20 euro per kilometer (wet van 27 maart 2009 tot wijziging van artikel 38 WIB).

Het bedrag van 0,15 euro was een vast bedrag dat niet werd geïndexeerd.

Nieuw is ook dat het fiscaal vrijgestelde bedrag voortaan wordt geïndexeerd (het basisbedrag bedraagt 0,145 euro per kilometer). Geïndexeerd vanaf 1 januari 2009: 0,20 euro per kilometer (wijziging van artikel 178 WIB).

Indien de werkgever een fiets ter beschikking stelt voor de verplaatsingen tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling, dan is het voordeel dat hieruit voortvloeit volledig fiscaal vrijgesteld, zelfs indien die fiets voor ander privégebruik zou worden aangewend.

De kosten die de werkgever maakt om het gebruik van de fiets door de personeelsleden aan te moedigen zijn voor de werkgever ten belope van 120% aftrekbaar als beroepskosten (niet van toepassing op de publiekrechtelijke instellingen, behalve voor de instellingen die als NV zijn opgericht).

4. Uitstel betaling bedrijfsvoorheffing (artikel 20):

Op grond van artikel 412 WIB is de bedrijfsvoorheffing betaalbaar binnen de 15 dagen na het verstrijken van de maand waarin de inkomsten werden betaald of toegekend.

Voor het verbeteren van de liquiditeitspositie van de ondernemingen wordt voorzien dat de bedrijfsvoorheffing ingehouden op de lonen voor de maanden maart tot en met augustus 2009 slechts betaalbaar is binnen de 15 dagen na het verstrijken van de derde maand die volgt op de maand van toekenning van het salaris.

5. Optrekken bedrag arbeidsongevallen → begrafenisvergoeding (artikel 50):

De begrafenisvergoeding (artikel VII 92 VPS) mag het twaalfde niet overschrijden van het bedrag vastgesteld bij toepassing van artikel 39, eerste, derde en vierde lid van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971.

Vanaf 1 januari 2009 bedraagt het maximumbedrag 3.067,48 euro (1/12 van 36.809,73 euro – in 2008 bedroeg het maximum 2.924,99 euro).

6. Profylactisch verlof zwangere werkneemsters (artikel 30-33):

Vanaf 2010 genieten alle zwangere werkneemsters die in het kader van een profylactisch verlof van het werk worden verwijderd, 90% van hun (begrensde) nettoloon.

Deze wijziging is van belang voor de zwangere werkneemsters die geen beroep kunnen doen op het Fonds voor Beroepsziekten. Zij ontvangen momenteel immers slecht 60% van hun (begrensde) brutoloon.

7. Vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing overwerk:

Werkgevers onderworpen aan de CAO-wetgeving (dus niet overheidssector) zijn vrijgesteld van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor de bezoldigingen van hun werknemers op overwerk. Deze vrijstelling van doorstorting geldt per jaar en per werknemer slechts voor de eerste 65 uren die hij als overwerk presteert.

Vanaf 1 januari 2009 worden hieraan volgende wijzigingen aangebracht:

• de vrijstelling geldt voor de eerste 130 uren in plaats van 65 uren;
• het toepassingsgebied wordt uitgebreid tot de autonome overheidsbedrijven NMBS-holding, Infrabel, Belgacom en de Post.

Daarnaast bestaat ook een vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing ploegenarbeid die evenmin van toepassing is op de overheid – zie bijkomende duiding .

naar boven