Gedaan met laden. U bevindt zich op: Begeleidingsplan bij personeelsplan (2) Bijkomende informatie

Begeleidingsplan bij personeelsplan (2)

Onderhandeling van de begeleidingsplannen bij de personeelsplannen in het Sectorcomité XVIII en voorbereiding in de betrokken overlegcomités (art. 2, §1 van de wet van 19 december 1974 en art. 3, 12° van het KB van 29 augustus 1985)

1. Op 11 maart 1999 bracht het college van secretarissen-generaal een advies uit over het ontwerpbesluit van de Vlaamse regering houdende toekenning van een verlof dat voorafgaat aan de pensionering voor de ambtenaren van de diensten van de Vlaamse regering.

Het college stelt vast dat de begeleidingsplannen onderhandelingsmaterie zijn voor het Sectorcomité XVIII.

Omwille van de functionaliteit en in het streven naar verdere responsabilisering van het laagst mogelijke niveau, stelt het college van secretarissen-generaal voor om de begeleidingsplannen voor te bereiden in de betrokken overlegcomités (BOC's en TOC's).

In haar zitting van 5 oktober 1999 keurde de Vlaamse regering het ontwerpbesluit houdende toekenning van een verlof dat voorafgaat aan de pensionering voor de ambtenaren van de diensten van de Vlaamse regering goed.

2. Uit de samenlezing van artikel 2, §1 van de wet van 19 december 1974(1) en artikel 3, 12° van het KB van 29 augustus 1985(2) blijkt dat over het verlof voorafgaand aan het pensioen moet onderhandeld worden.

In artikel 6 van het bovenvermeld besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 1999 wordt bepaald dat er per organisatorische entiteit waarvoor een personeelsplan wordt opgemaakt, eveneens een begeleidingsplan zal worden opgesteld.

In het begeleidingsplan wordt o.m. bepaald voor welke categorieën van personeel het verlof dat voorafgaat aan de pensionering een recht of een gunst is, ofwel niet mogelijk is, ofwel onderworpen aan bepaalde voorwaarden (cfr. CAO 97-98).

Aangezien het begeleidingsplan voorwaarden vaststelt waaronder het verlof voorafgaand aan de pensionering wordt toegestaan, dient over dit begeleidingsplan onderhandeld te worden, conform voormelde artikelen van de syndicale regelgeving.

Niets belet echter dat een leidend ambtenaar voor zijn entiteit het begeleidingsplan voorafgaand in het betrokken overlegcomité (informeel) kan bespreken of voorbereiden.

Maar naast dit informeel overleg dient conform de voormelde syndicale regeling uiteraard onderhandeld te worden over deze aangelegenheid in het bevoegde onderhandelingscomité in casu het Sectorcomité XVIII.

Bron: Mededeling dd. 23 november 1999 aan de leden van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap en Vlaams Gewest

_____________________________________________________________________________________________________________

(1) Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
(2) KB van 29 augustus 1985 tot aanwijzing van de grondregelingen in de zin van art. 2, §1, 1° van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.