Gedaan met laden. U bevindt zich op: WB 9 - BVR 29 mei 2009 Overzicht wijzigende besluiten VPS

WB 9 - BVR 29 mei 2009

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft inhoudelijke en technische aanpassingen

DE VLAAMSE REGERING,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 87, §1 en §3, vervangen bij de wet van 8 augustus 1988;

Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het Gemeenschapsonderwijs, artikel 67, §2;

Gelet op het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, artikel 5;

Gelet op het decreet van 18 juli 2003 tot regeling van strategische adviesraden, artikel 12, derde lid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 29 september 2006, 16 maart 2007, 6 juli 2007, 23 mei 2008 en 5 september 2008;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 december 2008;

Gelet op protocol nr. 272.891 van 3 april 2009 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;

Gelet op het akkoord van de minister, bevoegd voor de pensioenen, gegeven op 1 april 2009;

Gelet op advies 46.363/3 van de Raad van State, gegeven op 7 mei 2009, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid;

Na beraadslaging,

BESLUIT:

Artikel 1. In artikel I 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid worden de woorden "van de intern verzelfstandigde agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid" geschrapt.

Art. 2. In artikel I 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en 23 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° aan punt 1°, tweede gedachtestreep, worden de woorden "met uitzondering van de leden van de Inspectie van het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming" toegevoegd;

2° aan punt 1°, vierde gedachtestreep, worden na het woord "instructiepersoneel" de woorden "en het technisch omkaderingspersoneel" toegevoegd;

3° er wordt een punt 20° toegevoegd, dat luidt als volgt: "20° lijnmanagement: een overlegorgaan inzake personeel en organisatieontwikkeling".

Art. 3. In artikel I 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt:

"§2. Een personeelsplan omvat:

mandaatfuncties;
permanente functies, ingenomen door ambtenaren;
tijdelijke of specifieke functies, ingenomen door contractuelen;
projectfuncties, ingenomen door ambtenaren of contractuelen."

2° er worden een paragraaf 4 en 5 toegevoegd, die luiden als volgt:

"§4. Een permanente functie kan tijdelijk vervuld worden als rotatie aangewezen is. In dat geval wordt de tijdsduur of het tijdelijke karakter van de dienstaanwijzing bekendgemaakt bij de vacantverklaring door de lijnmanager.

§5. Contractuelen kunnen in dienst genomen worden, uitsluitend om:

aan uitzonderlijke en tijdelijke personeelsbehoeften te voldoen, hetzij voor in de tijd beperkte acties, hetzij voor een buitengewone toename van het werk;
ambtenaren te vervangen bij afwezigheid;
bijkomende of specifieke opdrachten te vervullen;
te voorzien in de uitvoering van hooggekwalificeerde taken.

De Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, stelt in overleg met de functioneel bevoegde minister of ministers per entiteit, raad of instelling de lijst vast van de contractuele functies die ressorteren onder de bijkomende of specifieke opdrachten, vermeld in punt 3°, alsmede de aan die bijkomende of specifieke opdrachten verbonden geldelijke regeling, voor zover die niet door dit besluit of een andere reglementering wordt geregeld.

De indienstnemende overheid bepaalt bij tewerkstelling in contractuele betrekkingen, de soort en de duur van de arbeidsovereenkomst, tenzij die werd bepaald in dit besluit of in een andere reglementering."

Art. 4. In artikel I 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, 23 mei 2008 en 19 juli 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° aan paragraaf 1, 1°, wordt een punt d) toegevoegd, dat luidt als volgt: "d) graadverandering.";

2° aan paragraaf 1, 2°, worden de volgende woorden toegevoegd: "en eventueel graadverandering.";

3° aan paragraaf 1, 3°, worden de volgende woorden toegevoegd : "en/of aanwerving vanuit de externe arbeidsmarkt.";

4° in paragraaf 2 worden de woorden "rang A2" telkens vervangen door de woorden "rang A2E".

Art. 5. In artikel I 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in paragraaf 1 wordt het bedrag "100 euro" vervangen door het bedrag "150 euro";

2° in paragraaf 2 wordt het woord "bulkbiljet" vervangen door het woord "treinbiljet".

Art. 6. In deel I, titel 4, van hetzelfde besluit wordt een artikel I 20bis ingevoegd, dat luidt als volgt:

"Art. I 20bis. In afwachting van de omvorming van de Vlaamse openbare instelling Vlaams Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie tot een EVA, maakt het Vlaams Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie, in afwijking van artikel I 2, deel uit van de diensten van de Vlaamse overheid en van de interne arbeidsmarkt voor:

de vervulling van statutaire vacatures, als vermeld in artikel I 5 en VI 1;
de herplaatsing, als vermeld in artikel I 16;
de toepassing van deel V, titel 3, inzake de rechtspositie van het middenkader;
de berekening van de schaalanciënniteit, als vermeld in artikel VI 8 en VI 9;
de mobiliteit, als vermeld in deel VI, titel 4;
de bevorderingen, als vermeld in deel VI, titel 5;
het ambtshalve onbetaald verlof, als vermeld in artikel X 62, §2."

Art. 7. In artikel I 21 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt paragraaf 2 opgeheven.

Art. 8. Artikel II 11 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 9. In artikel II 12, §1, van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:

"De toestemming is ook nodig voor de cumulatie van beroepsactiviteiten tijdens een verlof, onverminderd andere reglementaire bepalingen."

Art. 10. In artikel III 3, § 1, 1°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 januari 2009, worden de woorden "na advies van de selector, van die voorwaarde worden afgeweken als de functie voorkomt op de lijst van knelpuntfuncties binnen de diensten van de Vlaamse overheid die door de Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken wordt vastgesteld" vervangen door de woorden "van die voorwaarde worden afgeweken als de functie voorkomt op de lijst van knelpuntfuncties binnen de diensten van de Vlaamse overheid die door de Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, wordt vastgesteld na advies van de selectoren".

Art. 11. In artikel III 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de woorden "de selector" vervangen door de woorden "de lijnmanager" en worden de woorden "het lijnmanagement" vervangen door de woorden "de selector".

Art. 12. In artikel III 8 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in het tweede lid worden de woorden "de deelnemingsvoorwaarden" vervangen door de woorden "de statutaire voorwaarden of de voorwaarden van het selectiereglement";

2° tussen het tweede en het derde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Naargelang van het aantal inschrijvingen kan de selector een voorselectie organiseren, waarin wordt beoordeeld of de kandidaten voldoen aan de profielvereisten.";

3° aan het negende lid wordt de volgende zin toegevoegd: "De kandidaten worden in kennis gesteld van de motivering van een eventuele uitsluiting op basis van een test of selectie.";

4° er wordt een elfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De betrokken lijnmanagers kunnen in onderling akkoord de duur verlengen van een reserve die voor één of meer entiteiten, raden of instelling werd aangelegd. De lijnmanager van het Departement Bestuurszaken kan de duur verlengen van een reserve die voor alle diensten van de Vlaamse overheid werd aangelegd."

Art. 13. In artikel III 9, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "de concrete inhoud van de testen" vervangen door de woorden "de aard van de testen" en worden de woorden "de criteria van geschiktheid of geslaagd zijn" vervangen door de woorden "de criteria op basis waarvan de geschiktheid of het geslaagd zijn beoordeeld worden".

Art. 14. In artikel III 10 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in het eerste lid worden de woorden "kandidaten uit de horizontale mobiliteit, bevordering van geslaagden voor overgangsexamens of competentieproeven voor de graad in kwestie toegelaten overeenkomstig artikel I 5" vervangen door de woorden "kandidaten uit de procedures, vermeld in artikel I 5, §1 en §2, toegelaten";

2° in het vierde lid worden de woorden ", naargelang hij een interne of externe kandidaat is, aangeworven of bevorderd in de betrekking, of overgeplaatst naar de betrekking via horizontale mobiliteit" vervangen door de woorden "aangeworven of bevorderd in de betrekking, of overgeplaatst naar de betrekking".

Art. 15. In artikel III 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de woorden "deelnemen aan een vacature-invulling" vervangen door de woorden "overgeplaatst worden".

Art. 16. In artikel III 15, §1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt het derde lid opgeheven.

Art. 17. In artikel III 16 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, worden paragraaf 2 en 3 vervangen door wat volgt:

"§2. Ten minste op het einde van de proeftijd wordt een evaluatiegesprek gehouden. Het evaluatiegesprek wordt vastgelegd in een verslag dat de evaluatoren opstellen. De geëvalueerde kan opmerkingen toevoegen aan het evaluatieverslag. Artikel IV 3, IV 4, IV 5, §2, en IV 6 zijn van toepassing op de evaluatie van het personeelslid.

§3. Na de minimumduur van de proeftijd voor niveau A, B en C kunnen de evaluatoren na elk evaluatiegesprek beslissen dat de proeftijd van de ambtenaar op proef wordt beëindigd. Dat gesprek geldt als eindevaluatiegesprek van de proeftijd.

§4. Onder voorbehoud van § 9, heeft een negatieve eindevaluatie van de proefperiode het ontslag van de ambtenaar op proef tot gevolg. Een positieve eindevaluatie heeft de vaste benoeming van de ambtenaar op proef tot gevolg.

§5. Een negatieve eindevaluatie van de proefperiode heeft het ontslag van het contractuele personeelslid tot gevolg.

§6. Het eindevaluatieverslag wordt aan het personeelslid en aan de benoemende of indienstnemende overheid betekend binnen 30 kalenderdagen na het evaluatiegesprek.

§7. Indien het evaluatieverslag niet binnen 30 kalenderdagen wordt betekend aan de ambtenaar op proef, wordt de proeftijd geacht gunstig te zijn voor de ambtenaar op proef.

§8. De ambtenaar op proef kan tegen de negatieve eindevaluatie van de proefperiode beroep instellen bij de raad van beroep binnen 15 kalenderdagen na de betekening van het eindevaluatieverslag.

De raad van beroep brengt een gemotiveerd advies uit binnen dertig kalenderdagen na ontvangst van het beroepschrift.

§9. Onder voorbehoud van artikel I 9, § 1, tweede lid, beslist de benoemende overheid over de eindevaluatie van de ambtenaar op proef binnen 15 kalenderdagen na ontvangst van het advies van de raad van beroep."

Art. 18. In artikel III 17 van hetzelfde besluit worden de woorden "Tijdens de periode waarin de einddatum van de proeftijd overschreden wordt" vervangen door de woorden "Tot de dag waarop het ontslag of de vaste benoeming ingaat".

Art. 19. Artikel III 18 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt vervangen door wat volgt:

"Art. III 18. De benoemende overheid betekent de beslissing tot ontslag of tot vaste benoeming aan de ambtenaar en de indienstnemende overheid betekent de beslissing tot ontslag aan het contractueel personeelslid."

Art. 20. In artikel III 19 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de woorden "Met ingang van de eerste werkdag die volgt op het verstrijken van de termijn voor het instellen van beroep of op de beslissing tot ontslag," vervangen door de woorden "Het ontslag van de ambtenaar op proef gaat in de eerste werkdag die volgt op het verstrijken van de termijn voor het instellen van beroep of op de beslissing tot ontslag. Met ingang van die dag".

Art. 21. In artikel III 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt: "1° de toelatingsvoorwaarden vervullen en aan de aanwervingsvoorwaarden die voor de functie zijn vastgesteld, voldaan hebben;";

2° punt 3° wordt opgeheven.

Art. 22. In artikel III 21ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, worden de woorden "of zijn rechtsopvolger" geschrapt.

Art. 23. In artikel III 22, 3°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt de datum "1 januari 2010" vervangen door de datum "31 december 2010";

Art. 24. Artikel III 24 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt vervangen door wat volgt:

"Art. III 24. De lijnmanager van het Departement Bestuurszaken kan de duur van de reserves verlengen als de geldigheidsduur nog niet verstreken is op 1 januari 2009."

Art. 25. Aan deel III, hoofdstuk 5, van hetzelfde besluit, wordt een artikel III 28 toegevoegd, dat luidt als volgt:

"Art. III 28. Zolang de lijst van knelpuntfuncties, zoals bedoeld in artikel III 3, niet in werking is getreden, kan de Vlaamse minister bevoegd voor de bestuurszaken, in afwijking van artikel III 3, op vraag van een lijnmanager en na advies van de selector bepalen dat een concrete functie een knelpuntfunctie is."

Art. 26. In artikel IV 1, §3, van hetzelfde besluit worden de woorden "wordt het personeelslid dat met pensioen gaat in de loop van dat jaar, geëvalueerd vóór zijn pensioneringsdatum" vervangen door de woorden "kan het personeelslid dat vrijwillig uit dienst treedt of op rust gesteld wordt in de loop van dat jaar, met zijn akkoord nog geëvalueerd worden vóór zijn uitdiensttreding of opruststelling".

Art. 27. In artikel IV 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in paragraaf 1 wordt het woord "eindvermelding vervangen door het woord "einduitspraak;

2° aan paragraaf 1 wordt de volgende zin toegevoegd: "Het evaluatieverslag wordt bezorgd aan de geëvalueerde binnen drie maanden na het verstrijken van de periode waarover geëvalueerd wordt."

3° aan paragraaf 3 wordt de volgende zin toegevoegd: "Het personeelslid bezorgt het evaluatieverslag met zijn eventuele opmerkingen ondertekend terug binnen 15 kalenderdagen na het ontvangen van het evaluatieverslag."

Art. 28. In artikel IV 6 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in het tweede lid wordt het woord "functioneringsgesprek" telkens vervangen door het woord "opvolgingsgesprek";

2° aan het tweede lid wordt de volgende zin toegevoegd: "Het personeelslid bezorgt de persoonlijke nota of het verslag met zijn opmerkingen ondertekend terug binnen de 15 kalenderdagen na het ontvangen van de persoonlijke nota of het verslag."

Art. 29. Artikel IV 7 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 30. In deel IV van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en 23 mei 2008, wordt het opschrift van hoofdstuk 3 vervangen door wat volgt: "Hoofdstuk 3. Beroep tegen de evaluatie onvoldoende of loopbaanvertraging".

Art. 31. In artikel IV 8, §1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in het eerste lid worden de woorden "met de vermelding 'onvoldoende' of die een beslissing tot loopbaanvertraging kreeg" vervangen door de woorden "met de einduitspraak 'loopbaanvertraging' of 'onvoldoende'";

2° in het tweede lid worden de woorden "of de beslissing tot loopbaanvertraging" vervangen door de woorden "aan de geëvalueerde".

Art. 32. Artikel IV 11 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt opgeheven.

Art. 33. In artikel V 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de woorden "of zijn rechtsopvolger" telkens geschrapt.

Art. 34. In artikel V 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt:

"§1. De titularissen van een management- of een projectleidersfunctie of de functie van algemeen directeur kunnen alleen de volgende langdurige verloven opnemen:

moederschaprust en opvangverlof;
loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen, bijstand aan of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid of ouderschapsverlof;
verlof wegens ziekte, arbeidsongeval of beroepsziekte;
verlof om een ambt uit te oefenen bij een kabinet, na goedkeuring door de Vlaamse Regering."

Art. 35. Aan artikel V 12, §2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2007, wordt een punt 5 toegevoegd, dat luidt als volgt: "5. op verzoek van de betrokken titularis, het persoonlijke gebruik van een dienstwagen in binnen- en buitenland."

Art. 36. In artikel V 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° het woord "vermelding" wordt telkens vervangen door het woord "uitspraak";

2° in paragraaf 1, eerste lid, wordt tussen de eerste en de tweede zin de volgende zin ingevoegd: "Ook de titularis van een management– of projectleidersfunctie van N-niveau en de titularis van de functie van algemeen directeur die in de loop van het evaluatiejaar of tijdens de evaluatieperiode die volgt op het evaluatiejaar, vrijwillig uit dienst treedt of op rust gesteld wordt, wordt met zijn akkoord nog geëvalueerd over de prestaties en de wijze waarop hij zijn functie heeft uitgeoefend, in voorkomend geval ter uitvoering van de beheersovereenkomst, zowel van het afgelopen evaluatiejaar als, in voorkomend geval, van het lopende evaluatiejaar.";

3° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de zin "De evaluatie gebeurt door de opdrachtgever hierin bijgestaan door Jobpunt Vlaanderen of zijn rechtsopvolger, en een externe instantie." vervangen door volgende zinnen: "De evaluatie gebeurt door de opdrachtgever hierin bijgestaan door Jobpunt Vlaanderen. Jobpunt Vlaanderen laat zich bijstaan door een externe instantie. De Vlaamse minister bevoegd voor de bestuurszaken legt de aanstelling van de externe instantie ter bekrachtiging voor aan de Vlaamse Regering.";

4° in paragraaf 1 wordt het tweede lid opgeheven;

5° aan paragraaf 1 wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In afwijking van het derde lid wordt de jaarlijkse evaluatie die eindigt met de uitspraak 'onvoldoende' voor het Gemeenschapsonderwijs bekrachtigd door de Raad van het Gemeenschapsonderwijs.";

6° aan paragraaf 3 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In afwijking van het eerste lid wordt de titularis van de managementfunctie van N-niveau van het Gemeenschapsonderwijs gehoord door de Raad van het Gemeenschapsonderwijs."

Art. 37. In artikel V 14, 1°, van hetzelfde besluit wordt het woord "vermelding" vervangen door het woord "uitspraak".

Art. 38. In artikel V 15, van hetzelfde besluit wordt het woord "eindvermelding" vervangen door het woord "einduitspraak".

Art. 39. In artikel V 22 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt: "§1. De kandidaten worden geselecteerd op basis van de criteria vermeld in artikel V 20 en V 21 door of met bemiddeling van Jobpunt Vlaanderen."

2° in paragraaf 2 en 3 worden de woorden "of zijn rechtsopvolger" geschrapt.

Art. 40. Artikel V 27 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:

"Art. V 27. De hoofden van het secretariaatspersoneel van een strategische adviesraad kunnen alleen de volgende langdurige verloven opnemen:

moederschaprust en opvangverlof;
loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen, bijstand aan of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid of ouderschapsverlof;
verlof wegens ziekte, arbeidsongeval of beroepsziekte;
verlof om een ambt uit te oefenen bij een kabinet, na goedkeuring door de Vlaamse Regering."

Art. 41. Aan artikel V 29 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt:

"§3. De functionele minister beslist over het persoonlijke gebruik van een dienstwagen in binnen- en buitenland."

Art. 42. In artikel V 30 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:

"Het hoofd van het secretariaatspersoneel van een strategische adviesraad wordt jaarlijks geëvalueerd over de prestaties en de wijze van functie-uitoefening door de strategische adviesraad, hierin bijgestaan door Jobpunt Vlaanderen. Jobpunt Vlaanderen laat zich bijstaan door een externe instantie. De Vlaamse minister bevoegd voor de bestuurszaken legt de aanstelling van de externe instantie ter bekrachtiging voor aan de Vlaamse Regering.

Ook het hoofd van het secretariaatspersoneel van een strategische adviesraad die in de loop van het evaluatiejaar of tijdens de evaluatieperiode die volgt op het evaluatiejaar, vrijwillig uit dienst treedt of op rust gesteld wordt, wordt met zijn akkoord nog geëvalueerd over de prestaties en de wijze waarop hij zijn functie heeft uitgeoefend zowel van het afgelopen evaluatiejaar als, in voorkomend geval, van het lopende evaluatiejaar, overeenkomstig de bepalingen van het eerste lid."

Art. 43. In artikel V 31 van hetzelfde besluit wordt het woord "vermelding" vervangen door het woord "uitspraak".

Art. 44. In artikel V 35 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt: "§4. In afwijking van paragraaf 2, is artikel I 5, §5, van toepassing op de N-1 functies."

Art. 45. In artikel V 38 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 september 2006 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en 23 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in §1, tweede lid, wordt het woord "beleidsraden" vervangen door de woorden "managementorganen van een beleidsdomein";

2° in §2 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Het managementorgaan van het beleidsdomein waar er een vacature is, beoordeelt wie van de externe kandidaten voldoet aan de vereiste generieke competenties.";

3° in §2, tweede lid, worden de woorden "of zijn rechtsopvolger" geschrapt;

4° in §3, derde lid, worden de woorden "Het lijnmanagement" vervangen door de woorden "Het managementorgaan van de entiteit";

5° in §4, tweede lid, worden de woorden "de beleidsraad" vervangen door de woorden "het managementorgaan".

Art. 46. In artikel V 42 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 29 september 2006 en 16 maart 2007, wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt:

"§2. De titularis van een management- of projectleiderfunctie van N-1 niveau kan alleen de volgende langdurige verloven opnemen:

moederschaprust en opvangverlof;
loopbaanonderbreking voor palliatieve zorgen, bijstand aan of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid of ouderschapsverlof;
verlof wegens ziekte of arbeidsongeval of beroepsziekte;
verlof om een ambt uit te oefenen bij een kabinet;
verlof voor een project, dat de Vlaamse Regering heeft goedgekeurd."

Art. 47. Artikel V 48 en V 50 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 48. In deel V, titel 5, van hetzelfde besluit wordt hoofdstuk 2, bestaande uit artikel V 52, opgeheven.

Art. 49. In artikel V 53 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt paragraaf 1 opgeheven.

Art. 50. Artikel V 54 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 51. Aan artikel VI 1 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in het tweede lid worden tussen het woord "niveau" en "kan" de woorden "of de horizontale mobiliteit" ingevoegd;

2° in het derde lid wordt het woord "ander" vervangen door het woord "hoger";

3° er wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Voor de toepassing van de interne arbeidsmarkt wordt het Gemeenschapsonderwijs geacht deel uit te maken van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming."

Art. 52. Artikel VI 2 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt vervangen door wat volgt:

"Art. VI 2. Aan het slagen voor een test van de generieke competenties voor een bepaalde graad die onder meer een externe potentieelinschatting omvat, is een geldigheidsduur verbonden van zeven jaar. In die periode is de ambtenaar vrijgesteld van deelname aan soortgelijke tests voor eenzelfde graad.

Aan het slagen voor een test van de functiespecifieke competenties voor een welbepaalde functie die onder meer een externe potentieelinschatting omvat, is een geldigheidsduur verbonden van zeven jaar. In die periode is de ambtenaar vrijgesteld van deelname aan soortgelijke tests voor eenzelfde functie.

Indien de kandidaat alleen voor de externe potentieelinschatting geslaagd is, dan slaat de vrijstelling alleen op de externe potentieelinschatting.

Indien de kandidaat alleen voor de interne potentieelinschatting geslaagd is, dan kan er geen vrijstelling gegeven worden.

Indien de kandidaat een positief eindoordeel krijgt voor het geheel van de generieke of functiespecifieke competenties, dan slaat de vrijstelling op de gehele test van generieke of functiespecifieke competenties."

Art. 53. In artikel VI 11, §1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de woorden "rang A2" telkens vervangen door de woorden "rang A2E".

Art. 54. In artikel VI 14, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt het woord "ander" vervangen door het woord "hoger".

Art. 55. In artikel VI 15, §1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "In afwijking van artikel VI 11 en VI 14, eerste lid, kan de ambtenaar van rang A2 E en lager een verzoek richten aan de lijnmanager om aangewezen te worden voor herplaatsing om persoonlijke of functionele redenen, in een betrekking van een andere graad van dezelfde rang dan die welke hij bekleedt."

Art. 56. In artikel VI 17 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt de laatste zin vervangen door wat volgt: "De ontvangende lijnmanager bepaalt de duur van de proeftijd overeenkomstig deel III, hoofdstuk 3 of deel VI, titel 5, hoofdstuk 4."

Art. 57. In artikel VI 27, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt de laatste zin vervangen door wat volgt: "Tijdens de proeftijd bij aanwerving en bevordering kan de ambtenaar eenmaal overgeplaatst worden via de horizontale mobiliteit."

Art. 58. Artikel VI 29 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt vervangen door wat volgt: "Art. VI 29. In afwijking van artikel VI 18 verkrijgt het afdelingshoofd of de projectleider N-1 die wordt overgeplaatst vanuit een andere entiteit, raad of instelling, tevens de graad waarin hij vastbenoemd is. Het overplaatsingsbesluit vermeldt de termijn waarbinnen de nieuwe functie wordt opgenomen."

Art. 59. In artikel VI 30ter, §2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° punt 2°, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007, wordt vervangen door wat volgt:

"2° de diensten van de andere gemeenschappen en gewesten, van de colleges van de gemeenschapscommissies en van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen;";

2° er wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:

"3° de entiteiten en raden die niet behoren tot de diensten van de Vlaamse overheid, het Universitair Ziekenhuis Gent, de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening en de Vlaamse Radio- en Televisieomroep."

Art. 60. In artikel VI 30quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in het eerste lid worden de woorden "of zijn rechtsopvolger" geschrapt;

2° het tweede lid wordt opgeheven.

Art. 61. Artikel VI 30sexies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007, wordt opgeheven.

Art. 62. In artikel VI 30novies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in paragraaf 1 worden de woorden "of zijn rechtsopvolger" geschrapt;

2° in paragraaf 2 worden de woorden "vanaf de kennisgeving aan de kandidaat over de toekenning van deze interfederale mobiliteit" vervangen door de woorden "na de selectiebeslissing".

Art. 63. In artikel VI 30decies, §2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007, worden de woorden "daarbij mag het salaris waarop de ambtenaar ingeschaald wordt, niet lager zijn dan het salaris die hij genoot" vervangen door de woorden "daarbij mag het salaris waarop de ambtenaar ingeschaald wordt, niet lager zijn dan de som van het salaris en desgevallend de helft van de competentietoelage die hij genoot".

Art. 64. In artikel VI 32 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt het woord "ander" vervangen door het woord "hoger".

Art. 65. In artikel VI 35 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in het eerste lid worden de woorden ", maar in het geval van een bevordering na een overgangsexamen of een vergelijkende competentieproef, slechts één keer" geschrapt;

2° het tweede lid wordt opgeheven.

Art. 66. In artikel VI 39 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in paragraaf 6, vijfde lid, wordt het woord "vooraanstaande" vervangen door het woord "toonaangevende";

2° aan paragraaf 7 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De lijnmanager beslist welke kandidaten voldoen aan de functiespecifieke competenties."

Art. 67. Aan artikel VI 40, §5, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt een zesde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De lijnmanager beslist welke kandidaten voldoen aan de functiespecifieke competenties."

Art. 68. In deel VI, titel 5, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt in het opschrift van hoofdstuk 3 het woord "ander" vervangen door het woord "hoger".

Art. 69. In artikel VI 44 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, worden de woorden "of zijn rechtsopvolger" geschrapt.

Art. 70. In artikel VI 45, VI 53 en VII 41 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 wordt het woord "ander" vervangen door het woord "hoger".

Art. 71. In artikel VI 46 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° het woord "ander" wordt vervangen door het woord "hoger";

2° aan de bestaande tekst, die paragraaf 1 zal vormen, wordt een paragraaf 2 toegevoegd die luidt als volgt:

"§2. In afwijking van paragraaf 1 staat het vergelijkend overgangsexamen voor de graad van informaticus (rang A1) open voor een ambtenaar van niveau B of C die beschikt over:

ofwel een graduaats- of bachelordiploma in de informatica en drie jaar relevante informatica-ervaring;
ofwel zes jaar relevante informatica-ervaring."

Art. 72. In artikel VI 55 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in het eerste lid worden de woorden "deelnemen aan een vacature-invulling" vervangen door de woorden "overgeplaatst worden";

2° in het tweede lid wordt het woord "andere" vervangen door het woord "hogere".

Art. 73. Artikel VI 56 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt vervangen door wat volgt:

"Art. VI 56. §1. Op het einde van de proeftijd wordt een evaluatiegesprek gehouden. Het evaluatiegesprek wordt vastgelegd in een verslag dat de evaluatoren opstellen. De geëvalueerde kan opmerkingen toevoegen aan het evaluatieverslag. Artikel IV 3, IV 4, IV 5, §2, en IV 6 zijn van toepassing op de evaluatie.

Onder voorbehoud van artikel VI 57, heeft een negatieve eindevaluatie van de proefperiode de terugplaatsing in de vorige graad van de ambtenaar op proef tot gevolg. Een positieve eindevaluatie heeft de bevordering tot gevolg.

§2.Het eindevaluatieverslag wordt aan de ambtenaar op proef en aan de benoemende overheid betekend binnen 30 kalenderdagen na het evaluatiegesprek, zo niet wordt de proeftijd geacht gunstig te zijn voor de ambtenaar.

§3. Tot de dag waarop de terugplaatsing in de vorige graad of de bevordering ingaat, behoudt de ambtenaar op proef die hoedanigheid."

Art. 74. Artikel VI 57 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt vervangen door wat volgt:

"Art. VI 57. De ambtenaar op proef kan tegen de negatieve eindevaluatie van de proefperiode beroep instellen bij de raad van beroep binnen 15 kalenderdagen na de betekening van het eindevaluatieverslag.

De raad van beroep brengt een gemotiveerd advies uit binnen 30 kalenderdagen na ontvangst van het beroepschrift.

Onder voorbehoud van artikel I 9, §1, tweede lid, beslist de benoemende overheid over de eindevaluatie binnen 15 kalenderdagen na ontvangst van het advies van de raad van beroep."

Art. 75. In deel VI, titel 5, hoofdstuk 4, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt een artikel VI 57bis ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. VI 57 bis. De benoemende overheid betekent de terugplaatsing in de vorige graad of de bevordering aan de ambtenaar."

Art. 76. Artikel VI 58 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt vervangen door wat volgt: "Art. VI 58. De ambtenaar op proef wordt teruggeplaatst in zijn vorige graad met ingang van de eerste werkdag die volgt op het verstrijken van de termijn voor het instellen van beroep tegen de negatieve eindevaluatie of die volgt op de beslissing over de eindevaluatie door de raad van beroep of de benoemende overheid."

Art. 77. Aan artikel VI 59 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt een paragraaf 5 toegevoegd, die luidt als volgt: "§5. Een ambtenaar die geslaagd is voor een vergelijkende competentieproef en aan wie op basis daarvan een andere functie binnen dezelfde graad wordt aangeboden, kan die functie weigeren."

Art. 78. In deel VI, titel 6, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008 wordt hoofdstuk 3, bestaande uit artikel VI 65, vervangen door wat volgt:

"Hoofdstuk 3. Graadverandering binnen rang A1 of rang A2

Art. VI 65. §1. Als in het personeelsplan van de entiteit geen betrekking is opgenomen in de graad of graden van de wetenschappelijke loopbaan waarvan de ambtenaar titularis is, kan de benoemende overheid aan de titularis van een wetenschappelijke graad in die entiteit op zijn verzoek een graadverandering toekennen naar de overeenkomstige administratieve graad.

§2. De ambtenaar met de graad van adviseur of navorser die slaagt voor een proef waarbij de generieke en functiespecifieke competenties getest worden, kan een graadverandering naar de graad van directeur verkrijgen.

De ambtenaar met de graad van directeur of navorser die slaagt voor een proef waarbij de functiespecifieke competenties getest worden, kan een graadverandering naar de graad van adviseur verkrijgen.

§3. De ambtenaar van rang A1 die slaagt voor een vergelijkend examen voor graadverandering naar de graad van informaticus, kan een graadverandering naar de graad van informaticus verkrijgen.

Om deel te nemen aan het examen moet hij beschikken over:

1° ofwel een graduaats- of bachelordiploma in de informatica en drie jaar relevante informatica-ervaring;
2° ofwel zes jaar relevante informatica-ervaring.

§4. Bij een graadverandering als vermeld in paragraaf 1 behoudt de ambtenaar de verworven anciënniteiten. In voorkomend geval gebeurt de inschakeling op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan. De ambtenaar heeft nooit een lager salaris dan hij in zijn vorige salarisschaal zou hebben gehad volgens de regeling die van toepassing is op de datum van de graadverandering.

§5. Bij een graadverandering als vermeld in paragraaf 2 en paragraaf 3 behoudt de ambtenaar de verworven anciënniteiten. In voorkomend geval gebeurt de inschakeling op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan. De ambtenaar heeft nooit een lager salaris dan het salaris dat hij ontving op de datum van de graadverandering."

Art. 79. In deel VI, titel 6, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008 wordt hoofdstuk 3bis, bestaande uit artikel VI 65bis, opgeheven.

Art. 80. In deel VI, titel 7, van hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk 2, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, vervangen door wat volgt: "Hoofdstuk 2. De projectleiders".

Art. 81. In deel VI, titel 7, hoofdstuk 2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt het opschrift " Afdeling 1. De projectleiders" opgeheven.

Art. 82. Artikel VI 75 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt vervangen door wat volgt:

"Art. VI 75. §1. De projectleidersfuncties worden vacant verklaard en bekendgemaakt aan alle ambtenaren die voor die functies in aanmerking komen.

§2. De selector sluit, in overleg met de lijnmanager, de kandidaten die niet voldoen aan de statutaire voorwaarden of de voorwaarden in de vacature uit van deelname aan de selectie. De kandidaten worden in kennis gesteld van de motivering van de eventuele uitsluiting.

§3. In de selectieprocedure wordt onderzocht in welke mate de kandidaten voldoen aan het vereiste competentieprofiel van de functie.

§4. Het hoofd van de entiteit, raad of instelling stelt de meest geschikte kandidaat aan die als projectleider belast wordt met een project ten behoeve van die entiteit, raad of instelling.

Het hoofd van het departement van het beleidsdomein stelt de meest geschikte kandidaat aan, die als projectleider belast wordt met een project voor een beleidsdomein.

De Vlaamse Regering stelt de meest geschikte kandidaat aan als projectleider, die belast wordt met een beleidsdomeinoverschrijdend project."

Art. 83. In artikel VI 85 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt het woord "vooraanstaande" vervangen door het woord "toonaangevende".

Art. 84. In deel VI, titel 7, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008 wordt hoofdstuk 5, bestaande uit artikel VI 95 tot en met VI 100, opgeheven.

Art. 85. In artikel VI 106, 2°, d), van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de woorden "de periode van" vervangen door de woorden "de afwezigheid ingevolge".

Art. 86. In artikel VI 109 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in paragraaf 4 worden de woorden “in de instelling” vervangen door de woorden "binnen de diensten van de Vlaamse overheid en de met rechtspersoonlijkheid beklede patrimonia";

2° paragraaf 5 wordt opgeheven.

Art. 87. In artikel VI 110, VI 111 en VI 140 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt het woord "vooraanstaande" vervangen door het woord "toonaangevende".

Art. 88. In artikel VI 112 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt:

"§1. De loods met de functie van chefloods op proef wordt in vast verband benoemd, als hij:

met goed gevolg een opleiding heeft beëindigd;
geslaagd is voor de competentieproef voor zijn graad en functie

De nadere bepalingen inzake de opleiding worden vastgesteld door het bevoegde agentschap van het bevoegde beleidsdomein."

Art. 89. Artikel VI 120 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt vervangen door wat volgt:

"Art. VI 120. §1. De lijnmanager van het Departement Bestuurszaken kan de duur van de reserves van loopbaanexamens verlengen als de geldigheidsduur nog niet verstreken is op 1 januari 2009.

§2. De laureaten putten uit het feit dat ze geslaagd zijn, gelijke aanspraken voor bevordering bij een entiteit, raad of instelling, ongeacht de dienst of instelling waarvoor het examen oorspronkelijk georganiseerd werd."

Art. 90. In artikel VI 123 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt het woord "ander" vervangen door het woord "hoger" en wordt het woord "andere" vervangen door het woord "hogere".

Art. 91. In artikel VI 124 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt het woord "andere" vervangen door het woord "hogere".

Art. 92. In artikel VI 142 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° de woorden "op de datum van inwerkingtreding van dit besluit" worden telkens geschrapt;

2° tussen de woorden "wordt" en "ambtshalve" worden telkens de woorden "met ingang van 1 juni 2008" ingevoegd.

Art. 93. In artikel VI 143 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt: "§1. Een ambtenaar die tijdelijk aangesteld is als senior auditor, wordt met ingang van 1 juni 2008 ambtshalve benoemd in de graad van adviseur."

Art. 94. Artikel VI 144 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt vervangen door wat volgt:

"Art. VI 144. §1. De lijnmanager kan aan een ambtenaar met de graad van directeur eenmalig tussen 23 mei en 31 december 2009 een graadverandering toekennen naar de graad van adviseur, op voorwaarde dat die ambtenaar een functie uitoefent die een doorgedreven specialisatie in inhoudelijke materie veronderstelt. Hij is vrijgesteld van de proef waarbij de functiespecifieke competenties van de kandidaat getest worden.

§2. De lijnmanager kan aan een ambtenaar met de graad van adviseur eenmalig tussen 23 mei en 31 december 2009 een graadverandering toekennen naar de graad van directeur, op voorwaarde dat die ambtenaar een leidinggevende functie uitoefent. Hij is vrijgesteld van de proef waarbij de generieke en functiespecifieke competenties van de kandidaat getest worden.

§3. Bij graadverandering als vermeld in paragraaf 1 en paragraaf 2 behoudt de ambtenaar de verworven anciënniteiten en wordt hij ingeschakeld op de overeenkomstige trap van de functionele loopbaan. De ambtenaar heeft nooit een lager salaris dan hij in zijn vorige functionele loopbaan zou hebben ontvangen volgens de regeling die op hem van toepassing was op de datum van de graadverandering."

Art. 95. Artikel VI 145 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt vervangen door wat volgt: "Art. VI 145. De ambtenaar kan de bevordering maar eenmaal weigeren in geval van een bevordering na een overgangsexamen of vergelijkende competentieproef waarvan het proces-verbaal werd afgesloten vóór 1 oktober 2004."

Art. 96. Aan deel VI, titel 10 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt een artikel VI 146 toegevoegd, dat luidt als volgt:

"Art. VI 146. In afwijking van artikel VI 109 §1, 3°, a), verkrijgt de adviseur die vóór 1 januari 2008 werd benoemd en die bezoldigd wordt in salarisschaal A251, na tien jaar schaalanciënniteit de schaal A252.

Deze overgangsregeling blijft gelden voor de directeur die een graadverandering bekomt vanuit de graad van adviseur en die in die laatste graad werd aangesteld vóór 1 januari 2008."

Art. 97. Aan deel VI, titel 10 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt een artikel VI 147 toegevoegd, dat luidt als volgt:

"Art. VI 147. In afwijking van artikel VI 109 §1, heeft de ambtenaar van rang A1 met de graad van bedrijfsadviseur, pedagogisch adviseur of kunstadviseur die op 1 januari 2009 werd overgeheveld van het Vlaams Agentschap voor Ondernemen naar het Agentschap voor Ondernemen volgende functionele loopbaan:

a) van de eerste naar de tweede salarisschaal na 3 jaar
van A111 naar A112

b) van de tweede naar de derde salarisschaal na 9 jaar
van A112 naar A120

c) van de derde naar de vierde salarisschaal na 9 jaar
van A120 naar A114"

Art. 98. In artikel VII 6 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt:

"§2. Een ambtenaar met verlof voor deeltijdse prestaties, overeenkomstig artikel X 25, §1, ontvangt het salaris dat verschuldigd is voor een verlof voor deeltijdse prestaties zoals bepaald in paragraaf 1, vermenigvuldigd met het quotiënt van de volgende deling:

de deeltijdse prestaties in % + 1/5 van het deeltijds niet-gepresteerde deel in %
de deeltijdse prestaties in %

Het quotiënt wordt berekend tot op vier decimalen.

Het quotiënt mag niet groter zijn dan 1,2. In geval van combinatie van verloven wordt voor de deling alleen met het verlof voor deeltijdse prestaties rekening gehouden."

Art. 99. In artikel VII 7 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de woorden "met pensioen gaat" vervangen door de woorden "op rust gesteld wordt wegens leeftijd".

Art. 100. Aan artikel VII 8 van hetzelfde besluit wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

"Het contractuele personeelslid behoudt het recht op bezoldiging voor de feestdagen die vallen in een periode van 30 dagen die volgt op de aanvang van de schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst die het gevolg is van een:
a) een ziekte of ongeval;
b) een arbeidsongeval of een beroepsziekte die een algehele arbeidsongeschiktheid meebrengt;
c) een periode van moederschapsrust."

Art. 101. Aan artikel VII 12, §1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008 en 9 januari 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in punt 1° worden de woorden "adviseur-ingenieur-arts-informaticus A221" vervangen door de woorden "adviseur-ingenieur,-arts,-informaticus A221";

2° in punt 5° wordt bij de salarisbepaling voor "adviseur, benoemd vóór 1 januari 2008", de volgende zin toegevoegd: "Deze overgangsregeling blijft gelden voor de directeur die een graadverandering bekomt vanuit de graad van adviseur en die in die laatste graad werd aangesteld vóór 1 januari 2008."

3° in punt 5° worden de volgende salarisbepalingen toegevoegd:

bedrijfsadviseur, pedagogisch adviseur of kunstadviseur die op 1 januari 2009 werd overgeheveld van het Vlaams Agentschap voor Ondernemen naar het Agentschap Ondernemen:A111
- na 3 jaar schaalanciënniteit in A111A112
- na 9 jaar schaalanciënniteit in A112A120
- na 9 jaar schaalanciënniteit in A120A114

Art. 102. In artikel VII 15, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "De regeling, vermeld in het eerste lid, is niet van toepassing op de toelagen, vermeld in artikel VII 18, VII 20, VII 35, VII 41, VII 46, VII 57, VII 124, §1, VII 129, §2, VII 140, VII 141 en VII 145 van dit besluit."

Art. 103. In artikel VII 18 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt:

"Art. VII 18. §1. Een gehuwd personeelslid, een personeelslid dat samenleeft of een alleenstaand personeelslid aan wie de kinderbijslag wordt uitbetaald, heeft recht op een haardtoelage van:

719,89 euro (100%) als het salaris 16.421,84 euro (100%) niet overschrijdt;
359,95 euro (100%) als het salaris hoger is dan 16.421,84 euro (100%), maar niet meer bedraagt dan 18.695,86 euro (100%)."

Art. 104. In artikel VII 20 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in paragraaf 2 worden in 1° na het woord "standplaatstoelage" de woorden "en de salarisbonus zoals bedoeld in artikel VII 6 §2" toegevoegd;

2° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt: "§4. In afwijking van artikel VII 21, §2, en VII 22, §2, wordt bij de beëindiging van de tewerkstelling bij de werkgever of bij de wijziging van hoedanigheid, het vakantiegeld en de eindejaarstoelage berekend op het brutosalaris voor volledige prestaties van de laatste maand van tewerkstelling, en wordt het vakantiegeld en de eindejaarstoelage betaald tijdens de maand die volgt op de beëindiging van de bovengenoemde tewerkstelling."

3° in paragraaf 5 wordt het woord "bevallings-" vervangen door het woord "moederschapsrust".

Art. 105. In artikel VII 27 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° aan paragraaf 1, eerste lid, wordt de volgende zin toegevoegd: "Voor projecten van een beleidsdomein stelt het managementorgaan van het beleidsdomein de projectleiderstoelage vast."

2° aan paragraaf 1 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Om de toelage vast te stellen, wordt het project in kwestie bekeken aan de hand van volgende criteria:

de moeilijkheidsgraad en complexiteit van het project;
de maatschappelijke of organisatorische relevantie van het project;
de duurtijd van het project;
de verantwoordelijkheid van de projectleider."

3° in paragraaf 2 wordt het woord "A311" vervangen door het woord "A252";

4° er wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt: "§3. In afwijking van paragraaf 2 behoudt het personeelslid de projectleiderstoelage zoals die was toegekend voor projecten, opgestart voor 1 januari 2009, en de eventuele verlengingen na die datum van hetzelfde project."

Art. 106. In artikel VII 32, §2, 1°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt het getal "153" vervangen door het getal "151".

Art. 107. In artikel VII 36 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, worden tussen het woord "Regering," en het woord "en", de woorden "voor de afgevaardigd bestuurder van het Gemeenschapsonderwijs door de Raad van het Gemeenschapsonderwijs," ingevoegd.

Art. 108. Aan artikel VII 39 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt: "§3. Een prestatietoelage kan ook toegekend worden op basis van de evaluatie na de opruststelling of vrijwillige uitdiensttreding zoals bepaald in de artikelen IV 1, V 13 en V 30."

Art. 109. In artikel VII 51, §1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de woorden "de werkstations van de onderwijsdienstencentra" vervangen door de woorden "de werkstations van het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen en de werkstations van het Agentschap voor Onderwijsdiensten", en worden de woorden "Dienst Studietoelagen van het departement Onderwijs en Vorming" vervangen door de woorden "de afdeling Studietoelagen van het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen".

Art. 110. In artikel VII 54 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden tussen het woord "preventieadviseur" en het woord "ontvangt" de woorden "van rang A1 of lager" ingevoegd.

Art. 111. In artikel VII 65, §1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt de tabel vervangen als volgt:

Graad/functieZEEDIENSTREDEDIENST
dagbedragjaarbedragdagbedragjaarbedrag
loods (functie chefloods)16,98 euro---
stagiair-loods14,40 euro1.986 euro--
leidinggevend hoofdmedewerker (functie hoofdscheepstechnicus)15,96 euro2.218 euro
hoofdscheepstechnicus15,96 euro2.218 euro--
scheepstechnicus14,40 euro1.986 euro--
leidinggevend hoofdassistent (functie hoofdschipper)16,98 euro-
leidinggevend hoofdassistent (functie hoofdschipper – gezagvoerder)14,40 euro1.986 euro--
leidinggevend hoofdassistent (functie officier werktuigkundige)15,96 euro2.218 euro
leidinggevend hoofdassistent (functie motorist)14,40 euro 5,67 euro745 euro
hoofdschipper (functie gezagvoerder)14,40 euro1.986 euro--
hoofdmotorist (functie motorist)14,40 euro-5,67 euro745 euro
hoofdmotorist (functie officier werktuigkundige)15,96 euro2.218 euro
speciaal hoofdassistent (functie kok ingescheept)14,40 euro1.986 euro
schipper14,40 euro1.986 euro5,67 euro745 euro
motorist14,40 euro1.986 euro5,67 euro745 euro
speciaal assistent (functie kok ingescheept en de functie matroos/stoker)14,40 euro1.986 euro5,67 euro745 euro

Art. 112. In de tabel van artikel VII 70bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 september 2008, wordt in de tabel, in de kolom "graad" het woord "matroos" vervangen door de woorden "speciaal assistent" en wordt in de kolom "functie" het woord "matroos" vervangen door de woorden "matroos/stoker".

Art. 113. Aan artikel VII 70ter, §1, tweede lid, van hetzelfde besluit, worden volgende woorden toegevoegd: "behalve indien de proeftijd aansluit op een contractuele tewerkstelling in dezelfde functie".

Art. 114. In artikel VII 70quater, paragraaf 3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 januari 2009, worden de woorden "het Vlaams Agentschap voor Ondernemen en" geschrapt.

Art. 115. In deel VII, titel 2, hoofdstuk 3, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008 en 5 september 2008, wordt een afdeling 20, bestaande uit aVII70quinquies, toegevoegd, die luidt als volgt:

"Afdeling 20. Arbeidsmarkttoelage voor artsen en arts-specialisten

Art. VII 70quinquies.§1. Aan een arts wordt een arbeidsmarkttoelage toegekend van 4.650 euro (100%) op jaarbasis. De toekenning van de toelage mag niet tot gevolg hebben dat het salaris, verhoogd met de toelage, meer bedraagt dan 51.360 euro (100%). In voorkomend geval wordt de toelage verminderd tot 2.250 euro (100%).

§2. Aan een arts-specialist wordt een arbeidsmarkttoelage toegekend van 6.000 euro (100%) op jaarbasis. Als de arts-specialist titularis is van een P-schaal wordt die toelage pas toegekend vanaf twaalf jaar geldelijke anciënniteit.

§3. De toelagen worden pro rata van de prestaties toegekend."

Art. 116. Aan de tabel in artikel VII 71 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 september 2008, wordt een rij toegevoegd als volgt:

artsentoelage (VII 70 quinquies)diensthoofdentoelage (VII 151)

Art. 117. In artikel VII 79 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt het getal "89" vervangen door het getal "88".

Art. 118. Artikel VII 80 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt vervangen door wat volgt:

"Art. VII 80. §1. Voor een dienstreis met eigen voertuig wordt volgende forfaitaire vergoeding toegekend (exclusief parkeerkosten die apart ingediend worden):

bedrag per kilometer
motorvoertuig0,3169 euro (vanaf 1 juli 2009)
fiets0,15 euro

§2. In geval van carpooling wordt voor de bestuurder de vergoeding met de helft verhoogd.

§3. Voor de reizende functies kan een maandelijkse forfaitaire kilometervergoeding voor motorvoertuigen worden toegekend.

§4. De kilometervergoeding voor motorvoertuigen wordt elk jaar op 1 juli herzien na beslissing van de Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken."

Art. 119. In artikel VII 90, §3, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 september 2008, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "De aangepaste dagbedragen worden als volgt berekend: ((3.332,48 euro + (factor zone*jaarprestaties*bedrag kilometervergoeding woonplaats- standplaats))/1,4002)/133 (arbeidsprestaties van 12 uur per dag) of 210 (andere arbeidsregeling);".

Art. 120. In deel VII, Titel 3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt het opschrift van hoofdstuk 8 vervangen door wat volgt: "Hoofdstuk 8. Vergoedingen, toelagen en voordelen voor personeel in het buitenland."

Art. 121. In artikel VII 91 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in de inleidende zin worden de woorden "vergoedingen en toelagen" vervangen door de woorden "vergoedingen, toelagen en voordelen";

2° in 7° worden de woorden "een toelage voor" geschrapt.

Art. 122. Aan artikel VII 92 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° aan paragraaf 1 wordt de volgende zin toegevoegd: "Vanaf 1 januari 2009 bedraagt de vergoeding maximaal 3.067,48 euro."

2° in paragraaf 2 wordt de zin "Vanaf 1 januari 2005 bedraagt de vergoeding maximaal 2.729 euro." geschrapt.

Art. 123. In artikel VII 96 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de woorden "artikel VII 99 of VII 100" vervangen door de woorden "artikel VII 99, VII 100 of VII 100bis".

Art. 124. In deel VII, titel 4, hoofdstuk 3, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt een artikel VII 100bis ingevoegd, dat luidt als volgt:

"Art. VII 100bis. De lijnmanager kan beslissen dat aan een personeelslid dat bij gebrek aan dienstvervoer af en toe met een eigen motorvoertuig naar de moeilijk bereikbare werkplaats komt, een dagelijkse tegemoetkoming toegekend wordt ten bedrage van 1/20 van de volledige kostprijs van een maandtreinkaart 2de klas voor dezelfde afstand. Ook de eventuele passagiers hebben recht op die tegemoetkoming."

Art. 125. In artikel VII 102 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in paragraaf 1 worden de woorden "ten minste 80% van de effectief te werken dagen per maand" geschrapt;

2° in paragraaf 4 worden de woorden "op basis van het arbeidsregime van het personeelslid" vervangen door de woorden "pro rata van het gemiddeld aantal dagen per kwartaal dat de fiets wordt gebruikt voor het woonwerkverkeer, met uitzondering van jaarlijkse vakantie en ziekte"

3° in paragraaf 7 wordt het woord "omzendbrief" vervangen door het woord "rondzendbrief".

Art. 126. In artikel VII 108, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de woorden "het bevallingsverlof" telkens vervangen door de woorden "de moederschapsrust".

Art. 127. Aan deel VII, titel 4, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt een hoofdstuk 13, bestaande uit artikel VII 109sexies, toegevoegd, dat luidt als volgt:

"Hoofdstuk 13. Privégebruik van een dienstwagen

Art. VII 109sexies. Met inachtneming van de fiscale en parafiscale wetgeving kan om functionele redenen aan personeelsleden het privégebruik van een dienstwagen worden toegestaan.

Het privégebruik kan de volgende componenten omvatten:
1° woon-werkverkeer
2° ander privégebruik binnenland
3° privégebruik buitenland.

De lijnmanager beslist over het privégebruik van de dienstwagen en bepaalt per personeelslid voor welke component of componenten van het privégebruik de toestemming wordt verleend."

Art. 128. Artikel VII 123 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 129. In artikel VII 140, §3, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de woorden "artikel VII 142" vervangen door de woorden "paragraaf 1".

Art. 130. In deel VII, titel 5, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt een artikel VII 145bis toegevoegd, dat luidt als volgt:

"Art. VII 145bis. De ambtenaar die op of na 1 januari 2002 werd bevorderd van niveau E naar een betrekking in niveau D, heeft steeds een bezoldiging die ten minste 620 euro hoger is dan het salaris in de salarisschaal die hij genoot onmiddellijk voorafgaand aan deze inschaling.

Onder 'bezoldiging' wordt in het eerste lid begrepen: het salaris in de betrekking met een salarisschaal van niveau D en de bevorderingspremie samen. De bevorderingspremie bedraagt maximaal 620 euro (100%)."

Art. 131. In deel VII, titel 5, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt een artikel VII 153 toegevoegd, dat luidt als volgt:

"Art. VII 153. §1. In afwijking van artikel VII 109ter verkrijgt het personeelslid dat op 1 januari 2009 werd overgeheveld van het Vlaams Agentschap voor Ondernemen naar het Agentschap Ondernemen, maaltijdcheques met een nominale waarde van 6 euro (werkgeversbijdrage van 4,91 euro en werknemersbijdrage van 1,09 euro) totdat hij het Agentschap Ondernemen vrijwillig verlaat of ontslagen wordt. Deze overgangsregeling houdt op te bestaan van zodra de maaltijdchequeregeling voorzien in art. VII 109ter gelijk wordt aan of hoger wordt dan deze overgangsregeling.

§2. Het voordeel vermeld in paragraaf 1 van dit artikel geldt ook voor het personeelslid dat op 1 april 2006 werd overgeheveld van het Vlaams Agentschap voor personen met een handicap naar een Vlaams ministerie."

Art. 132. In deel VII, titel 5, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt een artikel VII 154 toegevoegd, dat luidt als volgt:

"Art. VII 154. Het personeelslid dat op 1 januari 2009 werd overgeheveld van het Vlaams Agentschap voor Ondernemen naar het Agentschap Ondernemen, ontvangt de hieronder vermelde compenserende toelage totdat hij het Agentschap Ondernemen vrijwillig verlaat of ontslagen wordt:

PeriodeBedrag vast benoemdenBedrag contractuelen
01-01-2009 tot 30-4-2009€ 17,00€ 18,50
Vanaf 1-5-2009€ 29,00€ 32,50

Deze toelage wordt maandelijks pro rata van de prestaties en overeenkomstig artikel VII 15 na vervallen termijn samen met het salaris betaald".

Art. 133. In deel VII, titel 5, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt een artikel VII 155 toegevoegd, dat luidt als volgt:

"Art. VII 155. §1. Het vast benoemde personeelslid dat op 1 januari 2009 werd overgeheveld van het Vlaams Agentschap voor Ondernemen naar het Agentschap Ondernemen, behoudt het voordeel van het weddensupplement van 10% en een extra 13de maand, zoals bevestigd door de GOM West Vlaanderen op 17 mei 1977,zolang deze bezoldiging voordeliger is dan het salaris, vakantiegeld en eindejaarstoelage voortspruitend uit de toepassing van de functionele loopbaan.

§2. Het contractuele personeelslid dat op 1 januari 2009 werd overgeheveld van het Vlaams Agentschap voor Ondernemen naar het Agentschap Ondernemen, behoudt het voordeel van de tot een 13de maand verhoogde eindejaartoelage.

§3. Het vast benoemde personeelslid van niveau C dat op 1 januari 2009 werd overgeheveld van het Vlaams Agentschap voor Ondernemen naar het Agentschap Ondernemen behoudt het voordeel van forfaitaire verplaatsingenkosten en toelage voor extraprestaties haar toegekend door de GOM West Vlaanderen op 8 maart 1988.

§4. Het vast benoemde personeelslid van niveau C dat op 1 januari 2009 werd overgeheveld van het Vlaams Agentschap voor Ondernemen naar het Agentschap Ondernemen behoudt het voordeel van verloning in de salarisschaal A111, zoals beslist door de GOM West Vlaanderen op 17 mei 1977.

§5. Het contractuele personeelslid dat op 1 januari 2009 werd overgeheveld van het Vlaams Agentschap voor Ondernemen naar het Agentschap Ondernemen, en dat werd tewerkgesteld in één van de volgende betrekkingen, behouden hun bezoldiging in de bij VLAO toegekende salarisschaal:
- directeur (A221)
- directeur (A212)
- adjunct van de directeur (A112)
- deskundige (B122)
- deskundige (B112).

§6. Het vast benoemde personeelslid met de graad van technisch beambte (salarisschaal E123) dat op 1 januari 2009 werd overgeheveld van het Vlaams Agentschap Ondernemen naar het Agentschap Ondernemen wordt in toepassing van artikel VIII 109quinquies en met toepassing van de garantieregeling voorzien in artikel XIII 81terdecies van het VPS van 24 november 1993, bevorderd tot de graad van technisch assistent (schaal D121) (1 januari 2002).

Met het oog op de toepassing van de garantieregeling, vermeld in het vorige lid, wordt het salarisbedrag in de schaal E123 met ingang van 1 januari 2009 bepaald op 17.340 à 100%.”

§7. De twee contractuele personeelsleden die op 1 januari 2009 in dienst traden bij het Agentschap Ondernemen, op basis van een arbeidsovereenkomst met het Vlaams Agentschap Ondernemen van 12 december 2008, genieten de voordelen zoals voorzien in artikel VII 153 en VII 154 van dit besluit."

Art. 134. In artikel VIII 6 van hetzelfde besluit wordt het woord "ander" vervangen door het woord "lager".

Art. 135. In artikel VIII 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° er wordt een paragraaf 1bis ingevoegd, die luidt als volgt: "§1bis. De belanghebbende en zijn raadgever mogen het tuchtdossier op hun verzoek raadplegen voordat de verdediging plaats heeft. Zij beschikken voor de inzage van het dossier over een termijn van ten minste vijftien kalenderdagen na ontvangst van de oproepingsbrief."

2° in paragraaf 2 worden de woorden "10 werkdagen" vervangen door de woorden "15 kalenderdagen".

Art. 136. In artikel VIII 11, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "15 kalenderdagen" vervangen door de woorden "20 kalenderdagen".

Art. 137. In artikel X 2, §3, van hetzelfde besluit worden de woorden "het personeelslid" vervangen door de woorden "de ambtenaar" en het woord "het" wordt vervangen door het woord "hij".

Art. 138. In artikel X 10, vierde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 23 mei 2008, wordt punt 2° vervangen door wat volgt: "2° moederschapsrust;"

Art. 139. In deel X van hetzelfde besluit wordt het opschrift van titel III vervangen door wat volgt: "Titel III. Moederschapsrust en opvangverlof".

Art. 140. In deel X, titel III, van hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk 1 vervangen door wat volgt: "Hoofdstuk 1. Moederschapsrust".

Art. 141. In artikel X 13 van hetzelfde besluit worden de woorden "het bevallingsverlof" vervangen door de woorden "de moederschapsrust".

Art. 142. In artikel X 14, eerste lid van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 worden de woorden "dat bevallingsverlof" vervangen door de woorden "dat moederschapsrust" en worden de woorden "het bevallingsverlof" vervangen door de woorden "de moederschapsrust".

Art. 143. In artikel X 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, worden de volgende wijzigen aangebracht:

1° in paragraaf 1 en 2 worden de woorden "het bevallingsverlof" vervangen door de woorden "de moederschapsrust" en worden de worden "die vader is van het kind recht op vaderschapsverlof" vervangen door de woorden "die vader of meemoeder is van het kind recht op vaderschaps- of meemoederschapsverlof".

2° in paragraaf 2, tweede lid, wordt het woord "vaderschapsverlof" vervangen door de woorden "vaderschaps- of meemoederschapsverlof".

3° paragraaf 3 wordt vervangen door wat volgt: "Het vaderschaps- en meemoederschapsverlof, vermeld in paragraaf 1 en paragraaf 2 wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit."

4° een paragraaf 4 en een paragraaf 5 worden toegevoegd, die luiden als volgt:

"§4. Bij overlijden van de biologische moeder, met wie de contractuele meemoeder samenwoont, heeft de contractuele meemoeder recht op meemoederschapsverlof, waarvan de duur het deel van de moederschapsrust die nog niet werd opgenomen door de biologische moeder niet mag overschrijden.

Dit meemoederschapsverlof geldt als dienstactiviteit met recht op 82% van het brutoloon voor het meemoederschapsverlof dat het niet verstreken gedeelte van de eerste 30 dagen moederschapsrust vervangt en op 75% van het brutoloon voor het meemoederschapsverlof dat hierop volgt.

§5. Bij opname in het ziekenhuis van de biologische moeder, met wie de contractuele meemoeder samenwoont, heeft de contractuele meemoeder recht op meemoederschapsverlof, dat ten vroegste een aanvang neemt vanaf de achtste dag te rekenen vanaf de geboorte van het kind, op voorwaarde dat de opname van de biologische moeder in het ziekenhuis meer dan zeven kalenderdagen bedraagt en dat de pasgeborene het ziekenhuis mag verlaten. Dit meemoederschapsverlof geldt als dienstactiviteit met recht op 60% van het brutoloon.

Het in het eerste lid bedoelde meemoederschapsverlof verstrijkt op het moment dat de opname van de moeder in het ziekenhuis een einde neemt en uiterlijk bij het verstrijken van de periode die overeenstemt met het deel van de moederschapsrust die door de biologische moeder op het ogenblik van haar opname in het ziekenhuis nog niet was opgenomen."

Art. 144. In artikel X 25, §1, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, wordt tussen het woord "van" en het woord "rang" de woorden "rang A2E en van" ingevoegd.

Art. 145. In artikel X 29, §2, van hetzelfde besluit wordt het woord "bevallingsverlof" vervangen door het woord "moederschapsrust".

Art. 146. In artikel X 39, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "de ambtenaar" vervangen door de woorden "het personeelslid".

Art. 147. In artikel X 55 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt:

"§1. Op verzoek van de voorzitter van een erkende politieke groep in een wetgevende vergadering krijgt de ambtenaar, met zijn instemming en voor zover het belang van de dienst zich er niet tegen verzet, verlof om een ambt uit te oefenen bij die erkende politieke groep of bij die voorzitter."

2° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt:

"§2. Onder een erkende politieke groep in een wetgevende vergadering wordt verstaan een politieke groep die erkend is overeenkomstig het reglement van de wetgevende vergadering van de federale overheid, de gemeenschappen, de gewesten of het Europees Parlement."

Art. 148. In artikel X 61 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in het derde lid worden de woorden "volgens de regeling van het arbeidsrecht" vervangen door de woorden "overeenkomstig de regeling van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, zoals die zal worden gewijzigd of vervangen";

2° er wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

"Bij meemoederschap van een contractueel personeelslid, heeft dit personeelslid bij de bevalling van de biologische moeder met wie zij samenwoont, recht op tien werkdagen omstandigheidsverlof. Dit omstandigheidsverlof geldt als dienstactiviteit, met recht op behoud van het volledige loon voor de eerste drie werkdagen, en recht op 82% van het brutoloon voor de zeven resterende werkdagen."

Art. 149. In artikel X 62 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt:

"§2. Indien een ambtenaar binnen de diensten van de Vlaamse overheid of bij een administratief rechtscollege van de Vlaamse overheid een contractuele betrekking opneemt, een mandaat, een tijdelijke aanstelling of een andere statutaire functie waar een proeftijd aan verbonden is, staat de lijnmanager voor de duur van de contractuele betrekking, het mandaat, de aanstelling, of de proeftijd ambtshalve onbetaald verlof toe. Dit verlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit."

Art. 150. In artikel X 63 van hetzelfde besluit wordt tussen het eerste en het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Indien een contractueel personeelslid binnen de diensten van de Vlaamse overheid een statutaire proeftijd opneemt, krijgt het een onbetaald verlof voor de duur van de proeftijd."

Art. 151. In artikel X 65, 2°, van hetzelfde besluit worden de woorden "bestendige deputatie" vervangen door de woorden "deputatie".

Art. 152. In artikel X 66, 5°, van hetzelfde besluit worden de woorden "bestendige deputatie" vervangen door de woorden "deputatie".

Art. 153. In artikel X 67 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° in punt 3° worden de woorden "bestendige deputatie" vervangen door de woorden "deputatie";

2° punt 5° vervangen door wat volgt: "5° lid van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement: voltijds".

Art. 154. In artikel XI 1 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 3 vervangen door wat volgt:

"§3. In afwijking van paragraaf 2, kan de benoemende overheid een ambtenaar boven de leeftijd van 65 jaar om uitzonderlijke redenen nog maximaal zes maanden in dienst houden, zonder de mogelijkheid tot verlenging.

Hij behoudt zolang zijn hoedanigheid van ambtenaar.

In afwijking van het eerste lid en met behoud van artikel V 14 neemt de indienstnemende overheid die beslissing voor de statutaire mandaathouder van een management- of projectleidersfunctie van N-niveau of van een functie van algemeen directeur."

Art. 155. Aan artikel XI 6 van hetzelfde besluit wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "In afwijking van het vorige lid wordt een tijdelijke benoemding bij een administratief rechtscollege van de Vlaamse overheid niet gelijkgesteld met vrijwillig ontslag."

Art. 156. In artikel XI 9, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "pensionering" vervangen door het woord "opruststelling".

Art. 157. In artikel XI 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° na de eerste gedachtestreep worden de woorden "zijn pensionering" vervangen door de woorden "zijn opruststelling";

2° na de tweede gedachtestreep wordt het woord "pensionering" vervangen door het woord "opruststelling".

Art. 158. In artikel XII 2, §1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° de woorden "Wat de rechtspositie van het personeel van de Vlaamse openbare instellingen betreft :" worden geschrapt;

2° de woorden "- wordt het navolgend besluit opgeheven," worden vervangen door de woorden "Het hieronder vermelde besluit wordt opgeheven";

3° de woorden "- worden de navolgende besluiten behouden," worden vervangen door de woorden "De hieronder vermelde besluiten worden behouden,";

4° punt 1°, 4°, 8°, 9°, 12° en 13° worden opgeheven.

Art. 159. In artikel XII 3 van hetzelfde besluit worden de woorden "wat de rechtspositie van het personeel van de Vlaamse wetenschappelijke instellingen betreft," geschrapt.

Art. 160. In bijlage 2 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1° punt 1, niveau B, punt b, worden de woorden "diploma’s van een afdeling van het hoger onderwijs voor sociale promotie van één cyclus" vervangen door de woorden "diploma van gegradueerde van het hoger beroepsonderwijs";

2° aan punt 1, niveau B (overgangsmaatregel), wordt een punt t toegevoegd, dat luidt als volgt: "t) diploma’s van een afdeling van het hoger onderwijs voor sociale promotie van één cyclus, uitgereikt door een instelling opgericht, gesubsidieerd of erkend door de Staat of door een van de gemeenschappen;"

3° in punt 1, niveau C, wordt punt h vervangen door wat volgt: "h) diploma van een afdeling van het secundair volwassenenonderwijs van een onderwijsinrichting, opgericht, gesubsidieerd of erkend door de Staat of door een van de Gemeenschappen, uitgereikt na ten minste zevenhonderdvijftig lestijden."

4° aan punt 1, niveau C (overgangsmaatregelen), wordt een punt m toegevoegd, dat luidt als volgt: "m) diploma van een afdeling van het hoger secundair onderwijs voor sociale promotie van een onderwijsinrichting, opgericht, gesubsidieerd of erkend door de Staat of door een van de Gemeenschappen, uitgereikt na een cyclus van ten minste zevenhonderdvijftig lestijden."

5° aan punt 2 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De in overeenstemming met een buitenlandse regeling behaalde diploma's en studiegetuigschriften van hoger onderwijs met volledig leerplan die met toepassing van de procedure voor het verlenen van de gelijkwaardigheid, zoals bedoeld bij het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, gelijkwaardig worden verklaard met één van de in deze lijst bedoelde diploma's van een Vlaamse academische graad worden eveneens in aanmerking genomen.";

6° punt 3 tot en met 5 worden vervangen door wat volgt:

"3. In afwijking van punt 2, gelden voor de toelating tot de diensten van de Vlaamse overheid tot een gereglementeerd beroep, ook de bepalingen van de richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties.

Voor een gereglementeerd beroep wordt volgende beroepskwalificatie uit een andere lidstaat van de Europese Gemeenschappen eveneens in aanmerking genomen: een kwalificatie die wordt gestaafd door:

  • een opleidingstitel,
  • een bekwaamheidsattest van een opleiding die niet wordt afgesloten met een certificaat of diploma, van een specifiek examen, of van de uitoefening van een beroep,
  • en/of beroepservaring.

Teneinde de waarde van de voorgestelde beroepskwalificatie te kennen, legt de selector die beroepskwalificatie voor advies voor aan de overheid bevoegd voor de erkenning van de beroepskwalificatie. De bevoegde overheid kan de erkenning afhankelijk maken van compenserende maatregelen (een aanpassingsstage of een proeve van bekwaamheid)."

Art. 161. In bijlage 3 bij hetzelfde besluit worden aan punt "I Algemeen personeel – uitdovende rangen en graden" de volgende woorden toegevoegd:

Rang A1bedrijfsadviseur
pedagogisch adviseur
kunstadviseur

Art. 162. In hetzelfde besluit wordt bijlage 4 vervangen door de bijlage die als bijlage 1(PDF bestand opent in nieuw venster) bij dit besluit is gevoegd.

Art. 163. Aan bijlage 5 bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 januari 2009, wordt de in bijlage 2(PDF bestand opent in nieuw venster) bij dit besluit opgenomen salarisschaal A120 toegevoegd.

Art. 164. Dit besluit treedt in werking op de datum van de goedkeuring ervan voor de entiteiten, raden en instelling die op die datum reeds in werking zijn getreden en op de datum dat de entiteit of raad in werking treedt, voor de entiteiten en raden die na die datum in werking treden, met uitzondering van:

-artikel 104, 2°, dat in werking treedt op 1 juli 2009;
-artikel 2, 1°, dat in werking treedt op 1 september 2009
-Artikel 130 heeft uitwerking met ingang van 1 april 2006. Artikel 2, 2°, heeft uitwerking met ingang van 1 april 2006
-Artikel 153, 2°, heeft uitwerking met ingang van 21 april 2006
-Artikel 100 heeft uitwerking met ingang van 16 maart 2007
-Artikel 110 heeft uitwerking met ingang van 16 maart 2007
-Artikel 36, 1°, 2°, 4° en 5°, 42, 107, 108, 112 en 119 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2008
-Artikel 4, 4°, 53, 94 , 96 en 101, 2° hebben uitwerking met ingang van 23 mei 2008
-Artikel 36, 3°, heeft uitwerking met ingang van 1 november 2008
-Artikel 115 heeft uitwerking met ingang van 1 december 2008
-Artikel 44, 158, wat betreft artikel XII 2, §1, 1° tot en met 3°, en 159 hebben uitwerking met ingang van de datum van inwerkingtreding van het VPS van 13 januari 2006
-Artikel 24, 63, 89, wat betreft artikel VI 120, §1, 97, 101, 3°, 105, 114, 118, 125, 131, 132, 133, 161 en 163 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2009
-Artikel 25 heeft uitwerking met ingang van 1 februari 2009
-Artikel 51 heeft uitwerking met ingang van 1 april 2009
-Artikel 149 en 155 hebben uitwerking met ingang van 1 mei 2009

Art. 165. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 mei 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering,
Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Bestuurszaken, Buitenlands Beleid,
Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid

Kris PEETERS