chat-altchatcrossloginquestion-circlesearchsmileystarthumbup-downwarning
Vlaanderen
Contacteer ons
    Terug naar overzicht Stuur een e-mail

    Stuur een e-mail naar 1700, de informatiedienst voor al uw vragen aan de overheid.
    U ontvangt een kopie van uw bericht.

    Terug naar overzicht Chat met ons
    Uw chatgesprek wordt automatisch gestart zodra er een medewerker beschikbaar is.
    Even geduld, uw positie in de wachtrij wordt bepaald.

    Algemeen
     
    Door 'duurzame' overheidsopdrachten uit te schrijven beoogt de overheid, d.m.v. het integreren van duurzaamheidsoverwegingen in de opdrachtdocumenten, duurzame werken te laten uitvoeren, duurzame producten aan te kopen en gebruik te maken van duurzame diensten. De Vlaamse overheid wil een voortrekkersrol spelen in het duurzaamheidsverhaal. Als onmisbaar onderdeel van deze voortrekkersrol wenst ze zo duurzaam mogelijke werken, leveringen en diensten aan te kopen. Overheidsaankopen vertegenwoordigen immers ongeveer 19% van het BBP van de EU. Het verduurzamen van dat aandeel zou een belangrijke stap in de goede richting zijn en kan de duurzame productie en consumptie in het algemeen sterk stimuleren.
     
    Het verduurzamen van de overheidsopdrachten van een omvangrijke organisatie zoals de Vlaamse overheid is een werk van lange adem en veronderstelt inspanning en samenwerking van heel wat verschillende personen. Om die reden opteert de Vlaamse overheid dan ook voor een gestructureerde en systematische aanpak. In totaal zullen vier verschillende actieplannen de periode 2009-2020 overspannen (2009-2011, 2012-2014, 2015-2017, 2018-2020). Gedurende deze periode wordt er gewerkt aan de ultieme doelstelling: 100% duurzame overheidsopdrachten tegen 2020.
     
    De huidige Vlaamse visie op duurzame overheidsopdrachten wordt tot nog toe geconcretiseerd in het eerste en tweede Vlaams actieplan duurzame overheidsopdrachten (periode 2009-2011 en 2012-2014), waarin concrete actiepunten zijn omschreven en ambitieuze doelen worden vooropgesteld om tot een duurzaam aankoopbeleid te komen. De actieplannen bevatten naast een omschrijving van de verschillende acties ook heel wat informatie over het thema duurzame overheidsopdrachten binnen de Vlaamse overheid.
     
    Elk van de verschillende 'fasen' van de gunningsprocedure biedt opportuniteiten tot het integreren van duurzaamheidsoverwegingen in de overheidsopdracht. Zo zijn de technische specificaties de plaats bij uitstek om milieu gerelateerde duurzaamheidsoverwegingen op te nemen. Sociale overwegingen worden doorgaans beter opgenomen in de uitvoeringsvoorwaarden. De gunningscriteria kunnen, afhankelijk van de concrete opdracht, geschikt zijn om zowel milieu gerelateerde als sociale overwegingen te laten meespelen bij het beoordelen van de offertes. Ook de fases van de behoeftebepaling, de omschrijving van de opdracht en de kwalitatieve selectie bieden, weliswaar in beperktere mate, verduurzamingspotentieel.
     
    Met de onderstaande hoofdstukken willen we de aankopers van de Vlaamse overheid de nodige ondersteuning bieden bij en wegwijs maken in het verduurzamen van hun overheidsopdrachten. We willen aankopers met andere woorden een houvast bieden bij het integreren van duurzaamheidsoverwegingen in hun overheidsopdrachten. Onderstaande hoofdstukken zijn extracten uit de 'Handleiding duurzaamheidsoverwegingen bij overheidsopdrachten' die u kan downloaden van het kennisknooppunt 'Duurzame overheidsopdrachten'. Deze handleiding bevat meer randinformatie dan de toelichtingen zoals hier opgenomen en werd doorspekt met een aantal voorbeelden die hier, ten behoeve van de leesbaarheid, werden weggelaten.
     
    Hoofdstukken
     

    Behoeftebepaling en aanloopfase

    Algemeen

    In de aanloopfase van een overheidsopdracht stelt de overheid zich de vraag van de behoeftebepaling. Het antwoord op deze vraag is van een fundamenteel belang voor de overheidsopdracht die eruit zal resulteren, in het bijzonder wat het duurzaamheidsaspect betreft. Niet in het minst zal het antwoord bijvoorbeeld de keuze en het verloop van de gunningsprocedure beïnvloeden, wat de mogelijkheden op het duurzaamheidsvlak kan beïnvloeden. Samengevat bepaalt de overheid in deze fase dus wat ze gaat inkopen en hoe ze dat gaat doen.
     
    Los van enige duurzaamheidsoverwegingen kan nu reeds gesteld worden dat u bij het bepalen van uw noden bij voorkeur van een functionele behoeftebepaling vertrekt. Het is bijvoorbeeld beter om te vertrekken van het standpunt dat men 50.000 zwart-wit afdrukken nodig heeft per jaar dan meteen, zonder verder nadenken, te beslissen dat men twee kopieermachines nodig heeft. In het eerste geval kan men, op basis van de functionele behoeftebepaling verschillende mogelijkheden uitwerken die de overheid kunnen voorzien van de 50.000 afdrukken, en vervolgens de meest passende selecteren. Afhankelijk van de eigenschappen van de dienst en van de kopieën kan de invulling van dit soort opdracht anders zijn. Bijvoorbeeld twee kopieermachines, of één zeer performante machine, of één kopieermachine en twee printers, of vier printers, etc.
     
    Hou er dus rekening mee uw noden op een doordachte manier te bepalen en neem de moeite om wat opzoekwerk naar eventuele duurzame alternatieven te verrichten.
     
    Nuloptie
     
    Een overheid die wenst over te gaan tot het uitschrijven van een overheidsopdracht moet steeds uitgaan van de nuloptie. Ze moet zich de vraag stellen: "Heb ik deze levering, dienst of dit werk wel echt nodig?" Op het bestuur rust de verplichting om na te gaan of de behoefte niet op een andere manier kan ingevuld worden. Het uitschrijven van een duurzame overheidsopdracht is immers in de meeste gevallen toch nog minder duurzaam dan helemaal geen opdracht uit te schrijven.
     
    De regel van de nuloptie is echter niet absoluut. In sommige, eerder uitzonderlijke, gevallen geldt immers net het omgekeerde. Het uitschrijven van bepaalde opdrachten kan, meestal op termijn, een aanzienlijke duurzaamheidswinst als resultaat hebben. Dat is bijvoorbeeld het geval voor een opdracht die het isoleren van een voordien slecht geïsoleerd gebouw tot voorwerp heeft. Pluspunt van dit soort opdrachten houdt in dat ze op termijn ook budgettair erg interessant zijn.
     
    Invulling behoefte
     
    Eénmaal de overheid zijn behoefte op een functionele manier heeft vastgelegd, kan worden overgegaan tot de concrete invulling ervan. Indien verschillende mogelijkheden passend zijn, doet de overheid er goed aan te opteren voor de meest duurzame invulling van de behoefte. Natuurlijk moet het nagestreefde duurzaamheidsniveau realistisch en haalbaar zijn en moet het worden afgewogen tegen een eventueel verhoogde budgettaire impact of zelfs een efficiëntieverlies.
     
    Opgelet, in sommige gevallen is een concrete invulling van de behoefte niet aangewezen en verdient het de voorkeur om de functionele behoefteomschrijving te behouden en in grote mate over te nemen in het bestek. Het wordt dan overgelaten aan de creativiteit van de markt om duurzame oplossingen voor te stellen. Zie hiervoor verder het deel omtrent de technische specificaties m.b.t de functionele- of prestatie-eisen.
     
    In veel gevallen is het geen evidentie om verschillende opties op te lijsten voor de invulling van de functioneel omschreven behoeftebepaling. Niet zelden is de overheid onvoldoende technisch onderlegd of is ze niet op de hoogte van de laatste milieutechnische evoluties in een bepaalde sector. De overheid is bijgevolg dikwijls niet bij machte om de duurzaamheidsaspecten van haar behoefte te concretiseren.
     
    Marktverkenning
     
    Om meer inzicht in de markt te krijgen waarvan ze wil afnemen, kan de overheid overgaan tot een marktverkenning. Bij een actieve marktverkenninggaat het bestuur, volledig op eigen initiatief, op prospectie bij zoveel mogelijk marktspelers om een beter inzicht te krijgen in de mogelijkheden die de markt biedt om aan haar behoefte te voldoen. Bij de passieve marktraadpleging lanceert de overheid een oproep en wacht ze de reacties van de marktspelers af om haar in te lichten. Tussen de actieve en passieve vorm van de marktverkenning zijn uiteraard tal van gradaties mogelijk.
     
    Voor meer informatie zie het item "Marktverkenning".
     
    Gunningsprocedure
     
    Afhankelijk van de in de aanloopfase gekozen gunningsprocedure, kunnen meer, minder of andere duurzaamheidsmogelijkheden worden benut die specifiek aan de gekozen procedure(s) zijn gerelateerd.
     
    a) Standaard gunningsprocedures
     
    Indien de geraamde waarde van de opdracht meer dan 85.000 euro (excl. btw) bedraagt en de onderhandelingsprocedure met bekendmaking niet kan worden toegepast, kan u doorgaans best opteren voor een standaardprocedure. De offerteaanvraag verdient hierbij steeds de voorkeur boven de aanbesteding aangezien deze de mogelijkheid biedt om meerdere gunningscriteria te formuleren (bijvoorbeeld een gunningscriterium 'duurzaamheid'). De gunningscriteria kunnen de marktspelers meer speelruimte geven om met creatieve en duurzame ideeën over de brug te komen en kunnen hen ook uitdagen om een zo ambitieus mogelijk duurzaamheidsniveau voor te stellen in hun offerte.
     
    b) Onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking
     
    Indien het goed te keuren bedrag niet hoger ligt dan 85.000 euro (excl. btw) en u voor de opdracht gebruik maakt van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking kan u op eenvoudige wijze duurzaam aankopen door voornamelijk marktspelers die zich duidelijk duurzaam profileren uit te nodigen voor het indienen van een offerte. U kunt er van uitgaan dat deze marktspelers aan hogere duurzaamheidseisen kunnen beantwoorden en kunt het bestek om die reden wellicht iets ambitieuzer maken. Ga ook na of het groene imago dat de markspeler zich aanmeet geen geval van 'greenwashing' is. Niet zelden wordt duurzaamheid immers soms als goedkope marketing truc gebruikt, zonder ook effectief een gemeende inspanning te doen.
     
    Deze procedure biedt de mogelijkheid om na de opening van de offertes nog te onderhandelen over de concrete inhoud ervan. Het spreekt voor zich dat de onderhandelingen gebruikt kunnen worden met het oog op het verbeteren van het duurzaamheidsniveau van de offertes.
     
    c) Onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking via aanvaarde factuur
     
    Dat het goed te keuren bedrag de 8.500 euro (excl. btw) niet overschrijdt, en u de opdracht dus kan sluiten d.m.v. een aanvaarde factuur, belet u niet om voor een duurzame oplossing te opteren. Enkele uurtjes studiewerk op internet, in literatuur of vakbladen, of het bezoeken van verschillende marktspelers, volstaan meestal om, althans wat eenvoudige aankopen betreft, te achterhalen welke duurzame leveringen en diensten er op de markt voorhanden zijn, en waar u deze kunt aankopen. U moet evenwel zelf beslissen welk product u het meest duurzaam acht. Hou daarbij ook zeker de prijs in het oog en maak een ambitieuze maar realistische afweging. In sommige, doch beperkte, gevallen hebben duurzame alternatieven een significante meerprijs. Ga in dergelijk geval na of de meerprijs en de duurzaamheidswinst in een redelijke verhouding staan.
     
    d) Onderhandelingsprocedures met bekendmaking
     
    In de toepassingsgevallen waarin een onderhandelingsprocedure met bekendmaking mogelijk is, verdient het vanuit duurzaamheidsstandpunt de voorkeur om van deze mogelijkheid gebruik te maken. Deze procedure maakt het immers mogelijk om na de opening van de offertes nog te onderhandelen over de concrete inhoud ervan. Het spreekt voor zich dat de onderhandelingen gebruikt kunnen worden met het oog op het verbeteren van het duurzaamheidsniveau van de offertes.

    Omschrijving van de opdracht

    Algemeen
     
    De omschrijving van het voorwerp van de overheidsopdracht is als het ware de 'titel' of het onderwerp van de opdracht. Het is deze zin of zinsnede die het eerst in het oog van de potentiële deelnemers springt. Op basis daarvan besluiten deze om al dan niet verder te lezen. Een goede opdrachtomschrijving moet uitnodigend zijn voor de geschikte deelnemers zodat deze overgaan tot het doornemen van de gehele bekendmaking of het gehele bestek.
     
    Duurzame opdrachtomschrijvingen

    De omschrijving van het voorwerp bij een duurzame overheidsopdracht gebeurt bij voorkeur op dergelijke wijze dat het duurzaam karakter van de opdracht meteen duidelijk blijkt.
     
    Enerzijds werkt deze praktijk sensibiliserend. De markt merkt bij het lezen van de omschrijvingen immers dat het aankoopbeleid van de overheid steeds duurzamer wordt. De omschrijvingen kunnen er dus toe bijdragen dat de markt meer gaat inzetten op verduurzaming om zich te conformeren aan de duurzame opdrachtomschrijvingen en om tegemoet te komen aan het verduurzamende aankoopbeleid van de overheid.
     
    Anderzijds heeft het gebruik van duurzame opdrachtomschrijvingen ook tot gevolg dat de marktspelers die duurzaamheid hoog in het vaandel dragen extra aangetrokken worden tot de overheidsopdracht. Als gevolg van het duurzaam intern beleid dat zij erop nahouden, schatten zij de kans dat ze de opdracht binnenhalen na het lezen van de opdrachtomschrijving mogelijks hoger in. Ze voelen dat ze concurrentieel een streepje voor hebben en worden dus extra gestimuleerd om deel te nemen. Voor de overheid kan dit tot gevolg hebben dat ze kan beschikken over een groter aantal inschrijvers en dus mogelijks over een groter aantal duurzame invullingen voor haar behoeften. Ook de prijs zal in principe dalen door de grotere concurrentie tussen de duurzame marktspelers, wat uiteraard een mooi meegenomen neveneffect is.
     
    Duurzame opdrachtomschrijvingen kunnen er bijvoorbeeld als volgt uitzien:
     

    • Levering van gerecycleerd papier.
    • Aankoop van gereconditioneerde inktpatronen.
    • Aankoop van milieuvriendelijke lichte bestelwagens.
    • Levering van milieuvriendelijke matrassen.
    • Levering van PC’s, laptops en schermen uit milieuvriendelijke en sociaal verantwoorde productie en het voorzien van opleiding rond milieuvriendelijk gebruik van deze toestellen.
     
    Bijkomende inspiratie voor het formuleren van duurzame opdrachtomschrijvingen kunt u vinden in de productfiches.
     
    Voorbehouden opdrachten
     
    Indien de opdracht wordt voorbehouden aan de sociale economie verdient het de voorkeur dit in de opdrachtomschrijving aan te geven. Dergelijk voorbehoud kan men eventueel ook enkel laten gelden m.b.t. een perceel van de opdracht (bijvoorbeeld enkel wat betreft het inpakken in kartonnen dozen van de goederen). Artikel 22 Wet Overheidsopdrachten zet deze betrokken bepaling uit Richtlijn 2004/18/EG om in Belgische wetgeving.
     
    Artikel 22, § 1 Wet Overheidsopdrachten bepaalt dat overheden de toegang tot de gunningsprocedure kunnen reserveren voor sociale werkplaatsen of de uitvoering ervan kunnen reserveren in het kader van programma’s voor beschermde arbeid indien de meerderheid van de betrokken werknemers personen met een handicap zijn die wegens de aard of de ernst van hun handicap geen beroepsactiviteit in normale omstandigheden kunnen uitoefenen. Deze mogelijkheid geldt zowel voor opdrachten met als zonder Europese publicatieverplichting.
     
    Artikel 22, § 2 Wet Overheidsopdrachten bepaalt dat overheden de toegang tot de gunningsprocedure kunnen reserveren voor sociale inschakelingsondernemingen. Opgelet, in tegenstelling tot artikel 22, § 1 Wet Overheidsopdrachten geldt deze mogelijkheid enkel voor opdrachten zonder Europese bekendmakingsverplichting.
     
    Naast de wettelijke beperkingen op voorbehouden opdrachten zijn er nog andere aandachtspunten bij de afweging om een opdracht al dan niet voor te behouden:
     
    • Sociale werkplaatsen en sociale inschakelingsondernemingen zijn vaak kleinere bedrijven. Ga daarom voor grotere opdrachten zeker eerst na of er wel een sociale werkplaats of sociale inschakelingsonderneming is die voldoende capaciteit heeft om de opdracht uit te voeren. Op de website van het Departement WSE vindt u een zoekmachine voor sociale economiebedrijven.
    • Het voorbehouden van een opdracht aan de sociale economie biedt de overheid de garantie dat de opdracht wordt uitgevoerd op een sociaal verantwoorde manier. Wat de milieu-impact van de opdracht betreft, biedt dergelijke handelswijze daarentegen echter geen onmiddellijke waarborg. De denkoefening om te bepalen welke duurzaamheidscriteria er gesteld kunnen worden, moet ook bij voorbehouden opdrachten dus onverkort worden gemaakt.
    • Door opdrachten voor te behouden voor de sociale economie geeft de overheid geen stimulans aan andere bedrijven om ook bepaalde sociale maatregelen te nemen. Door bepalingen over personeelsbeleid in de uitvoeringsvoorwaarden op te nemen, worden die 'traditionele' bedrijven gestimuleerd ook maatregelen te nemen. Wanneer u bepalingen opneemt i.v.m. het integreren van kansengroepen, kunnen deze traditionele bedrijven zelf beslissen om kansengroepen in dienst te nemen of om voor dit gedeelte van de opdracht zelf een bedrijf uit de sociale economie als onderaannemer aan te trekken.
     
    Een opdracht voorbehouden vormt geen algemene afwijking op de geldende transparantie-, concurrentie- en niet-discriminatieregels. Wanneer u een opdracht voorbehoudt, moet u de concurrentie nog wel laten spelen tussen de mogelijke deelnemers binnen de sector waarvoor de opdracht is voorbehouden. Het is dus zaak een opdracht voor te behouden voor sectoren waarin verschillende sociale werkplaatsen of sociale inschakelingsondernemingen actief zijn, zodat ook de concurrentie kan spelen. Ga dus, eventueel via marktbevraging of –verkenning, na of er voldoende sociale marktspelers voorhanden zijn en bijkomend of ze over voldoende capaciteit kunnen beschikken. Het gaat immers meestal om kleine ondernemingen met een beperkte capaciteit en flexibiliteit. In sommige gevallen zijn beschutte werkplaatsen er bijvoorbeeld wel toe in staat om op termijn een bepaald product te produceren, en hebben ze er eveneens de capaciteit voor, maar kunnen ze hun personeel niet tijdig omscholen voor het vervaardigen van het product tegen de vooropgestelde uitvoeringsdatum.

    Technische specificaties

    Algemeen

    De technische specificaties bieden, naast de gunningscriteria en de uitvoeringsvoorwaarden, één van de voornaamste opportuniteiten om duurzaamheidsoverwegingen in de overheidsopdracht te integreren. Het opnemen van technische specificaties met milieudoelstellingen wordt dan ook uitdrukkelijk toegelaten door de Europese richtlijnen en de Belgische overheidsopdrachtenregelgeving. (cf. art. 7, § 2, b) KB Plaatsing en art. 24 Richtlijn 2004/18/EG) Hieronder vindt u een kleine selectie voorbeelden van toelaatbare technische specificaties die milieudoelstellingen bevatten:
     

    • De te leveren printers moeten tweezijdig kunnen afprinten.
    • De te leveren bestelwagens hebben een ecoscore van 65 of hoger.
    • Het te leveren papier bestaat voor 100% uit gerecycleerde vezels.
    • De in het te leveren meubilair gebruikte lijmen of additieven mogen niet meer dan 10% vluchtige organische componenten (VOC) bevatten.
    • Minimum 50% van de te leveren groenten moet biologisch zijn geproduceerd.
     
    Voor sociale of ethische doelstellingenbieden de technische specificaties minder mogelijkheden. Omwille van hun minder direct verband met het voorwerp van de opdracht en het stilzwijgen van de Europese richtlijnen hierover, is het minder evident om ze als minimumeis op te nemen. In sommige gevallen is het verband met het voorwerp van de opdracht evenwel voldoende sterk (meestal zijn ze dan een primair doel) om ze toch als minimumeis op te nemen. Hieronder vindt u een kleine selectie voorbeelden van toelaatbare technische specificaties die sociale of ethische doelstellingen bevatten:
     
    • De uit te geven informatiebrochure moet evenveel mannen als vrouwen afbeelden.
    • Het op te richten gebouw moet volledig toegankelijk zijn voor rolstoelgebruikers.
     
    Het is echter raadzaam om enige voorzichtigheid aan de dag te leggen bij het opstellen van de minimumeisen in de technische specificaties. Hoe strenger de duurzaamheidseisen, hoe kleiner het marktsegmentimmers zal zijn dat aan die eisen kan beantwoorden. Al te strenge duurzaamheidseisen kunnen dus het ongewenste effect hebben dat een te groot aantal marktspelers uit de boot valt omdat ze niet kunnen beantwoorden aan één of enkele van de vooropgestelde duurzaamheidseisen. Mogelijk zal er zelfs geen enkele marktspeler zijn die de opdracht ziet zitten, met als gevolg dat er een nieuwe opdracht moet uitgeschreven worden. Deze verenging van de mededinging kan bovendien als bijkomend ongewild gevolg hebben dat de kostprijs substantieel de hoogte in gaat indien één of enkele marktspelers weten dat ze de enigen zijn die aan de specificaties kunnen voldoen.

    Energie-efficiëntie

    Wat energie-efficiëntie betreft, bepaalt artikel 41/1, §1 Wet Overheidsopdrachten dat de entiteiten van de federale overheid en de publiekrechtelijke instellingen die onder een doorslaggevende invloed staan van de federale overheid uitsluitend producten, diensten en gebouwen met hoge energie-efficiëntieprestaties verwerven. Hoewel deze verplichting niet geldt voor de Vlaamse overheid en de lokale besturen, bevat art. 41/1, §1 Wet Overheidsopdrachten wel een duidelijke incentive t.a.v. deze overheden om in ieder geval te overwegen om uitsluitend producten, diensten en gebouwen met hoge energie-efficiëntieprestaties te verwerven. . Rekening houdende met het Vlaamse beleid rond duurzame overheidsopdrachten en in het bijzonder de actieplannen duurzame overheidsopdrachten, is het sterk aanbevolen om de minimumeisen, die bij Koninklijk Besluit van 13 juli 2014 zijn vastgesteld, op te nemen in uw bestekken.

    Hierbij zal u wel moeten nagaan of de opname van de minimumeisen in het bestek van een bepaalde opdracht de kosteneffectiviteit, de economische haalbaarheid, de duurzaamheid in een breder verband en de technische geschiktheid van de opdracht niet in het gedrang brengt. Uiteraard mag het opnemen van de minimumeisen ook niet tot gevolg hebben dat de concurrentie al te zeer wordt beperkt.

    Het Koninklijk Besluit van 13 juli 2014 betreffende de energie-efficiëntie-eisen in het kader van bepaalde overheidsopdrachten betreffende de verwerving van producten, diensten en gebouwen voert art. 41/1 Wet Overheidsopdrachten uit en werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 juli 2014. Dit KB bevat in art. 4 minimumeisen voor opdrachten betreffende bepaalde energiegerelateerde producten die onder het Koninklijk besluit van 13 augustus 2011 vallen (gelabelde elektrische apparaten, bv vaatwassers, wasmachines, koelkasten, ...). Daarnaast bevat het in art. 5 ook minimumeisen voor kantoorapparatuur (printers, kopieermachines), in art. 6 voor banden en in art 8 voor gebouwen. Het betreft dus de productgroepen waarnaar ook de EER al verwees. Of er in de toekomst minimumcriteria voor andere productgroepen zullen worden vastgesteld, is op dit ogenblik nog niet duidelijk.
     
    Indien de regelgeving overheidsopdrachten niet van toepassing is op grond van de artikels 17 en 18 van de Wet Overheidsopdrachten (o.m. de diensten betreffende de verwerving of huur van bestaande gebouwen), blijft de vereiste van hoge energie-efficiëntieprestaties toch gelden. Daartoe werd de aanhef van deze artikels 17 en 18 herschreven met de uitdrukkelijke vermelding van bovenvermeld artikel 41/1.

    De vereiste van hoge energie-efficiëntieprestaties is niet toepassing in de nutssectoren. Artikel 6 van deze wet brengt een tekstuele wijziging aan in artikel 55 van de Wet Overheidsopdrachten: het artikel 41/1 is niet opgenomen in de opsomming van toepasselijke artikels.

     
    Duurzame varianten

    De overheid zal mogelijk onvoldoende technisch onderlegd zijn om goed in te schatten welke duurzaamheidseisen tegelijkertijd ambitieus en toch haalbaar zijn voor de markt. Bovendien ontbreekt het de overheid mogelijk ook aan een duidelijk inzicht om in te schatten welke de financiële implicaties zullen zijn die de vooropgestelde duurzaamheidseisen teweeg brengen. Een marktverkenning is bovendien niet altijd een oplossing en is ook behoorlijk tijdsintensief.

    Een passende remedie voor dergelijk problemen kan bestaan in het opleggen of toelaten van duurzame varianten in combinatie met een duurzaam gunningscriterium. Varianten zijn alternatieve concepten of uitvoeringswijzen die, hetzij op vraag van de overheid, hetzij op initiatief van de inschrijvers, met een afzonderlijke offerte worden ingediend.
     
    Voor meer informatie zie het item "Varianten".

    Functionele omschrijving of prestatie-eisen

    Zoals hierboven al werd aangegeven kunnen technische specificaties op een prestatiegerichte of functionele manier worden omschreven. Ook wat betreft duurzaam aanbesteden kan het functioneel omschrijven van de technische specificaties tot bevredigende resultaten leiden. Hoe functioneler de omschrijving van de technische specificaties, hoe groter de potentiële duurzaamheidswinsten.

    Indien een overheid bijvoorbeeld besluit om een verwarmingssysteem aan te kopen kan haar eigenlijke behoefte erin bestaan dat de temperatuur in het gebouw ten allen tijde minstens 20 °C bedraagt. De 20 °C-eis is dan ook de voornaamste functionele technische specificatie die opgelegd wordt. De concrete technische invulling van het verwarmingssysteem dat dit moet waarmaken wordt overgelaten aan de marktspelers. Samen met een gunningscriterium 'duurzaamheid' wordt het volle potentieel van de markt aangesproken om met innoverende en duurzame verwarmingsmethoden en systemen te komen aanzetten.

    Een overheid kan soms terecht de mening zijn toegedaan dat een louter functionele omschrijving te weinig zekerheid biedt over wat wordt aangekocht. Het staat haar in dat geval evenwel vrij om bepaalde aspecten van de opdracht te concretiseren zodat bepaalde ongewenste opties worden geëlimineerd, of andere net aangemoedigd. Het gebruik van prestatiegerichte technische specificaties sluit het gebruik van concrete technische eisen immers niet uit, ze zijn complementair. In het geval van een verwarminssysteem kan men eventueel eisen dat het voor te stellen verwarmingssysteem geen gebruik maakt van gas dat opgeslagen wordt onder hoge druk (om veiligheidsreden), of gas dat aangeleverd wordt d.m.v. bidons (om praktische redenen). Het functioneel omschreven voorwerp kan dus in zeker mate bijgestuurd worden door het op een positieve of negatieve manier aan te vullen met concrete technische eisen.

    Labels, certificaten en keurmerken

    Het klinkt erg verleidelijk om in de technische specificaties te eisen dat het te leveren product een bepaald label of certificaat moet dragen. Door de overlegging van het certificaat kan men immers met zekerheid vaststellen dat de te leveren waren duurzaam zullen zijn. Indien de contractant verplicht wordt om zitbanken te leveren die het FSC-label dragen, kan er immers weinig discussie ontstaan omtrent de duurzaamheid ervan. Toch is het niet toegestaan te eisen dat het werk, levering of dienst een bepaald privaatrechtelijk label of een privaatrechtelijk certificaat draagt. Dergelijke eis houdt immers het risico in dat ondernemingen die in staat zijn om gelijkwaardige duurzame producten te leveren, worden gediscrimineerd. Het eerbiedigen van de algemene beginselen van de overheidsopdrachten (transparantie, non-discriminatiebeginsel, mededinging) heeft immers steeds voorrang op de duurzaamheidsoverwegingen. Potentiële inschrijvers moeten ten allen tijde de mogelijkheid hebben om aan te tonen dat hun producten voldoen aan de door de aanbestedende dienst geformuleerde technische specificaties, ook wanneer zij andere dan de door de aanbestedende dienst genoemde keurmerken of helemaal geen keurmerk dragen.

    Toch kunnen labels en keurmerken een belangrijke functie hebben in het kader van overheidsopdrachten. Het louter opnemen van vermeldingen van een bepaald certificaat in het kader van de bewijsvoering is immers wel toegelaten en is zelfs een aanrader. Door te vermelden dat het voorleggen van een certificaat volstaat als bewijs dat aan de duurzaamheidseisen (in de technische specificaties) is voldaan, kan de administratieve rompslomp, zowel voor het bestuur als voor de inschrijvers, tot een minimum worden herleid. Merk wel op dat het verwijzen naar een label niet voldoet als omschrijving van de technische specificaties zelf, doch enkel dat het voorleggen van een bepaald privaat label of privaat certificaat kan volstaan als bewijs dat aan de uitgeschreven technische eisen wordt voldaan.
     
    Ook het integraal opnemen van de onderliggende eisen van een label ter omschrijving van de technische specificaties, is niet geoorloofd omdat dat de factomeestal neerkomt op het specifiek vereisen van dat bepaald label. Daarenboven bevatten behoorlijk wat labels sociale overwegingen die omwille van hun zwak verband met het voorwerp van de opdracht, niet thuishoren in de technische specificaties. Enkel de onderliggende criteria van het label die verband houden met de kenmerken of de prestaties van het product of dienst kunnen rechtsgeldig in de technische specificaties worden opgenomen.
     
    Normen en standaarden

    Een vrij complex vraagstuk vormt het eisen van het voldoen aan normen en standaarden in de technische specificaties. Overeenkomstig de Europese overheidsopdrachtenrichtlijnen en de Belgische overheidsopdrachtenregelgeving (cf. art. 7,
    § 2, a) KB Plaatsing) is het perfect mogelijk om internationale of nationale standaarden te gebruiken om de technische specificaties te definiëren. Het nut van normen en standaarden beperkt zich dus niet tot het bewijs dat aan bepaalde technische specificaties wordt voldaan, ze kunnen ook worden gebruikt om technische criteria te omschrijven. Het gebruik van standaarden heeft dus als belangrijk voordeel dat de passende onderliggende criteria, in tegenstelling tot wat het geval is voor private labels, niet moeten worden uitgeschreven. Een loutere verwijzing naar de norm of standaard volstaat, mits ook de vermelding 'of gelijkwaardig' wordt opgenomen. Aanduidingen als ISO, EN, NBN, NEN, DIN, etc. betreffen allen normen en standaarden en mogen dus als technische specificatie worden opgelegd op voorwaarde dat ze voldoende verband houden met het voorwerp van de opdracht.

    Het verschil in gebruik tussen labels en standaarden is enigszins verwarrend en kan worden verduidelijkt aan de hand van volgend voorbeeld:

    a) De overheid die duurzaam papier wenst aan te kopen en maximaal gebruik wenst te maken van labels, somt eerst de relevante (en liefst door meerdere labels gedeelde) onderliggende criteria op in de vorm van technische specificaties:
     
    • Het papier moet voor minstens 75% uit gerecycleerde papiervezels bestaan.
    • Het papier werd gebleekt zonder gebruik te maken van chloorgas .
    • Het papier voldoet aan de volgende grenswaarden in kleurstoffen: Pb 100 ppm, Hg 4 ppm, Cd 20 ppm en Cr 100 ppm.
     
    Vervolgens somt de overheid enkele labels op die gelden als bewijs dat aan deze criteria wordt voldaan:
     
    • Gelden o.a. als bewijs voor het voldoen aan alle criteria: het FSC-label, het PEFC-label, het Nordic-Swan-label en het Blauwe Engel-label.
     
    De inschrijvers krijgen daarnaast natuurlijk de mogelijkheid om ook op andere manieren aan te tonen dat aan de vooropgestelde criteria wordt voldaan.

    b) De overheid die bij haar aankoop van vuilniszakken gebruik wenst te maken van een standaard is veel gemakkelijker af. Ze dient enkel het volgende te bepalen:
     
    • De te leveren vuilniszakken dienen te voldoen aan de EN-13432 standaard, of gelijkwaardig.
     
    De onderliggende criteria van die standaard dienen dus niet te worden uitgeschreven. Merk wel op dat standaarden doorgaans minder vergaande duurzaamheidswaarborgen bieden dan labels.
     
    Ook inhoudelijk is er een opmerkelijk verschil tussen private labels en standaarden. Standaarden hebben veeleer betrekking op de technische specificaties of eigenschappen van het product, of de dienst zelf. Een label daarentegen biedt ruimere waarborgen, die niet alleen betrekking hebben op de eigenschappen van het product of de dienst, maar ook bijvoorbeeld op de (eventuele sociale) omstandigheden waarin een goed wordt geproduceerd. Zo kunnen ook de al dan niet eerlijke verhandeling van een goed, het respect voor de lokale bevolking en de bescherming van diersoorten deel uitmaken van de criteriaset van een label.
     
    Valkuilen

    Daarnaast is het ook opletten geblazen dat de duurzame technische specificaties niet overdreven formalistisch worden omschreven en enigszins in verhouding staan met de grootteorde van de opdracht. Een bestek voor een cateringopdracht van € 15.000 dat bijvoorbeeld tientallen pagina’s beslaat is niet realistisch en moet worden vermeden. Het opstellen van technische specificaties en het controleren van het voldoen eraan kost enige tijd, geld en moeite, die mogelijks op een nuttigere (en duurzamere) manier kunnen worden gespendeerd.

    Hou er daarnaast ook rekening mee dat, zoals hierboven reeds werd vermeld, de technische specificaties steeds in verband moeten staan met het voorwerp van de opdracht. Uit de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie blijkt duidelijk dat sociale criteria niet thuishoren in de technische specificaties. Deze worden bij voorkeur opgenomen in de uitvoeringsvoorwaarden van de opdracht, tenzij ze een direct verband vertonen met het voorwerp van de opdracht (bijvoorbeeld wanneer de opdracht een primaire sociale doelstelling heeft). Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft die stelling ook in het arrest van 10 mei 2012 nogmaals bevestigd (zaak C-368/10). Milieugerelateerde criteria kunnen daarentegen wel opgenomen worden in de technische specificaties, uiteraard op voorwaarde dat er een voldoende direct verband met het voorwerp van de opdracht kan worden aangetoond.

    Kwalitatieve selectie

    Uitsluiting
     
    De facultatieve uitsluitingsgrond beschreven in artikel 61, § 2, 3° KB Plaatsing kan aangewend worden om deelnemers te weren die milieudelicten of sociale- en arbeidsrechtelijke misdrijven hebben begaan. Dergelijke uitsluiting is rechtsgeldig op voorwaarde dat het begane misdrijf de professionele integriteit van de deelnemer aantast en dat de gerechtelijke uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan (dus niet meer vatbaar is voor een rechtsmiddel zoals hoger beroep, verzet of cassatie).
     
    De aantasting van de professionele integriteit dient de overheid naar redelijkheid te beoordelen, rekening houdende met alle feitelijke en wettelijke elementen (zwaarwichtigheid veroordeling, al dan niet recidive, datum veroordeling, aard van de opdracht, houding deelnemer). Bovendien moet hier duidelijk worden benadrukt dat het moet gaan om een strafrechtelijke veroordeling uitgesproken door de correctionele rechtbank of het Hof van Beroep wegens de schending van een misdrijf uit het strafwetboek of wegens schending van een norm van bijzonder strafrecht. Merk op dat een behoorlijk aantal milieu-, sociale- en arbeidsrechtelijke normen strafrechtelijk kan worden gesanctioneerd. Op 1 juli 2011 trad in België het Sociaal Strafwetboek in werking.
     
    Hou wel steeds in het achterhoofd dat de uitsluiting wegens de veroordeling voor het begaan van een milieudelict in een redelijke en proportionele verhouding moet staan met het voorwerp van de opdracht. Het uitsluiten van een associatie van consultants omdat één van de leden veroordeeld werd voor sluikstorten is bijvoorbeeld disproportioneel.
     
    Kwalitatieve selectie
     
    Ook door het stellen van gerichte eisen omtrent de technische bekwaamheid van de deelnemer kan de overheid duurzaamheidsoverwegingen laten meespelen. Zo kan zij in het bestek bepalen dat de inschrijvers door middel van referenties moeten aantonen dat ze reeds ervaring hebben met soortgelijke opdrachten. Indien de overheid bijvoorbeeld een opdracht uitschrijft voor het aankopen van een innovatieve of duurzame technische installatie, kan ze als selectiecriterium vereisen dat de deelnemers aantonen dat ze de voorbije 3 jaar minstens 3 soortgelijke installaties succesvol hebben geplaatst. Ook kan ze bijvoorbeeld vereisten stellen omtrent de opleiding van het personeel van de opdrachtnemer.
     
    Milieumanagement- of milieubeheersystemen
     
    In theorie kunnen er ook selectie-eisen gesteld worden omtrent milieumanagement- of milieubeheerssystemen, op voorwaarde dat die eis voldoende relevantie vertoont met het voorwerp van de opdracht. Milieuzorgsystemen zijn auditsystemen die als bedoeling hebben te verduidelijken op welke manier een onderneming systematische inspanningen levert om zijn milieuprestaties te verbeteren. Overeenkomstig de Belgische overheidsopdrachtenregelgeving (cf. art. 69, 4° KB Plaatsing, art. 72, 4° KB Plaatsing en art. 78 KB Plaatsing) kan de overheid, uitsluitend in passende gevallen, vereisen dat aan bepaalde normen rond milieubeheer wordt voldaan. Daarbij verwijst ze naar het communautaire milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS) of eventueel naar normen rond milieubeheer die gebaseerd zijn op de desbetreffende Europese of internationale normen die gecertificeerd zijn door instanties die beantwoorden aan het Gemeenschapsrecht of aan de toepasselijke Europese of internationale normen voor certificering.
     
    Of het verzoek dat aan bepaalde normen rond milieubeheer wordt voldaan al dan niet passend is, dient de overheid te bepalen aan de hand van de concrete aard van de werken en / of de diensten. De aard van de werken of diensten moet de toepassing van milieubeheermaatregelen of -systemen bij de uitvoering van de overheidsopdracht kunnen rechtvaardigen. De vereiste dat inschrijvers gecertificeerd zijn door een milieumanagement- of beheersysteem is vooral relevant voor grotere opdrachten of opdrachten met een lange uitvoeringstermijn.
     
    Vereisen dat de inschrijvers of kandidaten voldoen aan een milieubeheersysteem kan enkel in geval het gaat om een opdracht voor werken of diensten. Voor opdrachten met als voorwerp het leveren van goederen zou zulks immers weinig zinvol. Leveringsopdrachten worden dan ook niet vermeld in overweging 44 Richtlijn 2004/18/EG.
     
    In de praktijk zijn de ondernemingen die gebruik maken van een milieubeheerssysteem voorlopig erg dun gezaaid. Voorbeelden van dergelijke systemen zijn bijvoorbeeld de EMAS-certificering en de ISO 14001 standaard. De EU streeft de wijdere verspreiding van de EMAS-certificering na. Het aantal ondernemingen dat gebruik maakt van een milieubeheersysteem zou in de toekomst dus aanzienlijk moeten stijgen. Zolang die tendens zich echter niet duidelijk manifesteert, is vereisen dat aan een milieubeheersysteem wordt voldaan veeleer theorie dan praktijk. De EMAS-certificering is gebaseerd op de ISO 14001 standaard. Meer informatie hierover vindt op de website van de Europese Commissie.
     
    Valkuilen
     
    Net zoals in de technische specificaties, mag ook in de selectiecriteria niet geëist worden dat de inschrijver een bepaald privaat label of certificaat draagt. Het is dus niet toegelaten om bijvoorbeeld te vereisen dat de inschrijvers de houder moeten zijn van een FSC-CoC-Certificaat. In het geval van milieumanagement- en milieubeheersystemen, kan uitzonderlijk wel worden verwezen naar een certificaat (bijvoorbeeld EMAS). Daarbij moeten de onderliggende criteria niet formeel worden opgenomen. Gelijkwaardige certificaten en, in het geval de inschrijver niet gecertificeerd is, beschrijvingen dienen echter ook steeds te worden geaccepteerd. EMAS en ISO 14001 zijn dan ook geen private certificaten.
     
    De overheid moet daarnaast ook uitkijken dat de selectievoorschriften steeds in een redelijke en proportionele verhouding staan tot het voorwerp van de opdracht. Zo kan het bijvoorbeeld niet realistisch zijn te eisen dat de tractoren voor het uitvoeren van kleinschalige onderhoudswerken allen voldoen aan de Euro 5-norm. Op dergelijke opdracht zullen immers veelal bescheiden, lokale groenbedrijven inschrijven, waarvan niet kan worden verwacht dat zij meteen investeren in de allernieuwste technologieën.

    Gunningscriteria

    Algemeen
     
    Duurzaamheidsoverwegingen in de gunningscriteria hadden tot voor kort vooral betrekking op duurzaamheidsoverwegingen die gerelateerd zijn aan het milieu. Voor het integreren van sociale overwegingen in de gunningscriteria bieden de overheidsopdrachtenrichtlijnen van 2004 weinig ruimte. Sociale overwegingen werden steeds verwezen naar de fase van de uitvoeringsvoorwaarden. De opvatting was dan ook lange tijd dat sociale overwegingen niet thuishoorden in gunningscriteria of de technische specificaties, tenzij de overheid kan motiveren dat ze een zeer nauwe band hebben met het voorwerp van de opdracht. Deze opvatting is echter recentelijk gewijzigd n.a.v. het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 10 mei 2012.
     
    Sociale overwegingen als gunningscriterium
     
    Overweging 46 Richtlijn 2004/18/EG bood een zeer beperkte en voorwaardelijke mogelijkheid tot het opnemen van een sociaal gunningscriterium. De voorwaarden en toepassingsgevallen van de overweging (die strikt genomen geen deel uitmaakt van het dispositief van de richtlijn) zijn echter dermate strikt omschreven dat een opname van sociale overwegingen in de gunningscriteria in de praktijk quasi niet denkbaar was.
     
    Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft in zijn arrest van 10 mei 2012 (zaak C-368/10) echter de deur geopend voor het opnemen van sociale gunningscriteria. Naar analogie met het EVN-Wienström-arrest wat milieugerelateerde criteria betreft, heeft het Hof het vereiste verband tussen het voorwerp van de opdracht en het sociale gunningscriterium soepel geïnterpreteerd. Het Hof gaf uitdrukkelijk aan dat niet vereist is dat een gunningscriterium steeds een kenmerkende eigenschap van een product betreft in de zin van een element dat materieel in het product is opgenomen. Het is hoofdzakelijk deze laatste overweging die de theoretische basis vormt voor de toelaatbaarheid van sociale gunningscriteria (louter materieel zijn koffie uit de eerlijke handel en andere koffie immers niet van mekaar te onderscheiden). Uiteraard is een verband nog steeds vereist, doch dit verband hoeft niet langer rechtstreeks te zijn, of te beantwoorden aan het veelal theoretische toepassingsgeval van overweging 46 Richtlijn 2004/18.
     
    Artikel 25 Wet Overheidsopdrachten vermeldt nu ook duidelijk dat 'sociale overwegingen' de inhoud van een gunningscriterium kunnen uitmaken. Er bestaat dus geen enkele twijfel over dat gunningscriteria met een sociaal oogmerk toelaatbaar zijn. De praktische toepassing van sociale gunningscriteria is voor een aantal opdrachten echter niet evident.
     
    Milieuoverwegingen als gunningscriterium
     
    Uiteraard blijven de gunningscriteria ook nog steeds een erg geschikte plaats om milieuoverwegingen te laten meespelen bij het gunnen van de opdracht. Het gebruik van groene gunningscriteria maakt het mogelijk om inschrijvers die een duurzaam voorstel doen een betere score toe te kennen bij de beoordeling. Goede voorbeelden van groene gunningscriteria zijn onder andere:
     

    • Als minimumspecificatie wordt geëist dat het te leveren papier voor minstens 80% uit gerecycleerde papiervezels bestaat. Via een gunningscriterium worden er punten toebedeeld voor elke 5% dat het minimumpercentage wordt overtroffen.
    • Printers die apart vervangbare kleurenpatronen hebben en dubbelzijdig kunnen afdrukken krijgen een betere score d.m.v. een groen gunningscriterium.
    • Voor de aankoop van personenwagens wordt een ecoscore van 60 vereist. Hogere scores worden beloond met extra punten.
    • Indien meer producten worden aangeboden van biologische oorsprong dan minimaal vereist in de technische specificaties kunnen extra punten worden toebedeeld.
     
    Groene gunningscriteria kunnen handig van pas komen indien de overheid onvoldoende inzicht heeft in welke mate er groene oplossingen beschikbaar zijn op de markt. Zo kan men ervoor opteren om in de technische specificaties een minimumeis voorop te stellen waarvan men zeker is dat een groot deel van de markt eraan kan voldoen en vervolgens via de gunningscriteria de inschrijvers te belonen die deze minimumeis in hun voorstel overtreffen (zie bijvoorbeeld het gunningscriterium m.b.t. de aankoop van papier hierboven).
     
    Praktisch
     
    Voor de beoordeling van de verschillende offertes aan de hand van de gunningscriteria kan men gebruik maken van een aantal verschillende methodes. De door het bestuur toe te kennen waarde van de verschillende gunningscriteria is niet zelden een bron van twijfel bij het voeren van gunningsprocedures die de Europese drempelbedragen overschrijden. Enerzijds lijkt het aangewezen om de groene criteria een significante waarde mee te geven, het belang van ecologie mag immers niet worden onderschat. Anderzijds wenst men er toch ook over te waken dat de andere criteria niet worden ondergraven, en dan inzonderheid het prijscriterium.
     
    Het bepalen van de relatieve waarde van de gunningscriteria moet dan ook opdracht per opdracht gebeuren, en is een oefening die moet gebeuren in hoofde van de overheid. Met de waarde van het gunningscriterium ‘prijs’ moet steeds zorgvuldig worden omgesprongen. Indien dit criterium een te hoog gewicht wordt toegeschreven heeft zulks tot gevolg dat het de andere criteria zal overstemmen. Indien het een te laag gewicht meekrijgt, bestaat er een risico dat de prijzen de hoogte ingaan en dat men ingevolge de andere criteria zal moeten gunnen aan een inschrijver die disproportioneel duurder is. De waarde van het gunningscriterium prijs moet dan ook steeds worden vastgesteld rekening houdende met de specificiteiten van iedere afzonderlijke opdracht.
     
    Onder de Europese drempelbedragen hoeft dit probleem zich niet te stellen daar men er dan immers kan voor opteren om de waarde van de gunningscriteria niet expliciet vast te stellen, met als gevolg dat hun waarde gelijk is. Ook kan men ervoor opteren te werken met grootteordes (bijvoorbeeld zeer belangrijk, belangrijk, matig belangrijk en weinig belangrijk). Deze mogelijkheid bestaat zowel boven als onder de Europese drempelbedragen. Het gebruik maken van grootteordes heeft als belangrijke troef dat het motiveren veel flexibeler kan worden aangepakt. Alternatief kan in het bestek ook worden bepaald dat de criteria in volgorde van afnemend belang worden opgesomd. Het gebruik van een concrete weging, bv. d.m.v. een percentage, kan eventueel vervelende problemen met zich meebrengen bij de motivering van de gunningsbeslissing. Cijfers zijn immers hard en kunnen door een woordelijke motivering niet worden gewijzigd.
     
    Valkuilen
     
    Net zoals dat het geval is voor de technische specificaties en de uitvoeringsvoorwaarden dient er bij het formuleren van gunningscriteria over gewaakt te worden dat er niet gezondigd wordt tegen de basisprincipes van de overheidsopdrachtenregelgeving. Een gunningscriterium dat duidelijk geformuleerd werd met de bedoeling om één bepaalde marktspeler een voordeel te bieden, kan dus niet door de beugel. Het verwijzen naar private labels of certificaten is dus ook wat de gunningscriteria betreft uit den boze.
     
    Niet tegenstaande de soepele interpretatie van het vereiste verband tussen het voorwerp van de opdracht en de sociale gunningscriteria waarvan sprake is in het arrest van 10 mei 2012, moeten er bij het opnemen van sociale gunningscriteria toch bepaalde limieten in acht genomen worden. Zo moet het geformuleerde criterium nog steeds een zeker verband houden met het voorwerp van de opdracht en mag het bijvoorbeeld niet het algemene inkoopbeleid van de deelnemers betreffen.
     
    Ga ook na of de duurzaamheidsoverweging die u als gunningscriterium wil integreren niet beter in een andere fase van de procedure wordt ondergebracht (bijvoorbeeld de uitvoeringsvoorwaarden). Dit is veelal het geval voor eisen met betrekking tot de verpakking van de aangekocht goederen of het materieel dat bij de uitvoering van de opdracht wordt aangewend, die beter in de uitvoeringsvoorwaarden worden opgenomen.
     
    Gunningscriteria laten een graduele beoordeling van de offertes toe. Gunningscriteria die ofwel worden voldaan (en de offerte dus het maximum van de punten krijgt), ofwel niet worden voldaan (en de offerte dus geen punten krijgt) kunnen best worden vermeden. Bij de aankoop van papier is het beter om te specifiëren dat een offerte extra punten krijgt per percent dat extra gerecycleerde vezels worden gebruikt (graduele beoordeling mogelijk), dan te specifiëren dat de offerte het maximum van de punten krijgt indien het papier 100% gerecycleerd is en dat de offerte geen punten krijgt indien deze eis niet wordt gehaald (graduele beoordeling niet mogelijk).

    Uitvoeringsvoorwaarden

    Algemeen
    De uitvoeringsvoorwaarden zijn de voorwaarden of contractsbepalingen die de opdrachtnemer in acht moet nemen bij het uitvoeren van de opdracht. Hoewel ook deze steeds in verband moeten staan met het voorwerp van de opdracht, en dan meer bepaald met de uitvoering ervan, wordt dit verband toch soepeler geïnterpreteerd dan bijvoorbeeld bij de technische specificaties. De uitvoeringsvoorwaarden hebben in mindere mate betrekking op de concrete eigenschappen van het werk, de levering of de dienst, maar hebben in een grotere mate betrekking op de uitvoeringsaspecten die aan de opdracht te pas komen. Uitvoeringsvoorwaarden kunnen bijvoorbeeld afspraken omtrent de aansprakelijkheid en het risico, de leveringsdatum en de betaling omvatten. Net zoals de andere gunningsfasen kunnen ook de uitvoeringsvoorwaarden aangewend worden om duurzaamheidsdoelen na te streven. Enkele voorbeelden:
     

    • De goederen moeten geleverd worden buiten het spitsuur. Dit om verkeershinder en uitstoot van fijn stof te verminderen.
    • De verpakking van verbruiksgoederen (bijvoorbeeld mineraalwater) moet herbruikbaar zijn.
    • De verpakking van het te leveren goed moet biologisch afbreekbaar zijn.
    • Voor opdrachten van meubilair kan er geëist worden dat er tot 10 jaar na de levering reserveonderdelen verkrijgbaar blijven.
    • Aan een cateraar kan men opleggen om te voorzien in herbruikbaar bestek, servies, glaswerk en tafellinnen om de afvalproductie te beperken.
    • Bij het oprichten van een kantoorgebouw kan er van de aannemer worden geëist dat gedurende de werken, er minstens één of meerdere personen uit een kansengroep wordt tewerkgesteld op de werf.
     
    De leidraad voor de integratie van sociale criteria in overheidsopdrachten en de meeste productfiches bevatten een aantal kant en klare modellen van uitvoeringsvoorwaarden die in het bestek kunnen worden opgenomen. U kan deze documenten terugvinden op het kennisknooppunt 'Duurzame overheidsopdrachten'.
     
    Sociale overwegingen als uitvoeringsvoorwaarde
     
    Uit het laatste voorbeeld blijkt ook dat de uitvoeringsvoorwaarden aangewend kunnen worden om via de overheidsopdracht, op een secundaire manier, sociale doelstellingen na te streven. De soepelere band met het voorwerp van de opdracht maakt dit mogelijk. Concreet kunnen dergelijke uitvoeringsvoorwaarden tot doel hebben dat er op de werkplek in een beroepsopleiding wordt voorzien, of dat de arbeidsparticipatie van moeilijk in het arbeidsproces te integreren personen wordt bevorderd. Ook het bestrijden van de werkloosheid kan doeltreffend via uitvoeringsvoorwaarden gebeuren. Merk wel op dat dergelijke uitvoeringsvoorwaarden vooral doeltreffend zijn bij contracten die een lange of middellange looptijd hebben.
     
    Af en toe worden in de uitvoeringsvoorwaarden ook een aantal IAO-conventies opgenomen. Deze houden een aantal basisrechten in, zoals het verbod op dwangarbeid en het recht op collectieve onderhandelingen. Als ze worden opgenomen in het bestek is dat meestal met het oogmerk te sensibiliseren.
     
    Milieuoverwegingen als uitvoeringsvoorwaarde
     
    Het spreekt voor zich dat ook milieugebonden doelstellingen met een minder strikt verband met het voorwerp van de opdracht een plaats vinden in de uitvoeringsvoorwaarden. Voorwaarde is wel dat deze gelinkt kunnen worden met de uitvoering van de opdracht. Een courant voorbeeld is het opleggen van een bepaalde Euronorm of een ecoscore aan de voertuigen die bij de uitvoering van de opdracht worden gebruikt.
     
    Valkuilen
     
    In de uitvoeringsvoorwaarden mogen geen vermomde technische specificaties, selectiecriteria of gunningscriteria verscholen zitten. Hoewel de band met het voorwerp enigszins soepeler is dan bij de technische vereisten en de gunningscriteria, moet er wel over gewaakt worden dat ze duidelijk verband houden met de uitvoering van de opdracht.
     
    Vergeet ook niet dat het voldoen aan de uitvoeringsvoorwaarden in principe niet vooraf aan de gunning van de opdracht en de sluiting van de overeenkomst kan worden gecontroleerd. Het belang van de uitvoeringsvoorwaarden speelt pas bij de uitvoering. Met de gunningsprocedure an sich hebben ze immers weinig te maken. In Nederland noemt men ze dan ook terecht 'contractbepalingen'. Het ontbreken van een voorafgaande controle kan dan ook tot gevolg hebben dat grondig overwogen en doordachte uitvoeringsvoorwaarden hun nuttig effect mislopen als ze niet kunnen worden afgedwongen door een adequaat controle- en sanctiemechanisme. Bij contracten die een aanzienlijke periode overspannen is het daarbij van belang dat er regelmatige controles plaatsvinden, zodat eventuele inbreuken tijdens de uitvoering van de opdracht tijdig kunnen worden vastgesteld. De opgenomen sancties moeten een reëel karakter hebben. De niet-naleving van de uitvoeringsvoorwaarden van een opdracht voor werken met een waarde van vier miljoen euro kan niet passend worden gesanctioneerd door een boete van honderd euro per dag. De grootte van de opdracht en de grootte van de sanctie moeten dus in een redelijke en proportionele verhouding staan.
     
    Ten slotte spreekt het voor zich dat de overheid de Europese beginselen ook in de uitvoeringsvoorwaarden moet respecteren. Ook wat de uitvoeringsvoorwaarden betreft moet de overheid er dus voor zorgen dat deze de vrije mededinging niet in het gedrang brengen en dat ze voldoende transparant zijn. Het voorschrijven van een bepaald label of certificaat is ook in de uitvoeringsvoorwaarden dus niet toelaatbaar. Het voorschrijven van bepaalde normen of standaarden is wel toegelaten, op voorwaarde dat het bijschrift 'of gelijkwaardig' wordt toegevoegd.