chat-altchatcrossloginquestion-circlesearchsmileystarthumbup-downwarning
Vlaanderen
Contacteer ons
    Terug naar overzicht Stuur een e-mail

    Stuur een e-mail naar 1700, de informatiedienst voor al uw vragen aan de overheid.
    U ontvangt een kopie van uw bericht.

    Terug naar overzicht Chat met ons
    Uw chatgesprek wordt automatisch gestart zodra er een medewerker beschikbaar is.
    Even geduld, uw positie in de wachtrij wordt bepaald.

    Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006

    Titel I – Algemene bepalingen en definities

    Artikel 1

    Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

    Ze voorziet in de omzetting van de richtlijn 2004/17/EG van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en de richtlijn 2004/18/EG van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten.

    Artikel 2

    Aanbestedende overheid

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder aanbestedende overheid:

    a) de Staat;
    b) de territoriale lichamen;
    c) de publiekrechtelijke instellingen;
    d) de personen, welke ook hun vorm en aard mogen zijn, die op de datum van de beslissing om tot een opdracht over te gaan:
     

    • opgericht zijn met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn, en
    • rechtspersoonlijkheid hebben, en
       
      waarvan
       
    • ofwel de werkzaamheden in hoofdzaak gefinancierd worden door de overheden of instellingen vermeld in 1° a, b of c;
    • ofwel het beheer onderworpen is aan het toezicht van die overheden of instellingen;
    • ofwel de leden van de directie, van de raad van bestuur of van de raad van toezicht voor meer dan de helft door die overheden of instellingen zijn aangewezen;
     
    e) de verenigingen bestaande uit een of meer aanbestedende overheden als bedoeld in 1° a, b, c of d.

    Overheidsbedrijf

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder overheidsbedrijf:

    elke onderneming die een activiteit bedoeld in titel III van deze wet uitoefent waarop de aanbestedende overheden rechtstreeks of onrechtstreeks een overheersende invloed kunnen uitoefenen uit hoofde van eigendom, financiële deelneming of in de onderneming geldende voorschriften. De overheersende invloed wordt vermoed wanneer deze overheden, rechtstreeks of onrechtstreeks, ten opzichte van de onderneming:
     

    • de meerderheid van het maatschappelijk kapitaal bezitten, of
    • over de meerderheid van de stemmen beschikken die verbonden zijn aan de door de onderneming uitgegeven aandelen, of
    • meer dan de helft van de leden van het bestuurs­, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de onderneming kunnen aanwijzen.

    Aanbestedende entiteit

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder aanbestedende entiteit:

    de privaatrechtelijke persoon die bijzondere of uitsluitende rechten geniet wanneer hij een activiteit uitoefent als bedoeld in titel IV. De bijzondere of uitsluitende rechten zijn rechten die voortvloeien uit een door een bevoegde overheid verleende machtiging op grond van een wettelijke, reglementaire of administratieve bepaling die tot gevolg heeft dat de uitoefening van een van de in deze titel bedoelde activiteiten aan een of meer entiteiten voorbehouden blijft waardoor de mogelijkheden van andere entiteiten om dezelfde activiteit uit te oefenen wezenlijk nadelig worden beïnvloed.

    Aankoopcentrale of opdrachtencentrale

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder aankoopcentrale of opdrachtencentrale:
     
    een aanbestedende overheid in de zin van die:
     

    Aannemer, leverancier of dienstverlener

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder aannemer, leverancier of dienstverlener:

    elke natuurlijke of rechtspersoon, elke overheidsinstelling of elke combinatie van deze personen of overheidsinstellingen die respectievelijk de uitvoering van werken of van bouwwerken, leveringen of diensten op de markt aanbiedt.

    Kandidaat

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder kandidaat:

    de aannemer, leverancier of dienstverlener die een aanvraag tot deelneming indient met het oog op zijn selectie voor een opdracht, een lijst van geselecteerden of een kwalificatiesysteem.

    Aanvraag tot deelneming

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder aanvraag tot deelneming:

    de schriftelijke en uitdrukkelijke wilsuiting door een kandidaat om geselecteerd te worden voor een opdracht, een lijst van geselecteerden of een kwalificatiesysteem.

    Selectie

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder selectie:

    de beslissing van de aanbestedende overheid tot keuze van de kandidaten of inschrijvers op grond van het toegangsrecht en de kwalitatieve selectie.

    Geselecteerde

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder geselecteerde:

    de kandidaat die bij de selectie gekozen is.

    10° Inschrijver

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder inschrijver:

    de aannemer, leverancier, dienstverlener of geselecteerde die een offerte indient voor een opdracht.

    11° Offerte

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder offerte:

    de verbintenis van de inschrijver om de opdracht uit te voeren op grond van de opdrachtdocumenten en tegen de voorwaarden die hij biedt.

    12° Opdrachtnemer

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder opdrachtnemer:

    de inschrijver met wie de opdracht is gesloten.

    Artikel 3

    Overheidsopdracht

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder overheidsopdracht:

    de overeenkomst onder bezwarende titel die wordt gesloten tussen één of meer aannemers, leveranciers of dienstverleners en één of meer aanbestedende overheden of overheidsbedrijven en die betrekking heeft op het uitvoeren van werken, het leveren van producten of het verlenen van diensten.

    Overheidsopdracht voor werken

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder overheidsopdracht voor werken:

    de overheidsopdracht die betrekking heeft op hetzij het uitvoeren, hetzij zowel het ontwerpen als het uitvoeren van werken in het kader van één van de in bijlage 1 van deze wet vermelde werkzaamheden of van een bouwwerk, dan wel het laten uitvoeren, met welke middelen ook, van een bouwwerk dat aan de door de aanbestedende overheid of het overheidsbedrijf vastgestelde behoeften voldoet. Een bouwwerk is het product van een geheel van bouwkundige of civieltechnische werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of technische functie te vervullen.

    Overheidsopdracht voor leveringen

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder overheidsopdracht voor leveringen:

    een andere overheidsopdracht dan een overheidsopdracht voor werken die betrekking heeft op de aankoop, leasing, huur of huurkoop, met of zonder koopoptie, van producten.

    Een overheidsopdracht die betrekking heeft op het leveren van producten en in bijkomende orde op plaatsings- en installatiewerkzaamheden wordt als een overheidsopdracht voor leveringen beschouwd.

    Overheidsopdracht voor diensten

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder overheidsopdracht voor diensten:

    een andere overheidsopdracht dan een overheidsopdracht voor werken of leveringen die betrekking heeft op het verlenen van de in bijlage 2 van deze wet bedoelde diensten.

    Een overheidsopdracht die zowel betrekking heeft op leveringen als op de in bijlage 2 van deze wet bedoelde diensten, wordt als een overheidsopdracht voor diensten beschouwd indien de waarde van de desbetreffende diensten hoger is dan die van de in de opdracht opgenomen leveringen.

    Een overheidsopdracht die betrekking heeft op de in bijlage 2 van deze wet bedoelde diensten en ten opzichte van het hoofdvoorwerp van de opdracht slechts bijkomstig werkzaamheden omvat als bedoeld in bijlage 1 van deze wet, wordt als een overheidsopdracht voor diensten beschouwd.

    Open procedure

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder open procedure:

    de gunningsprocedure waarbij elke belangstellende aannemer, leverancier of dienstverlener een offerte mag indienen en waarbij de openingszitting van de offertes openbaar is.

    Beperkte procedure

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder beperkte procedure:

    de gunningsprocedure waarbij elke belangstellende aannemer, leverancier of dienstverlener een aanvraag tot deelneming mag indienen en waarbij alleen de door de aanbestedende overheid of het overheidsbedrijf geselecteerde kandidaten een offerte mogen indienen en aanwezig mogen zijn op de openingszitting van de offertes.

    Onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking:

    de gunningsprocedure waarbij de aanbestedende overheid of het overheidsbedrijf de door haar gekozen aannemers, leveranciers of dienstverleners raadpleegt en over de voorwaarden van de opdracht onderhandelt met één of meer van hen.

    Onderhandelingsprocedure met bekendmaking

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder onderhandelingsprocedure met bekendmaking:

    de gunningsprocedure waarbij elke aannemer, leverancier of dienstverlener een aanvraag tot deelneming mag indienen, waarbij alleen de geselecteerden een offerte mogen indienen en waarbij over de voorwaarden van de opdracht kan worden onderhandeld met de inschrijvers. Voor opdrachten die het bedrag voor de Europese bekendmaking niet bereiken, kan de Koning in de mogelijkheid voorzien dat elke belangstellende aannemer, leverancier of dienstverlener een offerte mag indienen.

    Concurrentiedialoog

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder concurrentiedialoog:

    de gunningsprocedure waaraan elke belangstellende aannemer, leverancier of dienstverlener mag vragen om deel te nemen en waarbij de aanbestedende overheid een dialoog voert met de voor deze procedure geselecteerde kandidaten, teneinde één of meer oplossingen uit te werken die aan de behoeften van de aanbestedende overheid beantwoorden en op grond waarvan de gekozen kandidaten zullen worden uitgenodigd om een offerte in te dienen.

    10° Ontwerpenwedstrijd

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder ontwerpenwedstrijd:

    de procedure die tot doel heeft de aanbestedende overheid of het overheidsbedrijf een plan of een ontwerp te verschaffen dat na mededinging door een jury wordt gekozen.

    11° Promotieopdracht van werken

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder promotieopdracht van werken:

    de overheidsopdracht die zowel betrekking heeft op het financieren als op het uitvoeren van werken en, in voorkomend geval, op elke dienstverlening in dat verband.

    12° Concessie voor openbare werken

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder concessie voor openbare werken:

    de overeenkomst met dezelfde kenmerken als een overheidsopdracht voor werken, behalve dat de tegenprestatie voor de werken bestaat uit hetzij uitsluitend het recht het werk te exploiteren, hetzij dit recht gepaard gaande met een prijs.

    13° Dynamisch aankoopsysteem

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder dynamisch aankoopsysteem:

    het geheel elektronisch proces voor het verwerven van leveringen en diensten voor courant gebruik, met algemeen op de markt beschikbare kenmerken die overeenstemmen met de behoeften van de aanbestedende overheid of van het overheidsbedrijf, dat beperkt is in de tijd en gedurende de gehele looptijd openstaat voor elke leverancier en dienstverlener die voldoet aan de selectiecriteria en een indicatieve offerte heeft ingediend overeenkomstig de eisen van de opdrachtdocumenten.

    14° Elektronische veiling

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder elektronische veiling:

    het zich herhalend proces langs elektronische weg, toepasselijk voor leveringen en diensten voor courant gebruik, voor de voorstelling van nieuwe, verlaagde prijzen of van nieuwe waarden voor bepaalde elementen van de offertes, dat plaatsvindt na de eerste volledige beoordeling van de offertes en hun klassering op basis van elektronische verwerking mogelijk maakt.

    15° Raamovereenkomst

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder raamovereenkomst:

    een overeenkomst tussen een of meer aanbestedende overheden of overheidsbedrijven en een of meer aannemers, leveranciers of dienstverleners met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake te plaatsen opdrachten vast te leggen, met name wat betreft de prijzen en eventueel de beoogde hoeveelheden.

    16° Gunning van de opdracht

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder gunning van de opdracht:

    de beslissing van de aanbestedende overheid of het overheidsbedrijf om de gekozen inschrijver aan te wijzen.

    17° Sluiting van de opdracht

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder sluiting van de opdracht:

    de totstandkoming van de contractuele band tussen enerzijds de aanbestedende overheid of het overheidsbedrijf en anderzijds de opdrachtnemer.

    18° Gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten:

    de op overheidsopdrachten toepasselijke referentienomenclatuur als vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2195/2002, afgekort CPV.

    19° Schriftelijk

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder schriftelijk:

    elk uit woorden of cijfers bestaand geheel dat kan worden gelezen, gereproduceerd en vervolgens medegedeeld. Dit geheel kan met elektronische middelen overgebrachte of opgeslagen informatie bevatten.

    20° Elektronisch middel

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder elektronisch middel:

    een middel waarbij gebruik wordt gemaakt van elektronische apparatuur voor gegevensverwerking, met inbegrip van digitale compressie, en gegevensopslag, alsmede van verspreiding, overbrenging en ontvangst door middel van draden, straalverbindingen, optische middelen of andere elektromagnetische middelen.

    21° Opdrachtdocumenten

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder opdrachtdocumenten:
     
    de documenten die op de opdracht toepasselijk zijn, met inbegrip van alle aanvullende en andere documenten waarnaar deze verwijzen. In voorkomend geval omvatten ze de aankondiging van opdracht, het bestek dat de bijzondere bepalingen bevat die op de opdracht toepasselijk zijn en de door de partijen ondertekende overeenkomst. Bij een ontwerpenwedstrijd worden deze documenten wedstrijddocumenten genoemd en bij een concessie voor openbare werken concessiedocumenten.

    22° Perceel

    Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder perceel:

    de onderverdeling van een opdracht, die apart kan worden gegund, in principe met het oog op een gescheiden uitvoering.

    Artikel 4

    Opdracht

    Voor de toepassing van titel IV van de wet, wordt verstaan onder opdracht:

    de overeenkomst met dezelfde kenmerken als een overheidsopdracht, behalve dat die gesloten wordt door één of meer aanbestedende entiteiten in de zin van artikel 2, 3°.

    1°bis Kandidaat / Aanvraag tot deelneming / Selectie / Geselecteerde / Inschrijver / Offerte / Opdrachtnemer

    Voor de toepassing van titel IV van de wet, wordt verstaan onder kandidaat, aanvraag tot deelneming, selectie, geselecteerde, inschrijver, offerte en opdrachtnemer:

    de begrippen met dezelfde draagwijdte als die omschreven in artikel 2, 6° tot 12°, behalve dat deze betrekking hebbben op een aanbestedende entiteit in de zin van artikel 2, 3°.

    Opdracht voor werken / Opdracht voor leveringen / Opdracht voor diensten

    Voor de toepassing van titel IV van de wet, wordt verstaan onder opdracht voor werken, leveringen of diensten:

    de opdracht betreffende werken, leveringen of diensten in de zin van artikel 3, 2° tot .

    Open procedure

    Voor de toepassing van titel IV van de wet, wordt verstaan onder open procedure:

    de gunningsprocedure waarbij elke aannemer, leverancier of dienstverlener een offerte mag indienen.

    Beperkte procedure

    Voor de toepassing van titel IV van de wet, wordt verstaan onder beperkte procedure:

    de gunningsprocedure waarbij elke aannemer, leverancier of dienstverlener een aanvraag tot deelneming mag indienen en waarbij enkel de kandidaten geselecteerd door de aanbestedende entiteit in de zin van artikel 2, 3°, een offerte mogen indienen.

    Onderhandelingsprocedure met bekendmaking / Onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking / Ontwerpenwedstrijd

    Voor de toepassing van titel IV van de wet, wordt verstaan onder onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, onderhandelingsprocedure met bekendmaking en ontwerpenwedstrijd:

    de gunningsprocedures met dezelfde kenmerken als die omschreven in artikel 3, 7°, en 10°, behalve dat ze worden uitgeschreven door een aanbestedende entiteit in de zin van artikel 2, 3°.

    Dynamisch aankoopsysteem / Concessie voor werken / Elektronische veiling / Raamovereenkomst

    Voor de toepassing van titel IV van de wet, wordt verstaan onder dynamisch aankoopsysteem, concessie voor werken, elektronische veiling en raamovereenkomst:

    de processen of de overeenkomst met dezelfde kenmerken als die omschreven in artikel 3, 12° tot 15°, behalve dat daarvan gebruik wordt gemaakt door een aanbestedende entiteit in de zin van artikel 2, 3°.

    Titel II – Overheidsopdrachten

    Hoofdstuk I – Algemene beginselen

    Artikel 5

    De aanbestedende overheden behandelen de aannemers, de leveranciers en de dienstverleners op gelijke, niet-discriminerende en transparante wijze.

    De overheidsopdrachten worden gegund na mededinging, na verificatie van het toegangsrecht, kwalitatieve selectie en onderzoek van de offertes van de deelnemers, overeenkomstig één van de in hoofdstuk IV bepaalde gunningsprocedures.

    Artikel 6

    § 1

    De overheidsopdrachten worden geplaatst op forfaitaire basis.
     
    De forfaitaire grondslag van de overheidsopdrachten vormt geen belemmering voor de herziening van de prijzen in het licht van bepaalde economische en sociale factoren.
     
    De herziening moet tegemoetkomen aan de prijsevolutie van de hoofdcomponenten van de kostprijs. De Koning bepaalt de modaliteiten van de herziening en kan deze verplicht stellen voor opdrachten die bepaalde bedragen bereiken of bepaalde uitvoeringstermijnen omvatten, die Hij vastlegt.
     
    Wanneer de aannemer, de leverancier of de dienstverlener een beroep doet op onderaannemers, dan moeten die, in voorkomend geval, ook in de weerslag van de herziening van hun prijzen delen volgens de door de Koning te bepalen nadere regels en in de mate die overeenstemt met de aard van de door hen uitgevoerde prestaties.

    § 2

    De overheidsopdrachten mogen worden geplaatst zonder forfaitaire prijsbepaling:

    in uitzonderlijke gevallen, voor de werken, leveringen of diensten die ingewikkeld zijn of een nieuwe techniek inluiden, met belangrijke technische risico’s, die verplichten tot het aanvatten van de uitvoering van de prestaties, terwijl niet alle uitvoeringsvoorwaarden en verplichtingen volledig kunnen worden bepaald;    

    in buitengewone en onvoorzienbare omstandigheden, wanneer zij betrekking hebben op spoedeisende werken, leveringen of diensten waarvan de aard en de uitvoerings-voorwaarden moeilijk kunnen worden omschreven.

    Artikel 7

    Betalingen mogen alleen worden gedaan voor verstrekte en aanvaarde prestaties. Als zodanig worden beschouwd, volgens wat in de opdrachtdocumenten is bepaald, de voorraden die aangelegd zijn voor de uitvoering van de opdracht en die door de aanbestedende overheid zijn goedgekeurd.

    Nochtans kunnen voorschotten worden toegestaan volgens de voorwaarden vastgesteld door de Koning.

    Artikel 8

    § 1

    Onverminderd de toepassing van andere verbodsbepalingen die voortvloeien uit een wet, een decreet, een ordonnantie, een reglement of statuut, is het elke ambtenaar, openbare gezagsdrager of ieder ander persoon die op welke wijze ook aan de aanbestedende overheid verbonden is, verboden, op welke wijze ook, rechtstreeks of onrechtstreeks tussen te komen bij de plaatsing en de uitvoering van een overheidsopdracht zodra hij daardoor, persoonlijk of via een tussenpersoon, zou kunnen terechtkomen in een toestand van belangenvermenging met een kandidaat of inschrijver.

    § 2

    Deze belangenvermenging wordt alleszins vermoed te bestaan:

    zodra de ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon bedoeld in § 1, bloed-­ of aanverwant is in de rechte lijn tot de derde graad en in de zijlijn tot de vierde graad of in geval van wettelijke samenwoning, met een van de kandidaten of inschrijvers of met ieder ander natuurlijk persoon die voor rekening van een van hen een directie­- of beheersbevoegdheid uitoefent;

    indien de ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon bedoeld in § 1 zelf of via een tussenpersoon eigenaar, mede-eigenaar of werkend vennoot is van één van de kandiderende of inschrijvende ondernemingen dan wel in rechte of in feite, zelf of via een tussenpersoon, een directie­- of beheersbevoegdheid uitoefent.

    De ambtenaar, de openbare gezagsdrager of de natuurlijke persoon die zich in een van deze toestanden bevindt, is verplicht zichzelf te wraken.

    § 3

    Indien de ambtenaar, de openbare gezagsdrager, de natuurlijke persoon of rechtspersoon bedoeld in § 1, zelf of via een tussenpersoon, een of meer aandelen of deelbewijzen ter waarde van ten minste vijf percent van het maatschappelijk kapitaal van een van de kandiderende of inschrijvende ondernemingen bezit, is hij verplicht de aanbestedende overheid daarvan in kennis te stellen.

    Artikel 9

    Elke handeling, overeenkomst of afspraak die de normale mededingingsvoorwaarden kan vertekenen, is verboden. De aanvragen tot deelneming of de offertes die met zodanige handeling, overeenkomst of afspraak zijn ingediend, moeten worden geweerd.

    Wanneer zodanige handeling, overeenkomst of afspraak tot het sluiten van een overheidsopdracht heeft geleid, treft de aanbestedende overheid de maatregelen voor inbreuken op de bepalingen van de opdracht, tenzij ze, bij een met redenen omklede beslissing, anders beschikt.

    Artikel 10

    De Koning bepaalt de regels die van toepassing zijn op de communicatiemiddelen tussen de aanbestedende overheden en de aannemers, leveranciers en dienstverleners. De gekozen communicatiemiddelen moeten algemeen beschikbaar zijn en mogen de toegang tot de gunningsprocedure niet beperken.

    Artikel 11

    De aanbestedende overheid en elke persoon die, in het kader van zijn functie of van de hem toevertrouwde opdrachten, kennis heeft van vertrouwelijke informatie over een opdracht of die hem, in het kader van de plaatsing en uitvoering van de opdracht, door de kandidaten, inschrijvers, aannemers, leveranciers of dienstverleners werd verstrekt, mogen die informatie niet bekendmaken. Deze informatie heeft meer bepaald betrekking op de technische of commerciële geheimen en op de vertrouwelijke aspecten van de offertes.

    De aanbestedende overheid kan eisen opleggen om het vertrouwelijke karakter te beschermen van de informatie die ze mededeelt aan de kandidaten en inschrijvers.

    Hoofdstuk II – Toepassingsgebied wat de personen betreft

    Artikel 12

    Deze titel is van toepassing op de aanbestedende overheden zoals omschreven in artikel 2, 1°.

    Een niet­-limitatieve lijst van de publiekrechtelijke instellingen en van de personen bedoeld in artikel 2, 1°, c), en d), wordt door de Koning opgesteld.

    Artikel 13

    De Koning kan de bepalingen van deze wet of sommige ervan toepasselijk maken op de privaatrechtelijke personen die niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 2, 1°, d), en die opdrachten voor werken of diensten plaatsen die gesubsidieerd worden door de in artikel 12 bedoelde aanbestedende overheden.

    Artikel 14

    Wanneer een aanbestedende overheid aan een instelling die zelf geen aanbestedende overheid is, bijzondere of uitsluitende rechten toekent om een activiteit van openbare dienst uit te oefenen, bepaalt de akte waarin deze rechten worden toegekend dat deze instelling, wat betreft de opdrachten van leveringen die ze bij derden plaatst in het kader van deze activiteit, het beginsel van niet-discriminatie op grond van nationaliteit moet naleven.

    Artikel 15

    Een aanbestedende overheid die een beroep doet op een aankoop- of opdrachtencentrale als bedoeld in artikel 2, 4°, is vrijgesteld van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren.

    Hoofdstuk III – Toepassingsgebied wat de opdrachten betreft

    Artikel 16

    Deze titel is van toepassing op de in artikel 3, 1° tot , 10° tot 12° en 15°, omschreven overheidsopdrachten, die geplaatst worden door de in artikel 12 bedoelde aanbestedende overheden.

    Artikel 17

    § 1

    Deze wet is niet toepasselijk op overheidsopdrachten waarvoor specifieke procedurevoorschriften gelden, in het kader van:

    een internationaal akkoord, gesloten in overeenstemming met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met één of meerdere derde landen buiten de Europese Unie, dat betrekking heeft op werken of leveringen bestemd voor de gemeenschappelijke verwezenlijking of exploitatie van een bouwwerk, of op diensten of wedstrijden bestemd voor de gemeenschappelijke verwezenlijking of exploitatie van een project door de ondertekenende Staten;
     
    een internationaal akkoord gesloten in verband met de legering van strijdkrachten en betreffende ondernemingen van een lidstaat of een derde land;

    de specifieke procedure van een internationale instelling.

    § 1

    Niet onder toepassing van de bepalingen van deze wet, met uitzondering van artikel 41/1, vallen de overheidsopdrachten waarvoor specifieke procedurevoorschriften gelden, in het kader van:

    een internationaal akkoord, gesloten in overeenstemming met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met één of meerdere derde landen buiten de Europese Unie, dat betrekking heeft op werken of leveringen bestemd voor de gemeenschappelijke verwezenlijking of exploitatie van een bouwwerk, of op diensten of wedstrijden bestemd voor de gemeenschappelijke verwezenlijking of exploitatie van een project door de ondertekenende Staten;
     
    een internationaal akkoord gesloten in verband met de legering van strijdkrachten en betreffende ondernemingen van een lidstaat of een derde land;

    de specifieke procedure van een internationale instelling.

    § 2

    Deze wet is niet toepasselijk op de overheidsopdrachten die zijn onderworpen aan de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied.

    Artikel 18

    Deze wet is niet toepasselijk op overheidsopdrachten voor diensten:

    die worden gegund door een aanbestedende overheid aan een andere aanbestedende overheid of aan een vereniging van aanbestedende overheden op basis van een alleenrecht dat ze genieten krachtens bekendgemaakte wettelijke, reglementaire of administratieve bepalingen die verenigbaar zijn met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
     
    betreffende de verwerving of huur, ongeacht de financiële voorwaarden ervan, van grond, bestaande gebouwen of andere onroerende zaken of betreffende rechten hierop. De financiële diensten die voorafgaand aan, gelijktijdig met of als vervolg op het koop- of huurcontract worden verstrekt, zijn echter, ongeacht hun vorm, aan deze wet onderworpen;
     
    inzake financiële diensten betreffende de uitgifte, de aankoop, de verkoop en de overdracht van effecten of andere financiële instrumenten en door de centrale banken verleende diensten;

    inzake onderzoek en ontwikkeling. De wet is daarentegen wel toepasselijk op de overheidsopdrachten waarvan de resultaten in hun geheel aan de aanbestedende overheid toekomen voor gebruik ervan in de uitoefening van haar eigen werkzaamheden, en waarvan de dienstverlening volledig door de aanbestedende overheid wordt vergoed;

    inzake arbitrage en bemiddeling;

    betreffende de aankoop, ontwikkeling, productie of coproductie van programmamaterieel door omroeporganisaties en overeenkomsten betreffende zendtijd.

    Deze wet is ook niet toepasselijk op arbeidsovereenkomsten.

    Artikel 18

    Niet onder toepassing van de bepalingen van deze wet, met uitzondering van artikel 41/1, vallen de overheidsopdrachten voor diensten:

    die worden gegund door een aanbestedende overheid aan een andere aanbestedende overheid of aan een vereniging van aanbestedende overheden op basis van een alleenrecht dat ze genieten krachtens bekendgemaakte wettelijke, reglementaire of administratieve bepalingen die verenigbaar zijn met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
     
    betreffende de verwerving of huur, ongeacht de financiële voorwaarden ervan, van grond, bestaande gebouwen of andere onroerende zaken of betreffende rechten hierop. De financiële diensten die voorafgaand aan, gelijktijdig met of als vervolg op het koop- of huurcontract worden verstrekt, zijn echter, ongeacht hun vorm, aan deze wet onderworpen;
     
    inzake financiële diensten betreffende de uitgifte, de aankoop, de verkoop en de overdracht van effecten of andere financiële instrumenten en door de centrale banken verleende diensten;

    inzake onderzoek en ontwikkeling. De wet is daarentegen wel toepasselijk op de overheidsopdrachten waarvan de resultaten in hun geheel aan de aanbestedende overheid toekomen voor gebruik ervan in de uitoefening van haar eigen werkzaamheden, en waarvan de dienstverlening volledig door de aanbestedende overheid wordt vergoed;

    inzake arbitrage en bemiddeling;

    betreffende de aankoop, ontwikkeling, productie of coproductie van programmamaterieel door omroeporganisaties en overeenkomsten betreffende zendtijd.

    Deze wet is ook niet toepasselijk op arbeidsovereenkomsten.

    Hoofdstuk IV – Gunningsprocedure

    Afdeling I – Bekendmaking

    Artikel 19

    Behoudens de in deze wet bepaalde uitzonderingen en onverminderd de Europese bekendmaking vanaf bepaalde bedragen, zijn de overheidsopdrachten onderworpen aan een passende bekendmaking waarvan de Koning de regels vastlegt.

    De bekendmaking in het Bulletin der Aanbestedingen gebeurt kosteloos voor zover de gegevens on line worden ingevoerd door elektronische gegevensopvang of door gegevensoverdracht tussen systemen die een automatische en gestructureerde bekendmaking mogelijk maken.

    Afdeling II – Toegangsrecht en kwalitatieve selectie

    Artikel 20
    § 1

    De Koning bepaalt de voorschriften inzake het toegangsrecht en die inzake de kwalitatieve selectie van de kandidaten en inschrijvers.

    Behalve om dwingende redenen van algemeen belang, wordt elke kandidaat of inschrijver de toegang tot elke overheidsopdracht ontzegd indien hij werd veroordeeld door een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde waarvan de aanbestedende overheid kennis heeft en die betrekking heeft op deelname aan een criminele organisatie, omkoping, fraude of witwassen van geld. De Koning kan hiervan afwijken voor kleine opdrachten beneden het bedrag dat Hij vastlegt.

    § 1/1

    Behalve om dwingende redenen van algemeen belang wordt in elk stadium van de gunningsprocedure uitgesloten van de toegang ertoe, de kandidaat of inschrijver van wie is vastgesteld dat hij als werkgever illegaal verblijvende onderdanen van derde landen heeft tewerkgesteld als bedoeld in de wet van 11 februari 2013 tot vaststelling van sancties en maatregelen voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen.

    Deze bepaling geldt op dezelfde manier ten aanzien van de entiteit waarop de kandidaat of inschrijver een beroep doet, wanneer de draagkracht van die entiteit bepalend is voor de selectie van de kandidaat of de inschrijver, al naargelang.

    De uitsluiting van deelname aan overheidsopdrachten geldt voor ten hoogste vijf jaar.

    De Koning kan uitzonderingen bepalen voor kleine opdrachten onder het bedrag dat Hij vastlegt en kan een maximumduur opleggen gedurende dewelke de uitsluitingsgrond zal gelden en ter zake de nadere regels bepalen. In geen geval mag de uitsluitingsgrond langer gelden dan vijf jaar.

    § 2

    De Koning regelt de gevolgen voor een door een natuurlijke persoon ingediende offerte in geval van diens rechtsopvolging door een rechtspersoon in de loop van de gunningsprocedure. Hij kan aan deze personen een hoofdelijke aansprakelijkheid opleggen.

    Artikel 21

    De aannemers, leveranciers en dienstverleners uit derde landen buiten de Europese Unie mogen enkel een aanvraag tot deelneming of een offerte met toepassing van deze titel indienen, mits zij zich daarvoor kunnen beroepen op een internationaal verdrag of een akte van een internationale instelling, met inachtneming van de perken en de voorwaarden bepaald in de betrokken akte.

    De aankondiging van opdracht of, bij ontstentenis daarvan, een ander opdrachtdocument, kan in een ruimere bepaling voorzien.

    Artikel 22
    § 1

    Een aanbestedende overheid kan, overeenkomstig de beginselen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, de toegang tot de gunningsprocedure reserveren voor sociale werkplaatsen of de uitvoering ervan reserveren in het kader van programma’s voor beschermde arbeid indien de meerderheid van de betrokken werknemers personen met een handicap zijn die wegens de aard of de ernst van hun handicap geen beroepsactiviteit in normale omstandigheden kunnen uitoefenen.

    De aankondiging van opdracht of, bij ontstentenis daarvan, een ander opdrachtdocument moet deze toegangsreservatie vermelden.

    § 2

    Wanneer een opdracht het bedrag voor Europese bekendmaking niet bereikt, kan een aanbestedende overheid, overeenkomstig de beginselen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, de toegang tot de gunningsprocedure reserveren voor sociale inschakelingsondernemingen.

    Met sociale inschakelingsonderneming wordt bedoeld de onderneming die voldoet aan de voorwaarden van artikel 59 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgische actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, of die aan gelijkaardige voorwaarden voldoet in het land van oorsprong van de kandidaat of inschrijver.

    Afdeling III – Gunningswijzen

    Onderafdeling I – Aanbesteding en offerteaanvraag
    Artikel 23

    De overheidsopdrachten worden in principe geplaatst bij open of beperkte procedure, hetzij bij aanbesteding, hetzij bij offerteaanvraag, die respectievelijk open of beperkte aanbesteding en open of beperkte offerteaanvraag worden genoemd. De Koning regelt deze gunningswijzen.

    Artikel 24

    Wanneer de aanbestedende overheid beslist de opdracht te plaatsen bij aanbesteding, dient die te worden gegund aan de inschrijver die de laagste regelmatige offerte heeft ingediend, op straffe van een forfaitaire schadevergoeding vastgesteld op tien percent van het bedrag zonder belasting over de toegevoegde waarde van deze offerte. Deze forfaitaire schadevergoeding wordt eventueel aangevuld met een schadeloosstelling met het oog op het volledige herstel van de schade, wanneer deze voortvloeit uit een daad van corruptie als bedoeld in artikel 2 van het Burgerlijk Verdrag inzake corruptie, opgemaakt te Straatsburg op 4 november 1999.

    Voor het bepalen van de laagste regelmatige offerte houdt de aanbestedende overheid rekening met de aangeboden prijzen en met de andere berekenbare gegevens die met zekerheid haar uitgaven zullen verhogen.

    Artikel 25

    Wanneer de aanbestedende overheid beslist de opdracht te plaatsen bij offerteaanvraag, dient die te worden gegund aan de inschrijver die de regelmatige offerte heeft ingediend die de economisch voordeligste is vanuit het oogpunt van de aanbestedende overheid, rekening houdende met de gunningscriteria.

    De gunningscriteria moeten in de aankondiging van opdracht of in een ander opdrachtdocument zijn vermeld. Deze criteria moeten verband houden met het voorwerp van de opdracht en een objectieve vergelijking van de offertes mogelijk maken op basis van een waardeoordeel. De criteria zijn bijvoorbeeld de kwaliteit, de prijs, de technische waarde, de esthetische en functionele kenmerken, de milieukenmerken, de sociale overwegingen, de gebruikskosten, de rentabiliteit, de nazorg en technische bijstand, de leveringsdatum en de leverings- of uitvoeringstermijn, de waarborgen inzake wisselstukken en de bevoorradingszekerheid.

    Wat de overheidsopdrachten betreft die het bedrag voor de Europese bekendmaking bereiken, specificeert de aanbestedende overheid de weging van elk gunningscriterium, die eventueel kan worden uitgedrukt binnen een vork met een passend verschil tussen minimum en maximum. Indien een dergelijke weging om aantoonbare redenen niet mogelijk is, worden de criteria vermeld in dalende volgorde van belangrijkheid.

    Wat de overheidsopdrachten betreft die het genoemd bedrag niet bereiken, specificeert de aanbestedende overheid ofwel de in het vorige lid bepaalde weging, ofwel de dalende volgorde van belangrijkheid ervan. Zoniet hebben de gunningscriteria dezelfde waarde.

    Onderafdeling II – Onderhandelingsprocedure
    Artikel 26
    § 1

    De overheidsopdrachten mogen enkel worden geplaatst bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking doch, indien mogelijk, na raadpleging van meerdere aannemers, leveranciers of dienstverleners in de volgende gevallen:

    1° in het geval van een overheidsopdracht voor werken, leveringen of diensten wanneer:
    a) de goed te keuren uitgave niet hoger is dan de door de Koning vastgelegde bedragen zonder belasting over de toegevoegde waarde;

    b) de opdracht betrekking heeft op werken, leveringen of diensten die geheim verklaard zijn, of waarvan de uitvoering gepaard moet gaan met bijzondere veiligheidsmaatregelen, overeenkomstig de van kracht zijnde wettelijke, reglementaire of administratieve bepalingen of indien de bescherming van de fundamentele belangen van het land dit vereist;

    c) voor zover zulks strikt noodzakelijk is, ingeval de termijnen voor de open of beperkte procedure of de onderhandelingsprocedure met bekendmaking wegens dwingende spoed, voortvloeiend uit onvoorzienbare gebeurtenissen voor de aanbestedende overheid, niet in acht kunnen worden genomen. De ter rechtvaardiging van de dwingende spoed ingeroepen omstandigheden mogen in geen geval aan de aanbestedende overheid te wijten zijn;

    d) geen of geen geschikte aanvraag tot deelneming of offerte werd ingediend naar aanleiding van een open of  een beperkte procedure, mits de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht niet wezenlijk worden gewijzigd en, voor de opdrachten die de bedragen voor de Europese bekendmaking bereiken, aan de Europese Commissie op haar verzoek een verslag wordt overgemaakt;

    e) enkel onregelmatige of onaanvaardbare offertes werden ingediend naar aanleiding van een open of beperkte procedure of concurrentiedialoog, mits de aanbestedende overheid alle inschrijvers raadpleegt die aan de eisen inzake kwalitatieve selectie beantwoorden en bij de eerste procedure een formeel regelmatige offerte hebben ingediend, en de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht niet wezenlijk worden gewijzigd.

    Wanneer de eerste procedure verplicht onderworpen is aan de Europese bekendmaking, mogen enkel de inschrijvers worden geraadpleegd die aan voormelde eisen en voorwaarden voldoen.
     
    Wanneer de eerste procedure niet verplicht onderworpen is aan de Europese bekendmaking, kan de aanbestedende overheid, teneinde de mededinging te verruimen, bovendien aannemers, leveranciers of dienstverleners raadplegen die volgens haar in staat zijn te voldoen aan de eisen inzake toegangsrecht en kwalitatieve selectie, ongeacht of zij al dan niet een offerte hebben ingediend in het kader van de eerste procedure;

    f)de werken, leveringen of diensten om technische of artistieke redenen of omwille van de bescherming van alleenrechten, slechts aan één bepaalde aannemer, leverancier of dienstverlener kunnen worden gegund;

    2° in het geval van een overheidsopdracht voor werken of diensten wanneer:
     
    a) het gaat om aanvullende werken of diensten die noch in het oorspronkelijk geplande ontwerp, noch in de oorspronkelijke opdracht zijn vermeld en die ingevolge onvoorziene omstandigheden noodzakelijk zijn geworden voor de uitvoering van de erin beschreven werken of diensten, op voorwaarde dat ze worden gegund aan degene die deze werken of diensten uitvoert en het samengevoegde bedrag van de opdrachten gegund voor de aanvullende werken of diensten niet hoger ligt dan vijftig percent van het bedrag van de hoofdopdracht:
     

    • wanneer deze aanvullende werken of diensten technisch of economisch niet van de hoofdopdracht kunnen worden gescheiden zonder een ernstig bezwaar op te leveren voor de aanbestedende overheid;
    • wanneer deze werken of diensten, alhoewel scheidbaar van de uitvoering van de oorspronkelijke opdracht, strikt noodzakelijk zijn voor de vervolmaking ervan;
     
    b) het gaat om nieuwe werken of diensten bestaande uit de herhaling van soortgelijke werken of diensten, die door dezelfde aanbestedende overheid worden gegund aan degene die de oorspronkelijke opdracht uitvoert, op voorwaarde dat deze werken of diensten overeenstemmen met een basisontwerp en dit ontwerp het voorwerp uitmaakte van de oorspronkelijke opdracht, geplaatst bij open of beperkte procedure. De mogelijkheid om deze procedure aan te wenden, dient evenwel bij het in mededinging stellen van de eerste opdracht te worden vermeld. Bovendien moet de gunning van de herhalingsopdrachten gebeuren binnen drie jaar na de sluiting van de oorspronkelijke opdracht;

    3° in het geval van een overheidsopdracht voor leveringen wanneer:
     
    a) het producten betreft die uitsluitend voor onderzoek, proefneming, studie of ontwikkeling worden vervaardigd. Deze bepaling geldt niet voor de productie in grote hoeveelheden met het doel de commerciële haalbaarheid van het product vast te stellen of de kosten van onderzoek en ontwikkeling te delgen;

    b) aanvullende leveringen te verrichten zijn door de oorspronkelijke leverancier, die ofwel bestemd zijn voor de gedeeltelijke vernieuwing van leveringen of installaties voor courant gebruik, ofwel voor de uitbreiding van bestaande leveringen of installaties, wanneer verandering van leverancier de aanbestedende overheid ertoe zou verplichten apparatuur aan te schaffen met andere technische eigenschappen, zodat onverenigbaarheid ontstaat of zich bij gebruik en onderhoud onevenredige technische moeilijkheden voordoen. De looptijd van deze opdrachten en nabestellingen mag in regel drie jaar niet overschrijden;

    c) aanvullende leveringen van dezelfde aard en met dezelfde kenmerken ingevolge onvoorziene omstandigheden worden gegund aan de leverancier van de oorspronkelijke opdracht, op voorwaarde dat het samengevoegde bedrag van de opdrachten gegund voor de aanvullende leveringen niet hoger ligt dan vijftig percent van het bedrag van de oorspronkelijke opdracht en het samengevoegd bedrag van alle opdrachten het bedrag voor de Europese bekendmaking niet bereikt. De looptijd van deze opdrachten en nabestellingen mag in regel drie jaar niet overschrijden;

    d) het gaat om op een grondstoffenmarkt genoteerde en aangekochte leveringen;

    e) het gaat om de aankoop van leveringen tegen bijzonder gunstige voorwaarden, hetzij bij een leverancier die definitief zijn handelsactiviteit stopzet, hetzij bij curatoren, de met een overdracht onder gerechtelijk gezag gelaste mandatarissen of vereffenaars van een faillissement, een gerechtelijke reorganisatie of een in de nationale wetgevingen of reglementeringen bestaande procedure van dezelfde aard;
     
    4° in het geval van een overheidsopdracht voor diensten wanneer de betrokken opdracht op een ontwerpenwedstrijd volgt en, overeenkomstig de toepasselijke regels, moet worden gegund aan de winnaar of aan één van de winnaars van de wedstrijd. In dit laatste geval moeten alle winnaars worden uitgenodigd om aan de onderhandelingen deel te nemen.

    § 2

    De overheidsopdrachten mogen enkel worden geplaatst bij onderhandelingsprocedure met bekendmaking in de volgende gevallen:

    1° in het geval van een overheidsopdracht voor werken, leveringen of diensten wanneer:
     
    a)enkel onregelmatige of onaanvaardbare offertes werden ingediend naar aanleiding van een open of beperkte procedure of concurrentiedialoog, voor zover:
     

     
    b) het in uitzonderlijke gevallen gaat om werken, leveringen of diensten gaat waarvan de aard of de onzekere omstandigheden verhinderen op voorhand een globale prijs vast te stellen;

    c) de toegang tot de opdracht  overeenkomstig
    artikel 22 wordt gereserveerd en het geraamde bedrag van de opdracht het bedrag voor de Europese bekendmaking niet bereikt;
     
    d) het geraamde bedrag van de opdracht zonder belasting over de toegevoegde waarde de door de Koning bepaalde bedragen niet bereikt, die alleszins lager moeten zijn dan de bedragen voor de Europese bekendmaking;

    2° in het geval van een overheidsopdracht voor werken, wanneer het gaat om werken die uitsluitend worden uitgevoerd ten behoeve van onderzoek, proefneming of ontwikkeling, en niet met het doel winst te maken of de kosten van onderzoek en ontwikkeling te dekken;
     
    3° in het geval van een overheidsopdracht voor diensten, voor zover door de aard van de te verlenen diensten de specificaties van de opdracht niet voldoende nauwkeurig kunnen worden vastgesteld om de opdracht bij open of beperkte procedure te plaatsen;

    4° in geval van een overheidsopdracht die betrekking heeft op diensten als bedoeld in bijlage II, B, van deze wet.

    § 3

    Tijdens de onderhandelingen verzekert de aanbestedende overheid de gelijke behandeling van alle inschrijvers. Zij verstrekt met name geen discriminerende informatie die bepaalde inschrijvers kan bevoordelen.

    De Koning bepaalt de overige regels van de onderhandelingsprocedure.

    Onderafdeling III – Concurrentiedialoog
    Artikel 27

    Een aanbestedende overheid kan de concurrentiedialoog slechts gebruiken in geval van een bijzonder ingewikkelde opdracht, wanneer zij:

    1° objectief niet in staat is de technische middelen te bepalen die aan haar behoeften kunnen voldoen of te beoordelen wat de markt te bieden heeft op het vlak van technische, financiële of juridische oplossingen, en

    van oordeel is dat de toepassing van de open of beperkte procedures het onmogelijk maakt de opdracht te plaatsen.

    De Koning bepaalt de na te leven voorschriften bij een concurrentiedialoog. Deze voorschriften zijn onder meer:
     

    • de gelijke behandeling van alle deelnemers tijdens de dialoog;
    • de niet-bekendmaking aan de deelnemers van de voorgestelde oplossingen of andere door een deelnemer verstrekte vertrouwelijke inlichtingen zonder instemming van laatstgenoemde.

    Onderafdeling IV – Specifieke of aanvullende opdrachten en procedures
    Artikel 28

    Een aanbestedende overheid kan gebruik maken van een promotieopdracht van werken onder de door de Koning bepaalde voorwaarden.

    Deze voorwaarden zijn onder meer:
     

    • de vaststelling van de contractuele waarborgen die van de promotor kunnen worden geëist;
    • de verplichting voor de promotor al de verantwoordelijk-heden op zich te nemen die ten laste vallen van de aannemer bij toepassing van de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek;
    • de verplichting voor de promotor, hetzij te voldoen aan de wettelijke verplichtingen in verband met de erkenning van de aannemers van werken, hetzij een beroep te doen op aannemers die aan deze verplichtingen voldoen, al naargelang hij de werken al dan niet persoonlijk uitvoert.
     
    Voor zover dit noodzakelijk is voor de organisatie en het beheer van de promotieopdracht, mag de Koning bij het vaststellen van de beoogde voorwaarden afwijken van de wetten van 10 januari 1824 over het recht van erfpacht en het recht van opstal.

    Artikel 29

    Een aanbestedende overheid kan gebruik maken van een dynamisch aankoopsysteem voor opdrachten voor leveringen en diensten voor courant gebruik.

    Het gebruik van een dynamisch aankoopsysteem vereist, voor elke specifieke opdracht, een open procedure en de aanwending van elektronische middelen in alle stadia van de procedure tot de gunning van de opdracht.

    De regelmatige indicatieve offertes van alle inschrijvers die voldoen aan de selectiecriteria, kunnen te allen tijde worden gewijzigd op voorwaarde dat zij in overeenstemming blijven met de opdrachtdocumenten.

    Er mag geen misbruik worden gemaakt van het dynamisch aankoopsysteem, noch mag er gebruik van worden gemaakt op een wijze die de mededinging zou verhinderen, beperken of vervalsen.

    De Koning bepaalt de voorwaarden waarin een dynamisch aankoopsysteem kan worden gebruikt.

    Artikel 30

    In de open, de beperkte of de onderhandelingsprocedure in de gevallen bedoeld in artikel 26, § 1, 1°, e), en § 2, 1°, a), kan een aanbestedende overheid de gunning van de opdracht laten voorafgaan door een elektronische veiling, voorzover de specificaties van de opdracht nauwkeurig kunnen worden bepaald en het gaat om opdrachten voor leveringen en diensten voor courant gebruik.

    De elektronische veiling kan onder dezelfde voorwaarden worden aangewend bij het opnieuw tot mededinging oproepen van de partijen bij een raamovereenkomst, alsook voor opdrachten die in het kader van een dynamisch aankoopsysteem worden geplaatst.

    Er mag geen misbruik worden gemaakt van de elektronische veiling, noch mag er gebruik van worden gemaakt op een wijze die de mededinging zou verhinderen, beperken of vervalsen of die het voorwerp van de opdracht zou wijzigen.

    De Koning bepaalt de voorwaarden waarin de elektronische veiling kan worden gebruikt.

    Artikel 31

    Elke gewestregering kan, binnen de perken van artikel 34 van de richtlijn 2004/18/EG, voor overheidsopdrachten die betrekking hebben op het ontwerp en de bouw van een complex van sociale woningen, een bijzondere gunningsprocedure vastleggen die tot doel heeft de aannemer te kiezen die het meest geschikt is om te worden opgenomen in een team dat ook uit afgevaardigden van de aanbestedende overheid en deskundigen bestaat.

    Artikel 32

    Een aanbestedende overheid kan raamovereenkomsten sluiten.

    De keuze van de partijen bij de raamovereenkomst en de gunning van de erop gesteunde opdrachten, moeten op basis van dezelfde gunningscriteria gebeuren.

    Bij de gunning van de erop gesteunde opdrachten mogen de reeds in de raamovereenkomst vastgelegde voorwaarden niet wezenlijk worden gewijzigd.

    De duur van de raamovereenkomst, alsook van de opdrachten die erop zijn gesteund, is beperkt tot vier jaar, behoudens in uitzonderlijke en behoorlijk gemotiveerde gevallen.

    Er mag geen misbruik worden gemaakt van de raamovereenkomst, noch mag er gebruik van worden gemaakt op een wijze die de mededinging zou verhinderen, beperken of vervalsen.

    De Koning bepaalt de regels die van toepassing zijn op de raamovereenkomst.

    Artikel 33
    § 1

    De Koning bepaalt de na te leven regels bij een ontwerpenwedstrijd.
    Deze regels zijn onder meer:
     

    • het verbod om de toegang van deelnemers te beperken tot diegenen die behoren tot het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie of van een deel daarvan;
    • het verbod om van de deelnemers te eisen dat ze hetzij natuurlijke personen, hetzij rechtspersonen moeten zijn.

    § 2

    De Koning kan specifieke gunningsvoorschriften toepasselijk maken op de opdrachten voor juridische diensten inzake geschillen, die beperkt zijn tot raadpleging en vertegenwoordiging voor rechtbanken en andere instanties van geschillenbeslechting, alsook tot geschillenpreventie.

    § 3

    Wanneer een overheidsopdracht of een perceel louter betrekking heeft op diensten als bedoeld in de bijlage II, B, van deze wet, kunnen elementen die verband houden met de technische en beroepsbekwaamheid van de inschrijver uitzonderlijk als gunningscriteria worden gebruikt. Die mogelijkheid kan alleen worden aangewend als wordt aangetoond dat de bijzondere vereisten van de opdracht of van het betrokken perceel zulks noodzakelijk maken.

    De Koning kan de bijzondere voorwaarden en nadere regels voor de toepassing van deze paragraaf bepalen.

    Onderafdeling V – Concessies voor openbare werken
    Artikel 34
    § 1

    Een concessie voor openbare werken mag worden toegekend onder de voorwaarden bepaald door de Koning.

    § 2

    Indien de concessiehouder een aanbestedende overheid is, dient hij, wanneer hij de werken niet zelf uitvoert, de bepalingen van deze titel na te leven voor de gunning aan derden van de werken of het bouwwerk. Dezelfde regel is van toepassing wanneer hij overheidsopdrachten van leveringen of diensten gunt.

    § 3

    Indien de concessiehouder geen aanbestedende overheid is, dient hij de door de Koning bepaalde bekendmakingsregels na te leven voor de gunning aan derden van de opdrachten van werken. Worden niet beschouwd als derden, de ondernemingen die zich verenigd hebben om de concessie te bekomen, noch de ondernemingen die ermee verbonden zijn.

    In dit artikel wordt verstaan onder een verbonden onderneming: elke onderneming waarop de concessiehouder rechtstreeks of onrechtstreeks een overheersende invloed kan uitoefenen of elke onderneming die een overheersende invloed kan uitoefenen op de concessiehouder of die, zoals de concessiehouder, onderworpen is aan de overheersende invloed van een andere onderneming omwille van eigendom, financiële deelneming of op haar van toepassing zijnde voorschriften. De overwegende invloed wordt vermoed wanneer een onderneming, rechtstreeks of onrechtstreeks, ten opzichte van een andere onderneming:
     

    • de meerderheid van het geplaatste kapitaal van de onderneming bezit, of
    • over de meerderheid van de stemmen beschikt die verbonden zijn aan de door de onderneming uitgegeven aandelen, of
    • meer dan de helft van de leden van het bestuurs­-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de onderneming kan aanwijzen.

    Onderafdeling VI – Gemeenschappelijke bepalingen
    Artikel 35

    Het volgen van een procedure houdt geen verplichting in tot het gunnen of het sluiten van de opdracht. De aanbestedende overheid kan zowel afzien van het gunnen of het sluiten van de opdracht als de procedure herbeginnen, desnoods op een andere wijze.

    Artikel 36

    Een opdracht kan in verschillende percelen worden onderverdeeld.

    In dat geval heeft de aanbestedende overheid het recht er slechts enkele te gunnen en eventueel te besluiten de andere op te nemen in één of meer nieuwe opdrachten die desnoods op een andere wijze zullen worden geplaatst.

    Artikel 37
    § 1

    Wanneer de aanbestedende overheid de noodzaak daartoe aantoont, kan ze een opdracht plaatsen die een of meer vaste gedeelten en een of meer voorwaardelijke gedeelten omvat. Hoewel de sluiting van de opdracht betrekking heeft op de volledige opdracht, is de aanbestedende overheid enkel gebonden door de vaste gedeelten. De uitvoering van elk voorwaardelijk gedeelte is afhankelijk van een beslissing van de aanbestedende overheid die aan de opdrachtnemer wordt meegedeeld overeenkomstig de in de opdrachtdocumenten bepaalde modaliteiten.

    § 2

    Een opdracht kan van bij de sluiting één of meer verlengingen omvatten, overeenkomstig de in de opdrachtdocumenten bepaalde modaliteiten. De volledige looptijd, met inbegrip van de verlengingen, dient over het algemeen beperkt te blijven tot vier jaar na het sluiten van de opdracht.

    Artikel 38

    In geval van een samengevoegde opdracht voor rekening van verschillende aanbestedende overheden en in voorkomend geval van privaatrechtelijke personen, duiden de betrokken personen de overheid of entiteit aan die in hun naam in de hoedanigheid van aanbestedende overheid zal optreden. De voorwaarden van de opdracht kunnen voorzien in een afzonderlijke betaling voor elk van die personen.

    Hoofdstuk V – Uitvoeringsvoorwaarden

    Afdeling I – Algemene uitvoeringsregels

    Artikel 39

    De Koning bepaalt de algemene uitvoeringsregels voor de overheidsopdrachten.

    Artikel 40

    Overeenkomstig de beginselen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en voor zover ze niet rechtstreeks of onrechtstreeks discriminerend zijn en ze worden vermeld in de opdrachtdocumenten, kan de aanbestedende overheid uitvoeringsvoorwaarden opleggen die het mogelijk maken rekening te houden met doelstellingen zoals:

    het verstrekken van beroepsopleidingen aan werklozen en jongeren;

    het bevorderen van het gelijke kansenbeleid inzake de arbeidsparticipatie van onvoldoende in het arbeidsproces geïntegreerde personen;

    de strijd tegen de werkloosheid;

    de verplichting om, in hoofdzaak, de bepalingen van de basisconventies van de Internationale Arbeidsorganisatie na te leven, in de veronderstelling dat die niet reeds worden toegepast in het nationale recht van het land waar de productie plaatsvindt;

    de bescherming van het leefmilieu.

    Afdeling II – Technische specificaties

    Artikel 41

    De aanbestedende overheid neemt de technische specificaties op in de opdrachtdocumenten.

    De Koning bepaalt de andere modaliteiten die betrekking hebben op het voorschrijven van de technische specificaties, de normen en de technische erkenningen. Dit voorschrijven gebeurt:

    1° hetzij door verwijzing naar technische specificaties;

    2° hetzij in termen van prestatie-eisen of functionele eisen;

    3° hetzij in termen van prestatie-eisen of functionele eisen als bedoeld in 2°, waarbij onder vermoeden van overeenstemming met deze prestatie-eisen of functionele eisen wordt verwezen naar de in 1° bedoelde specificaties;

    4° hetzij door verwijzing naar de in 1° bedoelde specificaties voor bepaalde kenmerken en naar de in 2° bedoelde prestatie-eisen en functionele eisen voor andere kenmerken.

    Artikel 41/1
    § 1

    De in artikel 2, 1°, a) bedoelde aanbestedende overheid alsook de in artikel 2, 1°, c) bedoelde publiekrechtelijke instellingen waarvan ofwel de werkzaamheden in hoofdzaak door de eerstgenoemde aanbestedende overheid gefinancierd worden, ofwel het beheer onderworpen is aan het toezicht van die aanbestedende overheid, ofwel de leden van de directie, van de raad van bestuur of van de raad van toezicht voor meer dan de helft door die aanbestedende overheid zijn aangewezen, verwerven wat de door de Koning vast te stellen producten, diensten en gebouwen betreft, uitsluitend producten, diensten en gebouwen met hoge energie-efficiëntieprestaties.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder “het verwerven van een gebouw” ook de huur en het verwerven van zakelijke rechten op een gebouw verstaan.

    De aanbestedende overheden waarop het eerste lid niet toepasselijk is, overwegen wat de door de Koning vast te stellen producten, diensten en gebouwen betreft, uitsluitend de verwerving van producten, diensten en gebouwen met hoge energie-efficiëntieprestaties.

    Als voorwaarde voor de verwerving van producten, diensten en gebouwen met hoge energie-efficiëntieprestaties geldt dat die in overeenstemming zijn met de kosteneffectiviteit, de economische haalbaarheid, de duurzaamheid in een breder verband, de technische geschiktheid, alsmede met de aanwezigheid van voldoende concurrentie.

    Alle aanbestedende overheden overwegen bij het plaatsen van opdrachten voor diensten de mogelijkheid energieprestatiecontracten voor de lange termijn te sluiten die energiebesparingen op de lange termijn opleveren.

    § 2

    De Koning stelt de nadere regels vast voor de toepassing van paragraaf 1. Daartoe bepaalt Hij onder meer de minimumeisen inzake energie-efficiëntieprestatie voor de door Hem te bepalen producten, diensten en gebouwen.
     
    De Koning kan het aanvoeren van de in paragraaf 1, vierde lid, vermelde redenen ter rechtvaardiging van de verwerving van producten, diensten en gebouwen zonder hoge energie-efficiëntieprestaties bovendien onderwerpen aan een motiveringsverplichting.

    Afdeling III – Sociale en fiscale verplichtingen

    Artikel 42
    § 1

    De aannemer van een overheidsopdracht voor werken moet:

    1° alle wettelijke, reglementaire of conventionele bepalingen naleven en doen naleven door elke persoon die handelt als onderaannemer in welke fase ook, en door elke persoon die personeel tewerkstelt op de bouwplaats, zowel inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk als inzake de algemene arbeidsvoorwaarden, ongeacht of deze voortvloeien uit de wet of uit paritaire akkoorden op nationaal, gewestelijk of lokaal vlak;

    2° alle wettelijke, reglementaire of conventionele bepalingen op fiscaal vlak en op het vlak van de sociale zekerheid naleven en doen naleven door zijn eigen onderaannemers en door elke persoon die hem personeel ter beschikking stelt;

    3° in geval de werkgever in gebreke blijft ten opzichte van het personeel dat voor rekening van één van zijn onderaannemers op de bouwplaats gewerkt heeft of nog werkt, de bedragen betalen die aan dit personeel verschuldigd zijn voor de werken uitgevoerd op de bouwplaats, in de vorm van loon, bijdragen voor de sociale zekerheid en bedrijfsvoorheffing. Hetzelfde geldt voor het personeel dat hij of één van zijn onderaannemers ter beschikking had of heeft;
    4° onverminderd de toepassing van § 3, tweede lid, en in geval de werkgever in gebreke blijft ten opzichte van het personeel dat heeft gewerkt of nog werkt op de bouwplaats waarvoor hij verantwoordelijk is, de bedragen betalen die als loon verschuldigd zijn door elke onderaannemer of persoon die personeel ter beschikking heeft gesteld op deze bouwplaats, voor de arbeid die op deze bouwplaats is verricht.

    § 2

    De leverancier en de dienstverlener van een overheidsopdracht moeten alle wettelijke, reglementaire of conventionele bepalingen bedoeld in § 1, 1° en 2°, naleven en doen naleven door hun eigen onderaannemers en door elke persoon die hen personeel ter beschikking stelt.

    § 3

    De onderaannemers waarop een beroep wordt gedaan en diegenen die personeel ter beschikking stellen voor de uitvoering van een overheidsopdracht moeten, onder dezelfde voorwaarden als de opdrachtnemer, de wettelijke, reglementaire of conventionele bepalingen bedoeld in § 1, 1° en 2°, en in § 2 naleven en doen naleven door hun eigen onderaannemers en door elke persoon die hen personeel ter beschikking stelt.

    Voor de overheidsopdrachten voor werken moeten de onderaannemers bovendien, onder de voorwaarden bepaald in § 1, 3°, de bedragen betalen, in de vorm van loon, sociale zekerheid en bedrijfsvoorheffing die verschuldigd zijn wegens de prestaties van het personeel dat op de bouwplaats gewerkt heeft of nog werkt voor rekening van één van hun eigen onderaannemers evenals aan het personeel dat aan henzelf of aan één van hun eigen onderaannemers op deze bouwplaats ter beschikking gesteld werd.

    § 4

    De rechtsvordering van het personeel krachtens § 1, 3° en 4°, of krachtens § 3, tweede lid, dient te worden voorafgegaan door een bezwaarschrift dat aangetekend dient te worden verstuurd naar de schuldenaar en in alle gevallen naar de aannemer binnen een maand na de invorderbaarheid van het loon. Deze rechtsvordering verjaart na één jaar te rekenen vanaf de verzending van het bezwaarschrift.

    De personen die krachtens § 1, 3° en 4°, en § 3, tweede lid betalingen van verschuldigde bedragen hebben uitgevoerd, worden ten opzichte van de werkgever in de wettelijke rechten en voorrechten gesteld met betrekking tot die bedragen. De aannemer die overeenkomstig § 1, 4°, heeft betaald, beschikt bovendien, onder dezelfde voorwaarden, over een verhaalrecht ten opzichte van de schuldenaar van deze bedragen krachtens § 3, tweede lid.

    § 5

    Onverminderd de toepassing van de sancties bedoeld in andere wettelijke, reglementaire of conventionele bepalingen, worden de inbreuken op de verplichtingen bedoeld in § 1 en § 2 vastgesteld door de aanbestedende overheid en geven ze aanleiding tot de toepassing van de maatregelen in geval van inbreuken op de bepalingen van de overheidsopdracht.

    Afdeling IV – Derdenrechten op schuldvorderingen

    Artikel 43
    § 1

    De schuldvorderingen van de opdrachtnemers uit hoofde van de uitvoering van een overheidsopdracht mogen tot aan de oplevering niet het voorwerp zijn van beslag, verzet, overdracht of inpandgeving.

    Wanneer de opdracht in een voorlopige en een definitieve oplevering voorziet, eindigt het verbod bij de voorlopige oplevering van de volledige opdracht.

    § 2

    Met uitzondering van de voorschotten bedoeld in artikel 7, tweede lid, mag op deze schuldvorderingen vóór de datum van de oplevering beslag worden gelegd en mogen ze het voorwerp uitmaken van verzet:
     

    § 3

    Met uitzondering van de voorschotten bedoeld in artikel 7, tweede lid, mogen de schuldvorderingen eveneens, vóór de oplevering, door de aannemer, leverancier of dienstverlener worden overgedragen of in pand gegeven ten voordele van kredietverleners, als ze worden aangewend tot waarborg van krediet of voorschotten verleend met het oog op de uitvoering van de opdracht in kwestie, voorzover dit krediet of deze voorschotten gelijktijdig met of na de betekening van deze overdracht of inpandgeving worden aangewend.

    § 4

    De overdracht en de inpandgeving van de schuldvordering worden bij deurwaardersexploot door de cessionaris aan de aanbestedende overheid betekend. De betekening kan eveneens gebeuren per aangetekend schrijven van de cessionaris aan de aanbestedende overheid. Daartoe vermeldt de aanbestedende overheid in de opdrachtdocumenten uitdrukkelijk de administratieve gegevens van de dienst waaraan het schrijven dient te worden gericht. Om geldig te zijn, moet de betekening ten laatste tegelijkertijd gebeuren met de betalingsaanvraag van de cessionaris.

    De overdracht van meerdere schuldvorderingen kan aan de hand van hetzelfde deurwaardersexploot of aangetekend schrijven worden betekend, op voorwaarde dat die schuldvorderingen op dezelfde aanbestedende overheid betrekking hebben en uit éénzelfde gesloten overheidsopdracht voortkomen.

    § 5

    De overdracht en inpandgeving zullen slechts uitwerking hebben nadat de arbeiders, bedienden, onderaannemers en leveranciers die derdenbeslag hebben gelegd of verzet hebben aangetekend, werden uitbetaald.

    De sommen die hieruit voortkomen, zullen door de kredietverlener, de cessionaris of de pandhoudende schuldeiser niet kunnen worden aangewend tot dekking van schuldvorderingen uit anderen hoofde ontstaan tegen de opdrachtnemer, vóór of tijdens de duur van de uitvoering van de gefinancierde werken, leveringen of diensten zolang bedoelde werken, leveringen of diensten niet werden opgeleverd.

    § 6

    De aanbestedende overheid geeft de cessionarissen en pandhouders van schuldvorderingen, bij ter post aangetekend schrijven, kennis van het derdenbeslag of verzet dat haar, op verzoek van de bevoorrechte schuldeisers, is betekend.

    Titel III – Overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten

    Hoofdstuk I – Toepassingsgebied en algemene bepalingen

    Afdeling I – Toepassingsgebied wat de personen betreft

    Artikel 44

    Deze titel is van toepassing op de volgende entiteiten indien ze één van de in deze titel bedoelde activiteiten uitoefenen:

    1° de aanbestedende overheden zoals omschreven in artikel 2, 1°;

    2° de overheidsbedrijven zoals omschreven in artikel 2, 2°, voor de opdrachten die betrekking hebben op taken van openbare dienst als bedoeld in een wet, een decreet of een ordonnantie. Deze bepaling doet geen afbreuk aan de toepassing van artikel 72.

    Een niet-limitatieve lijst van de overheidsbedrijven wordt opgesteld door de Koning.

    Afdeling II – Toepassingsgebied wat de opdrachten betreft

    Artikel 45

    Deze titel is van toepassing op de in artikel 3, 1° tot , 10°, 11° en 15°, omschreven overheidsopdrachten die geplaatst worden door de in artikel 44 bedoelde aanbestedende overheden en overheidsbedrijven.

    Deze titel is niet van toepassing op de in artikel 3, 12°, omschreven concessies voor openbare werken die worden toegekend door aanbestedende overheden of overheidsbedrijven die één of meerdere activiteiten bedoeld in deze titel uitoefenen wanneer deze concessies worden toegekend voor de uitoefening van deze activiteiten.

    Afdeling III – Toepassingsgebied wat de bedoelde activiteiten betreft

    Onderafdeling I

    Overheidsopdrachten in de sectoren water en energie en specifieke uitsluitingen

    Artikel 46

    In de sectoren water en energie zijn de hierna volgende activiteiten onderworpen aan de bepalingen van deze titel:

    1° de terbeschikkingstelling of de uitbating van vaste netten bestemd voor dienstverlening aan het publiek op het gebied van productie van, vervoer van of voorziening in drinkwater, elektriciteit, gas of warmte;
     
    2° de voorziening van deze netten van drinkwater, elektriciteit, gas of warmte.

    In het geval van een overheidsbedrijf, wordt deze voorziening niet gezien als een activiteit als bedoeld in deze wet, onder de tweeledige voorwaarde dat:

    a)                   inzake drinkwater en elektriciteit:
     

    • dit overheidsbedrijf het drinkwater of de elektriciteit voortbrengt omdat de consumptie ervan noodzakelijk is voor de uitoefening door haar van een andere activiteit dan die bedoeld in dit artikel en de artikelen 47 tot 52;
    • de bevoorrading van het openbare net slechts afhangt van het eigen gebruik van dit overheidsbedrijf zonder dertig percent van haar totale productie van respectievelijk drinkwater of elektriciteit te overschrijden, berekend op grond van het gemiddelde van de laatste drie jaren, het lopende jaar inbegrepen;
     
    b) inzake gas of warmte:
     
    • dit overheidsbedrijf gas of warmte voortbrengt als onvermijdelijk gevolg van de uitoefening van een andere activiteit dan die bedoeld in dit artikel en de artikelen 47 tot 52;
    • de bevoorrading van het openbare net slechts een economisch verantwoorde uitbating van deze productie beoogt zonder twintig percent van de omzet van dit overheidsbedrijf te overschrijden, berekend op grond van het gemiddelde van de laatste drie jaren, het lopende jaar inbegrepen;
     
    3° de uitbating van een geografisch gebied met als doel het prospecteren of de winning van olie, gas, steenkool of andere vaste brandstoffen.

    Artikel 47
    § 1

    Deze titel is eveneens van toepassing op de overheidsopdrachten in de zin van artikel 45 van de aanbestedende overheden en van de overheidsbedrijven die vaste netten ter beschikking stellen of uitbaten die bestemd zijn voor de dienstverlening aan het publiek op het gebied van productie van, vervoer van of voorziening in drinkwater of van de drinkwatertoevoer op deze netten, en die:

    1° verbonden zijn aan projecten in verband met de waterbouwkunde, de bewatering of afwatering, voorzover het volume water bestemd voor de bevoorrading van drinkwater meer dan twintig percent bedraagt van het totale volume water dat door deze projecten of deze bevloeiings-­ of afwateringsinrichtingen ter beschikking gesteld wordt;
     
    2° verbonden zijn aan de lozing of de behandeling van het afvalwater.

    § 2

    Deze wet is niet van toepassing op de opdrachten die de aanbestedende overheden en overheidsbedrijven bedoeld in § 1 plaatsen voor de aankoop van water.

    Artikel 48

    Onverminderd artikel 72, is deze titel niet van toepassing op de aanbestedende overheden bedoeld in artikel 44, 1°, voor de opdrachten voor werken, leveringen en diensten die betrekking hebben op de productie van elektriciteit.

    Artikel 49

    In de sector energie is deze wet niet van toepassing op de opdrachten geplaatst door een aanbestedende overheid of een overheidsbedrijf die één van de in artikel 47 bedoelde activiteiten uitoefent met het oog op de levering van energie of van brandstoffen bestemd voor de productie van energie.

    Onderafdeling II – Overheidsopdrachten in de sector vervoer
    Artikel 50

    In de sector vervoer zijn de bepalingen van deze titel van toepassing op de volgende activiteiten:

    1° de terbeschikkingstelling of de netuitbating bestemd voor de dienstverlening aan het publiek op het gebied van vervoer per trein, metro, tram, autobus, trolleybus, kabelbaan of zelfbesturingssysteem. Wat de vervoersdiensten betreft, wordt verondersteld dat een net bestaat wanneer de dienst verleend wordt onder de door de bevoegde overheid bepaalde voorwaarden, die met name betrekking hebben op de te volgen reiswegen, het beschikbaar vervoervermogen of de dienstfrequentie;

    2° de exploitatie van een geografisch gebied met het oog op de terbeschikkingstelling aan de vervoerders door de lucht, over zee of langs de binnenwateren, van luchthavens, zee­ of binnenhavens of van andere vervoerterminals.

    Onderafdeling III – Overheidsopdrachten in de sector postdiensten
    Artikel 51
    § 1

    In de sector van de postdiensten zijn de bepalingen van deze titel van toepassing op de activiteiten met het oog op de levering van postdiensten of, overeenkomstig de in § 2, c, bedoelde voorwaarden, van andere diensten dan postdiensten.

    § 2

    Men verstaat onder:

    a) postzending: een geadresseerde zending in de definitieve vorm waarin zij moet worden verstuurd, ongeacht het gewicht. Naast brievenpost worden bijvoorbeeld als postzending aangemerkt: boeken, catalogi, kranten, tijdschriften en postpakketten die goederen met of zonder handelswaarde bevatten, ongeacht het gewicht;

    b) postdiensten: diensten die bestaan in het ophalen, sorteren, vervoeren en bestellen van postzendingen. Deze diensten omvatten:
     

    • de voorbehouden postdiensten: diensten die zijn of kunnen worden voorbehouden krachtens artikel 144octies van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;
    • de andere postdiensten: diensten die niet kunnen worden voorbehouden krachtens artikel 144octies van de wet van 21 maart 1991;
     
    c) andere diensten dan de postdiensten: diensten die op de volgende gebieden worden geleverd:
    • beheer van postdiensten (diensten die zowel vóór als na de zending worden geleverd, zoals mailroom management services), en
    • diensten met een meerwaarde die verband houden met elektronische post en die volledig langs elektronische weg plaatsvinden (met inbegrip van de beveiligde doorgifte van gecodeerde documenten langs elektronische weg, de adresbeheersdiensten en het doorzenden van geregistreerde elektronische post);
    • diensten die geen betrekking hebben op de in a) bedoel-de postdiensten, zoals niet-geadresseerde direct mail;
    • financiële diensten als gedefinieerd in categorie 6 van bijlage 2 van deze wet, met inbegrip van met name postoverschrijvingen en girale overschrijvingen;
    • filateliediensten;
    • logistieke diensten (diensten waarbij fysieke levering en/of opslag gecombineerd worden met niet-postale diensten, op voorwaarde dat deze diensten worden geleverd door een dienst die ook postdiensten, in de zin van punt b), eerste of tweede streepje, verstrekt en deze laatste niet rechtstreeks blootstaan aan mededinging op een marktgebied waartoe de toegang niet beperkt is.

    Onderafdeling IV - Opdrachten betreffende meerdere activiteiten en algemene uitsluitingen
    Artikel 52

    Deze titel is niet van toepassing op:
     
    1° de overheidsopdrachten geplaatst door de aanbestedende overheden en de overheidsbedrijven met het oog op de uitoefening van de in deze titel bedoelde activiteiten in een derde land buiten de Europese Gemeenschap, onder voorwaarden die niet leiden tot de materiële uitbating van een netwerk of van een geografisch gebied binnen de Europese Unie;

    2° de overheidsopdrachten geplaatst met het oog op een doorverkoop of het verhuren aan derden wanneer de aanbestedende overheid of het overheidsbedrijf geen enkel bijzonder of uitsluitend recht geniet voor de verkoop of het verhuren van het voorwerp van deze opdrachten en wanneer andere personen, onder dezelfde voorwaarden als de aanbestedende overheid, het vrij kunnen verkopen of verhuren;

    3° de overheidsopdrachten:

    a) die door een overheidsbedrijf aan een verbonden onderneming worden geplaatst, of
     
    b) die, met het oog op de uitoefening van de in deze titel bedoelde activiteiten, door een gemeenschappelijke onderneming, bestaande uit meerdere overheidsbedrijven in de zin van deze titel en uit aanbestedende diensten als bedoeld in titel IV, worden geplaatst aan één van deze overheidsbedrijven of aanbestedende diensten of aan een onderneming die verbonden is met één van deze overheidsbedrijven of aanbestedende diensten.

    Deze uitzondering geldt slechts op voorwaarde dat minstens tachtig percent van de gemiddelde omzet, die  deze onderneming respectievelijk inzake werken, leveringen of diensten verwezenlijkt heeft tijdens de voorbije drie jaar, voortvloeit uit deze werken, leveringen of diensten verricht voor rekening van de ondernemingen waarmee zij verbonden is.

    Wanneer de omzet over de voorbije drie jaar niet beschikbaar is op basis van de datum van oprichting of aanvang van de bedrijfsactiviteiten van de verbonden onderneming, volstaat het dat deze onderneming onder meer door het extrapoleren van activiteiten aantoont dat de gemiddelde omzet aannemelijk is.

    Wanneer identieke of gelijkaardige werken, leveringen of diensten door meer dan één met het overheidsbedrijf of de aanbestedende dienst verbonden onderneming worden verricht, dient rekening te worden gehouden met de totale omzet die respectievelijk voortvloeit uit de door deze ondernemingen gepresteerde werken, leveringen of diensten.

    Onder verbonden onderneming wordt verstaan: een onderneming waarvan de jaarrekening geconsolideerd is met die van het overheidsbedrijf of aanbestedende dienst overeenkomstig de voorschriften van de zevende richtlijn 83/349/EEG van de Raad van 13 juni 1983 op basis van artikel 54, 3, g, van het Verdrag betreffende de geconsolideerde jaarrekening. In het geval van overheidsbedrijven of van aanbestedende diensten die niet tot het toepassingsgebied van richtlijn 83/349/EEG behoren, verstaat men onder "verbonden onderneming" elke onderneming:

    i) waarop het overheidsbedrijf of de aanbesteden-de dienst rechtstreeks of onrechtstreeks een overheersende invloed kan uitoefenen omdat deze
     

    • de meerderheid van het kapitaal van de onderneming bezit, of
    • over de meerderheid van de stemmen beschikt die aan de door de onderneming uitgegeven aandelen zijn verbonden, of
    • meer dan de helft van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de onderneming kan aanwijzen;
     
    ii) of die eenzelfde overheersende invloed als in i) kan uitoefenen op het overheidsbedrijf of de aanbestedende dienst ;
    iii) of die, zoals het overheidsbedrijf of de aanbestedende dienst, onder eenzelfde overheersende invloed als in 1° staat die uitgaat van een andere onderneming uit hoofde van eigendom, financiële deelneming of van de voor deze laatste onderneming geldende voorschriften;

    4° de overheidsopdrachten die door de aanbestedende overheden of de overheidsbedrijven geplaatst worden voor andere doeleinden dan het uitoefenen van de activiteiten bedoeld in deze titel. Deze bepaling doet geen afbreuk aan de toepassing van titel II voor de aanbestedende overheden omschreven in artikel 2, 1.
     
    5° de overheidsopdrachten die door de aanbestedende overheden of de overheidsbedrijven geplaatst worden met het oog op de uitoefening van de in deze titel bedoelde activiteiten, wanneer de uitgeoefende activiteiten rechtstreeks blootstaan aan mededinging op een markt waar de toegang niet beperkt is. Deze uitsluiting is evenwel afhankelijk van een procedure inzake vrijstellingsaanvragen door de nationale bevoegde overheid en van een beslissing van de Europese Commissie.

    Hoofdstuk II – Gunningswijzen

    Artikel 53

    § 1

    De overheidsopdrachten worden in principe geplaatst bij open of beperkte procedure, hetzij bij aanbesteding, hetzij bij offerteaanvraag die respectievelijk open of beperkte aanbesteding en open of beperkte offerteaanvraag worden genoemd, of bij onderhandelingsprocedure met bekendmaking.

    De Koning regelt deze gunningswijzen.

    § 2

    De overheidsopdrachten mogen enkel worden geplaatst bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking doch, indien mogelijk, na raadpleging van meerdere aannemers, leveranciers of dienstverleners in de volgende gevallen:

    1° in het geval van een overheidsopdracht voor werken, leveringen of diensten wanneer:

    a) de goed te keuren uitgave niet hoger is dan de door de Koning vastgelegde bedragen zonder belasting over de toegevoegde waarde;

    b) de opdracht betrekking heeft op werken, leveringen of diensten die door de overheid geheim verklaard zijn of waarvan de uitvoering gepaard moet gaan met bijzondere veiligheidsmaatregelen, overeenkomstig de van kracht zijnde wettelijke, reglementaire of administratieve bepalingen of indien de bescherming van de fundamentele belangen van het land dit vereist;

    c) voor zover zulks strikt noodzakelijk is, ingeval de termijnen voor de open of beperkte procedure of de onderhandelingsprocedure met bekendmaking wegens dwingende spoed, voortvloeiend uit onvoorzienbare gebeurtenissen voor de aanbestedende overheid, niet in acht kunnen worden genomen. De ter rechtvaardiging van de dwingende spoed ingeroepen omstandigheden mogen in geen geval aan de aanbestedende overheid of aan het overheidsbedrijf te wijten zijn;

    d) geen of geen geschikte aanvraag tot deelneming of offerte werd ingediend ingevolge een open of beperkte procedure of een onderhandelingsprocedure met bekendmaking, mits de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht niet wezenlijk worden gewijzigd;

    e) de uitvoering van de werken, leveringen of diensten slechts kan worden gegund aan één bepaalde aannemer of leverancier of dienstverlener omwille van de technische of artistieke specificiteit ervan, of omwille van de bescherming van alleenrechten;

    f) de opdracht enkel wordt geplaatst ten behoeve van onderzoek, proefneming, studie of ontwikkeling en niet met het doel rendabiliteit na te streven dan wel de kosten van onderzoek en ontwikkeling te dekken en voorzover de plaatsing van een dergelijke opdracht niet verhindert dat een oproep tot mededinging wordt gedaan voor latere opdrachten die dit doel in het bijzonder beogen;

    g) de opdracht te plaatsen is op grond van een raamovereenkomst, voor zover deze raamovereenkomst werd geplaatst overeenkomstig één van de procedures bedoeld in § 1;

    2° in het geval van een overheidsopdracht voor werken of diensten wanneer het gaat om aanvullende werken of diensten die niet werden opgenomen in het oorspronkelijk aanbestede project, noch in de eerste afgesloten opdracht en die ingevolge onvoorziene omstandigheden noodzakelijk zijn geworden voor de uitvoering van deze opdracht, op voorwaarde dat ze worden gegund aan de aannemer of dienstverlener die de oorspronkelijke opdracht uitvoert:
     

    • wanneer deze aanvullende werken of diensten technisch of economisch niet van de hoofdopdracht kunnen worden gescheiden, zonder een ernstig bezwaar op te leveren voor de aanbestedende overheid of het overheidsbedrijf,
    of
    • wanneer deze aanvullende werken of diensten, alhoewel scheidbaar van de uitvoering van de oorspronkelijke opdracht, strikt noodzakelijk zijn voor de vervolmaking ervan;
     
    3° in het geval van een overheidsopdracht voor werken wanneer het gaat om nieuwe werken bestaande uit een herhaling van soortgelijke werken, die aan de aannemer van de eerste opdracht worden gegund door dezelfde aanbestedende overheid of het overheidsbedrijf op voorwaarde dat deze werken overeenstemmen met een basisontwerp en dat dit ontwerp het voorwerp uitmaakte van een eerste opdracht geplaatst bij open of beperkte procedure of onderhandelingsprocedure met bekendmaking. De mogelijkheid om deze procedure aan te wenden dient evenwel bij het in mededinging stellen van de eerste opdracht vermeld te worden;
     
    4° in het geval van een overheidsopdracht voor leveringen wanneer:
     
    a) door de oorspronkelijke leverancier aanvullende leveringen te verrichten zijn en die ofwel zijn bestemd voor gedeeltelijke vernieuwing van de leveringen of installaties voor courant gebruik, ofwel voor de uitbreiding van bestaande leveringen of installaties, wanneer verandering van leverancier de aanbestedende overheid of het overheidsbedrijf ertoe zou verplichten apparatuur aan te schaffen met andere technische eigenschappen zodat onverenigbaarheid ontstaat of zich bij gebruik en onderhoud onevenredige technische moeilijkheden voordoen;

    b) aanvullende leveringen van dezelfde aard en met dezelfde kenmerken, ingevolge onvoorziene omstandigheden, worden gegund aan de leverancier van de oorspronkelijke opdracht mits het samengevoegde bedrag van de opdrachten gegund voor de aanvullende leveringen niet hoger ligt dan vijftig percent van het bedrag van de oorspronkelijke opdracht en het samengevoegde bedrag van alle opdrachten de bedragen voor de bekendmaking op Europese niveau niet bereikt;

    c) het gaat om op een grondstoffenmarkt genoteerde en aangekochte leveringen;

    d) het gaat om opportuniteitsaankopen, indien het mogelijk is leveringen aan te schaffen tegen uiterst gunstige voorwaarden die slechts een zeer korte tijd gelden, en waarvoor de te betalen prijs merkelijk lager is dan de op de markt gangbare prijzen;

    e) het gaat om de aankoop van leveringen tegen bijzondere gunstige voorwaarden, hetzij bij een leverancier die definitief zijn handelsactiviteit stopzet, hetzij bij curatoren, de met een overdracht onder gerechtelijk gezag gelaste mandatarissen of vereffenaars van een faillissement, een gerechtelijke reorganisatie of een in de nationale wetgevingen of reglementeringen bestaande procedure van dezelfde aard;

    5° in het geval van een overheidsopdracht voor diensten wanneer de opdracht op een ontwerpenwedstrijd volgt en, overeenkomstig de toepasselijke regels, moet worden gegund aan de winnaar of aan één van de winnaars van de wedstrijd. In dit laatste geval moeten alle winnaars worden uitgenodigd om aan de onderhandelingen deel te nemen;

    6° in het geval van een overheidsopdracht voor diensten waarvan het totaal bedrag niet hoger is dan het bedrag voor bekendmaking op Europees niveau wanneer:

    a) de diensten, omwille van technische noodwendigheden of voorafgaande belangrijke investeringen, slechts aan één bepaalde dienstverlener kunnen worden toevertrouwd;

    b) het gaat om nieuwe diensten bestaande uit een herhaling van soortgelijke diensten, die aan de aannemer van de eerste opdracht worden gegund door dezelfde aanbestedende overheid of het overheidsbedrijf, op voorwaarde dat deze diensten overeenstemmen met een basisontwerp en dat dit ontwerp het voorwerp uitmaakte van een eerste opdracht die werd gegund na mededinging. De mogelijkheid om deze procedure aan te wenden dient bij het in mededinging stellen van de eerste verrichting te worden vermeld.

    Artikel 54

    § 1

    In het geval van een overheidsopdracht voor leveringen mag de aanbestedende overheid of het overheidsbedrijf elke offerte afwijzen die voor meer dan de helft van de totale waarde, producten bevat die afkomstig zijn uit derde landen. Voor de toepassing van dit artikel wordt de programmatuur gebruikt in de uitrusting van telecommunicatienetwerken, beschouwd als een product.

    Wordt verstaan onder derde landen, alle landen waarmee de Europese Unie in een bilateraal of multilateraal verband geen overeenkomst heeft gesloten die aan ondernemingen van de Unie een vergelijkbare en daadwerkelijke toegang waarborgt tot de opdrachten van deze landen volgens de voorwaarden van artikel 21.

    Indien twee of meer offertes gelijkwaardig geoordeeld worden, dient de aanbestedende overheid of het overheidsbedrijf de voorkeur te geven aan die offerte die niet kan worden afgewezen met toepassing van het eerste lid. Inzake het prijscriterium wordt dergelijke offerte als gelijkwaardig beschouwd indien ze het bedrag van de offerte waarop het eerste lid van toepassing is, niet met meer dan drie percent overschrijdt.

    De verplichting bedoeld in het voorgaande lid geldt nochtans niet indien de aanbestedende overheid of het overheidsbedrijf hierdoor zou moeten overgaan tot het aanschaffen van materieel dat op technisch gebied verschilt van het reeds bestaande materieel en dat een onverenigbaarheid of technische moeilijkheden inzake gebruik of onderhoud of overmatige kosten zou teweegbrengen.

    § 2

    Voor de toepassing van § 1, wordt het gedeelte van de producten afkomstig uit derde landen bepaald overeenkomstig de verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek.

    Voor de bepaling van het gedeelte van de producten afkomstig uit derde landen, wordt geen rekening gehouden met de derde landen die de Raad van de Europese Unie heeft opgenomen in het toepassingsgebied van richtlijn 2004/17/EG van het Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten.

    Artikel 55

    De artikelen 5 tot 11, 15, 17, 18, eerste lid, 1° tot 5°, en tweede lid, 19 tot 22, 24, 25, 28 tot 30, 32, eerste tot derde lid, vijfde en zesde lid, 33, 35 tot 43, zijn eveneens van toepassing op de overheidsopdrachten bedoeld in deze titel.
    Artikel 18, 1°, is evenwel niet van toepassing op opdrachten geplaatst door overheidsbedrijven.
    Artikel 30 is eveneens van toepassing op de onderhandelingsprocedure met bekendmaking.

    Artikel 55

    De artikelen 5 tot 11, 15, 17, 18, eerste lid, 1° tot 5°, en tweede lid, 19, 20, met uitzondering van paragraaf 1/1, 21, 22, 24, 25, 28 tot 30, 32, eerste tot derde lid, vijfde en zesde lid, 33, 35 tot 41, 42 en 43, zijn eveneens van toepassing op de overheidsopdrachten bedoeld in deze titel.
    Artikel 18, 1°, is evenwel niet van toepassing op opdrachten geplaatst door overheidsbedrijven.
    Artikel 30 is eveneens van toepassing op de onderhandelingsprocedure met bekendmaking.

    Titel IV – Mededinging in het raam van de Europese unie van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten

    Hoofdstuk I – Algemene beginselen

    Artikel 56

    De aanbestedende entiteiten behandelen de aannemers, de leveranciers en de dienstverleners op gelijke, niet-discriminerende en transparante wijze.

    Artikel 57

    De opdrachten worden gegund na verificatie van het toegangsrecht, kwalitatieve selectie en onderzoek van de offertes van de deelnemers, overeenkomstig één van de in hoofdstuk II van deze titel bepaalde gunningsprocedures.

    Artikel 58

    De Koning bepaalt de regels die van toepassing zijn op de communicatiemiddelen tussen de aanbestedende entiteiten en de aannemers, leveranciers en dienstverleners. De gekozen communicatiemiddelen moeten algemeen beschikbaar zijn en mogen de toegang tot de gunningsprocedure niet beperken.

    Artikel 59

    Een aanbestedende entiteit die een beroep doet op een aankoop- of opdrachtencentrale zoals bedoeld in artikel 2, 4°, is vrijgesteld van de verplichting om zelf een gunningsprocedure te organiseren.

    Artikel 59 bis

    Bij het verstrekken van de technische specificaties aan de belangstellende kandidaten en inschrijvers, bij de kwalificatie en selectie van deze laatsten en bij de gunning en sluiting van de opdracht kan de aanbestedende entiteit eisen stellen ter bescherming van het vertrouwelijke karakter van de door haar verstrekte informatie.

    Hoofdstuk II – Opdrachten voor werken, leveringen en diensten geplaatst door privé­ondernemingen

    Afdeling I – Toepassingsgebied en algemene bepalingen

    Onderafdeling I – Aanbestedende entiteiten en opdrachten
    Artikel 60
    § 1

    De bepalingen van deze titel zijn van toepassing op de aanbestedende entiteiten in de zin van artikel 2, 3°, van deze wet.

    § 2

    De bepalingen van deze titel zijn enkel van toepassing op de in artikel 4, 1°, en , omschreven opdrachten, waarvan de geraamde bedragen gelijk zijn aan of hoger zijn dan de drempelbedragen voor de Europese bekendmaking. Deze titel is niet van toepassing op de concessies voor werken in de zin van artikel 4, 6°, die worden toegekend door aanbestedende entiteiten die één of meerdere activiteiten bedoeld in deze titel uitoefenen wanneer deze concessies worden toegekend voor de uitoefening van deze activiteiten.

    Onderafdeling II – Opdrachten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten en specifieke uitsluitingen
    Artikel 61

    De artikelen 46 tot 51 zijn eveneens van toepassing teneinde de activiteiten van de in deze wet bedoelde aanbestedende entiteiten te bepalen.

    Artikel 62

    Deze titel is niet van toepassing op:
     
    1° de opdrachten gegund door een aanbestedende entiteit met het oog op de uitoefening van de in deze titel bedoelde activiteiten in een derde land buiten de Europese Unie, onder voorwaarden die niet leiden tot de materiële uitbating van een netwerk of van een geografisch gebied binnen de Europese Unie;
     
    2° de opdrachten geplaatst met het oog op een doorverkoop of het verhuren aan derden wanneer de aanbestedende entiteit geen enkel bijzonder of uitsluitend recht geniet voor de verkoop of het verhuren van het voorwerp van deze opdrachten en wanneer andere personen, onder dezelfde voorwaarden als de aanbestedende entiteit, het vrij kunnen verkopen of verhuren;
     
    3° de opdrachten die door de overheid geheim zijn verklaard of waarvan de uitvoering gepaard moet gaan met bijzondere veiligheidsmaatregelen, overeenkomstig de van kracht zijnde wettelijke, reglementaire of administratieve bepalingen of wanneer de bescherming van de fundamentele belangen van de veiligheid van het land dit vereist;
     
    4° de opdrachten waarvoor andere procedurevoorschriften gelden en die geplaatst worden krachtens de specifieke procedure van een internationale instelling;
     
    5° de opdrachten waarvoor andere procedurevoorschriften gelden en die worden geplaatst krachtens een internationale overeenkomst die, in overeenstemming met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt gesloten tussen een lidstaat en één of meer derde landen, en die betrekking hebben op werken of leveringen bestemd voor de gemeenschappelijke verwezenlijking of exploitatie van een bouwwerk of op diensten of ontwerpenwedstrijden bestemd voor de gemeenschappelijke verwezenlijking of exploitatie van een project door de ondertekenende Staten;
     
    6°de opdrachten die geregeld worden door andere procedurevoorschriften en worden geplaatst krachtens een internationale overeenkomst gesloten in verband met de legering van strijdkrachten en betreffende ondernemingen van een lidstaat of een derde land;
     
    7° de opdrachten die door de aanbestedende entiteiten geplaatst of geregeld worden voor andere doeleinden dan de uitoefening van de activiteiten bedoeld in deze titel;
     
    8° a) de opdrachten die door een aanbestedende entiteit aan een verbonden onderneming worden gegund, of

    b) die, met het oog op de uitoefening van de in titel I bedoelde activiteiten, door een gemeenschappelijke onderneming, bestaande uit meerdere aanbestedende entiteiten in de zin van titel IV, worden gegund aan één van deze aanbestedende entiteiten of aan een onderneming die verbonden is met één van deze entiteiten.
     
    Artikel 52, 3°, tweede lid en volgende, is eveneens van toepassing teneinde de toepassingsvoorwaarden van deze uitzondering te bepalen;
     
    9° de opdrachten die door de aanbestedende entiteiten worden geplaatst met het oog op de uitoefening van de in deze titel bedoelde activiteiten, wanneer de uitgeoefende activiteiten rechtstreeks blootstaan aan mededinging op markten waar de toegang niet beperkt is. De toepassing van deze uitsluiting is evenwel afhankelijk van een procedure inzake vrijstellingsaanvragen door de bevoegde nationale overheid en van de beslissing van de Europese Commissie.
     
    10° opdrachten voor diensten betreffende de verwerving of huur, ongeacht de financiële voorwaarden ervan, van grond, bestaande gebouwen of andere onroerende zaken of betreffende rechten hierop. De financiële diensten die voorafgaand aan, gelijktijdig met of als vervolg op het koop- of huurcontract worden verstrekt, zijn echter, ongeacht hun vorm, aan deze titel onderworpen;
     
    11° opdrachten voor financiële diensten betreffende de uitgifte, de aankoop, de verkoop en de overdracht van effecten of andere financiële instrumenten;
     
    12° de diensten voor onderzoek en ontwikkeling. Deze titel is daarentegen wel toepasselijk op de opdrachten waarvan de resultaten in hun geheel aan de aanbestedende entiteit toekomen voor gebruik ervan in de uitoefening van haar eigen werkzaamheden en waarvan de dienstverlening volledig door de aanbestedende entiteit wordt vergoed;
     
    13° arbitrage- en bemiddelingsdiensten;
     
    14° arbeidsovereenkomsten.

    Afdeling II – Toegangsrecht en kwalitatieve selectie

    Artikel 63

    De Koning bepaalt de voorschriften inzake het toegangsrecht en die inzake de kwalitatieve selectie van de kandidaten en inschrijvers.

    Artikel 64

    De aannemers, leveranciers en dienstverleners uit derde landen buiten de Europese Unie mogen enkel een aanvraag tot deelneming of een offerte met toepassing van deze titel indienen, mits zij zich daarvoor kunnen beroepen op een internationaal verdrag of een akte van een internationale instelling, met inachtneming van de perken en de voorwaarden bepaald in de betrokken akte.
     
    De aankondiging van opdracht of, bij ontstentenis daarvan, een ander opdrachtdocument, kan in een ruimere bepaling voorzien.

    Artikel 65

    Een aanbestedende entiteit kan, overeenkomstig de beginselen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, de toegang tot de gunningsprocedure reserveren voor beschutte werkplaatsen of de uitvoering ervan reserveren in het kader van programma’s voor beschermde arbeid indien de meerderheid van de betrokken werknemers personen met een handicap zijn die wegens de aard of de ernst van hun handicap geen beroepsactiviteit in normale omstandigheden kunnen uitoefenen.
     
    De aankondiging van opdracht of, bij ontstentenis daarvan, een ander opdrachtdocument, moet deze toegangsreservatie vermelden.

    Afdeling III – Gunningswijzen en specifieke of aanvullende opdrachten en procedures

    Artikel 66
    § 1

    De opdrachten worden in principe geplaatst bij open of beperkte procedure of bij onderhandelingsprocedure met bekendmaking.

    § 2

    De opdrachten mogen enkel worden geplaatst bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking in de volgende gevallen:
     
    1° in het geval van een opdracht voor werken, leveringen of diensten wanneer:

    a) in strikt noodzakelijke gevallen, de dwingende spoed, voortvloeiend uit voor de aanbestedende entiteiten onvoorzienbare gebeurtenissen, de naleving van de voor de open procedure, de beperkte procedure of de onderhandelingsprocedure met bekendmaking vereiste termijnen, onmogelijk maakt. De ter rechtvaardiging van de dwingende spoed ingeroepen omstandigheden mogen in geen geval aan de aanbestedende entiteit te wijten zijn;
     
    b) geen of geen geschikte aanvraag tot deelneming of offerte werd ingediend ingevolge een procedure met voorafgaande mededinging, voorzover de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht niet wezenlijk worden gewijzigd;
     
    c) van de technische of artistieke specificiteit, of omwille van de bescherming van alleenrechten, de uitvoering van de werken, leveringen of diensten slechts kan worden gegund aan één bepaalde aannemer, leverancier of dienstverlener;
     
    d) de opdracht enkel geplaatst wordt voor onderzoeks-,  proefnemings-, studie- of ontwikkelingsdoeleinden en niet met de bedoeling rendabiliteit na te streven of de kosten van het onderzoek en de ontwikkeling te dekken en voor zover de plaatsing van een dergelijke opdracht niet verhindert dat een oproep tot mededinging wordt gedaan voor latere opdrachten waarmee dit doel wel wordt beoogd;
     
    e) de opdrachten te plaatsen zijn op grond van een raamovereenkomst, voorzover deze raamovereenkomst werd geplaatst overeenkomstig één van de in § 1 bepaalde procedures;
     
    2° in het geval van een opdracht voor werken of diensten wanneer het gaat om aanvullende werken of diensten die niet werden opgenomen in het oorspronkelijk aanbestede project, noch in de eerste afgesloten opdracht en die ingevolge onvoorziene omstandigheden noodzakelijk zijn geworden voor de uitvoering van deze opdracht, op voorwaarde dat ze worden gegund aan de aannemer of aan de dienstverlener die de oorspronkelijke opdracht uitvoert:
     

    • wanneer deze aanvullende werken of diensten technisch of economisch niet van de hoofdopdracht kunnen worden gescheiden, zonder een ernstig bezwaar op te leveren voor de aanbestedende entiteiten, of
    • wanneer deze aanvullende werken of diensten, alhoewel scheidbaar van de uitvoering van de oorspronkelijke opdracht, strikt noodzakelijk zijn voor de vervolmaking ervan;
     
    3° in het geval van een opdracht voor werken wanneer het gaat om nieuwe werken die een herhaling zijn van soortgelijke werken, gegund aan de onderneming met wie de eerste opdracht door de aanbestedende entiteit werd gesloten, op voorwaarde dat deze werken overeenstemmen met een basisproject en dat dit ontwerp het voorwerp uitmaakte van een eerste opdracht die geplaatst werd na mededinging. De mogelijkheid om deze procedure aan te wenden dient evenwel bij het in mededinging stellen van de eerste opdracht vermeld te worden;
     
    4° in het geval van een opdracht voor leveringen wanneer:
     
    a) bijkomende leveringen te verrichten zijn door de oorspronkelijke leverancier, die bestemd zijn hetzij voor de gedeeltelijke vernieuwing van leveringen of installaties voor gewoon gebruik, hetzij voor de uitbreiding van bestaande leveringen of installaties, indien verandering van leverancier de aanbestedende entiteit ertoe zou verplichten apparatuur aan te schaffen met andere technische eigenschappen zodat onverenigbaarheid ontstaat of bij gebruik en onderhoud zich onevenredige technische moeilijkheden voordoen;
     
    b) het gaat om op een grondstoffenmarkt genoteerde en aangekochte leveringen;
     
    c) het gaat om opportuniteitsaankopen, wanneer het mogelijk is leveringen aan te schaffen tegen uiterst gunstige voorwaarden die slechts een zeer korte tijd gelden en waarvoor de te betalen prijs merkelijk lager is dan de op de markt gangbare prijzen;
     
    d) het gaat om aankopen van leveringen tegen zeer gunstige voorwaarden ofwel bij een leverancier die definitief zijn handelsactiviteit stopzet, ofwel bij curatoren, de met een overdracht onder gerechtelijk gezag gelaste mandatarissen of vereffenaars van faillissementen, gerechtelijke reorganisaties of gelijkaardige procedures die in de nationale wetgevingen of reglementeringen voorkomen;
     
    5° in het geval van een opdracht voor diensten wanneer de opdracht op een ontwerpenwedstrijd volgt en volgens de toepasselijke voorschriften aan de laureaat of aan één van de laureaten van deze wedstrijd moet worden gegund. In dit laatste geval dienen alle laureaten te worden uitgenodigd om aan de onderhandelingen deel te nemen.

    Artikel 67

    Onverminderd artikel 69, worden de opdrachten gegund:
     

    • ofwel aan de inschrijver met de laagste prijs,
    • ofwel aan de inschrijver die, vanuit het oogpunt van de aanbestedende dienst, de economisch voordeligste offerte heeft ingediend, rekening houdend met de verschillende criteria die met het voorwerp van de opdracht verband moeten houden en in de aankondiging van opdracht of in het bestek zijn vermeld, zoals de leveringstermijn, de uitvoeringstermijn, de gebruikskosten, de rentabiliteit, de kwaliteit, de esthetische en functionele kenmerken, de milieutechnische eigenschappen, de technische waarde, de klantenservice en technische bijstand, de waarborgen met betrekking tot reserveonderdelen, de gewaarborgde materiaalvoorziening en de prijs.
     
    De aanbestedende entiteit specificeert de weging van elke gunningscriterium die eventueel kan worden uitgedrukt binnen een vork met een passend verschil tussen minimum en maximum. Indien een dergelijke weging om aantoonbare redenen niet mogelijk is, worden de criteria vermeld in dalende volgorde van belangrijkheid.

    Artikel 67 bis

    Een aanbestedende entiteit kan gebruik maken van een dynamisch aankoopsysteem voor opdrachten voor leveringen en diensten voor courant gebruik.
     
    Het gebruik van een dynamisch aankoopsysteem vereist, voor elke specifieke opdracht, een open procedure en de aanwending van elektronische middelen in alle stadia van de procedure tot de gunning van de opdracht.
     
    De regelmatige indicatieve offertes van alle inschrijvers die voldoen aan de selectiecriteria, kunnen te allen tijde worden gewijzigd op voorwaarde dat zij in overeenstemming blijven met de opdrachtdocumenten.
     
    Er mag geen misbruik worden gemaakt van het dynamisch aankoopsysteem, noch mag er gebruik van worden gemaakt op een wijze die de mededinging zou verhinderen, beperken of vervalsen.
     
    De Koning bepaalt de voorwaarden waarin een dynamisch aankoopsysteem kan worden gebruikt.

    Artikel 67 ter

    In de open, de beperkte of de onderhandelingsprocedure met bekendmaking, kan een aanbestedende entiteit de gunning van de opdracht laten voorafgaan door een elektronische veiling, voor zover de specificaties van de opdracht nauwkeurig kunnen worden bepaald en het gaat om opdrachten voor leveringen en diensten voor courant gebruik.
     
    De elektronische veiling kan onder dezelfde voorwaarden worden aangewend bij het opnieuw tot mededinging oproepen van de partijen bij een raamovereenkomst, alsook voor opdrachten die in het kader van een dynamisch aankoopsysteem worden geplaatst.
     
    Er mag geen misbruik worden gemaakt van de elektronische veiling, noch mag er gebruik van worden gemaakt op een wijze die de mededinging zou verhinderen, beperken of vervalsen of die het voorwerp van de opdracht zou wijzigen.
     
    De Koning bepaalt de voorwaarden waarin de elektronische veiling kan worden gebruikt.

    Artikel 67quater

    Een aanbestedende entiteit kan raamovereenkomsten sluiten.
     
    De keuze van de partijen bij de raamovereenkomst en de gunning van de erop gesteunde opdrachten, moeten op basis van dezelfde gunningscriteria gebeuren.
     
    Bij de gunning van de erop gesteunde opdrachten mogen de reeds in de raamovereenkomst vastgelegde voorwaarden niet wezenlijk worden gewijzigd.
     
    Er mag geen misbruik worden gemaakt van de raamovereenkomst, noch mag er gebruik van worden gemaakt op een wijze die de mededinging zou verhinderen, beperken of vervalsen.
     
    De Koning bepaalt de regels die van toepassing zijn op de raamovereenkomst.

    Artikel 67 quinquies

    De Koning bepaalt de na te leven regels bij een ontwerpenwedstrijd.
     
    Deze regels zijn onder meer:
     
    1° het verbod om de toegang van deelnemers te beperken tot diegenen die behoren tot het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie of van een deel daarvan;
     
    2° het verbod om van de deelnemers te eisen dat ze hetzij natuurlijke personen, hetzij rechtspersonen moeten zijn.

    Artikel 68

    De artikelen 66 en 67 zijn niet van toepassing op de opdrachten voor diensten als bedoeld in bijlage II, B, van deze wet.

    Artikel 69

    In het geval van een opdracht voor leveringen mag de aanbestedende entiteit, volgens dezelfde voorwaarden als die bepaald in artikel 54, elke offerte afwijzen die voor meer dan de helft van de totale waarde, producten bevat die afkomstig zijn uit derde landen buiten de Europese Unie.
     
    Volgens dezelfde voorwaarden en met dezelfde uitzonderingen als bepaald in artikel 54 dient de aanbestedende entiteit indien twee of meer offertes gelijkwaardig geoordeeld worden, de voorkeur te geven aan de offerte die met toepassing van het eerste lid niet kan worden afgewezen.

    Afdeling IV – Uitvoeringsvoorwaarden

    Artikel 70

    Overeenkomstig de beginselen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en voor zover ze niet rechtstreeks of onrechtstreeks discriminerend zijn en worden vermeld in de opdrachtdocumenten, kan de aanbestedende entiteit uitvoeringsvoorwaarden opleggen die het mogelijk maken rekening te houden met doelstellingen zoals:
     
    1° het verstrekken van beroepsopleidingen aan werklozen en jongeren;
     
    2° het bevorderen van het gelijke kansenbeleid inzake de arbeidsparticipatie van onvoldoende in het arbeidsproces geïntegreerde personen;
     
    3° de strijd tegen de werkloosheid;
     
    4° de verplichting om, in hoofdzaak, de bepalingen van de basisconventies van de Internationale Arbeidsorganisatie na te leven, in de veronderstelling dat die niet reeds worden toegepast in het nationale recht van het land waar de productie plaatsvindt;
     
    5° de bescherming van het leefmilieu.

    Afdeling V – Technische specificaties en normen

    Artikel 71

    De aanbestedende entiteit neemt de technische specificaties op in de opdrachtdocumenten.
     
    De Koning bepaalt de andere modaliteiten die betrekking hebben op het voorschrijven van de technische specificaties, de normen en de technische erkenningen. Dit voorschrijven gebeurt:
     
    1° hetzij door verwijzing naar technische specificaties;
     
    2° hetzij in termen van prestatie-eisen of functionele eisen;
    3° hetzij in termen van prestatie-eisen of functionele eisen bedoeld in 2°, waarbij onder vermoeden van overeenstemming met deze prestatie-eisen of functionele eisen wordt verwezen naar de in 1° bedoelde specificaties;
     
    4° hetzij door verwijzing naar de in 1° bedoelde specificaties voor bepaalde kenmerken, en naar de in 2° bedoelde prestatie- eisen en functionele eisen voor andere kenmerken.

    Hoofdstuk III – Opdrachten geplaatst door overheidsbedrijven of inzake de productie van elektriciteit

    Artikel 72

    De bepalingen van artikel 4 en van titel IV zijn van toepassing op de overheidsbedrijven zoals omschreven in artikel 2, 2°, voor de opdrachten, overeenkomsten en wedstrijden waarvan de geraamde bedragen gelijk zijn aan of hoger zijn dan de bedragen vastgesteld in artikel 60, § 2, en die geen betrekking hebben op taken van openbare dienst als bedoeld in een wet, een decreet of een ordonnantie maar wel op één van de activiteiten bedoeld in artikel 61.
     
    De bepalingen van artikel 4 en van titel IV zijn eveneens van toepassing op de in artikel 2, 1°, bedoelde aanbestedende overheden voor de opdrachten, overeenkomsten en wedstrijden waarvan de geraamde bedragen gelijk zijn aan of hoger zijn dan de in het eerste lid bedoelde bedragen en die betrekking hebben op de productie van elektriciteit.

    Titel V – Diverse bepalingen en slotbepalingen

    Artikel 72 bis

    De berekening van de krachtens deze wet bepaalde termijnen gebeurt overeenkomstig de verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad, van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden.

    Artikel 73

    § 1

    Een overheidsopdracht of een opdracht gegund met het oog op de uitoefening van meerdere activiteiten, is onderworpen aan de voorschriften die van toepassing zijn op de activiteit waarvoor de opdracht hoofdzakelijk bedoeld is.

    § 2

    Wanneer de overheidsopdracht of de opdracht evenwel betrekking heeft op meerdere activiteiten en objectief onmogelijk is vast te stellen voor welke activiteit deze hoofdzakelijk is bedoeld, zijn de volgende regels van toepassing:
     
    1° indien één van de activiteiten waarvoor de overheidsopdracht of de opdracht is bestemd, onderworpen is aan titel II en de andere activiteit aan titel III of aan titel IV, wordt de overheidsopdracht of de opdracht gegund overeenkomstig de regels van titel II;
     
    2° indien één van de activiteiten waarvoor de overheids-opdracht of de opdracht is bestemd, onderworpen is aan titel III of aan titel IV en de andere activiteit niet onderworpen is aan één van deze titels, wordt de overheidsopdracht of de opdracht gegund, naargelang van het geval, overeenkomstig de regels van titel III of van titel IV.

    § 3

    De keuze tussen één enkele overheidsopdracht of opdracht voor meerdere activiteiten en meerdere overheidsopdrachten of opdrachten mag niet tot doel hebben de ene of de andere aan het toepassingsgebied van deze wet te onttrekken.

    Artikel 74

    Elke minister kan, binnen de grenzen van zijn bevoegdheden, de beslissingen nemen inzake de plaatsing en uitvoering van opdrachten voor rekening van de federale overheid en van de instellingen die onder zijn hiërarchisch gezag staan.
     
    Voor de andere publiekrechtelijke personen dan deze bedoeld in het eerste lid worden de bevoegdheden voor het plaatsen en uitvoeren van opdrachten uitgeoefend door de overheden en organen bevoegd krachtens de bepalingen van een wet, decreet, ordonnantie, reglement of statuut.
     
    De bevoegdheden toegekend krachtens het eerste en tweede lid kunnen, voor de bevoegde overheden en organen bedoeld in deze leden, die tot de bevoegdheid van de federale overheid behoren, worden overgedragen binnen de grenzen vastgesteld door de Koning, behalve wanneer een bijzondere wettelijke bepaling deze overdracht regelt.

    Artikel 75

    § 1

    De Koning kan de maatregelen nemen, met inbegrip van de opheffing, aanvulling, wijziging of vervanging van wetsbepalingen, die nodig zijn om de omzetting te verzekeren van de verplichte bepalingen die voortvloeien uit het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de internationale akten die genomen werden krachtens dit Verdrag en die de overheidsopdrachten en de opdrachten voor werken, leveringen en diensten betreffen bedoeld in deze wet.
     
    De maatregelen maken het voorwerp uit van een verslag dat aan de Kamer van volksvertegenwoordigers wordt voorgelegd.
     
    De Koning kan tevens de nodige maatregelen nemen om te voorzien in de omzetting van niet-verplichte bepalingen die voortvloeien uit het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de internationale akten die genomen werden krachtens dit Verdrag en die betrekking hebben op de overheidsopdrachten en de opdrachten voor werken, leveringen en diensten bedoeld in deze wet.
     
    De in het vorige lid vermelde maatregelen maken het voorwerp uit van een wettelijke bekrachtiging binnen twee jaar na hun inwerkingtreding.

    § 2

    De Koning kan de Eerste minister belasten met de aanpassing van bepaalde bedragen die in de uitvoeringsmaatregelen voorkomen in functie van de herzieningen voorzien in de Europese richtlijnen en die de waarde aangeven van de drempels waarvan sprake in deze richtlijnen.

    Artikel 76

    De Koning kan de organieke en statutaire bepalingen in overeenstemming brengen met de bepalingen van deze wet wat de in respectievelijk artikel 2, 1°, en , bedoelde aanbestedende overheden en overheidsbedrijven betreft die, krachtens een wet of besluit, onder het hiërarchische gezag of het toezicht van een federale minister staan.

    Artikel 76 bis

    Artikel 57 van de wet van 30 maart 1976 betreffende de economische herstelmaatregelen is niet toepasselijk op de overheidsopdrachten en de concessies voor openbare werken die ressorteren onder titels II en III van deze wet.

    Artikel 77

    Aan de wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken worden de volgende wijzigingen aangebracht:
     
    1° in artikel 1, 2°, worden de woorden "de wet betreffende de overheidsopdrachten: de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten" vervangen door de volgende woorden: "de wet betreffende de overheidsopdrachten: de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 of de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied”;
     
    2° in artikel 2, wordt het eerste lid vervangen als volgt:
     
    "Deze wet is van toepassing op de overheidsopdrachten voor werken, zoals gedefinieerd in artikel 3, 2°, van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006, die worden geplaatst door de aanbestedende overheden en overheidsbedrijven zoals gedefinieerd in artikel 2, 1° en , van dezelfde wet. Ze is eveneens van toepassing op de overheidsopdrachten voor werken, zoals gedefinieerd in artikel 3, 2°, van de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, die worden geplaatst door de aanbestedende overheden en overheidsbedrijven zoals gedefinieerd in artikel 2, 1° en 2° van dezelfde wet”;
     

    3° artikel 4, § 1, 4°, a), wordt vervangen door de volgende bepaling:
     

    "4° a) niet, bij een vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan veroordeeld zijn voor:

    • deelname aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 324bis, van het Strafwetboek;
    • omkoping als bedoeld in artikel 3 van het besluit van de Raad van 26 mei 1997 en in artikel 246 van het Strafwetboek;
    • fraude als bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap goedgekeurd door de wet van 17 februari 2002;
    • terroristisch misdrijf of strafbaar feit in verband met terroristische activiteiten als bedoeld in de artikelen 137 en volgende van het Strafwetboek;
    • witwassen van geld als bedoeld in artikel 3 van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme;
    • elk ander misdrijf dat door zijn aard de beroepsmoraal van de aannemer aantast.".

    Artikel 78

    Worden opgeheven:
     

    • artikel 11, § 1, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;
    • de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten;
    • artikel 115 van de wet van 14 januari 2002 houdende maatregelen inzake gezondheidszorg.

    Artikel 79

    De koninklijke besluiten welke in uitvoering of met toepassing van deze wet worden vastgesteld, worden in Ministerraad overlegd.

    Artikel 79 bis

    De Koning kan de bepalingen van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006, de wet van 13 augustus 2011 inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied en de wet betreffende de motivering, informatie en rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, en de bepalingen die daarin uitdrukkelijk of stilzwijgend wijzigingen hebben aangebracht tot het tijdstip van de coördinatie, coördineren.
     
    Te dien einde kan Hij:
     
    1° de te coördineren bepalingen anders inrichten, inzonderheid opnieuw ordenen en vernummeren;
     
    2° de verwijzingen in de te coördineren bepalingen dienovereenkomstig vernummeren;
     
    3° de te coördineren bepalingen met het oog op onderlinge overeenstemming en eenheid van terminologie herschrijven, zonder te raken aan de erin neergelegde beginselen.
     
    De coördinatie krijgt het volgende opschrift : “Wetten overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, gecoördineerd op .”.
     
    Ze treedt in werking op de dag van de bekrachtiging ervan bij de wet.

    Artikel 80

    De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van elk van de bepalingen van deze wet. Hij kan tevens sommige bepalingen van deze wet toepasselijk maken op de gunningswijzen die hij aanduidt.
     
    Dit artikel alsook de artikelen 2, 4°, 15, 31, 77, 3°, en 79 treden in werking op de dag van hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
     
    De Koning kan, in voorkomend geval met gehele of gedeeltelijke aanpassing ervan, de bepalingen van boek II bis van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten toepasselijk maken op de beslissingen genomen op grond van deze wet of van de wet tot omzetting van richtlijn 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG.
     
    De in het vorige lid bedoelde machtiging strekt enkel tot de het nemen van maatregelen inzake motivering, informatie en rechtsmiddelen wat betreft:
     

    • de opdrachten die ressorteren onder de wet tot omzetting van voormelde richtlijn 2009/81/EG, in afwachting van de omzetting van titel IV van die richtlijn ;
    • de andere opdrachten geplaatst volgens procedures of resulterende in beslissingen waarin niet is voorzien in de voormelde wet van 24 december 1993 maar waarop inzake motivering, informatie en rechtsmiddelen niettemin gelijkaardige regels dienen te worden toegepast als degene waarin is voorzien voor de beslissingen onderworpen aan boek II bis van de voormelde wet van 24 december 1993.
     
    De in de vorige twee leden bedoelde maatregelen maken het voorwerp uit van een wettelijke bekrachtiging binnen twee jaar na hun inwerkingtreding.
     

    Bijlagen

    Bijlage I

    Open Bijlage I.

    Bijlage II

    Bijlage II A

    Open Bijlage II A.

    Bijlage II B

    Open bijlage II B.