Identificatie van langetermijnbehoeften inzake het beheer van het patrimonium van het lokaal bestuur
Het lokaal bestuur van Asse maakte een overzicht van de staat van zijn gebouwen (bijvoorbeeld de staat van het dak, de elektriciteit en de verwarming) en liet een analyse van de energiezorg uitvoeren voor twintig van deze gebouwen. Deze analyse bracht per gebouw de energieprestaties in kaart. Op basis van deze energieprestaties bepaalde de organisatie welke gebouwen prioritair dienen aangepakt te worden om het globale energieverbruik te kunnen terugdringen, evenals welke stappen nodig zijn om energiebesparing te realiseren.
Aanvullend worden beslissingen omtrent gebouwen (bijvoorbeeld de beslissing tot renovatie of afbraak) ondersteund door extern aangeleverde bouwtechnische rapporten (due-diligence-rapporten) met daarin onder meer de te verwachten kosten op korte en lange termijn. Daartoe sloot het lokaal bestuur een raamovereenkomst af met een externe partner. Het college van burgemeester en schepenen bepaalt in welke gevallen een dergelijk rapport wenselijk is.
De organisatie wenst op termijn ook over een overzicht te kunnen beschikken van de toestand van de wegen en het rioleringsnetwerk. Met het oog hierop vroeg de organisatie midden 2016 een offerte aan en trad daaropvolgend in overleg met een externe partner voor de opmaak van een inspectieplan dat op basis van cameraonderzoek de toestand van het rioolstelsel in kaart zou kunnen brengen.
Het lokaal bestuur ontwikkelt aldus stapsgewijs instrumenten die in belangrijke mate kunnen bijdragen tot het tijdig identificeren en geïnformeerd valideren van belangrijke noden inzake werken op lange termijn.
Stappenplan voor implementatie
- Een draagvlak verwerven (ambtelijk en politiek) voor het (economische) belang om instrumenten te ontwikkelen voor patrimoniumbeheer op langere termijn;
- Een (budgettair) haalbaar stappenplan ontwikkelen voor de identificatie van behoeften inzake werken op lange termijn (bijvoorbeeld voor gebouwen, wegen en rioleringen);
- De budgettaire en contractuele mogelijkheden voorzien (bijvoorbeeld via een raamcontract waarvan kan worden afgenomen) om een inventaris op te (laten) maken en gericht technische rapporten aan te (laten) leveren;
- Duidelijke afspraken maken over de voorwaarden om een studieopdracht al dan niet extern te laten uitvoeren en de wijze waarop rapporten zullen worden gebruikt bij de besluitvorming;
- De inventaris en technische rapporten (laten) opmaken.
Tips voor opzet in een organisatie
- Gebruikmaken van de ervaring van andere organisaties (besturen en koepels) betreffende de toepassing van soortgelijke instrumenten;
- Een beheersbare start maken (bijvoorbeeld enkel gebouwen) en deze aanpak testen en evalueren (bijvoorbeeld via een extern aangeleverde bouwtechnisch rapport) vooraleer de aanpak breder uit te rollen;
- Een digitalisering voorzien (GIS) van de opgemaakte inventarissen (bijvoorbeeld van wegen);
- Een beroep doen op de ontwikkelde instrumenten voor de onderbouwing van beleidsbeslissingen in het kader van de formulering van onder meer de meerjarenplannen.
Welke risico’s worden afgedekt door de implementatie van deze goede praktijk?
- Het onderhoud van het patrimonium gebeurt hoofdzakelijk naar aanleiding van (voorzienbare) incidenten, die kunnen resulteren in een verstoring van de dienstverlening en/of een verhoging van de uitgaven;
- Door een gebrek aan een duidelijk langetermijnoverzicht van de noden en behoeften inzake het patrimonium kunnen de investeringsbudgetten en de spreiding ervan niet goed worden ingeschat;
- In afwezigheid van een objectieve onderbouwing worden verkeerde (onnodige en/of onrendabele) investeringsbeslissingen genomen.
Contactpersoon
Algemeen Directeur organisatie
Lander Van Droogenbroeck
02 454 19 83
lander.vandroogenbroeck@asse.be