chat-altchatcrossloginquestion-circlesearchsmileystarthumbup-downwarning
Vlaanderen
Contacteer ons
    Terug naar overzicht Stuur een e-mail

    Stuur een e-mail naar 1700, de informatiedienst voor al uw vragen aan de overheid.
    U ontvangt een kopie van uw bericht.

    Terug naar overzicht Chat met ons
    Uw chatgesprek wordt automatisch gestart zodra er een medewerker beschikbaar is.
    Even geduld, uw positie in de wachtrij wordt bepaald.

    Historiek

    Op 23 maart 2001 en 28 september 2006 werd tussen de federale Staat, de gewesten en de gemeenschappen een samenwerkingsakkoord inzake e-government gesloten. Deze golden telkens voor vier jaar.

    In 2001 werd tussen de federale Staat, de gewesten en de gemeenschappen een eerste samenwerkingsakkoord betreffende de bouw en exploitatie van een gemeenschappelijk e-platform gesloten. Het had als doelstelling een gemeenschappelijk e-platform te ontwikkelen en te exploiteren met het oog op elektronische communicatie, enerzijds tussen de administraties van de verschillende beleidsniveaus en, anderzijds, tussen die administraties en de burgers en de ondernemingen. Concreet moest dit platform de vorm aannemen van een centrale portaalsite.

    Vier jaar na de ondertekening van dat akkoord kon worden geconcludeerd dat de doelstelling van een gemeenschappelijk platform niet realistisch was. Toch lag het akkoord aan de basis van verschillende verwezenlijkingen, zoals de levenslijnen voor de burgers, het opzetten van een Belgisch interoperabiliteitskader (BELGIF) en de uitwisseling van good practices en informatie.

    Er werd in 2006 tussen de federale Staat, de gewesten en de gemeenschappen een tweede samenwerkingsakkoord betreffende de principes voor een geïntegreerd e-government en de bouw, het gebruik en beheer van ontwikkelingen en diensten van een geïntegreerd e-government gesloten met preciezere doelstellingen en dat het referentiekader vaststelde waarbinnen aan een geïntegreerd e-government zou worden gewerkt zonder de onafhankelijkheid van de respectieve Partijen aan te tasten. Het akkoord gaf ook het signaal van een engagement ten aanzien van de burgers om samen te werken aan een geïntegreerd en doeltreffend e-government. De klemtoon werd gelegd op uitwisselingen tussen de partijen eerder dan op het tot stand brengen van een gemeenschappelijk platform.

    De verwezenlijkingen, gerealiseerd dankzij het akkoord van 2006, bestaan onder andere in de vormgeving van de samenwerking via de dienstenintegratoren. Een dienstenintegrator is door of krachtens de wet belast met de organisatie van elektronische gegevensuitwisseling over instanties heen en met de geïntegreerde ontsluiting van de gegevens. Er is de federale dienstenintegrator, recent opgericht bij de wet van 15 augustus 2012, de Vlaamse dienstenintegrator, recent opgericht bij het decreet van 13 juli 2012, en ook in Waalse gewest en Fédération Wallonie-Bruxelles wordt een dienstenintegrator opgericht. De authentieke gegevensbronnen, met gegevens die gelden als unieke en oorspronkelijke gegevens over de desbetreffende personen, ondernemingen of rechtsfeiten, zodanig dat andere instanties diezelfde gegevens niet meer hoeven in te zamelen, zijn inmiddels eveneens een realiteit.

    Deze verwezenlijkingen tonen aan dat de samenwerking vruchten afwerpt in het e-government landschap. Daarom is het de bedoeling verder te gaan in de geest van het akkoord van 2006. Het derde samenwerkingsakkoord, dat op 26 augustus 2013 werd gesloten, is dan ook in grote lijnen een verderzetting van de principes van het akkoord uit 2006.

    Het derde samenwerkingsakkoord

    Het derde samenwerkingsakkoord bestaat uit de volgende onderdelen:

    • de basisprincipes van het e-government;
    • de fundamentele componenten, nodig voor een geïntegreerde e-government;
    • de organisatie van de samenwerking: gezamenlijke acties en dialoog met de plaatselijke besturen;
    • de rollen en verantwoordelijkheden;
    • het strategisch comité en de mogelijkheid tot oprichting van technische werkgroepen.

    De basisprincipes van het e-government zijn:

    • een aanbod van elektronische overheidsdiensten op basis van een aanpak die afgestemd is op de gebruiker en zijn behoeften;
    • het eenmalig inzamelen en maximaal hergebruiken van gegevens door gebruik te maken van authentieke gegevensbronnen;
    • een maximale interoperabiliteit (via een interoperabiliteitskader) en prestatie;
    • een optimaal hergebruik van bepaalde door de Partijen aangeboden e-governmentontwikkelingen en -diensten voor een geïntegreerd e-government;
    • afspraken rond en volledige naleving van de regels betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de beveiliging van informatie met behulp van de cirkels van vertrouwen;
    • constructieve samenwerking en duidelijke afspraken tussen de bestaande en toekomstige dienstenintegratoren.

    In vergelijking met het samenwerkingsakkoord van 2006 wordt ook de samenwerking tussen de dienstenintegratoren toegevoegd. Dit is een essentieel element voor een goed werkend e-government. In de wet van 15 augustus 2012 houdende oprichting en organisatie van een federale dienstenintegrator is een overlegcomité tussen dienstenintegratoren voorzien voor de federale dienstenintegratoren. Via het samenwerkingsakkoord worden ook de niet-federale dienstenintegratoren, zoals de Vlaamse dienstenintegrator, opgericht bij het decreet van 13 juli 2012, betrokken bij het overleg.

    In het samenwerkingsakkoord wordt een niet-exhaustieve lijst opgenomen van wat beschouwd wordt als fundamentele (herbruikbare) componenten, nodig voor een geïntegreerd e-government. Het gaat over de volgende componenten:

    • het identificeren en authentiseren van de gebruikers;
    • het beheer van mandaten;
    • het elektronisch ondertekenen van documenten;
    • het elektronisch ter beschikking stellen en uitwisselen van documenten;
    • de geïntegreerde en gecoördineerde toegang tot authentieke gegevensbronnen;
    • het op afstand verwezenlijken van administratieve formaliteiten;
    • de transparante opzoeking van informatie en diensten.

    De lijst kan in de toekomst worden aangevuld.

    Om de doelstellingen van het akkoord te realiseren worden binnen het kader van de gedefinieerde principes reeds een aantal concrete acties gedefinieerd zoals uitwisseling van informatie, samenwerking binnen e-government projecten en het bepalen van gemeenschappelijke standpunten op vlak van Europese instellingen en de OESO.

    Een groot deel van de dienstverlening aan de burgers en de ondernemingen gebeurt via de gemeenten. Het samenwerkingsakkoord strekt ertoe die - zoals in het vorige akkoord - te betrekken bij de andere beleidsniveaus in de discussies over een geïntegreerd e-government.

    Het samenwerkingsakkoord onderstreept de onafhankelijkheid van elke Partij. Elke ondertekenende Partij blijft verantwoordelijk voor zijn e-governmentbeleid en voor het verkrijgen en verantwoorden van eigen middelen en budgetten. Het Strategisch comité bestaat uit vertegenwoordigers van de ondertekenende Partijen. Dat comité is ermee belast toe te zien op de goede tenuitvoerlegging van het akkoord. In tegenstelling tot het akkoord van 2006 worden de werkgroepen niet meer opgenomen maar wel de mogelijkheid om ze op te richten. Omdat het akkoord voor onbepaalde duur wordt gesloten, is het niet realistisch om nu al te bepalen welke werkgroepen zullen nodig zijn zonder de flexibiliteit om deze aan te passen aan de snel evoluerende noden van e-government. Het akkoord wordt gesloten voor onbepaalde duur. Een driejaarlijkse evaluatie door het Strategisch comité is voorzien waarna elk van de Partijen haar deelname kan beëindigen.