chat-altchatcrossloginquestion-circlesearchsmileystarthumbup-downwarning
Vlaanderen
Contacteer ons
    Terug naar overzicht Stuur een e-mail

    Stuur een e-mail naar 1700, de informatiedienst voor al uw vragen aan de overheid.
    U ontvangt een kopie van uw bericht.

    Terug naar overzicht Chat met ons
    Uw chatgesprek wordt automatisch gestart zodra er een medewerker beschikbaar is.
    Even geduld, uw positie in de wachtrij wordt bepaald.

    Analyse van KB van 29 juli 2019* - houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken betreffende de 'kleine statuten'

    *Analyse van het KB van 29 juli 2019 tot uitvoering van de afdeling 1 van het hoofdstuk 2 van de wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken betreffende de 'kleine statuten' (B.S. 2 september 2019).

    1. Toepassingsgebied: arbeidsongevallen
    2. Inwerkingtreding: 1 januari 2020 voor ongevallen vanaf die datum
    3. Inhoud: betere bescherming voor de “kleine statuten” vanaf 2020
    1. Vooraf

    Dit koninklijk besluit bepaalt dat de bepalingen van de wet van 21 december 2018 houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken in werking treden op 1 januari 2020.  De wet van 21 december 2018 voorzag dat alle personen, die arbeid verrichten onder een gereglementeerd stelsel van werkplekleren, dezelfde bescherming moeten genieten tegen arbeidsongevallen en beroepsziekten als andere werknemers.

    Het koninklijk besluit bepaalt de personen die hierbij als “werkgever” van de stagiair worden beschouwd en die bijgevolg verplicht zijn een arbeidsongevallenverzekering en een dimona-aangifte te voorzien. Aansluitend bepaalt het koninklijk besluit de slachtoffercategorieën voor wie een afwijkende vergoedingsregeling van toepassing is in geval van een arbeidsongeval.

    1. Context

    De Arbeidsongevallenwet is al sinds jaar en dag van toepassing op leerlingen die onder het toepassingsgebied van de RSZ-wet vallen. Maatschappelijke ontwikkelingen hebben evenwel aanleiding gegeven tot het ontstaan van allerlei nieuwe vormen van werkplekleren. De personen in die nieuwere vormen van werkplekleren vielen niet onder het toepassingsgebied van de Arbeidsongevallenwet maar werden vaak (al dan niet verplicht) gedekt door een gemeenrechtelijke polis die een gelijkaardige schadeloosstelling voorziet als deze die is bepaald in de Arbeidsongevallenwet. Opdat alle personen met een leerwerkcontract op een uniforme manier beschermd zouden worden tegen arbeidsongevallen, breidt de wetgever vanaf 1 januari 2020 het toepassingsgebied van de Arbeidsongevallenwet uit tot alle personen die arbeid verrichten in het kader van een opleiding tot betaalde arbeid, de zogenaamde “kleine statuten”. 

    1. Kleine statuten: wie valt hieronder?

    Het betreft de personen - stagiairs - die arbeid verrichten in het kader van een opleiding tot betaalde arbeid bijvoorbeeld beroepsinlevingsstages, IBO’s, ... Bijgevolg vallen stagiairs die niet aan de sociale zekerheid onderworpen zijn, voortaan ook onder de arbeidsongevallenwet. Opleidingen die buiten enig wettelijk kader worden verricht, blijven nog steeds uitgesloten van de Arbeidsongevallenwet. Op de website van Fedris staat een niet limitatieve lijst van opleidingen die onder de noemer ‘kleine statuten’ vallen. 

    1. Wie moet de stagiair verzekeren?

    Het koninklijk besluit bepaalt wie, vanaf 1 januari 2020, de arbeidsongevallenverzekering voor de stagiairs moet voorzien. Wie verzekeringsplichtige is voor de arbeidsongevallen zal vanaf 2020 ook de Dimona-aangifte moeten verrichten.

    In principe wordt de instantie die de stage organiseert, als werkgever beschouwd voor de verzekeringsplicht bv. VDAB, Actiris, Syntra ...

    Voor een aantal tewerkstellingen moet daarentegen de werkgever die de stagiair tewerkstelt, zelf de verzekering afsluiten. Dit is onder meer het geval voor:

    - de individuele beroepsopleidingen (IBO)

    - de beroepsinlevingsstage

    - de beroepsinlevingsovereenkomst

    - enz.

    Voor meer inlichtingen verwijzen we  naar de lijst die FEDRIS publiceerde: kleine statuten. 

    1. Hoe ziet de vergoedingsregeling bij arbeidsongeval van de “kleine statuten” eruit?

    De vergoedingsregeling van de kleine statuten bevat twee stelsels:

    -  een algemeen stelsel “F1”: een volledige dekking (theoretische opleiding + praktische opleiding in de onderneming + ongeval op de weg van en naar het werk); 

    -  een alternatief stelsel “F2” voor diegenen die geen of slechts symbolische inkomsten ontvangen voor de arbeidsprestaties in het kader van de opleiding.  Het betreft o.a. de BIO’s, BIS, de onbezoldigde stagiairs ...  Zij genieten een beperktere dekking (enkel de praktische activiteiten in de onderneming + ongeval op weg van en naar het werk). 

    Uit de lijst van FEDRIS blijkt onder welk stelsel men valt.

    6. Gevolgen voor de werkgever (entiteiten VO)?

           - Heeft jouw entiteit geen eigen rechtspersoonlijkheid (ministeriediensten)?

      • Dan hoef je niets te doen, aangezien de “kleine statuten” vanaf 01-01-2020 onder de toepassing van de wet van 3 juli 1967 (betreffende de preventie of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector) vallen. Als jouw stagiair een arbeidsongeval heeft, dan moet je hiervan wel aangifte doen op dezelfde manier als voor een contractueel of statutair personeelslid.

      • - Heeft jouw entiteit rechtspersoonlijkheid en ben je herverzekerd voor arbeidsongevallen?

      • Dan neem je best contact op met jouw herverzekeraar om te checken of de polis moet aangepast worden aan de gewijzigde wetgeving. Net als de entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid moet je ook het arbeidsongeval van de stagiair aangeven.