chat-altchatcrossloginquestion-circlesearchsmileystarthumbup-downwarning
Vlaanderen
Contacteer ons
    Terug naar overzicht Stuur een e-mail

    Stuur een e-mail naar 1700, de informatiedienst voor al uw vragen aan de overheid.
    U ontvangt een kopie van uw bericht.

    Terug naar overzicht Chat met ons
    Uw chatgesprek wordt automatisch gestart zodra er een medewerker beschikbaar is.
    Even geduld, uw positie in de wachtrij wordt bepaald.

    Timing en vaststelling

    Timing

    De ondernemingsplannen (uitvoeringsrapportering OP 2019, meerjarig OP 2020-2024 en jaarlijks OP 2020) moeten uiterlijk op 31 maart 2020 worden vastgesteld.

    Advies IF en mogelijk begrotingsakkoord

    In artikel 43 § 2, 3° van het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van de Vlaamse codex Overheidsfinanciën (BVCO) is het voorafgaande advies van de Inspectie van Financiën voorgeschreven over‘3° ontwerpen van reorganisatie- en personeelsplannen en het eerste ondernemingsplan van een regeerperiode’;

    In geval van een negatief advies van IF moet er een begrotingsakkoord worden aangevraagd (artikel 54 BVCO). Het ondernemingsplan mag in dat geval later worden vastgesteld. Wanneer een negatief advies IF werd gegeven dient men dit ondernemingsplan in als nota aan de minister van begroting met de vraag het gemotiveerd begrotingsakkoord te geven. In deze nota geeft men best weerwoord op de bemerkingen van de Inspecteur van Financiën die uiteindelijk geleid hebben tot het negatieve advies. Op basis van deze nota wordt een begrotingsadvies opgemaakt aan de minister van begroting die dan het finaal begrotingsakkoord opstelt. Indien het begrotingsakkoord positief is, werd het ondernemingsplan aanvaard.

    Indien het begrotingsakkoord negatief is, kan er nog beroep worden aangetekend bij de Vlaamse Regering. Ook wanneer de in het begrotingsakkoord vermelde voorwaarden door de functioneel bevoegde minister niet aanvaard worden kan hij of zij dit voor beroep voorleggen aan de Vlaamse Regering. Een positief begrotingsakkoord met voorwaarden dient immers geïnterpreteerd te worden als een negatief begrotingsakkoord tenzij aan de opgesomde voorwaarden werd voldaan. Het niet voldoen aan de voorwaarden maakt de functioneel bevoegde minister vatbaar voor controle + opmerkingen van het Rekenhof en interne audit. Verder zal hij of zij hierover aangesproken worden op de eerstvolgende begrotingsronde.

    Na dit advies van de Inspectie van Financiën kan het ondernemingsplan vastgesteld worden. Het moet niet meegedeeld worden aan de Vlaamse Regering.

    Vaststelling

    Volgens het bestuursdecreet stelt, voor de departementen en de intern verzelfstandigde agentschappen de Vlaamse Regering, op voorstel van het hoofd van het departement of het intern verzelfstandigd agentschap, jaarlijks een ondernemingsplan vast. De ‘vaststelling’ van de ondernemingsplannen wordt gedelegeerd aan de bevoegde vakminister. Deze delegatie zal worden opgenomen in de geplande wijziging van het delegatiebesluit en dit ter uitvoering van het bestuursdecreet. De ‘vaststelling’ van het definitieve ondernemingsplan kan gebeuren door de ondertekening door de vakminister. Dit is echter niet noodzakelijk.    

    Voor de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen stelt de raad van bestuur, in samenspraak met de Vlaamse Regering, jaarlijks een ondernemingsplan vast. Samenspraak moet in de gewone betekenis van het woord worden opgevat als dialoog, overleg, onderhandeling. Het laatste woord blijft wel bij de raad van bestuur die het ondernemingsplan vaststelt. Ook hier is geen handtekening vereist voor de definitieve vaststelling van het ondernemingsplan.

    In het bestuursdecreet is ook bepaald dat de Vlaamse Regering nadere regels kan vaststellen over deze ondernemingsplannen. Hieraan wordt via deze mededeling met instructies voor de ondernemingsplannen invulling gegeven.