Module 1: Kiezen voor netwerken?
Module 1 gaat in op de principiële keuze om netwerken al dan niet in te zetten voor coördinatie en interorganisationele afstemming. We gaan in op de voorbereidingsfase van netwerken, maar we bespreken ook wat netwerken zijn (conceptueel). Daarbij hebben we aandacht voor de verschillende soorten samenwerking en de parameters waarin ze kunnen verschillen. Daarnaast richten we ons op de context, het doel en op de vraag of netwerken nieuw ontwikkeld moeten worden of dat bestaande initiatieven moeten worden gekoppeld. Gastsprekers dagen de deelnemers mee uit tot debat over deze zaken.
Module 2: Het opzetten en inrichten van netwerken
Module 2 gaat in op hoe je samenwerking in de steigers zet, via programma’s of projecten. Hoe organiseer je meta-governance (de coördinatie van de coördinatie)? Gastsprekers en de deelnemers bespreken welke conflicten kunnen ontstaan bij het combineren van verschillende coördinatie-typen, en hoe je dat als coördinator kunt oplossen. Aan de hand van een project wordt geïllustreerd hoe belangrijk ‘framing’ is. Daarnaast staan we stil bij het design van het netwerk, de randvoorwaarden, de politieke autoriteit en wie je zeker moet betrekken in het netwerk. De vormgeving van governance structuren van transversale/horizontale projecten en netwerken vervolledigen deze module.
Module 3: Strategiefase en spelmanagement/creativiteit en innovatie
Module 3 belicht de strategiefase, of hoe je samen met netwerkpartners tot visievorming en strategische planning kunt komen. Aan bod komt onder andere het idee van doelvervlechting/ontvlechting en hoe je individuele uitgangspunten van organisaties kunt laten samen gaan met gezamenlijke doelstellingen. Het onderliggend mechanisme is hier vertrouwen, dat overigens vele soorten kent. Het motiveren en gemotiveerd houden van stakeholders is een echte uitdaging. Vanuit een prikkelende case gaan we na hoe de dynamiek in netwerken kan worden gemanaged, en hoe collaboratieve innovatieprocessen ruim baan krijgen.
Module 4: Monitoring, evaluatie en verantwoording in en van netwerken
Module 4 focust dan weer op een aantal vraagstukken waarmee netwerken te maken krijgen doorheen hun levensloop, zoals de taakverdeling, monitoring, evaluatie en verantwoording.
Module 5: Implicaties van netwerken op de eigen organisatie
Module 5 gaat door middel van praktijkcases en sprekers in op het vraagstuk hoe overheidsorganisaties die in vele samenwerkingsverbanden en netwerken actief zijn zich intern kunnen organiseren. Ook wil deze module de deelnemers bewust maken van de dilemma’s en spanningen die organisaties als lid van een netwerk ervaren bij de koppeling van de netwerkactiviteiten en hun eigen taken.
Module 6: Leiderschap in netwerken
Module 6 focust op wat het functioneren in netwerken betekent voor de invulling van de individuele leiderschapsrol. Hierbij wordt ingezet op het aanscherpen van de juiste mindset en hefboomvaardigheden. Daarnaast is het functionele idee belangrijk: welke leiderschapsrollen zijn er op te nemen en hoe kunnen die opgenomen worden in functie van de context. Tot slot en misschien belangrijker dan het leiderschapsgedrag is de leideridentiteit van de netwerkleider.