chat-altchatcrossloginquestion-circlesearchsmileystarthumbup-downwarning
Vlaanderen
Contacteer ons
    Terug naar overzicht Stuur een e-mail

    Stuur een e-mail naar 1700, de informatiedienst voor al uw vragen aan de overheid.
    U ontvangt een kopie van uw bericht.

    Terug naar overzicht Chat met ons
    Uw chatgesprek wordt automatisch gestart zodra er een medewerker beschikbaar is.
    Even geduld, uw positie in de wachtrij wordt bepaald.

    Veel gestelde vragen over adviesprocedure afdeling Wetgeving R.v.St.

    1° Kan ik meermaals aan de Raad van State een advies vragen over eenzelfde tekst? 

    2° Wat moet ik doen met een tekst die al voor advies aan de afdeling Wetgeving van de Raad van State werd voorgelegd en die daarna nog wordt gewijzigd 

    3° Wat moet ik vermelden in de aanhef als de Raad van State meerdere adviezen heeft gegeven over eenzelfde tekst? 

    4° Wat als de Raad van State zich onbevoegd heeft verklaard? 

    5° Welke termijn kies ik het best voor mijn adviesaanvraag? 

    6° Ik wil de afdeling wetgeving meer tijd geven om een diepgaander advies te geven, maar ik wil wel zeker zijn dat ik het advies binnen drie maanden heb

    7° Wat met een adviesaanvraag tijdens vakantieperiodes? 

    8° Wanneer en hoe kan ik de afdeling wetgeving contacteren (voor en tijdens de adviesaanvraag)? 

    9° Is het mogelijk om binnen het kader van de adviesaanvraag specifieke problemen onder de aandacht van de afdeling wetgeving te brengen? 

    10° Kan de tekst van een ontwerp nog worden gewijzigd gedurende de adviesaanvraag? 

    11° Kan ik een adviesaanvraag intrekken of wijzigen en op welke wijze? 

    12° De auditeur stelt (veel) vragen (op korte termijn) over de tekst. Moet ik me zorgen maken? 

    13° Waarom gaat mijn dossier naar verenigde kamers of naar de algemene vergadering? 

    14° We begrijpen de draagwijdte van een opmerking in het advies van de afdeling wetgeving niet. Wat moeten we doen ?

    15° Kan de tekst van een ontwerp nog worden gewijzigd na het advies? 

    16° Kan ik de afdeling wetgeving een tweede keer raadplegen (over een aangepaste versie van het ontwerp)? 

    17° Ik wil uitdrukkelijk vermelden wat ik gedaan heb met de opmerkingen in een advies van de afdeling wetgeving. Hoe kan ik dat doen? 

    18° Wat betekenen de codes na het adviesnummer?

    19° Waar vind ik andere en eerdere adviezen van de afdeling wetgeving? 

     

    1° Kan ik meermaals aan de Raad van State een advies vragen over eenzelfde tekst? 

    Een ontwerptekst kan slechts één keer voor advies aan de afdeling wetgeving worden voorgelegd wanneer over die tekst al ten gronde is geadviseerd en de tweede tekst identiek is aan de eerste of de tweede tekst in vergelijking met de eerste slechts wijzigingen bevat die een gevolg zijn van opmerkingen van de afdeling wetgeving. Wanneer echter het tweede ontwerp uitgaat van een andere basisoptie dan het ontwerp dat al voor advies werd voorgelegd, en het oorspronkelijk ontwerp hierdoor op een zodanige wijze is veranderd dat het tweede ontwerp in ruime mate als nieuw valt te beschouwen, zal de afdeling wetgeving wel adviseren over het tweede ontwerp zij het dat, waar nodig, in het tweede advies kan worden verwezen naar sommige van de al in het eerste advies gemaakte opmerkingen.

    Wanneer immers de afdeling Wetgeving R.v.St. over een ontwerp een advies heeft uitgebracht, heeft zij de haar door de wet toegekende bevoegdheid uitgeput, zodat het haar niet toekomt zich terzake een tweede maal uit te spreken, ook al zijn bv. al meer dan twintig jaren verstreken sinds het eerste advies werd uitgebracht. Het staat dan nog uitsluitend aan de overheid die om het advies heeft verzocht om, onder haar beleidsverantwoordelijkheid, te oordelen in welke mate het advies dient te worden bijgetreden.

    Het opnieuw voorleggen van een ontwerptekst waarover de afdeling wetgeving al ten gronde heeft geadviseerd, kan dan ook slechts op een ontvankelijke wijze gebeuren:

    1° voor zover de tweede tekst wijzigingen bevat welke niet het gevolg zijn van opmerkingen die de betrokken kamer wetgeving al heeft gemaakt n.a.v. het onderzoek van de eerste tekst;

    2° voor zover het gaat om wijzigingen waarover de afdeling wetgeving zich nog niet heeft kunnen uitspreken n.a.v. de eerste adviesaanvraag.

    In beide gevallen is de overheid dan zelfs verplicht het advies van de afdeling wetgeving te vragen over de nieuwe onderdelen van de ontwerptekst, het geval waarin de dringende noodzakelijkheid wordt ingeroepen buiten beschouwing gelaten.

    In zulk geval zal de afdeling wetgeving er wel op toezien dat het tweede advies beperkt blijft tot enkel die wijzigingen, ermee rekening houdend dat haar adviesbevoegdheid is uitgeput, wat de bepalingen betreft waarover al n.a.v. de eerste adviesaanvraag is geadviseerd. Het tweede advies zal zich dan, wat die bepalingen betreft, doorgaans beperken tot een loutere verwijzing naar de in het eerste advies geformuleerde opmerkingen of erin gedane tekstvoorstellen, zonder deze nog in extenso te herhalen.

     ( Cfr. M. VAN DAMME, Raad van State, Afdeling wetgeving, die Keure, 1998)  

    2° Wat moet ik doen met een tekst die al voor advies aan de afdeling Wetgeving van de Raad van State werd voorgelegd en die daarna nog wordt gewijzigd ?

    Nadat er een advies door de afdeling Wetgeving van de Raad van State is uitgebracht kunnen er enkel nog wijzigingen aan de ontwerptekst worden aangebracht die uit de opmerkingen van de afdeling Wetgeving R.v.St. voorvloeien. De overheid kan bijgevolg geen andere wijzigingen (daarbij moet het wel degelijk gaan om wijzigingen welke nieuw zijn, d.w.z. wijzigingen waarvan de afdeling wetgeving geen kennis had bij het uitbrengen van haar advies over de oorspronkelijke ontwerptekst. Niet nieuw is bv. het in overeenstemming brengen van twee definities, wanneer al uit de adviesaanvraag bij de afdeling wetgeving bleek dat het de bedoeling van de overheid was om de betrokken definities op elkaar af te stemmen) meer aan die tekst aanbrengen, tenzij over die wijzigingen opnieuw het advies van de afdeling wetgeving wordt gevraagd of m.b.t. die wijzigingen de dringende noodzakelijkheid wordt ingeroepen.

    Een inhoudelijke wijziging van of toevoeging aan het ontwerp nadat de afdeling wetgeving haar advies heeft gegeven, noopt tot een nieuwe adviesaanvraag, tenzij de wijziging of toevoeging dus tegemoet komt aan een opmerking die in het advies werd gemaakt. In het andere geval houdt een wijziging of toevoeging die substantieel is t.a.v. de betrokken regeling, een schending in van de adviesverplichting, bedoeld in artikel 3, §1, eerste lid van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.( zie bv. R.v.St. nr. 187.175 van 20 oktober 2008 en R.v.St. nr. 126.817 van 5 januari 2004 )

    Deze stelregel dient uiteraard in redelijkheid te worden toegepast, in die zin dat de naderhand aan de ontwerptekst aangebrachte wijzigingen een verderstrekkende draagwijdte dienen te hebben dan louter formeel redactionele aanpassingen. De betrokken wijzigingen dienen m.a.w. een minimaal substantieel-inhoudelijk karakter te hebben. ( zie bv. R.v.St. nr. 200.809 van 15 februari 2010 )

    Enkele praktische gevolgen:

    1° Niet enkel het besluit dat nadien werd aangepast en niet opnieuw aan de afdeling wetgeving van de Raad van State werd voorgelegd wordt vernietigd, maar ook de besluiten die op basis van het vernietigd besluit werden genomen kunnen worden aanzien als “zonder deugdelijke rechtsgrond te zijn” en kunnen worden vernietigd ( zie bv. R.v.St. nr. 191.732 van 23 maart 2009 )

    2° Wanneer een al dan niet voorgeschreven vormvereiste vervuld wordt nadat het advies van de afdeling wetgeving is ingewonnen, en gepaard gaat met een wijziging van het ontwerp, moet dit ontwerp opnieuw voor advies aan de afdeling wetgeving worden voorgelegd, die de wijzigingen zal onderzoeken. Het komt bijvoorbeeld wel eens voor dat de begrotingscontrole nog niet volledig is afgerond wanneer een advies van de Raad van State al wordt gevraagd, doorgaans om tijd te winnen voor een dringend dossier. Wanneer het advies van de Raad van State wordt gevraagd op dertig dagen of op vijf werkdagen is dat ook mogelijk, maar de Raad zal dan zijn advies onder voorbehoud geven. Als blijkt dat het ontwerp nog wijzigingen ondergaat als gevolg van de begrotingscontrole, moet het opnieuw aan de Raad van State worden voorgelegd. Doe je dit niet dat kan dit worden aanzien als een schending van de adviesverplichting.

    3° Wat moet ik vermelden in de aanhef als de Raad van State meerdere adviezen heeft gegeven over eenzelfde tekst? 

    Het is mogelijk dat de Raad van State meerdere adviezen aan de tekst heeft gewijd. Wanneer verscheidene onderdelen van een tekst afzonderlijk aan de Raad van State werden voorgelegd, of nog, wanneer een tekst na een eerste advies een tweede keer in een herwerkte versie opnieuw voor advies wordt voorgelegd, behoren alle adviezen te worden vermeld.

    Vorige adviezen waarin de Raad van State de tekst niet heeft onderzocht, hoeven niet te worden vermeld. Dit is bijvoorbeeld het geval voor een adviesaanvraag op vijf werkdagen die onontvankelijk werd bevonden en waarbij later een advies werd gevraagd en gegeven op dertig dagen. In beginsel hoeft in dat geval alleen het tweede advies te worden vermeld.

    Het is mogelijk dat voor sommige onderdelen van een tekst de adviesprocedure op een andere wijze werd gevolgd dan voor andere onderdelen, bijvoorbeeld doordat een eerste advies op dertig dagen werd gevraagd en een tweede advies, over enkele nieuwe bepalingen, op vijf werkdagen. In dat geval moet men een combinatie maken van de verschillende toepasselijke formules en telkens verwijzen naar elk advies “voor wat betreft de artikelen ...”. Een eventueel beroep op omstandigheden als hoogdringendheid en spoedeisendheid kan “voor wat betreft de artikelen ...”.

    4° Wat als de Raad van State zich onbevoegd heeft verklaard? 

    Naar luid van artikel 3, §1, eerste lid R.v.St.-wet moeten alleen zgn. reglementaire besluiten voor advies worden voorgelegd. De afdeling wetgeving van de Raad van State acht zich onbevoegd om advies tegeven over niet-reglementaire besluiten, zoals bijvoorbeeld benoemingsbesluiten.

    Wanneer men twijfelt of een bepaald ontwerpbesluit een reglementair karakter vertoont en derhalve onder de adviesverplichting valt, verdient het aanbeveling het toch voor advies voor te leggen, aangezien men dan alvast niet het risico loopt de adviesverplichting te hebben miskend wanneer het achteraf beschouwd (bij een rechterlijke toetsing) toch om een reglementair besluit blijkt te gaan.

    In het geval van een niet-reglementair besluit wordt in de aanhef niets vermeld, ook geen verwijzing naar de R.v.St.-wet of een vermelding dat het een niet-reglementair besluit betreft.

    5° Welke termijn kies ik het best voor mijn adviesaanvraag? 

    De meest geschikte termijn voor een  adviesaanvraag hangt af van hetgeen de adviesaanvrager wenst:

    • indien de adviesaanvrager een zo diepgaand mogelijk advies wenst te verkrijgen, waarin eveneens de wetgevingstechnische kwesties worden onderzocht, dan kan hij het best een adviesaanvraag indienen zonder opgave van een termijn; hij moet er dan wel zeker van zijn dat alle voorgeschreven vormvereisten zijn vervuld (is zulks niet het geval, dan zal de zaak geschrapt worden van de rol en op een wachtrol worden ingeschreven; het onderzoek zal pas hervat worden wanneer de voorzitter van de betrokken kamer vastgesteld heeft dat alle vormvereisten zijn vervuld);

    • indien het dossier bijzonder complex of omvangrijk is en de adviesaanvrager een zo diepgaand mogelijk advies wenst te verkrijgen binnen een bepaalde termijn, dan kan hij het best de adviesaanvraag indienen met opgave van een termijn van zestig of dertig dagen, verlengd met een voldoende bijkomende periode (van vijftien dagen bijvoorbeeld);

    • indien de adviesaanvrager snel  een  advies wenst te verkrijgen,  zonder zich daarvoor  te hoeven beroepen op enige spoedeisendheid, dan kan hij het best de adviesaanvraag indienen met opgave van een termijn van zestig of dertig dagen; in principe zal de afdeling wetgeving een diepgaander onderzoek kunnen uitvoeren als zij beschikt over een termijn van zestig dagen, dan als ze slechts beschikt over een termijn van dertig dagen;

    • indien spoedeisende omstandigheden rechtvaardigen dat het advies verkregen moet worden binnen een termijn van minder dan dertig dagen, en die omstandigheden op duidelijke en concrete wijze kunnen worden uiteengezet, dan is het het best om aan de adviesaanvraag een termijn te verbinden van vijf werkdagen.

    6° Ik wil de afdeling wetgeving meer tijd geven om een diepgaander advies te geven, maar ik wil wel zeker zijn dat ik het advies binnen drie maanden heb

    Indien de adviesaanvrager, vanwege de complexiteit van een dossier of op grond van een beleidskeuze, aan de afdeling wetgeving een termijn wenst toe te meten van drie maanden, kan hij dat doen in de door de minister ondertekende brief met de adviesaanvraag.

    In die brief moet worden gepreciseerd dat met het oog op het verkrijgen van een zo diepgaand mogelijk advies, om het advies wordt verzocht binnen de in artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, bedoelde termijn van zestig dagen, verlengd met dertig dagen.

    7° Wat met een adviesaanvraag tijdens vakantieperiodes?

    De afdeling wetgeving werkt het hele jaar  door, ook tijdens de vakantieperiodes;  de termijnen waarbinnen de adviezen moeten worden gegeven, worden niet opgeschort tijdens die periodes.

    De zomervakantieperiode heeft echter wel invloed op de aan de afdeling wetgeving toegemeten termijn om haar advies te geven, en dat enkel met betrekking tot de adviesaanvragen met een termijn van dertig dagen. Zo wordt de aan de afdeling wetgeving toegemeten termijn van ambtswege verlengd met dertig tot vijfenveertig dagen wanneer die ingaat vanaf 15 juli tot 31 juli of afloopt tussen 15 juli en 15 augustus.

    Aangezien de afdeling wetgeving in die periodes met een verminderde bezetting werkt en er in die periodes betrekkelijk veel adviesaanvragen worden ingediend, is bovendien de kans reëel dat de afdeling wetgeving zelf om een (bijkomende) verlenging van de termijn vraagt.

    8° Wanneer en hoe kan ik de afdeling wetgeving contacteren (voor en tijdens de adviesaanvraag)?

    Voor de adviesaanvraag kan u contact opnemen  met de griffie voor  inlichtingen over de wijze waarop de adviesaanvraag moet worden ingediend. Dat is uiteraard ook mogelijk tijdens en na de advisering, voor vragen die verband houden met de dossiersamenstelling, de termijn en de bezorging van het advies.

    Tijdens de advisering kan u contact opnemen met de bevoegde auditeur (contactgegevens kunnen worden gevraagd aan de griffie) indien u bepaalde inhoudelijke opmerkingen of inlichtingen wil bezorgen en wanneer de auditeur u zelf nog niet heeft gecontacteerd.

    U kan de griffie van de afdeling wetgeving bereiken op volgende telefoonnummers: Franstalige griffie afdeling wetgeving: 02 234 97 31

    Nederlandstalige griffie afdeling wetgeving: 02 234 97 80

    Het onthaal van de Raad van State (Wetenschapsstraat 33 - ingang linkerkant - gelijkvloers) is geopend van 8u tot 17u. De griffie van de afdeling wetgeving (Wetenschapsstraat 33 - ingang rechterkant - 4de verdieping) is geopend van 8u30 tot 17u.

    Adviesaanvragen die tot 16u worden ingediend worden dezelfde dag ingeschreven op de rol. Adviesaanvragen die na 16u worden ingediend worden de eerstvolgende werkdag ingeschreven op de rol.

    De sluitingsdagen van de Raad van State zijn:

    • 1 januari

    • 2 januari

    • paasmaandag

    • 1 mei

    • Onze-Lieve-Heer-Hemelvaart

    • pinkstermaandag

    • 21 juli

    • 15 augustus

    • 1 en 2 november

    • 11 november

    • 15 november

    • 25 en 26 december

    Op de laatste werkdag voor kerstmis, nieuwjaar en Pasen sluit de Raad van State om 15u.

    9° Is het mogelijk om binnen het kader van de adviesaanvraag specifieke problemen onder de aandacht van de afdeling wetgeving te brengen?

    Ja, dat is mogelijk, maar enkel als die problemen rechtstreeks verband houden met de tekst die om advies is voorgelegd. De afdeling wetgeving is immers niet bevoegd om advies te geven over rechtsvragen, maar enkel over teksten. Maar als u bijvoorbeeld uitsluitsel wilt over de verenigbaarheid van een specifieke bepaling in uw tekst met een hogere rechtsregel, kan u die vraag voorleggen door ze te vermelden in de adviesaanvraag. U kan ook een nota toevoegen aan het adviesdossier waarin de problematiek ten behoeve van de afdeling wetgeving nader wordt geschetst en waarin u eventueel uw standpunt uiteenzet.

    10° Kan de tekst van een ontwerp nog worden gewijzigd gedurende de adviesaanvraag?

    Een tekst die om advies wordt voorgelegd mag in beginsel niet meer gewijzigd worden gedurende de behandeling van de adviesaanvraag. Indien dat toch zou gebeuren, moet in beginsel een nieuwe adviesaanvraag worden ingediend. Dat is natuurlijk niet het geval voor tekstaanpassingen die aan de gemachtigde worden voorgesteld en waarmee de gemachtigde instemt of die door de gemachtigde worden voorgesteld als alternatief wegens juridische bezwaren die rijzen bij het onderzoek van de tekst en die in het advies worden aanvaard.

    Voor de rechtzetting van beperkte materiële vergissingen die in de adviesaanvraag zouden zijn geslopen, wordt het best zo snel mogelijk contact opgenomen met de griffie of met de auditeur. Die zullen dan nagaan of en hoe deze vergissingen alsnog kunnen worden rechtgezet. Het spreekt vanzelf dat dergelijke situaties zoveel mogelijk moeten worden vermeden door enkel een definitieve en volledig uitgewerkte tekst om advies voor te leggen.

    11° Kan ik een adviesaanvraag intrekken of wijzigen en op welke wijze?

    De adviesaanvrager kan op elk ogenblik zijn adviesaanvraag intrekken. Aangezien een dergelijke beslissing tot gevolg heeft dat de zaak aan de afdeling wetgeving wordt onttrokken, omdat de adviesaanvraag van de rol wordt geschrapt, moet de intrekkingsbeslissing uitgaan van de steller zelf van de adviesaanvraag, namelijk de minister of de parlementsvoorzitter die de aanvraag heeft ingediend. Dit kan in de vorm van een gewone brief, een fax of een e-mail, voor zover met zekerheid kan worden vastgesteld dat de beslissing wel degelijk uitgaat van de adviesaanvrager.

    Wanneer de adviesaanvrager de termijn wil wijzigen waarbinnen hij oorspronkelijk het advies van de afdeling wetgeving had gevraagd, kunnen twee mogelijke gevallen zich voordoen:

    • Een verlenging van de oorspronkelijk toegemeten termijn mag worden aangevraagd door de gemachtigde van de adviesaanvrager in de vorm van een gewone brief, een fax of een e-mail;

    • Een vraag om het advies te geven binnen een termijn die korter is dan de oorspronkelijk toegemeten termijn, moet uitgaan van de steller zelf van de aanvraag. Dit kan in de vorm van een gewone brief, een fax of een e-mail, voor zover met zekerheid kan worden vastgesteld dat de vraag wel degelijk uitgaat van de adviesaanvrager. Dat belet niet, en het is zelfs wenselijk, dat de gemachtigde van de minister zo snel mogelijk de griffie van de afdeling wetgeving en, in voorkomend geval, de auditeur die belast is met het onderzoek van het dossier, op de hoogte brengt van de nakende aanvraag tot wijziging van de termijn. In elk geval moet een verkorting van de termijn zoveel mogelijk worden vermeden, zeker wanneer het resultaat ervan is dat minder dan dertig dagen resteren voor het geven van het advies, omdat dit de werking van de afdeling wetgeving ernstig bemoeilijkt. Als de wijziging er bovendien in bestaat om het advies te vragen binnen vijf werkdagen in plaats van binnen een termijn van zestig of dertig dagen of zelfs zonder termijn, dan moet de vraag tot wijziging van de termijn vergezeld zijn van een motivering van de spoedeisendheid die de omzetting van de termijn in vijf werkdagen verantwoordt.

    12° De auditeur stelt (veel) vragen (op korte termijn) over de tekst. Moet ik me zorgen maken?

    Rekening houdende met het grote aantal adviesaanvragen, de korte termijnen  waarbinnen  om advies wordt gevraagd en de naderende zitting, zal de auditeur vaak genoodzaakt zijn de gemachtigde te vragen om op vrij korte termijn op zijn vragen om nadere toelichting te antwoorden.

    Of en hoeveel vragen aan de gemachtigde worden voorgelegd, hangt onder meer af van de complexiteit van de tekst en van de toelichting bij de tekst die reeds in het dossier voorkomt. Die vragen kunnen om verschillende redenen gesteld worden: een onvolledigheid, onduidelijkheid of dubbelzinnigheid in de tekst of in het dossier, maar ook potentiële juridische knelpunten. Deze potentiële knelpunten kunnen in de dialoog tussen de gemachtigde en de auditeur eventueel al worden uitgeklaard of opgelost, zodat er geen opmerking moet aan worden gewijd in het advies of  dat in het advies dadelijk een oplossing kan worden voorgesteld voor het knelpunt. Het is dan ook in het belang van de adviesaanvrager dat tijdig en op constructieve wijze wordt ingegaan op de vragen van de auditeur.

    Indien het antwoord op de vragen van de auditeur niet tijdig bezorgd kan worden, kan het best overlegd worden met de auditeur over het toestaan van een beperkte termijnverlenging voor de verdere afhandeling van het advies, in ruil voor een langere termijn om te antwoorden op de vragen.

    13° Waarom gaat mijn dossier naar verenigde kamers of naar de algemene vergadering?

    Een dossier wordt verwezen naar verenigde kamers wanneer een vraag rijst met betrekking tot de bevoegdheid van de federale overheid, de gemeenschappen of de gewesten die één kamer niet alleen kan oplossen omdat die vraag te complex of te delicaat is. Dat betekent niet noodzakelijk dat een onbevoegdheidsoordeel dreigt voor uw tekst, maar wel dat op dat punt ruimer moet worden overlegd. De verwijzing naar verenigde kamers heeft wel tot gevolg dat de termijn automatisch wordt verlengd met vijftien dagen.

    Een dossier wordt verwezen naar de algemene vergadering van de afdeling wetgeving wanneer het een groot juridisch of maatschappelijk belang vertoont of wanneer de standpunten van de kamers over een bepaalde kwestie op één lijn moeten worden gebracht. Dat betekent niet noodzakelijk dat een ongunstig juridisch oordeel dreigt voor uw tekst, maar wel dat over het advies ruimer moet worden overlegd. De verwijzing naar de algemene vergadering heeft wel tot gevolg dat de termijn automatisch wordt verlengd met vijftien dagen.

    14° We begrijpen de draagwijdte van een opmerking in het advies van de afdeling wetgeving niet. Wat moeten we doen?

    De afdeling wetgeving geeft volgens de wet een “beredeneerd” advies, wat betekent dat ze uiteenzet waarom ze tot de bevindingen komt die in het advies worden uiteengezet. De afdeling wetgeving probeert, als adviseur van de parlementen en de regeringen, binnen de perken  van hetgeen juridisch mogelijk is een constructief standpunt in te nemen over de knelpunten die in het advies aan bod komen. Indien u toch vragen zou hebben over de concrete implicaties van een advies, kan u het best contact opnemen met de auditeur-verslaggever die in het betrokken advies wordt vermeld (via het algemeen telefoonnummer 02 234 96 11). De auditeur-verslaggever kan u echter enkel toelichting geven over hetgeen op juridisch noodzakelijke wijze voortvloeit uit het advies. Om deontologische redenen kan hij u geen toelichting of advies geven over ruimere vragen.

    15° Kan de tekst van een ontwerp nog worden gewijzigd na het advies?

    Ja, dat is mogelijk, maar indien het gaat om initiatieven van een regering, moet men rekening houden met de adviesverplichting, die inhoudt dat na het advies van de afdeling wetgeving in de ontwerptekst enkel nieuwe bepalingen kunnen worden opgenomen of bepalingen kunnen worden gewijzigd, wanneer daarmee wordt tegemoetgekomen aan  opmerkingen  in het advies van de afdeling wetgeving. Voor andere nieuwe bepalingen of wijzigingen moet de aangepaste ontwerptekst opnieuw voor advies worden voorgelegd.

    16° Kan ik de afdeling wetgeving een tweede keer raadplegen (over een aangepaste versie van het ontwerp)? 

    Ja, dat is mogelijk. De afdeling wetgeving zal dan wel nagaan welke onderdelen van de tekst nieuw zijn en welke niet. Het advies zal dan beperkt worden tot de nieuwe onderdelen.

    Zie ook: 1° Kan ik meermaals aan de Raad van State een advies vragen over eenzelfde tekst?

    17° Ik wil uitdrukkelijk vermelden wat ik gedaan heb met de opmerkingen in een advies van de afdeling wetgeving. Hoe kan ik dat doen?

    Voor wetgevende ontwerpen is de memorie van toelichting de aangewezen plaats om te vermelden welk gevolg is gegeven aan de adviesopmerkingen. Het is zelfs raadzaam om dat voor elke belangrijke adviesopmerking op een voldoende duidelijke wijze te doen, zodat het parlement daarover met kennis van zaken kan oordelen.

    Voor ontwerpbesluiten kan men het best gebruik maken van een verslag aan de Koning of aan de regering, maar dat moet dan wel samen met het advies en het besluit bekendgemaakt worden in het Belgisch Staatsblad. Voor een ministerieel besluit, waarvoor zo’n verslag niet kan worden opgesteld, bestaat de mogelijkheid niet om te vermelden wat men heeft gedaan met de adviesopmerkingen, tenzij men kan volstaan met een beknopte overweging in de aanhef van dat besluit.

    18° Wat betekenen de codes na het adviesnummer?

    De nummers 1 tot 4 na het adviesnummer slaan op de kamer die de adviesaanvraag heeft onderzocht. Indien meerdere kamers betrokken zijn bij de advisering (bijvoorbeeld bij verzamelwetten), worden ze achtereenvolgens vermeld. De eerste en de derde kamer zijn Nederlandstalige kamers; de tweede en de vierde kamer zijn Franstalige kamers.

    De toevoeging “1/V” en “2/V” slaan  op de Nederlandstalige respectievelijk de Franstalige vakantiekamer. De toevoeging “VR” betreft de verenigde kamers en de toevoeging “AV” of “AG” slaat op de algemene vergadering van de afdeling wetgeving.

    19° Waar vind ik andere en eerdere adviezen van de afdeling wetgeving?

    1) De adviezen van de afdeling Wetgeving alsook de teksten waarop ze betrekking hebben, worden sedert 1 januari 2017 op deze website in digitaal formaat gepubliceerd in de taal waarin ze zijn gegeven.

    Het tijdstip waarop het advies effectief wordt bekendgemaakt, is afhankelijk van de aard van de tekst die om advies is voorgelegd en van het gevolg dat aan die ontwerptekst is gegeven.

    De bekendmaking gebeurt na de indiening van de betrokken tekst bij de wetgevende vergadering in het geval van voorontwerpen van wet, decreet of ordonnantie, van amendementen op een ontwerp of van een voorstel. Indien de afdeling Wetgeving eerst om advies wordt verzocht nadat het voorstel of het amendement op een ontwerp bij de wetgevende vergadering werd ingediend, vindt de bekendmaking plaats op het ogenblik dat het advies wordt bezorgd aan de wetgevende vergadering die erom heeft verzocht.

    Adviezen over ontwerpbesluiten worden bekendgemaakt indien de betrokken tekst in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

    De overige adviezen worden bekendgemaakt na de ontbinding van de Kamer van volksvertegenwoordigers (als het om adviezen gaat die aan de federale overheid zijn gegeven) of nadat de betrokken gemeenschap of gewest daarmee heeft ingestemd.

    Voor de adviezen die vóór 2017 zijn gegeven geldt een bijzondere regeling. Die adviezen moeten tegen 1 januari 2019 bekendgemaakt zijn, evenwel zonder de teksten waarop ze betrekking hebben. Deze adviezen zullen geleidelijk aan ter beschikking worden gesteld.

    2) Op deze site kan je wel een groot aantal adviezen bekijken in de rubriek Databank adviezen Raad van State: Wetgevingstechniek > Informatie over Wetgevingstechniek > Databank adviezen Raad van State