chat-altchatcrossloginquestion-circlesearchsmileystarthumbup-downwarning
Vlaanderen
Contacteer ons
    Terug naar overzicht Stuur een e-mail

    Stuur een e-mail naar 1700, de informatiedienst voor al uw vragen aan de overheid.
    U ontvangt een kopie van uw bericht.

    Terug naar overzicht Chat met ons
    Uw chatgesprek wordt automatisch gestart zodra er een medewerker beschikbaar is.
    Even geduld, uw positie in de wachtrij wordt bepaald.

    Analyse van de wet van 10 augustus 2015 (*) - (B.S. 21/8/2015 – Ed. 2.) – erratum B.S. 31/8/2015 (wijziging titel)

    * Wet van 10 augustus 2015 tot verhoging van de wettelijke leeftijd voor het rustpensioen en tot wijziging van de voorwaarden voor de toegang tot het vervroegd pensioen en de minimumleeftijd van het overlevingspensioen.

    • Toepassingsgebied: ambtenaren, werknemers private sector en zelfstandigen
    • Inwerkingtreding: zie per item
    • Inhoud:

    Deze wet regelt:
    -  de verhoging van de wettelijk pensioenleeftijd voor een rustpensioen;

    -  de wijziging van de voorwaarden voor de toegang tot het vervroegd pensioen;

    -  de verhoging van de minimumleeftijd om een overlevingspensioen te kunnen genieten.

    En dit zowel in het stelsel van de pensioenen van de overheidssector, de pensioenen van de werknemers en de zelfstandigen.

    Titel 2: pensioenen overheidssector – 1 januari 2017

    Hoofdstuk 1 – verhoging wettelijke leeftijd voor het rustpensioen en wijziging van de voorwaarden voor de toegang tot het vervroegd pensioen (artikelen 2 t/m 8)

    Artikelen 2 en 3

    Vervroegd pensioen

    Voor het vervroegd pensioen wordt in 2015 en 2016 het reeds voorzien groeitraject voor leeftijds- en loopbaanvoorwaarden behouden.

    Vervolgens stijgt de loopbaanvoorwaarde naar 41 jaar in 2017 en 42 jaar in 2019. De leeftijd waarop men een vervroegd pensioen kan opnemen wordt opgetrokken naar 62,5 jaar en 2017 en naar 63 jaar in 2018.

    De loopbaanvoorwaarden voor uitzonderingen voor lange loopbanen worden eveneens opgetrokken.

    Schematisch

     

     

    Wettelijke pensioenleeftijd

    Voorwaarden vervroegd pensioen

     

     

     

    Normale loopbaan

    Lange loopbaan

     

     

     

    minimum-leeftijd

    minimum-loopbaan

    minimum-leeftijd

    minimum-loopbaan

     

    1 jan 2012

    65j

    60j

    5j

    60j

    5j

    Regering Di Rupo

    1 jan 2013

    65j

    60j 6m

    38j

    60j

    40j

    1 jan 2014

    65j

    61j

    39j

    60j

    40j

    1 jan 2015

    65j

    61j 6m

    40j

    60j

    41j

    1 jan 2016

    65j

    62j

    40j

    60j

    61j

    42j

    41j

    Regering Michel I

    1 jan 2017

    65j

    62j 6m

    41j

    60j

    61j

    43j

    42j

    1 jan 2018

    65j

    63j

    41j

    60j

    61j

    43j

    42j

    1 jan 2019

    65j

    63j

    42j

    60j

    61j

    44j

    43j

    1 jan 2020

    65j

    63j

    42j

    60j

    61j

    44j

    43j

    1 jan 2021

    65j

    63j

    42j

    60j

    61j

    44j

    43j

    1 jan 2022

    65j

    63j

    42j

    60j

    61j

    44j

    43j

    1 jan 2023

    65j

    63j

    42j

    60j

    61j

    44j

    43j

    1 jan 2024

    65j

    63j

    42j

    60j

    61j

    44j

    43j

    1 jan 2025

    66j (pensioen gaat in op 1/2/2025)

    63j

    42j

    60j

    61j

    44j

    43j

    1 jan 2026

    66j

    63j

    42j

    60j

    61j

    44j

    43j

    1 jan 2027

    66j

    63j

    42j

    60j

    61j

    44j

    43j

    1 jan 2028

    66j

    63j

    42j

    60j

    61j

    44j

    43j

    1 jan 2029

    66j

    63j

    42j

    60j

    61j

    44j

    43j

    1 jan 2030

    67j (pensioen gaat in op 1/2/2030

    63j

    42j

    60j

    61j

    44j

    43j

    De diensten die voor de berekening van het pensioen recht geven op een gunstiger tantième dan 1/60, worden voor de opening van het recht op pensioen in aanmerking genomen met toepassing van een verhogingscoëfficiënt, die ertoe leidt dat de duur van de diensten fictief verhoogd wordt. Die coëfficiënt varieert naargelang de minimumduur van de vereiste loopbaan om aanspraak te kunnen maken op een vervroegd pensioen.

    Wettelijk pensioen

    De wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar blijft behouden tot en met 31 december 2024. Hij wordt op 66 jaar gebracht indien het pensioen ingaat tussen 1 februari 2025 en 31 januari 2030 en op 67 jaar indien het pensioen ingaat vanaf 1 februari 2030 (zie tabel hierboven).

    Overgangs-garantieregelingen

    - Wat de pensioenen betreft die ingaan gedurende de maand januari, worden de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden die van kracht zijn in het jaar dat voorafgaat toegepast;

    - De personen die op een bepaalde datum voldoen aan de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden van het vervroegd pensioen, behouden het recht om hun vervroegd pensioen op te nemen, ook al zouden zij achteraf op basis van gewijzigde wetgeving eventueel niet meer aan de voorwaarden voldoen om een vervroegd pensioen op te nemen.

    Artikel 4

    Dit artikel omschrijft de situaties waarbij de optrekking van de voorwaarden voor het vervroegd pensioen en de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd niet van toepassing zijn:

    De regeling van artikel 2 is niet van toepassing op:
    * de personen die zich op eigen aanvraag op 1 januari 2015 in een voltijdse of deeltijdse disponibiliteit voorafgaand aan de oppensioenstelling of in een vergelijkbare situatie bevinden (voornamelijk voor onderwijssector);
    * de personen die een aanvraag hebben ingediend om vóór 2 september 2015 in een dergelijke situatie te worden geplaatst die door hun werkgever vóór 1 januari 2015 werd ingewilligd;
    * de personen die, indien zij de aanvraag hadden ingediend, ten laatste op 1 januari 2015 in een dergelijke situatie konden geplaatst worden.

    Artikel 5

    Naast de overgangsmaatregelen van de pensioenhervorming van 2011, die blijven gelden, wordt voor deze hervorming nog een bijkomende overgangsmaatregelen ingevoerd.

    Deze maatregel strekt ertoe een waarborg inzake vervroegde oppensioenstelling toe te kennen aan de personen die in de loop van het jaar 2016 de leeftijd van 55 jaar of meer zullen bereiken. Deze personen moeten niet langer dan één, twee of drie bijkomende jaren werken ten opzichte van de datum waarop zij met vervroegd pensioen hadden kunnen gaan op basis van de wetgeving van kracht op 31 december 2015.

    Voor de personen die onder de toepassing van de overgangsmaatregelen vallen, wordt het vertrekpunt van de nog te presteren bijkomende jaren bepaald op basis van de wetgeving die van kracht is op 31 december 2015, d.w.z. alsof er geen wetswijziging plaatsvond, noch op het vlak van de voorwaarden voor een vervroegd pensioen, noch wat betreft de duur van de diplomabonificatie.

    Hoofdstuk 2 – verhoging van de minimumleeftijd van het overlevingspensioen (artikelen 9 t/m 11)  

    Vanaf 2025 wordt de leeftijd die de rechtverkrijger op het ogenblik van het overlijden van de rechtgever moet bereikt hebben om de betaling van het overlevingspensioen te kunnen genieten, verder opgetrokken van 50 naar 55 jaar, naar rato van één jaar per kalenderjaar.

    Een combinatie van de wet van 15 mei 2014 en de huidige wet van 10 augustus 2015, geeft volgende resultaat.

    Periode van overlijden

    leeftijdsvoorwaarde

    1/1/2016 – 31/12/2016

    45j 6m

    1/1/2017 – 31/12/2017

    46j

    1/1/2018 – 31/12/2018

    46j 6m

    1/1/2019 – 31/12/2019

    47j

    1/1/2020 – 31/12/2020

    47j 6m

    1/1/2021 – 31/12/2021

    48j

    1/1/2022 -31/12/2022

    48j 6m

    1/1/2023 – 31/12/2023

    49j

    1/1/2024 – 31/12/2024

    49j 6m

    1/1/2025 – 31/12/2025

    50j

    1/1/2026 – 31/12/2026

    51j

    1/1/2027 – 31/12/2027

    52j

    1/1/2028 – 31/12/2028

    53j

    1/1/2029 – 31/12/2029

    54j

    Na 31 december 2029

    55j

    Titel 3: pensioenen van de werknemers – 1 januari 2015

    Hoofdstuk 1 – verhoging wettelijke leeftijd voor het rustpensioen en toegangsvoorwaarden tot het vervroegd pensioen (artikelen 12 t/m 17)

    Ook voor de werknemerspensioenen wordt de wettelijke pensioenleeftijd verhoogd zoals voor de pensioenen van de overheidssector en worden de leeftijd- en loopbaanvoorwaarden voor een vervroegd pensioen aangepast.

    In de regeling van de pensioenen van de werknemers is er een overgangsmaatregel voorzien voor de personen die ten minste de leeftijd van 59 jaar bereiken in 2016. Deze personen zullen hun vervroegd pensioen kunnen opnemen aan de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden waarop ze hadden kunnen aanspraak maken indien er geen hervorming had plaatsgevonden. Zowel de leeftijdsvoorwaarde als de loopbaanvoorwaarde worden voor deze personen met één jaar verhoogd.

    De regeling van het pensioen van de werknemers kent nog 2 specifieke overgangsmaatregelen:

    - Voor de personen die zich reeds in een toestand van opzegging bevinden;

    - Voor de personen die reeds zijn ingestapt in een procedure van vervroegd vertrek met als doel hun vervroegd pensioen op te nemen.

    Hoofdstuk 2 – verhoging van de minimumleeftijd van het overlevingspensioen (artikel 21)  

    In de pensioenregeling van de werknemers wordt de leeftijd verhoogd conform de regeling in de overheidssector.

    Titel 4: pensioenen van de zelfstandigen – 1 januari 2015

    Ook de pensioenregeling van de zelfstandigen worden gelijkaardige aanpassingen doorgevoerd (optrekken wettelijke pensioenleeftijd, voorwaarden vervroegd pensioen en leeftijdsvoorwaarden overlevingspensioen).