• Toepassingsgebied: statutaire en contractuele personeelsleden DVO
• Uitwerking: 15 november 2008
• Inhoud:

• Het koninklijk besluit van 31 oktober 2008 heft artikel 43, 4° en 5° van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs op.
• Ten gevolge deze opheffing moeten de personeelsleden met een rijbewijs voor categorie A, B of B+E die een voertuig besturen dat wordt ingezet voor één van de hierna vernoemde activiteiten:
  • het vervoer van personeel dat georganiseerd en uitgebaat wordt door de werkgever, met eigen, gehuurd, of in leasing genomen materiaal en op eigen verantwoordelijkheid;(1)
  • het vervoer georganiseerd en uitgebaat door fysieke of rechtspersonen ten behoeve van hun cliënteel;(2)

• niet langer aan een voorafgaand medisch onderzoek onderworpen worden. Zij dienen desgevallend niet meer over een rijgeschiktheidsattest te beschikken.

• Onderstaande houders en kandidaten van een rijbewijs dienen na de wetswijziging nog steeds over een rijgeschiktheidsattest te beschikken:
  • de kandidaten voor en de houders van een rijbewijs geldig voor de categorie C, C+E, D of D+E of voor de subcategorie C1, C1+E, D1 of D1+E (bestuurders van een autocar, autobus of vrachtwagen);
  • de kandidaten voor en de houders van een rijbewijs geldig voor de categorie A, B of B+E die een voertuig besturen dat bestemd is voor één van de hierna genoemde vervoersdiensten:
    • de taxidiensten;
    • de verhuursdiensten met chauffeur;
    • de diensten voor geregeld, bijzondere vorm van geregeld en ongeregeld vervoer;
    • het bezoldigd leerlingenvervoer;
    • het vervoer van personen in een ambulance;
    • "de instructeurs van rijscholen die praktisch onderricht verstrekken".

(1) Personeelsleden die collega’s op permanente basis, in opdracht van hun werkgever en met een voertuig dat door de werkgever ter beschikking wordt gesteld vervoeren.
(2) Personeelsleden die klanten met hun eigen voertuig of met een voertuig dat door de werkgever ter beschikking werd gesteld vervoeren.

naar boven