chat-altchatcrossloginquestion-circlesearchsmileystarthumbup-downwarning
Vlaanderen
Contacteer ons
    Terug naar overzicht Stuur een e-mail

    Stuur een e-mail naar 1700, de informatiedienst voor al uw vragen aan de overheid.
    U ontvangt een kopie van uw bericht.

    Terug naar overzicht Chat met ons
    Uw chatgesprek wordt automatisch gestart zodra er een medewerker beschikbaar is.
    Even geduld, uw positie in de wachtrij wordt bepaald.

    Omzendbrief PEBE/DVO/2006/8

    Datum:

    18 juli 2006

    Aanhef:

    Aan de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid, de diensten van de Vlaamse Regering en sommige Vlaamse Openbare Instellingen

    Betreft:

    Uitvoering van een aantal maatregelen uit het sectoraal akkoord 2005-2007


    1. Doel

    Deze omzendbrief geeft, in afwachting van de aanpassing van de personeelsstatuten, uitvoering aan een aantal in 2006 of uiterlijk op 1 januari 2007 in werking tredende bepalingen van het sectoraal akkoord 2005-2007 dat op 6 juli 2006 met de vakorganisaties is gesloten in het sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap-Vlaams Gewest:

    - Punt 3.1.:

    mogelijke verdere tewerkstelling van personeelsleden die vanaf 60 jaar meer dan 222 werkdagen afwezig zijn wegens ziekte (vanaf 1 juli 2006);

    - Punt 5.1.1.:

    wijziging van de regeling inzake recht op verlof voor deeltijdse prestaties;

    - Punt 7.1.:

    neutralisering van de carenzdag (vanaf 1 juli 2006);

    - Punt 7.2.:

    de verplichte deeltijdse prestaties in het kader van de eertijdse "jongerenstage" gepresteerd binnen de openbare sector worden met ingang van 1 januari 2007 in aanmerking genomen worden voor de berekening van het salaris;

    - Punt 7.3.:

    de kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen die aanvangen in de woonplaats en die volgens de huidige reglementering terugbetaald worden a rato van 50% van de normale kilometervergoeding, wordt m.i.v. 1 september 2006 verhoogd tot 55% en met ingang van 1 september 2007 tot 60%;

    - Punt 7.4.:

    de toelage voor nachtprestaties wordt m.i.v. 1 juli 2006 verhoogd van 2 tot 3 euro (aan 100%) en de toelagen voor overuren en zaterdagwerk worden m.i.v. 1 juli 2006 ook toegekend aan de personeelsleden van de rang A1, met uitzondering van de A1 met diensthoofdentoelage;

    - Punt 7.5.:

    optrekking eindejaarstoelage.

    naar boven

    2. Toepassingsgebied

    Deze omzendbrief is van toepassing op:
    - de werkgevers en personeelsleden die onder het VPS van 13 januari 2006 vallen
    - de werkgevers en personeelsleden die onder het toepassingsgebied van het VPS 15 juli 2002 , het PSWI of het Stambesluit vallen en die geherstructureerd worden tot een dienst die onder het toepassingsgebied van het VPS van 13 januari 2006 valt.

    naar boven

    3. Inhoudelijke maatregelen

    3.1 Appreciatierecht voor opruststelling bij 222 werkdagen ziekte boven de 60 jaar

    Statutaire personeelsleden die na de leeftijd van 60 jaar meer dan 222 werkdagen afwezig zijn wegens ziekte, worden momenteel ambtshalve op rust gesteld.

    Met ingang van 1 juli 2006 wordt terzake een appreciatierecht gegeven aan de lijnmanager, die op gemotiveerde wijze kan beslissen om de ambtshalve opruststelling met een periode van 6 maanden uit te stellen. Deze periode kan stilzwijgend met telkens 6 maanden verlengd worden.

    Indien het gaat om een lijnmanager die na de leeftijd van 60 jaar meer dan 222 werkdagen afwezig is wegens ziekte wordt het appreciatierecht terzake gegeven aan de functioneel bevoegde minister(s).

    De ambtshalve opruststelling kan uitgesteld worden indien volgende voorwaarden vervuld zijn:
    - er is geen definitieve ongeschiktheidsverklaring van de Administratieve Gezondheidsdienst (nu MEDEX);
    - er is een vraag tot verderzetting van de tewerkstelling door de ambtenaar;
    - de lijnmanager (of functioneel bevoegde minister(s)) en de ambtenaar komen tot een akkoord over de opportuniteit en de haalbaarheid van de verderzetting van de tewerkstelling.

    Met het oog op de gemotiveerde beslissing wordt een overleg georganiseerd tussen de lijnmanager (of functioneel bevoegde minister(s)), in voorkomend geval de directe leidinggevende, een verantwoordelijke Personeel & Organisatie van het beleidsdomein en de ambtenaar.

    De betrokken ambtenaar kan, vermits hij ouder dan 60 jaar is, nog steeds op elk moment zijn pensioen aanvragen.

    De lijnmanager (of functioneel bevoegde minister) kan de beslissing tot uitstel van de opruststelling te allen tijde op gemotiveerde wijze intrekken. De ambtenaar wordt in dit geval ambtshalve op rust gesteld op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de beslissing ingetrokken wordt.

    naar boven

    3.2. Verlof voor deeltijdse prestaties

    Het recht op verlof voor deeltijdse prestaties voor de ambtenaar wordt m.i.v. 1 juli 2006 als volgt bepaald voor:
    - de ambtenaar die de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt;
    - de ambtenaar die tenminste twee kinderen ten laste heeft die nog niet de leeftijd van 15 jaar bereikt hebben;
    - de ambtenaar die een kind ten laste heeft dat recht heeft op bijkomende kinderbijslag wegens zijn aandoening of handicap (d.w.z. 6 punten heeft op de medisch-socialeschaal of 66 % ongeschiktheid, hetgeen neerkomt op 4 punten in pijler 1).

    Het recht op deze deeltijdse prestaties is een recht voor de ambtenaren van de rang A2 en lager, met uitzondering van de ambtenaren die behoren tot het lager kader (momenteel de ambtenaar van de rang A2 belast met de leiding van een subentiteit, de ambtenaar van de rang A1 in een buitendienst die een diensthoofdentoelage geniet en de "chefloods - hoofd van een station").

    De salarisbonus wordt toegekend aan ambtenaren ouder dan 50 jaar, ambtenaren met twee kinderen of ambtenaren die een kind ten laste hebben dat recht heeft op bijkomende kinderbijslag wegens zijn aandoening of handicap wanneer zij verlof voor deeltijdse prestaties genieten. Voor de andere ambtenaren blijft het deeltijds werken in bovenstaande gevallen een gunst.

    naar boven

    3.3. Neutralisering carenzdag

    Het contractuele personeelslid met de hoedanigheid van arbeider en het contractuele personeelslid met de hoedanigheid van bediende, gedurende de proeftijd, of met een arbeidsovereerikomst voor een bepaalde duur van minder dan 3 maanden of een arbeidsovereenkomst voor een duidelijk omschreven werk van minder dan 3 maand, behouden in geval van carenzdag, hun bezoldiging voor de betrokken dag.

    Deze regeling is van toepassing op de carenzdagen die zich voordoen vanaf 1 juli 2006.

    naar boven

    3.4. Validering "jongerenstage"

    De verplichte deeltijdse prestaties in het kader van de eertijdse jongerenstages gepresteerd binnen de openbare sector zullen m.i.v. 1 januari 2007 in aanmerking genomen worden voor de berekening van het salaris.

    Het betreft personeelsleden die in de periode van 1 januari 1984 - 1 januari 1994 verplichte deeltijdse prestaties hebben geleverd in toepassing van het koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces.

    Overeenkomstig artikel 5 van voornoemd koninklijk besluit werden stagiairs in de administratie deeltijds (ofwel halftijds, ofwel 4/5de) tewerkgesteld.

    Niettegenstaande het koninklijk besluit nr. 230 pas opgeheven werd met ingang van 1 april 2000, is de einddatum van de tewerkstelling die in aanmerking komt voor de maatregel 1 januari 1994, aangezien (verplichte) deeltijdse prestaties verricht na 1 januari 1994 reeds gevaloriseerd werden overeenkomstig punt II.1.1.1. van de omzendbrief van PEBE/MVG/2002/1 van 6 september 2002 houdende uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering dd. 15 juli 2002 houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel.

    Personeelsleden die menen in aanmerking te komen voor deze maatregel dienen voor 19 oktober 2006 (drie maanden na het verschijnen van deze omzendbrief) een aanvraag (zie formulier als bijlage) in te dienen bij zijn/haar MOD. Deze aanvraag dient vergezeld te zijn van alle nuttige informatie betreffende de tewerkstelling in het kader van de "jongerenstage" zoals attesten van de toenmalige werkgever, een uittreksel uit de individuele rekening, enz...

    Voor personeelsleden die nu reeds betaald worden aan het maximum van hun salarisschaal is het indienen van een aanvraagformulier niet nuttig.

    naar boven

    3.5. Dienstverplaatsingen vanuit de woonplaats

    Artikel XIII 87, §1 van het VPS van 15 juli 2002, artikel XIII 106sexies van het PSWI van 28 januari 1997 en artikel 104septies van het stambesluit VOI van 30 juni 2000 bepalen dat wanneer de ambtenaar verplicht is hetzij zijn autovoertuig, hetzij zijn motorfiets, hetzij zijn bromfiets te gebruiken voor een dienstreis, wordt de verplaatsing van de woonplaats naar de standplaats vergoed aan de helft van de kilometervergoeding.

    Voor de terugreis geldt hetzelfde principe.

    Vanaf 1/09/2006 zal deze verplaatsing vergoed worden aan 55% van de kilometervergoeding en vanaf 1/09/2007 zal deze verplaatsing vergoed worden aan 60% van de kilometervergoeding.

    naar boven

    3.6. Toelage voor nachtprestaties, toelage voor overuren en toelage voor zaterdagwerk

    Met ingang van 1 juli 2006 wordt de toelage voor nachtprestaties verhoogd van 2 tot 3 euro (aan 100%).

    De toelagen voor overuren en zaterdagwerk worden met ingang van 1 juli 2006 ook toegekend aan de personeelsleden van de rang A1, met uitzondering van de A1 met diensthoofdentoelage. Er zal nagegaan worden of en in welke mate de bijzondere geforfaitariseerde toelagen voor diensten waar ook zaterdagwerk voorkomt moeten aangepast worden.

    naar boven

    3.7. Eindejaarstoelage

    De eindejaarstoelage wordt trapsgewijs verhoogd voor alle personeelscategorieën. Enkel voor rang D1 wordt de eindejaarstoelage in 2006 reeds aangepast, namelijk met 5% tot 73,5% (i.p.v. 70%).

    Ook personeelsleden die uit dienst treden en wiens eindejaarstoelage 2006 vervroegd kan worden uitbetaald, hebben recht op het verhoogde percentage.

    In afwachting dat de bevoegde overheid deze maatregelen in het personeelsstatuut formaliseert, machtig ik de MOD's de hierboven vermelde maatregelen reeds toe te passen. De maatregelen kunnen echter pas toegepast worden wanneer de omzendbrief door de minister ondertekend werd.

     

     

    Geert BOURGEOIS
    Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme 

    Bijlage:

    naar boven