chat-altchatcrossloginquestion-circlesearchsmileystarthumbup-downwarning
Vlaanderen
Contacteer ons
    Terug naar overzicht Stuur een e-mail

    Stuur een e-mail naar 1700, de informatiedienst voor al uw vragen aan de overheid.
    U ontvangt een kopie van uw bericht.

    Terug naar overzicht Chat met ons
    Uw chatgesprek wordt automatisch gestart zodra er een medewerker beschikbaar is.
    Even geduld, uw positie in de wachtrij wordt bepaald.

    Hoe is het tussentijds beheer van het goed in afwachting van de interne overdracht ervan geregeld?

    Volgens de omzendbrief domeinbeheer blijft het goed tot de bevoegdheid en de verantwoordelijkheid van de oorspronkelijk beherende entiteit behoren, vermits het goed - in afwachting van de verdere besluitvorming - zijn oorspronkelijke bestemming behoudt.

    Pas op het ogenblik dat er (bij ministerieel besluit of bij akte) een formele beslissing is tot wijziging van de bestemming, is er ook een overdracht inzake de bevoegdheid en de verantwoordelijkheid over het goed.

    Dient er een vergoeding betaald te worden bij interne overdracht?

    Aangezien alle onroerende goederen die onder het toepassingsgebied van de omzendbrief domeinbeheer vallen eigendom zijn van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, wordt bij de interne overdracht van een onroerend goed geen vergoeding betaald door de verwervende entiteit aan de oorspronkelijk beherende entiteit.

    Dit geldt in de beide gevallen waarin er sprake is van een interne overdracht, namelijk:

    • bij overdracht van het administratief beheer van een onroerend goed in eigendom van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, ook indien het beheer wordt overgedragen van of naar een entiteit met eigen rechtspersoonlijkheid (administratieve overdracht); en
    • bij overdracht van het eigendomsrecht van een onroerend goed tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest (effectieve eigendomsoverdracht).

    Kunnen onroerende goederen in eigendom van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest uit de hand verkocht worden?

    Bij de vervreemding van onroerende goederen in eigendom van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest dient de wet van 31 mei 1923 betreffende de vervreemding van onroerende domeingoederen, gewijzigd bij de wetten van 2 juli 1969 en 6 juli 1989 en van overeenkomstige toepassing verklaard op de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest bij artikel 22 van het decreet van 20 december 1989 houdende bepalingen tot uitvoering van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap (hierna ‘domaniale wet’) principieel te worden toegepast.

    Deze wet houdt een machtiging in van de wetgevende macht aan de uitvoerende macht om onroerende domeingoederen hetzij openbaar, hetzij uit de hand, of bij wijze van ruiling te vervreemden (artikel 1, lid 1 domaniale wet).

    Deze vervreemdingen moeten steeds openbaar gemaakt worden door passende publiciteitsmaatregelen (artikel 2, lid 1 domaniale wet). Ook dienen de aanpalende eigenaars verwittigd te worden met een aangetekende brief en dit ten minste één maand voor het verlijden van de akte, of, bij openbare verkoop, één maand voor de toewijzing (artikel 2, lid 2 domaniale wet).

    De publiciteitsvereisten vervallen wanneer de vervreemding gebeurt voor openbaar nut (artikel 2, lid 4 domaniale wet).

    Hoe wordt een interne overdracht gerealiseerd?

    Elke Vlaamse minister kan binnen de totaliteit van zijn bevoegdheidspakket autonoom beslissen over de wijziging van de bestemming van een onroerend goed, hetzij binnen dezelfde rechtspersoon (Vlaamse Gemeenschap of Vlaamse Gewest), hetzij tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest. Deze bestemmingswijziging kan zonder tussenkomst van de het team Vastgoed van het agentschap Facilitair Bedrijf geschieden.

    Indien de bestemmingswijziging een overdracht naar het bevoegdheidspakket van een andere Vlaamse minister impliceert, hetzij binnen dezelfde rechtspersoon (Vlaamse Gemeenschap of Vlaamse Gewest), hetzij tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest is volgens de omzendbrief domeinbeheer de tussenkomst van het team Vastgoed wel vereist.

    De bestemmingswijziging resulteert telkens in een interne overdracht. Naargelang het geval is dit:

    • de overdracht van het administratief beheer binnen dezelfde rechtspersoon (Vlaamse Gemeenschap of Vlaamse Gewest), ook indien het beheer wordt overgedragen van of naar een entiteit met eigen rechtspersoonlijkheid. Deze louter administratieve overdracht wordt vastgesteld bij administratieve akte of bij een door de bevoegde ministers gezamenlijk te treffen ministerieel besluit; of
    • de overdracht van het eigendomsrecht tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest. Deze eigendomsoverdracht wordt vastgesteld bij authentieke akte.

    Hoe wordt een onroerend goed ter beschikking gesteld van de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake vastgoedbeheer?

    De entiteit die het onroerend goed gedurende een termijn van minstens één maand heeft gepubliceerd op de interne vastgoedmarkt, stelt het goed, na goedkeuring door de functioneel bevoegde minister of de daartoe gedelegeerde persoon, overeenkomstig de omzendbrief domeinbeheer ter beschikking van de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake vastgoedbeheer.

    De terbeschikkingstelling geschiedt door middel van een nota, gericht aan het team Vastgoed van het agentschap Facilitair Bedrijf, waarin ten minste de volgende elementen aan bod komen:

    • identificatie van het goed, aan de hand van de kadastrale gegevens inclusief de oppervlakte, alsook de CaPaKey (d.i. de uniforme sleutel voor de perceelsidentificatie);
    • eventueel opmetingsplan;
    • stedenbouwkundige bestemming;
    • eigendomstitel;
    • gebruikstoestand van het goed (opsomming van de rechten die met betrekking tot het goed aan derden werden toegestaan) en bijhorende stukken (authentieke akten, onderhandse overeenkomsten,…) en eventuele bijzonderheden ter plaatse;
    • de (functionele) bestemming waarvoor het goed wordt aangewend;
    • de bevestiging dat het goed thans niet meer voor die bestemming wordt aangewend, of de aanduiding van het tijdstip vanaf hetwelk zulks niet meer het geval zal zijn;
    • de vermelding van eventuele bijzondere voorwaarden die in de akte dienen opgenomen te worden (bijv. erfdienstbaarheden of opname in het openbaar domein van een andere overheid);
    • de vermelding van de entiteit(en) die het goed een nieuwe bestemming wenst (wensen) te geven, of de bevestiging dat er gedurende de termijn van de publicatie op de interne vastgoedmarkt geen interesse werd betoond;
    • indien er gedurende de termijn van de publicatie op de interne vastgoedmarkt door één of meerdere entiteiten interesse werd betoond: de vermelding van de bestemming, d.i. het functioneel doel waarvoor het goed door de betrokken entiteit zal worden aangewend;
    • de vermelding van de omstandigheden die de interne overdracht of de (externe) vervreemding kunnen beïnvloeden (bijv. opname in de Inventaris van het Onroerend Erfgoed, opname in het leegstandsregister,…);
    • voor zover het niet gaat om een interne overdracht binnen dezelfde rechtspersoon (Vlaamse Gemeenschap of Vlaamse Gewest): het bodemattest;
    • indien er gedurende de termijn van de publicatie op de interne vastgoedmarkt geen interesse werd betoond:
      • eventuele gekende interesse van derden in geval van (externe) vervreemding;
      • alle andere stukken en inlichtingen die in het kader van de authentieke akte vereist zijn;
    • in geval van (externe) vervreemding: het rekeningnummer waarop de opbrengst dient gestort te worden.

    Bestaan er uitzonderingen op de verplichte publicatie op de interne vastgoedmarkt?

    Volgens de omzendbrief domeinbeheer kan er in de volgende gevallen van het principe van de (verplichte) publicatie op de interne vastgoedmarkt worden afgeweken:

    • in geval van bestemmingswijziging, hetzij binnen dezelfde rechtspersoon (Vlaamse Gemeenschap of Vlaamse Gewest), hetzij tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest, en binnen het bevoegdheidspakket van één Vlaamse minister;
    • in geval van onteigening door een andere overheid;
    • bij ruiling;
    • bij (rechtstreekse) verkoop voor openbaar nut (bijv. aan een intercommunale).

    Kan een onroerend goed dat door een entiteit niet meer op een nuttige wijze kan worden aangewend voor het functioneel doel waarvoor het werd bestemd onmiddellijk verkocht worden?

    De entiteit die vaststelt dat een onroerend goed niet meer op een nuttige wijze kan worden aangewend voor het functioneel doel waarvoor het werd bestemd, publiceert het goed gedurende een termijn van minstens één maand op de interne vastgoedmarkt, teneinde na te gaan of er aan het goed een nieuwe bestemming kan worden gegeven.

    De publicatie op de interne vastgoedmarkt is ingevolge de omzendbrief domeinbeheer verplicht en beoogt te vermijden dat na verkoop van een onroerend goed door een entiteit, een andere entiteit datzelfde onroerend goed voor andere doeleinden terug moet aankopen (of zelfs onteigenen). Het is de entiteiten niet toegestaan om onroerende goederen rechtstreeks aan de afdeling Vastgoedtransacties (Vlaamse Belastingdienst) of aan andere instanties voor verkoop over te dragen, of opdracht te geven tot verkoop ervan.

    Indien intern geen enkele interesse bestaat om aan het onroerend goed een nieuwe bestemming te geven, wordt het goed definitief aan zijn bestemming onttrokken en op de datum van de terbeschikkingstelling als niet-bestemd aangezien.

    Het team Vastgoed van het agentschap Facilitair Bedrijf wordt belast met de optimale valorisatie van de niet-bestemde onroerende goederen en beoordeelt, onder het gezag en de verantwoordelijkheid van de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake vastgoedbeheer, de meest aangewezen wijze om tot valorisatie over te gaan.

    Is de tussenkomst van het team Vastgoed in geval van bestemmingswijziging of het onttrekken van een onroerend goed aan zijn bestemming steeds vereist?

    Elke Vlaamse minister kan binnen de totaliteit van zijn bevoegdheidspakket autonoom beslissen over de wijziging van de bestemming van een onroerend goed, hetzij binnen dezelfde rechtspersoon (Vlaamse Gemeenschap of Vlaamse Gewest), hetzij tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest. Deze bestemmingswijziging kan zonder tussenkomst van het team Vastgoed van het agentschap Facilitair Bedrijf geschieden.

    In de volgende gevallen is de tussenkomst van het team Vastgoed overeenkomstig de omzendbrief domeinbeheer wel vereist:

    • indien de bestemmingswijziging een overdracht naar het bevoegdheidspakket van een andere Vlaamse minister impliceert, hetzij binnen dezelfde rechtspersoon (Vlaamse Gemeenschap of Vlaamse Gewest), hetzij tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest;
    • indien het onroerend goed definitief aan zijn bestemming wordt onttrokken met het oog op (externe) vervreemding.

    Is de omzendbrief domeinbeheer van toepassing bij een ruil?

    De omzendbrief domeinbeheer regelt de procedure tot bestemmingswijziging met het oog op een interne overdracht, alsook de procedure tot het onttrekken van een onroerend goed aan zijn bestemming met het oog op (externe) vervreemding.

    Onder vervreemding dient te worden verstaan: de afstand van het eigendomsrecht m.b.t. een onroerend goed in eigendom van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest via verkoop of ruiling.

    Wanneer is er sprake van een interne overdracht?

    Volgens de omzendbrief domeinbeheer is er in de volgende gevallen sprake van een interne overdracht:

    • de overdracht van het administratief beheer van een onroerend goed in eigendom van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, ook indien het beheer wordt overgedragen van of naar een entiteit met eigen rechtspersoonlijkheid (d.i. een louter administratieve overdracht binnen de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest);
    • de overdracht van het eigendomsrecht van een onroerend goed tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest (d.i. een effectieve eigendomsoverdracht tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest).

    Startpagina's