chat-altchatcrossloginquestion-circlesearchsmileystarthumbup-downwarning
Vlaanderen
Contacteer ons
    Terug naar overzicht Stuur een e-mail

    Stuur een e-mail naar 1700, de informatiedienst voor al uw vragen aan de overheid.
    U ontvangt een kopie van uw bericht.

    Terug naar overzicht Chat met ons
    Uw chatgesprek wordt automatisch gestart zodra er een medewerker beschikbaar is.
    Even geduld, uw positie in de wachtrij wordt bepaald.

    WETGEVINGSTECHNIEK: Wetgevingstechnisch detailniveau regelgeving - checklist

    Om vanuit wetgevingstechnische hoek te helpen om inhoudelijk te gedetailleerde regels te voorkomen wordt hieronder een checklist voorzien die dat kan helpen vermijden:

    CHECKLIST:

    1° Gebruik geen overbodige tekstindelingen in het dispositief

    1) Een tekst indelen in indelingsniveaus is alleen verantwoord als de tekst voldoende artikelen bevat en ten minste één van de indelingsniveaus uit meer dan één artikel bestaat. (Zie punt 96 Omzendbrief Wetgevingstechniek)

    2) Een indeling in paragrafen is niet verantwoord als elke paragraaf maar uit één lid bestaat.( Zie punt 111 Omzendbrief Wetgevingstechniek)

    2° Plaats enkel reglementaire bepalingen in een regelgevende tekst

    Bepalingen die geen rechtsregels stellen, horen niet thuis in het dispositief. Neem in een regelgevende tekst dus geen bepalingen zonder regelgevende strekking op en verwijs niet naar teksten zonder regelgevende strekking.

    * Bepalingen zonder regelgevende strekking zijn bepalingen die alleen:

    1° aanbevelingen inhouden;

    2° richtlijnen voor het bestuur bevatten;

    3° een bedoeling te kennen geven;

    4° een feitelijke toestand vaststellen;

    5° toelichting of commentaar geven bij de tekst;

    6° een motivering van de tekst inhouden;

    7° aankondigen wat in de volgende artikelen wordt behandeld;

    8° verklaren dat de uitvoerende macht binnen haar bevoegdheden handelt.

    * Teksten zonder regelgevende strekking zijn bijvoorbeeld:

    1° omzendbrieven;

    2° dienstorders.

    Zie ook:

    - punt 119 en punt 129 Omzendbrief Wetgevingstechniek

    Databank Adviezen Raad van State > Decreten en wetten > Normatief karakter

     

    3° Kopieer geen bepalingen uit andere regelgevende teksten

    In het dispositief mogen geen bepalingen voorkomen die anderen bepalingen herhalen, zoals bepalingen die alleen

    een hogere norm in herinnering brengen door die over te nemen of anders weer te geven. Zo kunt u een Grondwetsbepaling niet in een decreet of een besluit overnemen. U herhaalt ook geen bepaling van een decreet in een besluit;

    bestaande bepalingen overnemen die al van toepassing zijn op een bepaald geval, van dezelfde rangorde en met dezelfde rechtskracht, zonder die te wijzigen of op te heffen. Zo kunt u een bepaling van een decreet niet in een ander decreet, of een bepaling van een besluit niet in een ander besluit overnemen, zelfs niet op een zijdelingse manier door bijvoorbeeld een wijziging van de formulering;

    een geldende regeling mee van toepassing verklaren op een aangelegenheid waarop de regeling al van toepassing is.

    4° Plaats geen bepalingen met een individuele strekking in een regelgevende tekst

    Een regelgevende tekst heeft een algemene strekking. Neem in een regelgevende tekst dus geen bepalingen op met een individuele strekking. In een regelgevende tekst staan geen:

    bepalingen met een niet-regelgevend karakter, zoals bepalingen met betrekking tot de vaststelling van de personeelsformatie of de begroting;

    beschikkingen die betrekking hebben op bij name genoemde personen, zoals een benoeming, een aanstelling of de toekenning van een eretitel.

    (cfr. punt 122 Omzendbrief Wetgevingstechniek)

    5° Houdt u aan de bevoegdheidsverdelende regels

    Met deze richtlijn wordt o.a. verwezen naar:

    - Het feit dat een decreet in beginsel geen regels mag bevatten die de Vlaamse Regering zou kunnen vaststellen krachtens artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. Het voormelde artikel houdt in dat een decreet geen nadere bepalingen en details mag bevatten die louter te maken hebben met de uitvoering. De grondwettelijke principes voor de verdeling van de bevoegdheden tussen de wetgevende en de uitvoerende macht moeten immers in acht worden genomen.

    - Leden van de Vlaamse Regering kunnen slechts reglementaire besluiten nemen als: (1°) ze daartoe een specifieke machtiging hebben gekregen van de Vlaamse Regering en (2°) voor zover het om “bijkomstige en aanvullende” maatregelen gaat.

    6° Voeg geen te gebruiken formulieren als bijlage bij een regelgevende tekst

    De Vlaamse Regering heeft op 5 mei 2006 beslist dat systematisch moet worden vermeden in een besluit of een decreet de verplichting op te leggen om een bepaald formulier te gebruiken of een model van formulier vast te leggen. Meestal is het voldoende om de voorwaarden en de informatie die de overheid nodig heeft, in het dispositief op te sommen, zonder het formulier zelf als bijlage bij de regelgevende tekst te voegen.

    Als het om de een of andere reden toch nodig is om een formulier in een besluit te verankeren, verdient het aanbeveling om de bevoegde minister te machtigen het model bij ministerieel besluit vast te stellen.

    (Zie punt 130 en punt 260 Omzendbrief Wetgevingstechniek).

    7° Verwijs niet onnodig naar andere bepalingen

    Verwijs niet naar:

    bepalingen die zelf al een verwijzing inhouden;

    een wijzigingsbepaling: verwijs in dat geval naar de bepaling van de gewijzigde tekst;

    een tekst in voorbereiding, die dus als zodanig nog niet in de rechtsorde bestaat;

    een opgeheven tekst, die dus niet meer bestaat in de rechtsorde. Als u een tekst opheft, kunt u uiteraard wel naar de opgeheven bepalingen verwijzen om ze gedurende een bepaalde termijn toepasselijk te houden (zie ook overgangsbepalingen);

    een niet-regelgevende tekst (bijvoorbeeld een omzendbrief) of een tekst die niet overeenkomstig de wet bekendgemaakt is en bijgevolg ook niet bindend is (bijvoorbeeld een norm van een instantie voor technische normalisatie

    (zie punt 137 Omzendbrief Wetgevingstechniek)

    8° Voeg geen onnodige definities in

    1) Definieer een woord alleen als dat noodzakelijk is. Het gebruik van een definitie is alleen wenselijk in de onderstaande gevallen:

    1° De opzoeking in een woordenboek geeft geen uitsluitsel over de juiste betekenis van een woord en u wilt elke twijfel vermijden over het juiste begrip ervan.

    2° U zet een Europese richtlijn om die zelf ook definities bevat.

    3° U wilt een rechtsregel, een formule of de benaming van een instelling verkort weergeven om te voorkomen dat door de herhaling ervan de tekst al te zwaar wordt en daardoor minder vlot leesbaar is.

    (Zie punt 151 Omzendbrief Wetgevingstechniek)

    2) Definieer geen woorden uit een hogere regeling, tenzij die regeling de machtiging inhoudt om bepaalde woorden te definiëren. (zie punt 152 Omzendbrief Wetgevingstechniek).

    9° Gebruik geen haakjes of voetnoten

    Plaats in het dispositief geen woorden tussen haakjes of neem er geen voetnoten in op. Het is immers niet duidelijk of het louter om uitleg, om commentaar of om een volwaardige bindende regel gaat. Het dispositief moet louter normatief blijven (cfr. punt 118 Omzendbrief Wetgevingstechniek).

    10° Voorzie geen overbodige of niet toegelaten delegaties

    Bijvoorbeeld:

    1)      In een BVR: een bepaling waarbij de Vlaamse Regering aan zichzelf een opdracht verleend is overbodig.

    2)      In een decreet: als wetgevend orgaan kan het Vlaams Parlement in een decreet geen beslissingsbevoegdheid toekennen aan een individueel lid van de Vlaamse Regering, alleen de Vlaamse Regering zelf kan dat. Een decreet kan dus alleen bevoegdheden toewijzen aan de Vlaamse Regering (zie punt 126 Omzendbrief Wetgevingstechniek)

    CONTACT

    Björn Steketee (bjorn.steketee@vlaanderen.be) (Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken) of wetgevingstechniek@vlaanderen.be