chat-altchatcrossloginquestion-circlesearchsmileystarthumbup-downwarning
Vlaanderen
Contacteer ons
    Terug naar overzicht Stuur een e-mail

    Stuur een e-mail naar 1700, de informatiedienst voor al uw vragen aan de overheid.
    U ontvangt een kopie van uw bericht.

    Terug naar overzicht Chat met ons
    Uw chatgesprek wordt automatisch gestart zodra er een medewerker beschikbaar is.
    Even geduld, uw positie in de wachtrij wordt bepaald.

    Omzendbrief KB/BZ/2017/2

    Datum: 11 Januari 2017

    Aanhef: Aan de lijnmanagers en de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid of van instanties binnen de Vlaamse overheid die aangesloten zijn bij de GDPB. 

    Betreft: procedure voor de terugbetaling van een beeldschermbril

    1.      Doel

    Deze omzendbrief regelt de terugbetaling van een beeldschermbril door de werkgever vanaf 1 januari 2017. Vanaf die datum wordt omzendbrief DVO/BZ/2014/1 van 19 maart 2014 opgeheven.

    2.      Toepassingsgebied

    Deze omzendbrief is van toepassing op de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid, zoals die gedefinieerd zijn in het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006 (VPS). Hij geeft uitvoering aan artikel VII 91 ter van het VPS.

    Deze omzendbrief geldt ook voor de personeelsleden van andere instanties binnen de Vlaamse overheid die aangesloten zijn of die zich zullen aansluiten bij de Gemeenschappelijke Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (GDPB).

    3.      Wettelijk kader

    De welzijnsreglementering, meer bepaald artikel 4 en 7 van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 betreffende het werken met beeldschermapparatuur en het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers,  verplicht de werkgever om extra maatregelen te nemen voor werknemers die gedurende een aanzienlijk deel van hun normale werktijd gebruikmaken van beeldschermapparatuur.  

    In concreto gaat het over werknemers die beeldschermwerk uitvoeren gedurende minstens vier uur per dag of gedurende minstens de helft van hun prestatieduur op weekbasis. In entiteiten die aangesloten zijn bij Vlimpers, krijgen die werknemers risicocode 2 (zie Vlimpers-handleiding p. 94). 

    Ze zijn niet meer onderworpen aan een drie- of vijfjaarlijks verplicht medisch toezicht. Als ze gezondheidsproblemen hebben die veroorzaakt worden door het werk, kunnen ze een spontane  consultatie bij de arbeidsarts aanvragen. Gezondheidsproblemen kunnen voortvloeien uit visuele, lichamelijke of mentale belasting die gerelateerd is aan beeldschermwerk. Het is raadzaam om de spontane consultatie aan te vragen via de personeelsdienst, zodat die de consultaties kan opvolgen. De personeelsdienst kan zowel het Dienstencentrum Personeelsadministratie (DCPA) als de Managementondersteunende Diensten (MOD) als de personeelsdienst van een entiteit zijn.

    Daarnaast moet de werkgever minstens om de vijf jaar een risicoanalyse van de beeldschermwerkposten maken, zowel op het niveau van een groep van beeldschermwerkposten als op het niveau van het individu. Indien nodig wordt de risicoanalyse aangevuld met een bevraging van de werknemers.

    Op basis van de resultaten van de risicoanalyse of de bijkomende bevraging kan de arbeidsarts bepaalde werknemers oproepen voor een verplicht gezondheidstoezicht.

    Als tijdens een oogonderzoek bij de arbeidsarts na een spontane of verplichte consultatie wordt vastgesteld dat de werknemer hinder ondervindt om zijn beeldschermtaak naar behoren te vervullen, ook al heeft de werknemer een gewone leesbril (voor 30 cm) of een gewone bril voor verzicht (voor meer dan 5 meter), moet de werkgever een specifieke bril terugbetalen (voor accommodatie op ongeveer 60 cm afstand).

    De procedure die de werknemer moet volgen om de terugbetaling van een beeldschermbril te verkrijgen, is beschreven onder punt 4.

    4.      Procedure en stappenplan voor de aanschaf van een beeldschermbril

    Stap 1: Consultatie bij de arbeidsarts
    De werknemer gaat op consultatie bij de arbeidsarts.
    Als uit het medisch onderzoek blijkt dat de werknemer een beeldschermbril nodig heeft, verwijst de arbeidsarts de werknemer door naar een oogarts. Een voorbeeld van een verwijsbrief is opgenomen in bijlage 1, die bij deze omzendbrief is gevoegd.

    Stap 2: Advies van de oogarts
    De werknemer consulteert een oogarts.
    De oogarts vult het formulier Verzoek om een oogtest uit te voeren in het kader van beeldschermwerk in en maakt indien nodig een voorschrift voor een beeldschermbril. Die bril is specifiek en uitsluitend aangepast voor de correctie van de gezichtsscherpte op beeldschermafstand (het intermediair zicht).
    Als dat nodig is, kan de correctie worden gecombineerd met een correctie om te werken met documenten op papier (zicht dichtbij).

    Stap 3: Aanschaf van een beeldschermbril
    De werknemer schaft zich een beeldschermbril aan bij een opticien naar keuze. Hij vraagt aan de opticien een gedetailleerde factuur. Die factuur specificeert de prijs van het montuur en de prijs van elk glas, alsook  het type en de kwaliteit van elk glas.

    Stap 4: Terugbetaling van de kosten
    De werknemer bezorgt de volgende drie documenten aan de arbeidsarts:

    • het formulier Verzoek om een oogtest uit te voeren in het kader van beeldschermwerk, ingevuld door de oogarts;
    • een kopie van het voorschrift van de oogarts;
    • een kopie van de gedetailleerde factuur van de opticien;

    Tegelijkertijd bezorgt de werknemer de volgende twee documenten aan de personeelsdienst:

    • de originele gedetailleerde factuur van de opticien
    • het originele ‘Getuigschrift voor verstrekte hulp’ van de oogarts

    De arbeidsarts controleert of de oogarts een specifiek correctiemiddel voor beeldschermwerk heeft voorgeschreven en meldt dat aan de personeelsdienst. Alleen wanneer het effectief om een beeldschermbril gaat, doet de personeelsdienst het nodige voor de uitbetaling van de kosten. Voor entiteiten die aangesloten zijn bij het DCPA gebeurt de terugbetaling van de kosten via Vlimpers.

     De werkgever bewaart het originele Getuigschrift voor verstrekte hulp.  De werknemer kan dat getuigschrift niet terugvragen aan zijn werkgever om nog eens in te dienen bij zijn ziekenfonds. Dezelfde kosten worden maar één keer terugbetaald.

    5.      Voorwaarden voor de terugbetaling van de kosten

    Alleen de werknemers die beeldschermwerk uitvoeren gedurende minstens vier uur per dag of gedurende minstens de helft van hun prestatieduur op weekbasis, kunnen een terugbetaling van de kosten krijgen. De personeelsdienst betaalt die kosten op de volgende manier terug:

     -  de raadpleging van een oogarts tegen RIZIV-tarief (code 102535) nadat de werknemer het originele Getuigschrift voor verstrekte hulp ingediend heeft bij de personeelsdienst;

     -  de beeldschermbril nadat de originele en gedetailleerde factuur bezorgd is aan de personeelsdienst:

    1) voor het brilmontuur: maximaal 100 euro;
    2)  voor de glazen: een maximuminterventie van 200 euro per glas.

    De werknemer kan alleen een terugbetaling krijgen voor:

    • monofocale glazen voor intermediaire visus;
    • degressieve glazen voor dichtbij en intermediaire visus;

    Er is geen terugbetaling voor:

    • unifocale en multifocale glazen voor bijziendheid, verziendheid, astigmatisme, ouderdomsverziendheid of combinaties daarvan.

    Als bij een later oogonderzoek vastgesteld wordt dat een nieuwe correctie nodig is, zal het gecorrigeerde glas terugbetaald worden onder dezelfde voorwaarden.

    Een nieuw montuur wordt bij een nieuwe correctie alleen terugbetaald als het vorige montuur minstens vijf jaar oud is.

    Bij verlies, beschadiging of diefstal van de beeldschermbril kan de werknemer op zijn vroegst vijf jaar na de vorige terugbetaling een nieuwe terugbetaling krijgen.

    Enkel wanneer de werknemer door de arbeidsarts werd doorverwezen naar de oogarts voor een beeldschermbril , kan er sprake zijn van een terugbetaling van de kosten van de oogarts en de beeldschermbril. De kosten van het consult bij de oogarts mogen niet ingediend worden bij het ziekenfonds gezien het gaat om kosten in het kader van preventiedoeleinden opgelegd door de welzijnsreglementering.

    6.      Aanvullende informatie

    De website van de GDPB bevat nuttige tips om klachten die gerelateerd zijn aan beeldschermwerk, te voorkomen. Zie: https://overheid.vlaanderen.be/beeldschermwerk.

    7.       Inwerkingtreding

    De bepalingen in deze omzendbrief hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2017.

    Liesbeth Homans
    Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding

    ------

    Bijlage 1 : Verzoek om een oogtest uit te voeren in het kader van beeldschermwerk